DE EEMLANDER". Vrijdag 23 Juni 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS N° 302 BERICHT. l^ne Jaargang. MARIE VAN VERSENDAAL. nooiareaactie. j Mr Q f VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS; fer 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Afzonderlijke nummers Wekelijksoh bijvoegsel nDt Hollandscht Euisvrouuf redactie van Tbérèae Hoven) per 8 mnd. 60 cis» Wekeiyksoh bij voegsel nPük mi meJ' per 8 mnd. 40 cis» f 1.00. - 1.50. - O.IO. - 0.05. (onder Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels.» f 0.80» Elke regel meer0.15. Dienstaanbiedingen 15 regels.» 0.50» Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan roer vonrdoeligo bepalingen tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, b\j abonnement. Eeno circulaire, bevattende de voorwuardon, wordt op aanvraag toogozonden. 8^ Zij, die zich na reeds opgeven als abonné op het v,Aniersloor(sch "Dagblad", met ingang van 1 JTLI» ontvangen «le tot dien Datuui ver schijnende nummers GRATIS. Politiek Overzicht Hoe zijn de verliezen in den oorlog te herstellen? Er is in de berichten over den grooten strijd, die sedert 21 Februari, reeds meer dan vier maanden, gaande is om het bezit van Verdun, één punt, dat altijd in bijzondere mate onze belangstelling en onze groote deernis wekt. Dat zijn de verliezen, die de strijdende partijen elkaar daar toebrengen. Havas heeft een paar dagen geleden eene mededeeling gedaan over de Duitsche ver liezen voor Verdun. Die zijn voor het tijd perk van 21 Februari tot 15 Mei becijferd op 370.000. Als de tweede helft van Mei er bij wordt gerekend, stijgt de raming tot 415.000. Nu zijn wij alweer ruim drie weken verder en als die weken naar denzelfden maatstaf in rekening worden gebracht, dan komt men het halve millioen zeer nabij. Een half millioen manschappen heeft het Duit- sche leger verloren bij de volhardende po gingen om Verdun te veroveren. Ook al houdt men er rekening mee, dat daaronder de gevangenen begrepen zijn, hoe ontzet tend blijft dan nog het verlies aan mannen-, kracht, dat het Duitsche volk reeds geleden heeft door de worsteling op dit ééne strijd- veld. En het einde is nog niet in het ge zicht. .Maar de mededeeling van Havas is niet volledig. Zij geeft cijfers over de Duitsche verliezen, maar gaat de Fransche met stil zwijgen voorbij. Daarover zijn geene Fran sche regeeringsmededeelingen te krijgen; er worden in Frankrijk geene verlieslijsten ge publiceerd. Misschien zal het door Havas gegeven voorbeeld van Duitsche zijde wor den nagevolgd en krijgen wij eerlang van Wolff eene becijfering van de door de Fran- schen geleden verliezen. Zulke becijferin gen hebben slechts eene betrekkelijke waar de. Maar ook zonder dat wij cijfers voor ons hebben, weten wij, dat de Fransche ver liezen bij de Duitsche zeker niet achterstaan. Om de totale mannenkracht, die de strijd om Verdun verslindt, te berekenen, moe ten de door Havas gegeven cijfers minstens verdubbeld worden. Lord Northcliffe, de bekende Britsche pers- magnaat, heeft de aandacht van zijne land- genooten op de Fransche verliezen voor Verdun gevestigd. Hij heeft in eene verga dering, die door hem werd geleid, gezegd: „Het Is voor ons zeer moeielijk te begrij pen, dat de betrekkelijk weinig talrijke be volking van Frankrijk het leeuwendeel draagt van den landoorlog. Dat is echter een feit. Ieder, die in Frankrijk is geweest, weet, dat de verliezen van de Franschen in dezen oorlog grooter zijn dan wij den ken, en ook heden, nu alle oogen op Rus land gericht zijn, ligt naar mijne meening het groote brandpunt van den oorlog in den slag bij Verdun. Ik heb dien slag eenige dagen bijgewoond en ik kan de oogen niet sluiten voor het feit, dat de Duitschers aan houdend dichter bij Verdun gekomen zijn. Wij moeten niet vergeten, dat onze oor log met Duitschland op Franschen grond wordt gestreden." Dit is gezegd met het oog op de eischen, die de oorlog stelt. Het doel van deze waar schuwing is de oogen van de Britsche natie te openen voor het Feit, dat Frankrijk moet worden geholpen, door het van den last der oorlogvoering voor een deel te onthef fen. Wanneer anderen zich spannen voor den strijdwagen, dan zal Frankrijk's last worden verlicht en zullen de Fransche ver liezen verminderen. Maar wanneer, zooals men moet hopen, eenmaal de oorlog gedaan is en het weer vrede is geworden, dan komt de vraag aan de orde: Hoe kunnen deze vreeselijke ver liezen hersteld worden? Die zijde van het vraagstuk brengt prof. Maurice Lalulle, lid van de Académie de médicine, onder de aandacht in een artikel, dat tot opschrift heeft: „Sauvons la race francaise!" Hij be handelt daarin de voor Frankrijk reeds zeer oude kwestie van den achteruitgang der ge boorten, die thans door de verliezen, die de oorlog aan de mannelijke bevolking toe brengt, nog veel dringender is geworden dan zij reeds was. Dat brengt hem tot de vraag: Zal 't vaderland morgen genoeg kin deren bezitten om voor de weer vreedzaam geworden aarde de stralen der beschaving te behouden? en als antwoord daarop houdt hij" aan zijne landgenooten deze waarheid voor: „Men heeft het aan ons volk nog niet dikwijls genoeg gezegd: De kracht van een volk kan slechts door den aanhouden den vooruitgang van zijne geboorten ge waarborgd en gered worden. De familie is slechts door minstens een vierde kind te redden. Tegen dezen regel zondigen betee- kent voor een volk den zelfmoord tegemoet gaan." Als middel .oin deze waarheid in toepas sing te brengen, beveelt deze schrijver aan een wetsontwerp, dat door den afgevaardig de Paul Bénazet bij de Kamer is ingediend, bepalende dat van 1 Januari 1017 af ge- boortenpremiën betaald zullen worden, die aan de huisvaders en -moeders ten goede komen. Dit is eene poging om door toeken ning van geldelijken steun de Fransche vrouwen er toe te brengen, dat zij bezield worden door den wensch om niet twee, ook niet drie, maar vier kinderen groot te bren gen, omdat dit voor het behoud van het ras van gewicht is. Het voorstel komt hierop neer, dat aan iedere moeder voor ieder van hare eerste twee levende kinderen 500 frs. wordt toegekend, voor het derde 1000, voor het Aderde 2000 en voor ieder volgend kind wederom 1000 frs., welk geld het uitsluitend eigendom van de moeder zal blijven, ge trouwd of ongetrouwd. Om echter de moe ders aan te sporen de noodige zorg te be steden aan hare pasgeborenen, zal dit geld eerst een jaar na de geboorte van het kind uitgekeerd worden. Voor den vader bepaalt het wetsontwerp eene premie van 2000 frs., als hij minstens vier kinderen heeft, voor welker onderhoud hij van de geboorte af on afgebroken heeft gezorgd. De hiervoor ver- eischte gelden zullen, als dit noodig is, verkregen worden door het heffen van eene bijzondere belasting van de kinderloos ge bleven personen van beiderlei geslacht of van hen, die slechts één kind bezitten. Het artikel eindigt met deze ontbo?zemirtg: Franschen van Frankrijk, neemt kennis van het welsontwerp-Bénazet. Stelt de geboorten- premie in het licht en dwingt uwe afgevaar digden er voor te stemmen. En gij, moeders der smarte, eeuwige slachtoffers, hoopt: de dageraad der rechtvaardigheid breekt aan. Gezegend zijt gij, die Frankrijk zult redden! De oorlog. B c r 1 ij n, 2 2 Juni. (W. B.) Officieel be richt van het groote hoofdkwartier. Een kleine Engelsche afdeeling bij Fre- linghien ten Noordoosten van Armentières werd teruggeslagen. Een Duitsche patrouille bracht ten westen van La Bassée eenige gevangenen uit een Engelsche stelling mee. Ten oosten van de Maas ontwikkelden zich infanteriegevechten, waarbij wij ten westen van het fort Vaux voordeelen verwierven. Door afweervuur werden bij de Peperhoogle en bij Duss elk een Fransch vliegtuig naar beneden gehaald. De inzittenden van het laatste vliegtuig werden gevangen genomen. Onze vliegtuig-eskaders vielen gisteren in de vroegte met troepen bezette plaatsen in het Maasdal ten Zuiden van Verdun aan en hedenmorgen vroeg de spoorwegterrei nen van Revigny. Parijs,22Juni. (Havas). Aan de beide oevers van de Maas werd de nacht geken schetst door eene reeks aanvallen van de Duitschers, volgende op zeer hevige bom bardementen. Op den linkeroever vielen de Duitschers de Fransche stellingen aan op de peilingen teri zuiden van den Mort- Homme. In den loop van een levendig granaatgevecht sloegen de Fransche troe pen de Duitschers volkomen terugzij be hielden al hunne stellingen. Op den westelijken oever duurde de strijd met hardnekkigheid voort in de streek ten westen en ten zuiden van het fort Vaux. Gister op het eind van den avond slaagde een machtige Duitsche aanval er in, door te dringen in een klein bosch ten zuidoosten van het Fuminbosch. Een onmiddellijk on dernomen tegenaanval stelde de Franschen in staat de Duitschers weer daaruit te ver drijven. Tegen middernacht werd eene nieuwe aanvalsactie gericht tegen de Fran sche stellingen van het Fuminbosch tot ten oosten van Ghenois. Teruggeslagen met bloedige verliezen in Fumin en Chenois, slaagden de Duitschers er in voet te krijgen in eenige. vooruitgelegen Fransche loop graaf-elementen. Tegen twee uur mislukte een granaataanval tegen de Fransche stel lingen ten noorden van hoogte 321 onder het Fransche vuur. Op de rest van het front was de nacht rustig, behalve in Champagne, waar de nrtil- leriestrijd zeer levendig was op het front Maison de ChampagneMont Fêtu. Op de Engelsche en Belgische fronten waren mijn- en artilleriegevechten. Avondcommuniqué. Het bombardement met zwaar geschut aan de beide overs van de Maas werd den ge- heelen dag met de uiterste levendigheid voortgezet. De vijand viel links van de Maas de loopgraven aan tusschen hoogte 304 en de Bethincourtbeek. Om zes uur des avonds was de aanval geheel afgeslagen. Een Fransche tegenaanval aan d_£p rech ter Maasoever heroverde in den namiddag de meeste loopgraven tusschen de Fumin- en Chenois-bosschen. Het bombardement was van buitengewone hevigheid. Als vergelding voor het Duitsche bombar dement van de open steden Bar le Due en Luneville bewierpen de Franschen met bom men Trier, waar een groote brand werd opgemerkt, Karlsruhe en Mulheim. Een es kader Fokkers vervolgde de van Mulheim terugkeerende Fransche machines. Deze bonden een strijd aan tegen dit eskader en brachten een Fokker naar den grond. Het jacht maken op vliegtuigen hield den gan- schen dag aan; de Franschen velden twee Duitsche machines neer; een derde werd door het'vuur van onze afweerkanonnen op den grond gebracht. Londen, 22 Juni. (R.) Communiqué van het Britsche hoofdkwartier. Nadat een bijzonder groote mijn was op geblazen, drong de vijand onder dekking van een bombardement heden morgen in de buurt van Givenchy in onze loopgraven. Een regiment Welsh Fuseliers deed onmiddellijk een tegenaanval en wierp den vijand volledig terug, xiie zware verliezen leed. Wij neten in den nacht een mijn springen in de buurt van de Hohenzollern-redoute en bezetten den rand van den trechter. Heden morgen was het overal rustig. Berlijn, 22 Juni. (W. B.) Officieel bericht van het groote hoofdkwartier: Op het Noordelijke deel van het front ge beurde, behoudens een succesvolle onder neming eener Duitsche patrouille, niets. Op de spoorwegbrug over de Pripjet ten .Zuiden van Luniniec werden bommen geworpen. I egergroep Linsingen. Russische aan vallen op de kanaalsteHing ten Zuidwesten van Loggischin mislukten, evenals herhaal de aanvallen ten Westen van Kolki. Tus schen Sokol en Liniewka zijn de Russische stellingen door ons veroverd en ondanks krachlige tegenaanvallen behouden. Voort durende pogingen van den vijand om ons de sur cessen ten noordwesten van Luzk te betwisten, bleven ^zonder resultaat. Aan we rszijden van de Toereya en verder ten Zuiden over de hoofdlinie SwiniakyGo- rochow werden de Russen verder terugqe- drongen. Bij het leger van graaf von Bothmer wer den tal van sterke aanvallen des vijonds van uit de linie HaiworenkaBobulince (ten noorden von Przewloka) onder de zwaarste verliezen voor den vijand afgeslagen. W e e n e n, 2 2 Juni. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Gisteren werden bij Gura Humora Russi sche aanvalletv afgewezen. Overigens waren er ten zuiden van de Dnjestr geene bijzon dere gebeurtenissen. Ten westen van Nisniowczyk viel de vij and weer aan met sterke krachten. Zijne stormcolonnes zakten ineen, gedeeltelijk in artillerievuur, gedeeltelijk in den strijd met de Duitsche en O.-H. infanterie. Hij leed zware verliezen. Bij Boukanow sloegen on ze troepen Russisch nachtelijke aanvallen af. De in Wolhyniet strijdende verbonden strijdkrachten maakten ten noorden van Gorochow, ten oosten van de linie Lokaczy- Kirielin en bij Sokul nieuwe vorderingen. Zoowel op deze gevechtsvelden als bij Kolki mislukten alle met de grootste hardnekkig heid herhaalde tegenaanvallen van de Rus sen. Peters burg, 2 22 Juni. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den gioolcn gene- rolen staf. Bij het brughoofd van Ikskul was een he vig Duitsch artillerievuur. In den nacht van den 2Isten gingen zij, na artillerie-voorbe reiding, lot den aanval over op de stellingen van Dwinsk, langs den spoorweg naar War schau. Zij werden overal teruggedreven. In de streek bij het dorp Doebatovko, 12 werst ten Zuiden van het Wisjnevskoje-meer maakten zij zich van een deel onzer loop graven meester; maar onze versterkingen wierpen hen naar hunne eigen loopgraven. Ten Zuiden van Krevo trokken de Duit schers de Krevlianka over; tegenover or.s vuur konden zij niet verder voortrukken en trokken zich over de rivier terug op den westelijken oever. Bij het Oglnski-kanaol en de Jasselda werd geweer- en geschutvuur gewisseld. Onze artillerie schoot in den loop van den dag twee vliegers neer, die in onze liniën terecht kwamen, een bij het station Listo- pedy, aan den spoorweg van Bologoia naar Sieciletz, de andere bij de hofstede Yoek, tien werst ten Zuid-Oosten van de uitmon ding van het Oginski-kanaal. De beide vliegt tuigen werden vernietigd, de inzittenden wa ren dood. In de streek van Groeziatyn ging dt vijand tot der aanval over in gesloten formaties. Hij werd uiteengejaagd en vluchtte met ach terlating van stapels dooden en gewonden. In de streek ten westen van Sokoel aan do Styr wierpen wij de Duitschers door een tegenaanval terug; wij maakten ongeveer 600 gevangenen en eenige machinegewe ren buit. In dezelfde streek bij Mylsk kwam een hagel van vuur uit zwaar geschut op onze stellingen neer. In de streek van Raymiesto, aan de Een mensch moet eerst zelf getroffen zijn .vóór hij anderen kan treffen. door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 49 Alleen was 't jammer, dat alles nog zoo vol papieren en vruchtenschlllen lag, door de bezoekers van het stierengevecht achtergela ten De vrouw van den concierge, die ons a*o:irllcidde, klaagde steen en been. Ze vond t ie is vreeselijks zoo'n course de laureaux en Jhecl veel inwoners van Nimes vonden 'l ook „une honte pour la France", maar 't was nu eenmaal ingesteld en 't zou opstootjes geven als 't verboden werd. „On vent voir du sang, voilci lout," beweerde ze en ze voegde er bij, dal 't haar plezier deed, dat wij er niet geweest waren gisteren. Als ze 't werkelijk meent, doet 't me be paald goed," zei Icn zacht en bij den uitgang gni ze 't mensch je een dubbele fooi. We- zijn vervolgens het Maison Carrée gaan zien, een ouden tempel, niet minder beroemd dan de aréna en een juweel van Romeinscbe bouwkunst, met zijn Corinthi sche zuilen en fijnbewerkte kroonlijst en 'kapitcclen. 't Is jammer, dat 't ivict in Ai'les sla.ii. Daar zou 't meer iii overeenstemming *yn mei de omgeving, want hier in Ntmec 1 lijkt hel wel verdwaald op het kleine plein te midden van leelijke, gewone huizen. Er is heel wat te zien in den betrekkelijk kleinen tempel: beelden, waaronder een zeer ver minkte Venus van Nimes, een stuk van een Gricksche danseres en een reuzen-kop van brons in de Vistre gevonden. De oogen daar van hebben waarschijnlijk uit kostbare stoe- ncn beslaan, die er uitgenomen zijn en de galen boven in den kop, op de plek waar de haarband zit, hebben ook kleinoodieën ge herbergd volgens den concierge, die ons langs al dc schatlen leidde. We zagen er verder prachtige mozaïeken, bronzen en steenen vazen en munten. Onder 'de laatste bevinden zich enkele zeer zeldzame met een vvilde- zwijnenpootje er aan, de zoogenaamde „pieds de sanglicr." Men veronderstelt, dat ze als amulet dienst gedaan hebben, omdat som mige een gaatje vertoonen .waardoor waar schijnlijk een koord gedragen is en mén de meeste in 't water gevonden heeft, waarin ze geworpen werden als offers aan de goden. O, als Paul er bij geweest was om ons alios uit te leggen, wat zouden we dan nog oneindig meer van alles genoten hebben, ook van ons bezoek aan het Musée lapidaire, dat zich op de cour en onder de gewelven van de kloostergang van het vroegere Collége des Jésuite-s bevindt, maar door onze gebrekkige kennis van 't Latijn, hadden we er weinig aan en trokken we, ruimschoots van musea verzadigd, nog een poosje naar de Jardin de la Fontaine. Vanmiddag hebben we 't museum van schil derijen en beeldhouwwerken bezocht, waar wc verscheiden oud-TTollnndsehe stukken aantroffen, o. n. een schilderij van Djiu, een kantwerkster van Pietcr dc Iloogh en een Jan Steen. Er was een mooie collectie gravu- res en een fijn beeldje van Pradier; voorstel lend „La poésie légère." Hel zeer groote en beroemde schilderij van Delaroche, waar alle Engelschen naar komen kijken, „Cromwell ouvrant le cercueil de Charles I" kon ons maar matig bekoren. Verder liepen we nog even de kerk van Saint Paul in met dc mooie fresco's van Hippolvte en Paul Flandrin en namen wc een kijkje in dc oude cathedraal Notre-Dame-ct- Sl.-Castor, -in een buurtje met schilderach tige huisjes, waar 't zeer duister cn kil was en een grj^zelige bedelaar zoo akelig kerm de: „Un sou mesdames, un sou! Dieu vous le rendra." dat we hem maar gauw wat gaven en doorliepen! Daarop gingen we nog wat gezellig winke len. kochten hoedenspelden met „cigalcs." castagnetten, leuke- bakjes van aardewerk en eenige uit riet% gevlochten tasschen met rie ten hengsels, geheel opvouwbaar, zooge naamde „cabas," die „quat'sous" 't stuk kost ten. t Vrouwtje uit den kleinen winkel, waar ze bij rissen hingen, was vei .nikt over onzen inkoop zes kochten we er en ging haar man halen, om uit le rekenen hoeveel dat wel was: „six fols quat'sous!" Langs de Porie d'Auguste, een overblijfsel van dc oude Romcinsche vestingwerken, geheel ingebouwd tusschen de huizen, kwamen we toen aan den Boulevard Ainiral Courbet en bliezen daar in een „lea-room" een oogenblik van al onze vermoeienissen uit Vanmiddag aan tafel hebben we ons met 't oog op de schrale Calvausche menu's, die ons morgen weer wachten, zeer materialis tisch gedragen gn zooveel gegeten als we maar kónden. Toch vinden we 't prettig weer op ..Les Calvaux" terug te komen, en kennis le maken met Germaine Rcrtrands cn de jonge dominée's-familie, die er nu sinds eenige dagen is. Icn heeft, terwijl ik onze laatste Proven- gaalsche bevindingen opschreef, al gepakt en werkelijk met veel vernuft alle brcckwaar in vuile blouses gewikkeld en tusschen schoe nen in hóar koffertje vastgelegd. Ilel mijne wordt voor de onbreekbare dingen inge richt. Een „cabas" met levensmiddelen voor de reis staal al gereed, zóódal wc in een minimum van tijd klaar zullen zijn morgen ochtend. Wé hadden eerst héél vroeg willen vertrek ken, om bij Bemoulins dc Pont-du Gard tc zien, bet meest beroemde waterwerk der Romeinen, maar dc hótelhouder heeft 't ons sterk afgeraden. Twee jonge dames zóó vroeg in den morgen op een eenzame plek aan 't water, vond hij niet vertrouwd. „N'cst-cc-pas il nc fout rien risquer. mes- demoiselles," zei hij goedig cn hoewel 't ons spijl, geven we er dit uitstapje maar aan en gaan jneens door naar St. Péray. Niet hef onderste uit de kan vinden we! Mies is zoo heerlijk van stapel geloopen en we hebben zóóveel beleefd en gezien, dat we meer dan tevreden zijn. Toch vond ik van alles Marseille 't prettigstII Hoofdstuk X. De ontvangst op „Les Calvaux" was werke lijk hartelijk. Monsieur kwam ons met 'l rijtuig uit Chabeuil afhalen en bracht Ger maine mee, die den vorigen dag met vacantle was thuis gekomen. Wij schoten goed met haar op. dadelijk bekoord door haar leven dig. 'donker gezichtje en vriendelijke manie ren en praatten honderd uit op den terugrit. Bij onze aankomst stond Evodic van blijd schap le dansen, Quenoppc blafte zich schor cn sprong ons bijna omver, madame Céblé- r acq lie wuifde ons een welkom toe met haar "grijze breikous en madame Bertrands zelf had haar „groene kikker" aangetrokken en tradeerde aan 't souper op eigengemaakt zandgebak, hetwelk echter E vod ie verklap te 't naderhand hoofdzakelijk door made moiselle Germaine gemaakt was. De arme Jeanne, die slecht tegen de hitte kan, was een paar dagen ziek geweest en lag al tc bed, maar we gingen haar nog even begroe ten cn lieten haar uit onzen voorraad Midi- sche inkoopen, dien wc dadelijk uitpakten, iets kiezen. Ze koos een cignlc-hoèdenspcld en op 't bovenportaal kuste Evodie ons voor het kettinkje uit Marseille. Ze schrikte zelf van haar spontane opwelling, maar Ina en ik vonden 't juist zoo aardig van haar en dank-, ten haar "hartelijk voor de mooie bloemen, waarmee ze onze kamer versierd had. „Oli que la maison a été vide sans voust" riep ze telkens. „En wat zal 't vreesclijk zijn als u er de volgende maand niet meer bent er mademoiselle Germaine en mademoiselle Jeanne ook vertrokken zijn!" „Maar dan krijg je immers vacantia Evodic! Daar zal ik voor zorgen, beloofde Germaine," hoewel madame, die juist niet een brandende kaars de trap opkwam, wenk» brauwfronsend bekoelde: „Nous verrons, nous verrons. L<} moi» d'aoflt est encore loin." Aan 't souper, werkelijk overvloedig en goed toebereid, moesten we van al onze wederwaardigheden vertellen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1