DE EEMLANDER".
Vrijdag 23 Juni 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE TREKVOGELS
N° 302
BERICHT.
l^ne Jaargang.
MARIE VAN VERSENDAAL.
nooiareaactie. j Mr Q f VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS;
fer 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers
Wekelijksoh bijvoegsel nDt Hollandscht Euisvrouuf
redactie van Tbérèae Hoven) per 8 mnd. 60 cis»
Wekeiyksoh bij voegsel nPük mi meJ' per 8 mnd. 40 cis»
f 1.00.
- 1.50.
- O.IO.
- 0.05.
(onder
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels.» f 0.80»
Elke regel meer0.15.
Dienstaanbiedingen 15 regels.» 0.50»
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roer vonrdoeligo bepalingen
tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, b\j abonnement.
Eeno circulaire, bevattende de voorwuardon, wordt op
aanvraag toogozonden.
8^ Zij, die zich na reeds opgeven
als abonné op het v,Aniersloor(sch
"Dagblad", met ingang van 1 JTLI»
ontvangen «le tot dien Datuui ver
schijnende nummers GRATIS.
Politiek Overzicht
Hoe zijn de verliezen in den
oorlog te herstellen?
Er is in de berichten over den grooten
strijd, die sedert 21 Februari, reeds meer dan
vier maanden, gaande is om het bezit van
Verdun, één punt, dat altijd in bijzondere
mate onze belangstelling en onze groote
deernis wekt. Dat zijn de verliezen, die de
strijdende partijen elkaar daar toebrengen.
Havas heeft een paar dagen geleden eene
mededeeling gedaan over de Duitsche ver
liezen voor Verdun. Die zijn voor het tijd
perk van 21 Februari tot 15 Mei becijferd
op 370.000. Als de tweede helft van Mei
er bij wordt gerekend, stijgt de raming tot
415.000. Nu zijn wij alweer ruim drie weken
verder en als die weken naar denzelfden
maatstaf in rekening worden gebracht, dan
komt men het halve millioen zeer nabij. Een
half millioen manschappen heeft het Duit-
sche leger verloren bij de volhardende po
gingen om Verdun te veroveren. Ook al
houdt men er rekening mee, dat daaronder
de gevangenen begrepen zijn, hoe ontzet
tend blijft dan nog het verlies aan mannen-,
kracht, dat het Duitsche volk reeds geleden
heeft door de worsteling op dit ééne strijd-
veld. En het einde is nog niet in het ge
zicht.
.Maar de mededeeling van Havas is niet
volledig. Zij geeft cijfers over de Duitsche
verliezen, maar gaat de Fransche met stil
zwijgen voorbij. Daarover zijn geene Fran
sche regeeringsmededeelingen te krijgen; er
worden in Frankrijk geene verlieslijsten ge
publiceerd. Misschien zal het door Havas
gegeven voorbeeld van Duitsche zijde wor
den nagevolgd en krijgen wij eerlang van
Wolff eene becijfering van de door de Fran-
schen geleden verliezen. Zulke becijferin
gen hebben slechts eene betrekkelijke waar
de. Maar ook zonder dat wij cijfers voor
ons hebben, weten wij, dat de Fransche ver
liezen bij de Duitsche zeker niet achterstaan.
Om de totale mannenkracht, die de strijd
om Verdun verslindt, te berekenen, moe
ten de door Havas gegeven cijfers minstens
verdubbeld worden.
Lord Northcliffe, de bekende Britsche pers-
magnaat, heeft de aandacht van zijne land-
genooten op de Fransche verliezen voor
Verdun gevestigd. Hij heeft in eene verga
dering, die door hem werd geleid, gezegd:
„Het Is voor ons zeer moeielijk te begrij
pen, dat de betrekkelijk weinig talrijke be
volking van Frankrijk het leeuwendeel
draagt van den landoorlog. Dat is echter
een feit. Ieder, die in Frankrijk is geweest,
weet, dat de verliezen van de Franschen
in dezen oorlog grooter zijn dan wij den
ken, en ook heden, nu alle oogen op Rus
land gericht zijn, ligt naar mijne meening
het groote brandpunt van den oorlog in den
slag bij Verdun. Ik heb dien slag eenige
dagen bijgewoond en ik kan de oogen niet
sluiten voor het feit, dat de Duitschers aan
houdend dichter bij Verdun gekomen zijn.
Wij moeten niet vergeten, dat onze oor
log met Duitschland op Franschen grond
wordt gestreden."
Dit is gezegd met het oog op de eischen,
die de oorlog stelt. Het doel van deze waar
schuwing is de oogen van de Britsche natie
te openen voor het Feit, dat Frankrijk moet
worden geholpen, door het van den last
der oorlogvoering voor een deel te onthef
fen. Wanneer anderen zich spannen voor
den strijdwagen, dan zal Frankrijk's last
worden verlicht en zullen de Fransche ver
liezen verminderen.
Maar wanneer, zooals men moet hopen,
eenmaal de oorlog gedaan is en het weer
vrede is geworden, dan komt de vraag aan
de orde: Hoe kunnen deze vreeselijke ver
liezen hersteld worden? Die zijde van het
vraagstuk brengt prof. Maurice Lalulle, lid
van de Académie de médicine, onder de
aandacht in een artikel, dat tot opschrift
heeft: „Sauvons la race francaise!" Hij be
handelt daarin de voor Frankrijk reeds zeer
oude kwestie van den achteruitgang der ge
boorten, die thans door de verliezen, die de
oorlog aan de mannelijke bevolking toe
brengt, nog veel dringender is geworden
dan zij reeds was. Dat brengt hem tot de
vraag: Zal 't vaderland morgen genoeg kin
deren bezitten om voor de weer vreedzaam
geworden aarde de stralen der beschaving
te behouden? en als antwoord daarop houdt
hij" aan zijne landgenooten deze waarheid
voor: „Men heeft het aan ons volk nog
niet dikwijls genoeg gezegd: De kracht van
een volk kan slechts door den aanhouden
den vooruitgang van zijne geboorten ge
waarborgd en gered worden. De familie is
slechts door minstens een vierde kind te
redden. Tegen dezen regel zondigen betee-
kent voor een volk den zelfmoord tegemoet
gaan."
Als middel .oin deze waarheid in toepas
sing te brengen, beveelt deze schrijver aan
een wetsontwerp, dat door den afgevaardig
de Paul Bénazet bij de Kamer is ingediend,
bepalende dat van 1 Januari 1017 af ge-
boortenpremiën betaald zullen worden, die
aan de huisvaders en -moeders ten goede
komen. Dit is eene poging om door toeken
ning van geldelijken steun de Fransche
vrouwen er toe te brengen, dat zij bezield
worden door den wensch om niet twee, ook
niet drie, maar vier kinderen groot te bren
gen, omdat dit voor het behoud van het ras
van gewicht is. Het voorstel komt hierop
neer, dat aan iedere moeder voor ieder van
hare eerste twee levende kinderen 500 frs.
wordt toegekend, voor het derde 1000, voor
het Aderde 2000 en voor ieder volgend kind
wederom 1000 frs., welk geld het uitsluitend
eigendom van de moeder zal blijven, ge
trouwd of ongetrouwd. Om echter de moe
ders aan te sporen de noodige zorg te be
steden aan hare pasgeborenen, zal dit geld
eerst een jaar na de geboorte van het kind
uitgekeerd worden. Voor den vader bepaalt
het wetsontwerp eene premie van 2000 frs.,
als hij minstens vier kinderen heeft, voor
welker onderhoud hij van de geboorte af on
afgebroken heeft gezorgd. De hiervoor ver-
eischte gelden zullen, als dit noodig is,
verkregen worden door het heffen van eene
bijzondere belasting van de kinderloos ge
bleven personen van beiderlei geslacht of
van hen, die slechts één kind bezitten.
Het artikel eindigt met deze ontbo?zemirtg:
Franschen van Frankrijk, neemt kennis van
het welsontwerp-Bénazet. Stelt de geboorten-
premie in het licht en dwingt uwe afgevaar
digden er voor te stemmen. En gij, moeders
der smarte, eeuwige slachtoffers, hoopt: de
dageraad der rechtvaardigheid breekt aan.
Gezegend zijt gij, die Frankrijk zult redden!
De oorlog.
B c r 1 ij n, 2 2 Juni. (W. B.) Officieel be
richt van het groote hoofdkwartier.
Een kleine Engelsche afdeeling bij Fre-
linghien ten Noordoosten van Armentières
werd teruggeslagen. Een Duitsche patrouille
bracht ten westen van La Bassée eenige
gevangenen uit een Engelsche stelling mee.
Ten oosten van de Maas ontwikkelden zich
infanteriegevechten, waarbij wij ten westen
van het fort Vaux voordeelen verwierven.
Door afweervuur werden bij de Peperhoogle
en bij Duss elk een Fransch vliegtuig naar
beneden gehaald. De inzittenden van het
laatste vliegtuig werden gevangen genomen.
Onze vliegtuig-eskaders vielen gisteren
in de vroegte met troepen bezette plaatsen
in het Maasdal ten Zuiden van Verdun aan
en hedenmorgen vroeg de spoorwegterrei
nen van Revigny.
Parijs,22Juni. (Havas). Aan de beide
oevers van de Maas werd de nacht geken
schetst door eene reeks aanvallen van de
Duitschers, volgende op zeer hevige bom
bardementen. Op den linkeroever vielen de
Duitschers de Fransche stellingen aan op
de peilingen teri zuiden van den Mort-
Homme. In den loop van een levendig
granaatgevecht sloegen de Fransche troe
pen de Duitschers volkomen terugzij be
hielden al hunne stellingen.
Op den westelijken oever duurde de strijd
met hardnekkigheid voort in de streek ten
westen en ten zuiden van het fort Vaux.
Gister op het eind van den avond slaagde
een machtige Duitsche aanval er in, door
te dringen in een klein bosch ten zuidoosten
van het Fuminbosch. Een onmiddellijk on
dernomen tegenaanval stelde de Franschen
in staat de Duitschers weer daaruit te ver
drijven. Tegen middernacht werd eene
nieuwe aanvalsactie gericht tegen de Fran
sche stellingen van het Fuminbosch tot ten
oosten van Ghenois. Teruggeslagen met
bloedige verliezen in Fumin en Chenois,
slaagden de Duitschers er in voet te krijgen
in eenige. vooruitgelegen Fransche loop
graaf-elementen. Tegen twee uur mislukte
een granaataanval tegen de Fransche stel
lingen ten noorden van hoogte 321 onder
het Fransche vuur.
Op de rest van het front was de nacht
rustig, behalve in Champagne, waar de nrtil-
leriestrijd zeer levendig was op het front
Maison de ChampagneMont Fêtu.
Op de Engelsche en Belgische fronten
waren mijn- en artilleriegevechten.
Avondcommuniqué.
Het bombardement met zwaar geschut aan
de beide overs van de Maas werd den ge-
heelen dag met de uiterste levendigheid
voortgezet. De vijand viel links van de
Maas de loopgraven aan tusschen hoogte
304 en de Bethincourtbeek. Om zes uur des
avonds was de aanval geheel afgeslagen.
Een Fransche tegenaanval aan d_£p rech
ter Maasoever heroverde in den namiddag
de meeste loopgraven tusschen de Fumin-
en Chenois-bosschen. Het bombardement
was van buitengewone hevigheid.
Als vergelding voor het Duitsche bombar
dement van de open steden Bar le Due en
Luneville bewierpen de Franschen met bom
men Trier, waar een groote brand werd
opgemerkt, Karlsruhe en Mulheim. Een es
kader Fokkers vervolgde de van Mulheim
terugkeerende Fransche machines. Deze
bonden een strijd aan tegen dit eskader en
brachten een Fokker naar den grond. Het
jacht maken op vliegtuigen hield den gan-
schen dag aan; de Franschen velden twee
Duitsche machines neer; een derde werd
door het'vuur van onze afweerkanonnen op
den grond gebracht.
Londen, 22 Juni. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Nadat een bijzonder groote mijn was op
geblazen, drong de vijand onder dekking van
een bombardement heden morgen in de
buurt van Givenchy in onze loopgraven. Een
regiment Welsh Fuseliers deed onmiddellijk
een tegenaanval en wierp den vijand volledig
terug, xiie zware verliezen leed. Wij neten
in den nacht een mijn springen in de buurt
van de Hohenzollern-redoute en bezetten den
rand van den trechter. Heden morgen was
het overal rustig.
Berlijn, 22 Juni. (W. B.) Officieel
bericht van het groote hoofdkwartier:
Op het Noordelijke deel van het front ge
beurde, behoudens een succesvolle onder
neming eener Duitsche patrouille, niets. Op
de spoorwegbrug over de Pripjet ten .Zuiden
van Luniniec werden bommen geworpen.
I egergroep Linsingen. Russische aan
vallen op de kanaalsteHing ten Zuidwesten
van Loggischin mislukten, evenals herhaal
de aanvallen ten Westen van Kolki. Tus
schen Sokol en Liniewka zijn de Russische
stellingen door ons veroverd en ondanks
krachlige tegenaanvallen behouden. Voort
durende pogingen van den vijand om ons
de sur cessen ten noordwesten van Luzk te
betwisten, bleven ^zonder resultaat. Aan
we rszijden van de Toereya en verder ten
Zuiden over de hoofdlinie SwiniakyGo-
rochow werden de Russen verder terugqe-
drongen.
Bij het leger van graaf von Bothmer wer
den tal van sterke aanvallen des vijonds
van uit de linie HaiworenkaBobulince (ten
noorden von Przewloka) onder de zwaarste
verliezen voor den vijand afgeslagen.
W e e n e n, 2 2 Juni. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Gisteren werden bij Gura Humora Russi
sche aanvalletv afgewezen. Overigens waren
er ten zuiden van de Dnjestr geene bijzon
dere gebeurtenissen.
Ten westen van Nisniowczyk viel de vij
and weer aan met sterke krachten. Zijne
stormcolonnes zakten ineen, gedeeltelijk in
artillerievuur, gedeeltelijk in den strijd met
de Duitsche en O.-H. infanterie. Hij leed
zware verliezen. Bij Boukanow sloegen on
ze troepen Russisch nachtelijke aanvallen af.
De in Wolhyniet strijdende verbonden
strijdkrachten maakten ten noorden van
Gorochow, ten oosten van de linie Lokaczy-
Kirielin en bij Sokul nieuwe vorderingen.
Zoowel op deze gevechtsvelden als bij Kolki
mislukten alle met de grootste hardnekkig
heid herhaalde tegenaanvallen van de Rus
sen.
Peters burg, 2 22 Juni. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den gioolcn gene-
rolen staf.
Bij het brughoofd van Ikskul was een he
vig Duitsch artillerievuur. In den nacht van
den 2Isten gingen zij, na artillerie-voorbe
reiding, lot den aanval over op de stellingen
van Dwinsk, langs den spoorweg naar War
schau. Zij werden overal teruggedreven. In
de streek bij het dorp Doebatovko, 12 werst
ten Zuiden van het Wisjnevskoje-meer
maakten zij zich van een deel onzer loop
graven meester; maar onze versterkingen
wierpen hen naar hunne eigen loopgraven.
Ten Zuiden van Krevo trokken de Duit
schers de Krevlianka over; tegenover or.s
vuur konden zij niet verder voortrukken en
trokken zich over de rivier terug op den
westelijken oever.
Bij het Oglnski-kanaol en de Jasselda
werd geweer- en geschutvuur gewisseld.
Onze artillerie schoot in den loop van den
dag twee vliegers neer, die in onze liniën
terecht kwamen, een bij het station Listo-
pedy, aan den spoorweg van Bologoia naar
Sieciletz, de andere bij de hofstede Yoek,
tien werst ten Zuid-Oosten van de uitmon
ding van het Oginski-kanaal. De beide vliegt
tuigen werden vernietigd, de inzittenden wa
ren dood.
In de streek van Groeziatyn ging dt vijand
tot der aanval over in gesloten formaties.
Hij werd uiteengejaagd en vluchtte met ach
terlating van stapels dooden en gewonden.
In de streek ten westen van Sokoel aan
do Styr wierpen wij de Duitschers door een
tegenaanval terug; wij maakten ongeveer
600 gevangenen en eenige machinegewe
ren buit. In dezelfde streek bij Mylsk kwam
een hagel van vuur uit zwaar geschut op
onze stellingen neer.
In de streek van Raymiesto, aan de
Een mensch moet eerst zelf getroffen zijn
.vóór hij anderen kan treffen.
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM.
49
Alleen was 't jammer, dat alles nog zoo vol
papieren en vruchtenschlllen lag, door de
bezoekers van het stierengevecht achtergela
ten De vrouw van den concierge, die ons
a*o:irllcidde, klaagde steen en been. Ze vond
t ie is vreeselijks zoo'n course de laureaux en
Jhecl veel inwoners van Nimes vonden 'l ook
„une honte pour la France", maar 't was
nu eenmaal ingesteld en 't zou opstootjes
geven als 't verboden werd. „On vent voir du
sang, voilci lout," beweerde ze en ze voegde
er bij, dal 't haar plezier deed, dat wij er niet
geweest waren gisteren.
Als ze 't werkelijk meent, doet 't me be
paald goed," zei Icn zacht en bij den uitgang
gni ze 't mensch je een dubbele fooi.
We- zijn vervolgens het Maison Carrée
gaan zien, een ouden tempel, niet minder
beroemd dan de aréna en een juweel van
Romeinscbe bouwkunst, met zijn Corinthi
sche zuilen en fijnbewerkte kroonlijst en
'kapitcclen. 't Is jammer, dat 't ivict in Ai'les
sla.ii. Daar zou 't meer iii overeenstemming
*yn mei de omgeving, want hier in Ntmec 1
lijkt hel wel verdwaald op het kleine plein te
midden van leelijke, gewone huizen. Er is
heel wat te zien in den betrekkelijk kleinen
tempel: beelden, waaronder een zeer ver
minkte Venus van Nimes, een stuk van een
Gricksche danseres en een reuzen-kop van
brons in de Vistre gevonden. De oogen daar
van hebben waarschijnlijk uit kostbare stoe-
ncn beslaan, die er uitgenomen zijn en de
galen boven in den kop, op de plek waar de
haarband zit, hebben ook kleinoodieën ge
herbergd volgens den concierge, die ons langs
al dc schatlen leidde. We zagen er verder
prachtige mozaïeken, bronzen en steenen
vazen en munten. Onder 'de laatste bevinden
zich enkele zeer zeldzame met een vvilde-
zwijnenpootje er aan, de zoogenaamde „pieds
de sanglicr." Men veronderstelt, dat ze als
amulet dienst gedaan hebben, omdat som
mige een gaatje vertoonen .waardoor waar
schijnlijk een koord gedragen is en mén de
meeste in 't water gevonden heeft, waarin ze
geworpen werden als offers aan de goden.
O, als Paul er bij geweest was om ons
alios uit te leggen, wat zouden we dan nog
oneindig meer van alles genoten hebben, ook
van ons bezoek aan het Musée lapidaire, dat
zich op de cour en onder de gewelven van de
kloostergang van het vroegere Collége des
Jésuite-s bevindt, maar door onze gebrekkige
kennis van 't Latijn, hadden we er weinig
aan en trokken we, ruimschoots van musea
verzadigd, nog een poosje naar de Jardin de
la Fontaine.
Vanmiddag hebben we 't museum van schil
derijen en beeldhouwwerken bezocht, waar
wc verscheiden oud-TTollnndsehe stukken
aantroffen, o. n. een schilderij van Djiu, een
kantwerkster van Pietcr dc Iloogh en een
Jan Steen. Er was een mooie collectie gravu-
res en een fijn beeldje van Pradier; voorstel
lend „La poésie légère."
Hel zeer groote en beroemde schilderij van
Delaroche, waar alle Engelschen naar komen
kijken, „Cromwell ouvrant le cercueil de
Charles I" kon ons maar matig bekoren.
Verder liepen we nog even de kerk van
Saint Paul in met dc mooie fresco's van
Hippolvte en Paul Flandrin en namen wc een
kijkje in dc oude cathedraal Notre-Dame-ct-
Sl.-Castor, -in een buurtje met schilderach
tige huisjes, waar 't zeer duister cn kil was
en een grj^zelige bedelaar zoo akelig kerm
de: „Un sou mesdames, un sou! Dieu vous
le rendra." dat we hem maar gauw wat
gaven en doorliepen!
Daarop gingen we nog wat gezellig winke
len. kochten hoedenspelden met „cigalcs."
castagnetten, leuke- bakjes van aardewerk en
eenige uit riet% gevlochten tasschen met rie
ten hengsels, geheel opvouwbaar, zooge
naamde „cabas," die „quat'sous" 't stuk kost
ten. t Vrouwtje uit den kleinen winkel, waar
ze bij rissen hingen, was vei .nikt over onzen
inkoop zes kochten we er en ging haar
man halen, om uit le rekenen hoeveel dat
wel was: „six fols quat'sous!" Langs de
Porie d'Auguste, een overblijfsel van dc oude
Romcinsche vestingwerken, geheel ingebouwd
tusschen de huizen, kwamen we toen aan den
Boulevard Ainiral Courbet en bliezen daar in
een „lea-room" een oogenblik van al onze
vermoeienissen uit
Vanmiddag aan tafel hebben we ons met
't oog op de schrale Calvausche menu's, die
ons morgen weer wachten, zeer materialis
tisch gedragen gn zooveel gegeten als we
maar kónden. Toch vinden we 't prettig weer
op ..Les Calvaux" terug te komen, en kennis
le maken met Germaine Rcrtrands cn de
jonge dominée's-familie, die er nu sinds
eenige dagen is.
Icn heeft, terwijl ik onze laatste Proven-
gaalsche bevindingen opschreef, al gepakt en
werkelijk met veel vernuft alle brcckwaar in
vuile blouses gewikkeld en tusschen schoe
nen in hóar koffertje vastgelegd. Ilel mijne
wordt voor de onbreekbare dingen inge
richt. Een „cabas" met levensmiddelen voor
de reis staal al gereed, zóódal wc in een
minimum van tijd klaar zullen zijn morgen
ochtend.
Wé hadden eerst héél vroeg willen vertrek
ken, om bij Bemoulins dc Pont-du Gard tc
zien, bet meest beroemde waterwerk der
Romeinen, maar dc hótelhouder heeft 't ons
sterk afgeraden. Twee jonge dames zóó vroeg
in den morgen op een eenzame plek aan 't
water, vond hij niet vertrouwd.
„N'cst-cc-pas il nc fout rien risquer. mes-
demoiselles," zei hij goedig cn hoewel 't ons
spijl, geven we er dit uitstapje maar aan en
gaan jneens door naar St. Péray. Niet hef
onderste uit de kan vinden we! Mies is zoo
heerlijk van stapel geloopen en we hebben
zóóveel beleefd en gezien, dat we meer dan
tevreden zijn. Toch vond ik van alles Marseille
't prettigstII
Hoofdstuk X.
De ontvangst op „Les Calvaux" was werke
lijk hartelijk. Monsieur kwam ons met
'l rijtuig uit Chabeuil afhalen en bracht Ger
maine mee, die den vorigen dag met vacantle
was thuis gekomen. Wij schoten goed met
haar op. dadelijk bekoord door haar leven
dig. 'donker gezichtje en vriendelijke manie
ren en praatten honderd uit op den terugrit.
Bij onze aankomst stond Evodic van blijd
schap le dansen, Quenoppc blafte zich schor
cn sprong ons bijna omver, madame Céblé-
r acq lie wuifde ons een welkom toe met haar
"grijze breikous en madame Bertrands zelf
had haar „groene kikker" aangetrokken en
tradeerde aan 't souper op eigengemaakt
zandgebak, hetwelk echter E vod ie verklap
te 't naderhand hoofdzakelijk door made
moiselle Germaine gemaakt was. De arme
Jeanne, die slecht tegen de hitte kan, was
een paar dagen ziek geweest en lag al tc
bed, maar we gingen haar nog even begroe
ten cn lieten haar uit onzen voorraad Midi-
sche inkoopen, dien wc dadelijk uitpakten,
iets kiezen. Ze koos een cignlc-hoèdenspcld
en op 't bovenportaal kuste Evodie ons voor
het kettinkje uit Marseille. Ze schrikte zelf
van haar spontane opwelling, maar Ina en ik
vonden 't juist zoo aardig van haar en dank-,
ten haar "hartelijk voor de mooie bloemen,
waarmee ze onze kamer versierd had.
„Oli que la maison a été vide sans voust"
riep ze telkens. „En wat zal 't vreesclijk zijn
als u er de volgende maand niet meer bent er
mademoiselle Germaine en mademoiselle
Jeanne ook vertrokken zijn!"
„Maar dan krijg je immers vacantia
Evodic! Daar zal ik voor zorgen, beloofde
Germaine," hoewel madame, die juist niet een
brandende kaars de trap opkwam, wenk»
brauwfronsend bekoelde:
„Nous verrons, nous verrons. L<} moi»
d'aoflt est encore loin."
Aan 't souper, werkelijk overvloedig en
goed toebereid, moesten we van al onze
wederwaardigheden vertellen.
(Wordt vervolgd.)