"BTNNENlXNDr
Verspreide Berichten.
Sugana-dal hebben wij gisteren ons offen-
tief voortgezet.
In het Adige-dal en het bekken van de
Boven-Astico hrekt de vijand onder onzen
druk langzaam terug. In beheerschende
6tellingen, "bij voorbaat reedis voor de ver
dediging ingericht, heeft hij nieuwe batte
rijen geplaatst.
Op het Asiago-plateau was eene intense
artillerie-actie tegen de vijandelijke liniën.
In het Campelle-dal heeft de vijand de
nog door hem op de Prima Lunetta bezette
stellingen inderhaast ontruimd; wapenen,
munitie en levensmiddelen gaf hij aan ons
prijs. Aan het overige front tot aan de zee
is de artillerie met tusschenpoozen in actie.
In den San Martino-sector verspreidde de
/ijand verstikkende gassen, zonder ons
«enig nadeel toe te brengen.
Ten Oosten van Selz hebben wij een aan
val op de onlangs door ons veroverde stel
lingen afgeslagen.
Berlijn, 6 Juli. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De toestand aan den Balkan is onveran
derd.
Weenen, 6 Juli. (W. B.) Officieel be
licht van heden middag.
Aan den benedenloop van de Vojusa had
den schermutselingen plaats.
Pe tersburg, 6 Juli. (Tel -agentschap)
Namiddag communiqué van den grooten
generalen staf.
Aan het Kaukazische front winnen in de
streek van Plantana onze troepen opnieuw
yeld. Tusschen den Taurus en de Tsjorokh
sloegen wij tegenaanvallen van den vijand
af. Wij wezen ook een aanval af aan de
•Tsjorokh, waar wij ons van een hoogte-stek-
ling meester maakten. Bij hunne aanvallen
maakten de Turken gebruik van bommen
met verstikkende gassen.
Bij de verovering van gedeelten van de
vijandelijke stelling in de streek van Bay-
burt maakten wij ons meester van een groo
te hoeveelheid wapenen, patronen, grana
ten en ander materieel.
In de richting van Diarbekir in het
Euphraat-dal, gingen onze troepen de Tur
ken, die tot den aanval overgegaan waren,
met de bajonet te lijf en wierpen hen ver
In Westelijke richting terug. De vijand liet
meer dan 100 dooden achter.
Konstantinopel, 6 Juli. (W. B.)
.Communiqué van het groote hoofdkwartier.
Aan het Kaukasus-front werden op den
rechtervleugel en in het centrum patrouille
gevechten geleverd.
In den sector bij den Tsjorok maakten
wij, na een voor ons gunstig verloopen ge
vecht, 100 gevangenen, waaronder een ka
pitein; onder de gesneuvelden bevindt zich
een Russische majoor.
Ten Noorden van den Tsjorok bleef de
toestand onveranderd. Op den linkervleu
gel sloegen wij fn het kustgebied verschei
dene aanvallen af.
Verder niets nieuws.
Konstantinopel, 6 Juli. (W. B.)
Communiqué van het groote hoofdkwartier.
Van het Lrakfront en uit Perzië zijn geene
berichten ontvangen, die wijzen op veran
dering.
B e r 1 ij n, 6 Juli. (W. B.) Officieel be
richt
Zondag 2 Juli werd een groep van negen
handelsschepen, »op reis naar Swinemtinde,
len zuiden van het eiland Oeland door een
vijandelijke duikboot onder water aangeval
len zonder voorafgaande waarschuwing. Het
•chot ging tusschen de handelsschepen" en
de escorteschepen; deze gingen terstond op
de plaats af, waar de duikboot werd vermoed,
en verjoegen het. De handelsschepen zijn be
houden in Swinemünde binnengeloopen.
Londen, 6 Juli. (R.) De stoomslee-
pers Peepoday en Annie Anderson zijn in
den afgeloopen nacht in de Noordzee'tot
zinken gebracht door een Duitsche duik
boot. Aan de bemanningen werd toegestaan
zich in booten te begeven, die later opge
pikt werden.
Londen, 6 Juli. (R.) De admiraliteit
bericht, dat een van onze mijnvegers den
4en Juli in de Noordzee getroffen is door
een torpedo, afgeschoten door een vijande
lijke duikboot, en licht beschadigd is. Zij
Is nu in de haven teruggekeerd.
Lowestoft, 6 Juli. (R.) De stoom-
sleeper Queen Bee is door een duikboot in
den grond geboord. De schipper is gedood,
twee man van de bemanning zijn gewond.
Er werden vijf schoten gelost op het schip.
De duikboot sleepte de bemanning naar een
kleine haven aan de Engelsche kust en gaf
haar zwart brood en water. Later werd de
bemanning door een treiler opgepikt.
Stockholm, 6 Juli. (Telegram-bu
reau). De Nederlandsche kof Neerlandia,
thuis behoorende in Groningen, is in de
haven Delaroe, in den Stockholm-archipel,
gebracht. De bemanning verklaart, dat het
schip gekanonneerd is door eene Russische
duikboot op 15 minuten afstand van Huf-
vudskaer.
De Neerlandia was op reis naar Rotterdam;
zij was met hout geladen en had aan boord
den kapitein met vrouw en kind en drie man
van de bemanning; zij voerde de Neder
landsche vlag en had de nationale kleuren
duidelijk geschilderd op de beide zijden. Het
schip is vrij 'wat beschadigd, maar niemand
Is gedood of gewond.
Chris tiania, 6 Juli.. (W. B.) De
Duitsche regeering heeft aan de Noorweeg-
Xhe regeering haar leedwezen uitgedrukt
j>ver het in den grond boren van het Noor-
iweegsche zeilschip Glendoon op 16 April
idoor een Duitsche U-boot. De Glendoon was
van Iquique naar Calais onderweg met salpe-
Jer. De Duitsche regeering heeft zich bereid
yerklaard eene beslissing door deskundigen
le laten nemen over het bedrag van de scha-
üeyerfioeding,
Budapest, 6Juli. (W. B.) In het Hul6
van afgevaardigden stelde graaf Julius An-
drassy (oppositie) den minister-president de
vraag, of deze bereid was, mogelijk te ma
ken, dat door de oppositie aangewezen ver
trouwensmannen systematisch ingelicht zou
den worden over dén politieWn en militairen
toestand; verder, of de minister-president ge
neigd was het daarheen te sturen, dat de
leiders der oppositie door den koning In par
ticuliere audiëntie ontvangen .zouden wor
den, opdat zij hun standpunt zouden uiteen
zetten.
Graaf Tisza antwoordde, dat hij de oppo
sitie hulde bracht voor haar vaderlandslie
vende houding, sedert het begin van den
oorlog getoond, en dat haar onder vermij
ding van openlijke besprekingen gelegen
heid gegeven zou worden om hare meening
en haren invloed te doen gelden bij het ne
men van beslissingen over gewichtige kwes-
tiën.
Wat de audiëntie der oppositie-leiders bij
den koning betrof, zou hij het een noodlot
tige fout achten, als een lid van de regeering
wilde tTachten de leiders der oppositie van
den koning verwijderd te houden.
Het antwoord van den minister-president
werd met algemeene stemmen goedgekeurd.
Londen, 7 Juli. (R.) Sir Edward Grey
is tot peer verheven.
Tot minister van oorlog is benoemd Lloyd
George en tot onder-staatssecretaris van
oorlog lord Derby.
Petersburg, 7 Juli. (Tel.-agcnt-
schap). Eene politieke overeenkomst, be
staande uit twee artikelen, tusschen Rusland
en Japan werd hier onderteekend door mi
nister Sazonow en door den Japanschen ge
zant Motono. Het doel van de overeenkomst
is de handen ineen te slaan tot handhaving
van een vasten vrede in het uiterste oosten.
Art. 1 brengt eene verbintenis mee voor het
geval vart eorve politieke combinatie, gericht
tegen de andere contracteerende partij.
Artikel 2 houdt in, dat in het geval, dat de
gebiedsrechten of bijzondere belangen van
de eene contracteerende partij, die door de
andere erkend zijn, worden bedreigd. Rus
land en Japan zich met elkaar zullen ver
staan over de maatregelen, die moeten geno
men tot het verleenen van steun of mede
werking voor de bescherming en verdedi
ging van die rechten en belangen.
Londen, 6 Juli. (R.) Het Home Office
deelt het volgende mede: In Schotland is het
gewoonte, dat de mijnwerkers en de arbei
ders in de ijzer-, staal- en andere industrieën
hun jaarlijksche vacantie in Juli krijgen. De
vTaag werd besproken in een vereenigde ver
gadering van een comité uit de mijnwerkers-
organisatie, vertegenwoordigers van het mi
nisterie van munitie en Schotsche kolenmijn-
bezitters, die heden in het ministerie van
Binnenlandsche Zaken gehouden werd. Men
is eenstemmig tot het besluit gekomen, dat
met het oog op de dringende behoeften van
het oogenblik in het belang van het land de
Jitli-vacantie moet worden uitgesteld. Verder
is besloten, dat dadelijk stappen zullen wor
den gedaan door de organisatiën van de
werkgever en werknemers om aan dit be
sluit uitvoering te geven.
Berlijn, 6 Juli. (K. N.) De „Voss.
Ztg." zegt dat het regenweer mogelijk de
rijpheid van het graan nog meer zal vertra
gen. Ook koestert men bezorgdheid over
den graanvoorraad.
B e r lij n, 6 Juli. (W. B.) In het proces
tegen den afgevaardigde Liebknecht hebben
de veroordeelde en ook de „Gerichtsherr"
hooger beroep aangeteekend. Waarschijnlijk
zal de zaak begin Augustus in tweede in
stantie behandeld worden.
Zweden.
Stockholm, 6 Juli. (W. B.) Naar
Svenska Dagbladet mededeelt, inspecteerde
de koning van Zweden Dinsdag en Woens
dag j.l. de noordelijke grensvesting Boden.
Woensdag inspecteerde hij, nadat de troe
pen parade hadden gehouden, het militaire
hospitaal/ de intendance-voorraden en te
vens de verdedigingswerken. Des avonds is
hij vertrokken.
Stockholm, 6 Juli. (W. B.) Gisteren
avond verliet het schip Ran met eene
Zweedsche expeditie naar Spitsbergen aan
boord de haven van Stockholm. De expedi
tie is uitgezonden door de naamlooze ven
nootschap Laflorde Belsund om de ontgin
ning voor te bereiden van de door deze
maatschappij in eigendom verkregen steen
kolenvelden. Men hoopt reeds in het na
jaar van 1917 met de exploitatie van het
mijnbedrijf te beginnen en in het voorjaar
van 1918 de eerste kolen te kunnen leve
ren.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Na verdaging der vergadering wegen6 on
voltalligheid tot halftwaalf, werd Donderdag
voortgegaan met de behandeling van de
wijziging der Successiewet.
Het amendement-Tydemanom alle,
schenkingen van ouders aan kinderen bene
den het wettelijk maximum, dus niet alleen
beneden 2000, maar ook die welke tot een
maximum van 5000 van het inkomen
niet te boven gaan, van aangifte vrij te stel
len, werd door den Minister overge
nomen.
De heeren Van Nispen tot Seve-
naer De Monté Verloren en
L o h m a n verzetten zich tegen handha
ving van den successiewed nu de verleiding
tet meineed door de verhooging van het ta
rief zooveel sterker wordt en de mogelijk
heid om in plaats van een eed eene verkla
ring flf te leggen fifiD bedriegers gelegen*
heid geeft om aan den eed te ontkomen,
waarop de Minister betoogt, dat door
versterking van de verleiding de waarborg
van den eed juist te meer noodig wordt.
De heer Kolkman verklaart zich tegen
afschaffing van den eed, omdat de op
brengst der successiebelasting daardoor
zeer zou worden geschaad.
De heer De Monté Verloren
dient een amendement in om den successie
eed steeds te vervangen door een plechtige
verklaring, welk amendement in behandeling
komt, nadat met 36 Je?en 24 stemmen ver
worpen is een voorstel-Lohman om de be
spreking van deze quaestie uit te stellen tot
morgen.
Het wijzigingsvoorstel werd bestreden
door de heeren De Meester, Lim
burg Minister Orten nader verde
digd door den heer L o h m a n, waarna het
verworpen werd met 43 tegen 17 stemmen.
Een amendement-Ter Laan (Rotterdam)
om naast de voorgestelde heffing'van erf-
deelen een heffing van nalatenschappen in
te voeren van 1 tot 10 pCt., waardoor de op
brengst met 7Yi millioen zou stijgen, werd
door den minister onaannemelijk verklaard,
terwijl het amendement-de Monté Verloren:
om verkrijging in rechte lijn tot 2 ton minder
zwaar, die boven 5 ton zwaarder te belasten,
dan woriït voorgesteld, eveneens door den
minister wordt afgewezen.
Ook het amendement-A. 'de Monté Ver-
Loren, dat de opbrengst van de wet met 1.8
millioen zou doen dalen, wordt door den Mi
nister afgewezen. Na repliek van de heeren
Ter Laan en Dé Monté VerLoren, deelt de
heer Teenstra mede, alleen om de onaan
nemelijke verklaring tegen het amendement
Ter Laan te zullen stemmen, wat de heer
Duys onbegrijpelijk noemt.
Te half vijf wordt de vergadering ver
daagd tot morgen half twaalf.
Het ontwerp in zake de volksvoeding
en de levenamiddelendistributie.
Ingediend is een wetsontwerp tot vaststelling
van bepalingen in het belang van de volksvoe
ding en van een doelmatige distributie van goe
deren.
In de Memorie van Toelichting wordt omtrent
dit wetsontwerp o.a. het volgende gezegd:
Uit het Voorloopig Verslag betreffende de
suppl. Landbouwbegrooting 1916, inzake de be
schikbaarstelling vnn levensmiddelen, alsmede
uit het. debat in de Tweede Kamer op 15 Juni
genoemd, naar aanleiding van de interpellatie
van den heer Schaper, is gebleken, dat van ver
schillende zijde een wettelijke regeling noolig
wordt geacht om tet verzekeren-, dat de bedoe
ling der regeering, blijkende uit het bovenver
meld wetsontwerp, behoorlijk tot haar recht
komt, en de beoogde maatregelen in samenwer
king tusschen Rijk en gemeente op doeltreffen
de worden genomen.
De regeering heeft aanvankelijk een bijzon
dere wettelijke regeling onnoodig geacht, om
dat, naar zij meende, het beginsel, waarvan zij
uitging, reeds in de aanvulling der Onteigenings
wet na 3 Augustus 1914 was neergelegd, en
overigens alleen een krediet noodig was. Dat be
ginsel is, dat de zorg voor de volksvoeding in
de eerste plaats rust op de gemeenten en dat
het Rijk slechts steunend en aanvullend heelt op
te treden, zooals dan ook in de aanvulling der
Onteigeningswet, het initiatief om tot onteige
ning van levensmiddelen over te gaan in de
eerste plaaats wordt verwacht van den burge
meester, en slechts in de tweede plaats van de
regeering.
Nu echter blijkbaar een wettelijke regeling'
wordt gewenscht, en ook uit de jongste ge
beurtenissen volgt, dat nadere regeling van de
verschillende bevoegdheden en- verplichtingen
en versterking van het centrale gezag wensche-
lijk is, acht de regeering den tijd gekomen zulk
een wettelijke regeling aanhangig te maken en
in die regeling tevens op te nemen eenige voor
schriften, die niet uitsluitend op de volksvoe
ding, maar meer in het algemeen belang op de
distributie van goederen betrekking hebben. De
gebrekkige aanvoer, de beperktheid van -oor-
raden, met als gevolg ongelijksoortige verdee
ling, vasthouding en prijsopdrijving, doen zich
ook bij andere voor den geregelden voortgang
van het economische leven hoogst Belangrijke
goederen gevoelen, en het is wenschelijk ook ten
aanzien van zulke goederen thans maatregelen
te treffen.
Het wetsontwerp bevat in hoofdzaak, behalve
de artikelen van meer formeelen aard, die groe
pen van bepalingen.
Ten eerste wordt in de artikelen 1—5 een
regeling getroffen ten aanzien van de taak der
gemeente met betrekking tot de volksvoeding
en de voorziening met brandstoffen.
Ten tweede wordt in de artikelen 6, 7 en 11
de gelegenheid geopend verbodsbepalingen uit te
vaardigen, teneinde te bevorderen, dat het be
lang van de voeding von den mensch of dier
niet wordt geschaad door het telen van minder
wenschelijke gewassen of door een minder wen
schelijk gebruik van voedingsmiddelen of grond
stoffen.
Ten derde wordt in artikel 8 de mogelijkheid
geopend distributieregellng, die nu een publiek
rechterlijk karakter verkrijgen, voor bepaalde
goederen vast te stellen en worden daarmede in
verband de artikelen 911 de noodige bepalin
gen voorgesteld.
In dit ontwerp worden de gemeentebesturen
verplicht te zorgen, dat van de levensmid
delen en brandstoffen, die de minister van Land
bouw zal aanwijzen, steeds voldoende hoeveel
heden in de gemeente aanwezig zullen zijn en
ten behoeve van de minvermogenden beschik
baar zullen worden gesteld. De minister stelt
voor die levensmiddelen en -brandstoffen de
maximumprijzen vast. Van de .kosten der be
schikbaarstelling betaalt het rijk drie kwart cn
de betrekken gemeente één kwart. De gemeente
besturen moeten de uitgaven, die daarvoor ge
daan worden, als verplichte uitgaven op de be
grooting der gemeenten brengen.
Artt. 10 tot en met 15 vermeldden de straf
bepalingen op overtreding: het nalaten van een
opgave als bedoeld bij art. 5 met ten hoogste
3 maanden hechtenis, of geldboete van ten
hoogste 3000; hij die een onjuiste opgave
doet. wordt, tenzij blijkt dat de onjuistheid aan
een te verontschuldigen onnauwkeurigheid is te
wijten, wordt gestraft met hechtenis- van ten
hoogste zes maanden of geldboete van ten
hoogste 6000.
De goederen, met betrekking tot welke het
feit wordt gepleegd, kunnen worden verbeurd
yerklftftrs}*
Overtreding van de verbodsbepalingen, be
doeld in de artikelen 6 en 7, wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste zes maanden of geld
boete van ten hoogste tien duizend gulden.
Hij, die eenige verplichting, voortvloeiende
uit een distributieregeling als in artikel 8 be
doeld, opzettelijk niet nakomt, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar
of geldboete van ten hoogste tien duizend gul
den.
Indien het niet-nakomen van zoodanige ver
plichting aan schuld is te wijten, wordt hechte
nis van ten hoogste één jaar of geldboete van
ten hoogste zes duizend gulden opgelegd.
Voorwerpen, door middel van het feit verkre
gen, of waarmede of met betrekking tot welke
het feit is gepleegd, kunnen worden verbeurd
verklaard.
Hij, die aan een schriftelijke vordering, als
bedoeld bij artikel 9, opzettelijk niet voldoet, of
die op zoodanige vordering een opzettelijk on
juiste opgave doet, wordt gestreft met gevan
genisstraf van ten hoogste één jaor of geldboete
van ten hoogste tien duizend gulden.
Indien het niet-voldoen aan de vordering of
het doen van een onjuiste opgave aan schuld is
te wijten, wordt hechtenis van ten hoogste zes
maanden of geldboete van ten hoogste zes dui
zend gulden opgelegd.
De goederen, met betrekking tot welke het
feit is gepleegd, kunnen worden verbeurd ver
klaard.
Hij, die opzettelijk niet voor gebruik van hem
zelf of zijn gezin bestemde goederen laat be
derven, vernielt, beschadigt onbruikbaar
maakt of wegmaakt, wordt, indien het belang
der volksvoeding of der voorziening met brand
stoffen of de goede werking eener distributie
regeling, als bedoeld in artikel 8, daardoor is
of kan worden geschaad, gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste zes duizend gulden.
Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat goe
deren, als in het voorgaande lid bedoeld, be
derven of worden vernield, beschadigd, onbruik
baar gemaakt of weggemaakt, wordt, indien
hét belang der volksvoeding of der voorziening
met brandstoffen of de goede werking eener
distributieregeling, als bedoeld in artikel 8,
daardoor is of kan worden geschaad, gestraft
met hechtenis van ten hoogste zes maanden of
geldboete van ten hoogste drie duizend gulden.
Hij, die opzettelijk maatregelen, door of van
wege den minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, of het bestuur of den burgemeester
eener gemeente genomen in het belang der
distributie van goederen, belet, belemmert of
verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste twee jnar of geldboete van ten
hoogste zes duizend gulden.
Deze wet kan worden aangehaald als „Distri-
butiewet 1916."
Zoodra de tegenwoordige buitengewone om
standigheden hebben opgehouden te bestaan,
zal aan de Staten-Generaal een voorstel van
wet worden gedaan, waarbij de intrekking van
deze wet zoomede de overgang tot den nor
malen toestand wordt geregeld.
Uit de Pen
De uitslag der Statenverkiezingen*
In de Juli-aflevering van Vragen des
T ij d s schrijft Mr. Marchant aldus over de
Statenverkiezingen
„Over de veranderende positie der vrij
zinnigen in hunne verschillende schakeering
zal te zijner tijd nog een en ander zijn te
zeggen. Ditmaal zijn zij, afgezien van de
politieke verschuivingen in het groot, in het
nadeel geweest doordat meer dan ooit deze
verkiezing werd geleid door demagogische
manoeuvres. En het is geen oneer voor de
vrijzinnige groepen, dat zij, indien daarvoor
de wind gunstig is, voor rechts en links de
vlag strijken.
De belangstelling voor de politiek was
verdrongen door den alles beheerschenden
indruk van het economisch beleid der Re
geering.
Ondankbaarder taak, dan de Regeering in
deze dagen torst in hare leiding van het
maatschappelijk leven, laat zich niet den
ken. Hoe zij ook handelt, niemand is te
vreden.
Zij die geld verdienen, klagen, omdat zij
minder winst maken dan zij meenen dat hun
recht is. Zij die geen voordeel of louter na
deel hebben van den buitengewonen toe
stand. klagen natuurlijk ook. En het meest
van allen zijn de verbruikers ontevreden, die
hooge prijzen moeten betalen en voor het
overgroote deel geen gelegenheid hebben
voor extra profijt. Aldus is, op enkele uit
zonderingen na, niemand tevreden.
In normale tijden zal men van den slech
ten loop der economische omstandigheden
niet licht aan de Regeering de schuld geven.
Toch heeft een eenigszins langdurige de
pressie ook dan grooten Invloed op het poli
tieke leven,- en menige kiezer meet de deug
delijkheid van de Regeering af naar den
voorspoed in zijn zaken. Thanse chter/in den
tijd van Staatsbemoeiing met het economi-
scho leven, wordt de Regeering aansprake
lijk gesteld voor alles wat naar wensch is.
Vooral de minister Posthuma heeft het
zwaar te verantwoorden.
De debatten, in de Tweede Kamer gevoerd
over de interpellatie-Schaper betreffende de
levensmiddelenvoorziening leerden, hoe het
bij de verkiezingen toeging. De interpellant
sprak zijn afkeuring uit over de demagogie
van de christelijke partijenwilde men
goedkoope aardappelen, dan moest men
rechts stemmen. Maar hij ontving zijn ant
woord van de overzijde, toen de heer
Snoeck Henkemans zijnerzijds een strooibil
jet produceerde van de sociaal-democraten,
dezelfde verleidelijke heerlijkheden in-"het
verschiet brengende. Deze ballen werden
over de vrijzinnige hoofden heen gekaatst
tot hunne eer, maar niet tot hun politiek
profijt.
Demagogie is element in eiken verkie
zingsstrijd. In normale dagen is daarmede
slechts een begrensd succes te behalen.
Thans echter vond het zaad een ontvanke-
lijken bodem. De geopende uitzichten en
de aangeboden recepten tegen de tijdeb'jke
nooden werden niet critisch beschouwd.
Daarvoor is trouwens kennis noodig en er
varing. De ontevredenheid over het be
staande was voldoende, en grif werd aange
nomen, dat tegen zoo iets wel kruid moest
zijn gewassen. Als men de remedie maar
wilde toepassen. De Regeering, die ons de
misère met hare maatregelen had gebracht,
was vrijzinnig, derhalvewie aan de lin
kerzijde behoorde en ook wie geen vertrou
wen meer had in de staatkunde der rechter
zijde, wA&r de ouderdomsrente figfi pesth
lentie werd gescholden, zij stemden roo^»'
En vele vrijzinnigen bleven thuis. Niet om»
dat zij onverschillig waren, maar omdat
Posthuma niet begeerden te steunen.
Men kan veilig zeggen, dat zondc-r da
complicatie van de economische crisis deze
verkiezingen voor de rechterzijde een dép
b&cle waren geworden."
Politiek vraagstuk.
De „Standaard" schrijft: "s,
Met het oog op 1917 begint zich thans
reeds een politiek probleem op te dringen.
Hel eerste is, of men met de revisie van'
art. 80 en 192 der Grondwet door zal gaai^
dan wel, of de partijen van Rechts het veilt»
ger zullen vinden, voorshands noch met de
revisie van het eetste, noch met die vart
het tweede artikel door te gaan. Beide revi
sies zou men dan verwerpen, om schoon
schip te moken. Zoo zou er bij gunstiger^
uitslag van de verkiezing in 1917, nogmaals
een Rechtsch Kabinet kunnen optreden. En
dit Kabinet, dot niet, gelijk het Kabinet-Cort
van der Linden, door een abnormaal karakter
gedrukt werd, zou aan onmiddellijk een an»
dere revisie van beide urtikelen kunnen
voorstellen, conform onze beginselen.
Zooels 't nu loopt, belooft een revisie van
art. 192 slechts -vn schoonen schijn, en de
revisie van art. 80 weinig anders, dan he?
straks optreden van een socialistisch Kabl»
net.
Zal men zich onzerzijds daaraan wagei
willen?
We zouden hierop niet nu reeds wijzen
Indien men ven liberale zijde niet reeds eer
voorslag gedaan had, om zonder veel ge-«
harrewar door de Grondwetsrevisie heen te
komen. De idee was dan, dat men geen slagl
zou leveren, maar, bij afspraak, over djB
revisie zonder polirieken strijd bij de stem
bus heen zou glijden.
Met het oog hierop zal 't ongetwijfeld ge
wenscht zijn, dat de dri<* partijen van Rechts
zich over dit gewichtige vraagstuk mei
elkander verstaan.
Treedt elk der drie partijen naar eigefl
inval op, dan ontstaat er aanstonds eert
minder gewenschte schermutseling; Links
trekt daar 't profijt van; en niet lang meel
of er zit een socialistisch Kabinet.
Zelfs hangt hiermeê reeds aanstonds d*
vraag sa&m, wat de Eerste Kamer met dl
Ouderdomsrente doen zal.
O. i. kan er van een meegaan met df
ontwerp geen oogenblik sprake zijn.
Het komt hierbij op een kiezen of deelerï
aan.
Maar hoe ook bezien, de quaestie van '1
al of niet méégaan met do Grondwetsher»
ziening zit er achter.
Berichte».
De Staatscourant van heden 6 Jul,
bevat o.a. de volgende Koninklijke be'
sluiten
benoemd tot inspecteur In algemeenert
dienst bij de spoorwegende districts In
specteur der spoorwegenA. M. Heuff, ci
viel ingenieur te Breda
eervol ontheien van het bevel over ds
„Wodan" en geplaatst bij de marine kazerne
te Amsterdam de luitenant ter zee 1ste klas.
se H. van Eeghen en belast met het bevel
over de „Wodan" de luitenant ter zee 2de
klasse A. C. Wëkerlin;
benoemd tot notaris te Slochteren, P.
Denijs, candidaat notaris aldaar.
benoemd bij het reserve-personeel der
landmacht, met bestemming voor den dienst
bij de landweer tot reserve-tweede-luitenant
kwartiermeester, bij het 36e bataljon land.
weer-infanterie de reserve-sergeant-majoor-
administrateur J. W. M. Gorter, van het 37e
bat. landweer-inf.; bij het 39e bat. landweer-
Inf. de reserve-serg.-majoor-administrateui
G. M. van Rossum, van het reg. gren.; bi}
het 7e bat. landi^er-infanterie de reserve
sergeant-majoor-administrateur J. A. Arnol-
dus, van het le bat. iandweer-infanterie; bij
het 46e bat. landweer-inf. de reserve-ser
geant-majoor-administrateur C. J. Mutsaers,
van het 43e bat. landweer-inf.; bij het 44e
bat. landweer-inf. de reserve-sergeant-ma-
joor administrateur J. L. Thissen, van hel
40e bat. landweer-inf.; bij het 17e bat. land
weer-inf. de reserve-sergeant-majoor-admini
strateur F. Swart, van het 47e bat. landweer-
fnf.; bij het 22e bat. landweer-inf. de reserve,
sergeant-majoor-administateur S. C. Fran
ken, van het 3e bat. landweer-inf.; bij het 27o
bat. landweer-inf. de reserve-sergeant-ma.
joor-administrateur D. J. Woldendorp van
de artillerie der landweer; bij het 8e baf,
Iandweer-infanterie de reserve-sergeant-ma
joor-administrateur G. van Steenbeëk, van
het 4de bataljon Iandweer-infanterie; bij
hef 47o bataljon Iandweer-infanterie de
reserve-sergeant-majoor-administrateur J. W,
M. Maagdenberg, van de artillerie der land
weer; bij het 3e bataljon Iandweer-infanterie
de res erve-sergeant-majoor-administrateur J,
de Jong, van het 36e bataljon landweer-ir
fanterie; bij het 40 bataljon Iandweer-infan
terie, de reserve-sergeant-majoor-administra
teur J. C. Verbraaken, van het 41e bataljon
Iandweer-infanterie; bij het 4e bataljon iand
weer-infanterie de reserve-sergeantmajoor-
administrateur J. R. de Boer, van de artillerie
der landweer; bij het 6e bataljon landweer-
Infanterie de Teserve-sergeant-majoor-admi.
nistrateur T. Kingma, van de artillerie def
landweer; bij het 34e bataljon Iandweer-in
fanterie de reserve-sergeant-majoor-admf.
nistrateur F. A. M. C. Verheyden, van det
artillerie der landweer; bii het 20e bataijon
Iandweer-infanterie de reserve-seigeant-ma-
Joor-administrateur F. Rinsma, van het 4a
bataljon Iandweer-infanterie; bij het 13e ba-
taljon iandweer-infanterie de reserve-ser.
geant-majoor-administrateur J. P. H. Po' sse,
van het 7e bataljon Iandweer-infanterie; bi}
Het 38e bataljon landweerrinfanterie de re-
serve-sergeant-majoor-administrateur C. Punt
van bet 5e bataljon Iandweer-infanterie; bi)
het 5e bataljon Iandweer-infanterie de re.
serve-sergeant-ma joor-3dministrateuT N. J.
van der Wal, van het le bataljon landweer,
infanterie; bij het 48e bataljon Jandween.
infanterie de reserve-sergeant-majoor-admf.
nistrateur F. J. L. Vuilingns. van het 30*
bataljon landweec-infanterie; bii tiet 12e b®"