buitenlandT feuilleton. DE EEMLANDER". Woensdag 19 |uli 1916. DE EERSTE MEI. N- 16. 15d* Jaargang. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co ABONNEMENTSPRIJS: Per maandefl voor Amersfoort 1.30. Idem franco per post1.80. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.13?. Afzonderlijke nummer»0.05. Wekelijksch bijvoegsel HD$ Hollandtch* Huisvrouw** (onder redaotie van Théfèsa Hoven) per '6 mnd. 50 cis. Wekelijksch bijvoegsel nPah mt mts*' per 3 mnd. 53 ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 rogolsf 0.80. Elko rngol moor 0.1.1, Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50# Groolo lettors naar plaatsruimte. Vooi' handel on bed rijt bestaan zoor voordeelige bepalingen tot hot herhaald advortoeren in dit Blad, by abonnement. Ecao circulairo, bevattende da voorvyaardon, wordt op aanvraag toogezonden. Kennisgevingen. RAADSVERGADERING. D Burgemeester van Amersfoort, Gezien art. 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van do ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Vrij dag den 21. Juli aanstaande, des namiddags tem zeven ure. Amersfoort, 18 Juli 191G. De Burgemeester voornoemd, v. RANDWUCK. AANGIFTE VOOR DE BEVOLKINGSREGISTERS. Het Gemeentebestuur van Amersfoort hoiiix- nert die ingezetenen aan hunne verplichting om steeds tijdig ted gemeente-secretarie aangifte te doen voor de bevolkingsregisters. Bedoelde aangifte moet worden gedaan 1©. Wanneer men de gemeente gcot verlaten Alsdan moet een getuigschrift van woonpl&ats- verandering (verhuisbiljet) waarden gevraagd ter Secretarie (kamer no. 3) en medegenomen naar de gemeente, waar men zich gaat vestigen, ten einde aldaar uiterlijk binnen eene maand te worden ingeleverd. 2e. Wanneer men zich in dc gemeente ves tigt: Alsdan moet men overleggen oen getuig schrift van woonplautsverandering (verhuisbil jet) afgegeven in. de vorige woonplaats. 3e. Wonneer n\en binnen de gemeente van woning verandert. Het hoofd van een huisgezin is verplicht aan gifte te doen, wanneer in dat gezin eenige ver andering plaats grijpt, ook door ihet opnemen of het vertrek van dienstboden. Over treding dezer bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden. (Artikel 9 van het Koninklijk Besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad No. 141). Amersfoort, den 18. Juli 1916. Het Gemeentebestuur voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK. Politiek Overzicht Vredesgedachten. I. Nog nooit is de gedachte aan den vrede levendiger geweest dan thans, nu wij onder den indruk zijn van de ontzettende verlieT zen, die de aan de Somme tot den uitersten graad van verbittering 'opgevoerde strijd aan de oorlogvoerenden oplegt. Maar he laas, nooit scheen de verwezenlijking van de vredesgedachte onwaarschijnlijker dan thans, nu de centrale mogendheden in de verdedigende stelling zijn gedrongen en de Entente tracht de leiding van den strijd aan zich te trekken. Daartoe behoort niet alleen het beginnen, maar ook het tot een goed einde brengen van het algemeene offensief. Of dat zal gelukken blijft altijd nog de vraag. Maar zoolang de hoop, dat het gelukken zal, de krachten staande houdt en aanspoort tot nieuwe, steeds grootere inspanning, is er geen kans op, dat de vredesgedachte zich zal baanbreken. De oorlogvoerenden moeten zóó ver komen, dat de hoop hen begeeft de tegenpartij te kunnen overwinnen. Dan zul len zij ontvankelijk worden voor de,waar- heid van het bekende woord: A 1 impossible nul n'est tenu" en zal de kans ontstaan her tot den vrede geneigd te maken. Dat behoort intusschen voorshands tot de onbereikbare dingen. Men ziet dnf uit de opvattingen, die aan de zijde der geallieer den bestaan over 't ge'en een eventueel vre desverdrag zou moeten bevatten. De Temps zegt van de verklaringen, die de Duitsche rijkskanselier heeft afgelegd tot bestrijding van de voorstanders eener naar annexatie strevende politiek, dat zij z«ch Be wegen in zeer onbestemde uitdruk kingen, die verschiller\d uitgelegd kun nen worden. De formule, dat de in valspoorten aan den vreemden invloed onttrokken moeten worden, en dat Rusland achter de rivieren moet worden teruggedron gen, kan met haar gewild gemis van nauw keurigheid naar behoefte bij alles worden aangepast. „Heden, gelijk in de eerste oor logsmaand, is het officieele Duitschland op veroveringen verzot. Y/anneer het gelegen heid werd gegeven over het sluiten van den vrede te beraadslagen, terwijl het nog in het oosten en in het westen panden bezet houdt, zou het zijne aanspraken direct in dezen zin stellen. Slechts de overwinnig van de gealli eerden zal het bewegen zich bij de harde werkelijkheid neer te leggen." De stemming, die de Fransche regeering beheerccht, leert r."en. kennen t woor den, waarmee president Poincaré den 14en Juli, op den Franschen naLiono'en feestdag, op de vredeskwestie heeft gezinspeeld. Hij heeft toen gezegd: „Hoe meer wij de ver schrikkingen van den oorlog beleven, des te meer moeten -:j met hartstocht er aan werken te verhinderen, dat hij terugkomt, des te meer moeten wij wenschcn en wil len, dat de vrede ons met de volledige te ruggave van de gisteren of voor 45 jaren geroofde provinciën het herstel van de op kosten van Frankrijk of zijne bondgenooten geschonden rechten brengt, alsmede de noodige waarborgen voor eene afdoende, be waring van onze nationale onafhankelijk heid." Wat hier door het hoofd der regeering van de Fransche republiek a's eisch wordt ge steld, voor zooveel Frankrijk betreft, wordt aan de overzijde van het Kanaal ten volle onderschreven. Zoo schrijft de Spectator: „Wij kunnen onze Fransche wapenbroeders verzekeren, dat het Brilsche volk volkomen en geheel begrijpt, dat de Fransche natie liever tot den laatsten man zal sterven, dan den oorlog ie laten eindigen zonder de terug gave van Elzos-Lotharingen, en dat niets verder van zijne gedachte is dan te opperen, dat Frankrijk onder omstandigheden zijne rechtmatige en rechtvaardige aanspraken zal opgeven op den grond, die tot aan 1871 de zijne \vas." De Spectator laat het daarbij niet, maar geeft ook in bijzonderheden aan wat naar hare meening het toekomstige vredesver drag verder zal moeten bevatten. Dat is in derdaad niet weinig. De opsomming komt hierop neer: Volledige teruggave van hun gebied aan België en aan Servië, welke lan den ten volle schadeloos.gesteld moeten worden voor de geleden schade door Duitschland en Oostenrijk, die ook de aan de noordelijke gewesten van Frankrijk be rokkende schade volledig zullen moeten herstellen. Polen moetavorden teruggegeven, niet alleen het gedeelte, d?.t nu door de Duit- sohers en Oostenrijkers is bezet, maar Posen en GeUcie er bij. Van hel Alpengebied mag geen stukje, waar Italiaanseh gesproken wordt, aan Oostenrijk blijven; ook Triest moet in Ttaliaansche harden komen. Turkije mag niet onder het beheer van het Otto- maansche rijk blijven. Wat er van Turkije zal worden, staat de Spectator niet in fcijzonder- hede voor den geest; maar Konstantinopel moet „natuurlijk aan Rusland komen, en niet ..Meen Konstantinopel, maar de zee van Mar mora en de Darcfanellen ei bij." Dit is het wat de Spectator opeischl voor i Engelonds bondgenooten. Voor Engeland zelf verlangt het ook iets. Theoretisch be geert Engeland niet DuMschlands l^oloniën, maar feitelijk moet het die wel inlijven, want de Duitsche vlag mag niet waaien in Afrika, Azië en Australië. En eindelijk zal Duitsch land moeten uitleveren wat van zijne vloot nog ongeschonden gebleven is na den oor log, en met de vloot het eiland Helgoland. Dit zijn de bepalingen van het toekom stige vredesverdrag, zooals de Spectator ze zich denkt. Dat getuigt zeker in zoover van een juist inzicht, dat de Spectator zich niet voorstelt, dat dit door vredesonderhandelin gen zal zijn te krijgen; het moet eene rege ling zijn, die door de geallieerden is toege staan of gedicteerd. De oorlog. B e r lij n 18 Jul V. "(W B.) Bericht uit het groöte hoofdkwartier van heden voor middag. Op het noordelijke gedeelte van het front werden op talrijke plaatsen vijandelijke aan vallen voor or.ze versperringen afgewezen. Een van onze patrouilles nam in een En- eelschh loopgraaf ten zuiden van Vermeiles een officier, icr onderofficieren ei\ elf man schappen gevangen. Aan beide zijden ven dc Somrr.c besteed den de tegenstanders den dag tot voorbe reiding van het vuur. Krachtige aanvallen, die des avonds en des r.achls tegen Pozières en de stelling ten oosten daarvan en tegen Biaohes, Maisonnette, Barleux en Soye- court werden gericht, zijn overal onder zwa re verliezen voor den vijand tot mftlukking gebracht. In het Maasgebied waren nu en dan le vendige vuur- en kleinere har.djranaotge- vechten. P a r ij s 18 Juli (Ha /as). Namiddag- communiqué. Ten zuiden van de Somme vielen de Duit- schers gister op het e:ndc ven dan avond en in den loop van den nacht de Fransche stellingen aan van het dorp Biaches tot La Maisonnette. Ondanks-herhaalde pogingen, die hun zware verliezen kostten, hebben de Franschen zich n;et kun-.en mester maken van La Maisonnette. Eenige Duitsche af- deelingen nestelden z'ch !?--fs K t konaal in het oostelijke gedeelte v?n Birch'cs, waar de strijd voortduurt. Aan den linker Maasoever is een onver- hoedsche aanval op de Fransche loopgraven van hoogte 304 mislukt. Aan den rechter oever werd de nacht gekenmerkt door ge vechten in den omtrek van de kapel Sainte- Fine en ten westen van Fleury. Overal wer den de Duitschers teruggeslagen. Er was een vrij levendige artilleriestrijd Tn de streek van La Laufée en Chenois. Op de rest van het front was de nacht rustig. Avond-communiqué. Ten zuiden van de Somme hervatte cle vijand zijne aanvallen op La 'Maisonnette niet. Wij verdreven de Duitschers uit de weinige huizen, die zij nog in Biaches bezet hielden. De Belgen deden een aanval in een loop graaf ten noorden van Dixmuiden; zij dood den de meesten van de bezetting en namen de anderen gevangen. Londen, 18 Juli. (R.) Officieel be richt. Generaal Haig rapporteert, dat mist en re gen de operatiën ten noorden van Ovillers belemmerden. Wij maakten vorderingen op een front van 1000 yards; wij verdreven den vijand uit zwaar versterkte stellingen, maakten gevangenen ën namen zes machi negeweren. Wij deden een geslaagden inval in de Duitsche loopgraven te Wytschaëte. Een Duitsche inval te Cuinchy werd door ons vuur verijdeld. Tweede telegram. Nader bericht generaal Haig, dat de Duitschers heden avond, na eën bombardement met traan-gas- bomriien, een aanval openden op onze stel lingen in de buurt van Longueval en het Delville-bosch. De hevige strijd duurt voort. Elders gebeurde niets van belang. P a r ij s, 18 Juli. (R.) President Poin caré en de minister van oorlog Roques be zochten den 16on en 17en de troepen in den omtrek van Verdun en aan de Somme en gingen door de oude Duitsche liniën, die in de laatste gevechten veroverd zijn. B e r 1 ij n, 18 Juli. (W. B.) Bericht uit het groote hóofdkwaitier van heden voor middag. Legergroep Hindenburg. De Russen zet ten ten zuiden en ten zuidwesten van Riga hunne sterke aanvallen voort, die voor onze stellingen bloedig ineenvielen of, waar zij tot in onze loopgraven kwamen, door een tegen stoot teruggeslagen werden. Legergroep Leopold van Beieren. Er zijn geene bijzondere gebeurtenissen te ver melden. Legergroep Linsingen. De toestand is over 't algemeen onveranderd. De aanvallen van de Russen ten westen en zuidwesten van Luzk werden glad algewezen. Legergroep von Boihmer. Afgezien van kleine voorveldgevechten, it er niets bijzon» ders gebeurd. W e e n e n, 1 8 J u 1 i. (W. B.) Officieel be». richt van heden middag. In de Boekowina verliep in het gebied ten noorden van den Prislopknm de dog van gisteren zonder noemenswaardige ge* beurtenissen. Bij Zabic en Talarow drukt erf de Russen onze vooruitgebrachte posten te^ rug. De aanvallen op onze hoofdstelling m\s{ lukten onder groote verliezen van den vijand Ook ten noorden van Radwillow en ten zuidwesten van Luzk werden vijandelijke aanvallen afgeslagen. Petersburg, 18 Juli. (Tel. agent-, schap). Namiddagcommuniqué van der grooten generalen staf. In de stTeek van Riga had een artillerie^ duel plaats. De Duitschers trachtten op vew scheidene plaatsen hunne verloren loopgra* ven te heroveren, echter zonder succes. Bij de laatste operatiën door de troepen van generaal Saharoff in Wolhynië behaalt den wij op 16 Juli j.l. een overVinning, dia ons 13.000 Duitsohe gevangenen en 30 koi nonnen aanbracht, zooals gisteren gemeld werd, en waardoor wij in staat waren den vijV and van den geheelen linkeroever van de beneden-Lipa te verdrijven en hem terug te drijven tot voorbij de dorpen Zvintachie en Krnssoff en tot over de rivier. Te oordeel en naar de groote hoeveelheid oorlogsmaterieel, die door den vijand werd achtergelaten, ge* schiedde zijn terugtocht In groote wanorde. Men bericht, dat van de 17 stukken zwaar gesohut, die op den vijand werden buitge maakt, reeds enkele gisteren werden ge bruikt tegen de vijandelijke stellingen op •den Zuidelijken oever van de Lipa. De Duttschers, die wij gevangen namen; zijn gekleed In alle mogelijke uniformen, hetgeen bewijst, dat hunne laatste formatiër! door elkaar gemengd zijn. Weenen, 18 Juli. (W.-B.). Officieel bericht van heden middag. In het Ortlergebied werd een vijandelijke aanval op het Thurwieser Joch afgewezen^ De stad Riva, ons front tusschen den Bercola-' pas en het Astachdal en eenige sectoren in' de Dolomieten stonden onder levendiger artillerievuur. Aan het Karintische front duren de go* schutgevechten voort in den Fella Raibleiv sector. Ook Malborghet werd des nachtl door de Italiaansche artillerie beschoten. In! de Frattenloopgraaf (ten noordwesten van' Pontebba) was des avonds een sterk ge vechtsalarm hoorbaar. Van onze zijde be vonden zich daar geene troepen in het ge vecht. Aan het Isonzofront ontwikkelde de vijan delijke artillerie inzonderheid tegen het brug* hoofd van Görz een krachtige werkzaamheid1. Rome, 18 Juli. (Stefani.) Officieel communiqué. Er hadden artillerie-gevechten plaats in de streek von Stelvio en Tonate. In het Larsa- dal sloegen wij kleine aanvallen van den vijand af tegen onze stellingen van Toppi- ano. Roman door Mr. Li. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. 11 - - - ,Dank, dank meister, terwijl hij perst de beenderige vingers tusschen zijn stalen tpierhanden... dank uch... dank uch... doe- zendmaol; dat moot ich sebiet eon Gretchen goon vertelle". „En de klante jong, op dit moment ..dien" klantei" „Die moote dan ouch mèr e bitteke ge duld höbbe", en hij holt weg, blootshoofds, in het grove roetbestoven smidspak met hoog opgetrokken knieën, terwijl de zware klompen kletteren op de steenen, naar den winkel van Habeeks, waar zij is, die nu gauw zijn vrouw zal zijn. „Gretchen, Gretchen" heeft hij geroepen met jubeljuichende stem, „Gretchen, wij kunnen gaan trouwen... trouwen, versta je" geen acht slaande op de aanwezige koo- pers. „Wat zeg je Nol... trouwen" terwijl zij 't Stuk linnen en de ellemaat op den toonbank teat vallen, „wat zeg je" en zij kijkt hem met verbaasde, wijdopen oogen. „Trouwen Gretchen, wij kunnen gaan trouwen - schettergalmt hij luidert forscher. „Allo juffrouwr, hellep us es te bleef, veer höbbe geine tied" een paar niet-Roosdaal- sche klanten met ontevreden wrevel. - „Zij hoort ze niet, zij hoort enkel de stem, de woorden van hem, van den vuilen, onge- wasschen arbeider, die slechts schreeuwt in altijd herhalen: „trouwen, Gretchen.... trou wen." „Maar vertel mij clan toch eens Nol." Enkelen, die reeds den winkel hebben ver laten, met de verzekering dat ze 't dan wel ergens anders zullen gaan halen en „dat ze het vas en zeker neet mie zouë trukkom- me", 't Deert haar niet. „Vertel mij dan toch Nol, hoe is dat zoo op eens gekomen?" En hij verhaalt haar hakkelend, stooiend in zijn vlug alles, alles willen zeggen, zijn groot oneindig geluk, hun beider zaligheid. „Proficiat jongen, .proficiat voor ons alle bei" en zij slaat haar armen om zijn hals, tegelijkertijd een kus op zijn zwarte lippen drukkend. „Wie is 't noe, weurae veer noe bedeend of neet" de enkelen in den winkel overge blevenen. „Ja, ja sebiet allo Nol ga dan ook maar; je hoort ze worden ongeduldig de lui", en met vroolijken pretlach, telkens kus send zijn mond, zijn wangen, duwt ze hem met zacht geweld de deur uit. De winter is voorbij. De Lentezon heeft weer de aarde "ereï- nigd van sneeuw en ijs, de nevelwolken ver dreven van den blauwen hemel; de-kiuinen der heuvelen, beschenen door gouden gloed, lijnen weer scherp en klaar tegen den ho rizon; weer de uit het verre Zuiden terug gekeerde vogels, welke als kleine zwarte ankers door. de lucht zeilen, weer de jonge frissche teergroene bladeren, der boomen, uit de knoppen ontwrongen, weer bloemen op bergen en in dalen, in bosschen en in weiden, weer het nieuwe leven, weer de Mei. Een mooie zonnige dag. De oude Manchy heeft dien morgen met zijne vrouw-de reeds betrokken nieuwe wo ning, even buiten Roosdaal, verlaten en met vasten, krachtigen tred zijne schreden ge rikt naar zijne voormalige smederij. 't Zal hem heden niet deren, 't zal hem vandaag geen leed doen zijn oude werk plaats weer te zien, dien hij sedert zijn heen gaan angstvallig heeft vermeden, want er zal niet gearbeid worden; er zal een blij, opge wekt feest gevierd worden, het huwelijk van Nol Peters, zijn vroegeren knecht, thans zijn opvolger, de smid van Roosdaal, en Gret chen Deutzmann. Voor die twee zal hij zich nog eens aan 't werk zeiten; ze zullen sa men, hij en zijn vrouw, de geheele boel eens fijn en netjes schoonmaken; 't zal er alles blinken en glimmen of 't zuiver goud is, al dat staal en ijzer; wrijven en poetsen kan hij nog wel, dat aambeeld, die hamers met zijn ouwe versleten botten, niet meer ze optillen dat was vroeger, nog niet zoo lang geleden allo, allo vandaag geen cha- grijnigheidj zich zeken niet pesten; 't is nu eenmaal zóó en niet anders; vroolijk moet hij zijn, lachen, de jongen zou anders>^nog denken, dat hij hem zijn geluk niet gunde en dat zou hij hem anders toonen. Mor- diu nog, aan niemand, niemand zoo gaarne als aan hem. „Jussus Marante vrouw, zuug ins: ze zien us al veur, dao zien d'r al in de smederij wè zou dat könne zien?" Onwillekeurig verhaasten zij den tred. In de onmiddellijke nabijheid genaderd ontwaren zij enkele Roosdaler jongens in druk gedoe kleurige linten te hechten aan de zwart beroete zoldering; jonge meisjes, vriendinnen der bruid, die bloemen strooien over den schoon geveegden hobbeligen vloer; enkelen bezig een groote breede klimopkrans op te hangen, waarin met dik ke gouden letters op blauw papier PROFICIAT. Arnold Peters—Gretchen Deutzmann. f „Verdikkeme, veer zien te laat vrouw, mè 't duit niks, 't duit niks es 't mer brillant d'r oet zuut, es ze mèr zien, wie geleaf dat ze zien en dat könne veer hun toch ouch tuine." Luid schetterend gejoel plots in de verte; pistoolschoten, welke knallen door de lucht; het nog ver verwijderd nader en nader ko mend davergewentel van wielen over de hobbelige straatsteenen. „Dao komme ze, dao komme ze Man chy zenuwachtig heen en weer loopend door de smidse, druk gebarend met zijn armen „noe allemaol de heise aon en op e rei." Weldra een tweetal rijtuigen, die stil staan; uit het eerste Peters, het donkere oog vreugdestralend, wijden lach onder den op gestreken knevel, den hoogen hoed op het glimmend verzorgde haar; een gekleede jas,' in Maastricht gemaakt, nauwsluitend om de forsche schouders en breede borst; na hem de bruid, wie hij heeft toegereikt de zachte hand; mooie vrouw in het witte zijden kleed, de blonde haren golvend onder de maag* denkrans, een bleekwit op de wangen. Een donderend „hoera,, hoera, long zullen zij leven en in Gloria en in Gloria," aange heven, door allen in de smidse vereenigd/ waarmede ook instemmen de oude vader vani Nol, Habeeks en nog twee vrienden, Roos-J dalers, de getuigen van bruid en bruidegom, die inmiddels ook het tweede rijtuig hebber* verlaten. Een zenuwachtig oogknipperen, tranen, die zij wegwischt met snelle hand, terwijl zij: de lippen tot een glimlach dwingt, als zij-j de bloemen ziet, die huideversieringen, al^ zij hoort die vreugdekreten, die geluk wen* schen, die blijken van toegenegenheid, van! vriendschap van allen.allen.... die haa» vreemd zijn. Handschoenen. (Word* vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1