„DE EEMLAN DER'
Woensdag 16 Augustus 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE EERSTE MEI.
N* 40.
15" Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
De a. s. Raadsverkiezingen.
ijicoldrsdactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS!
-T7T-TÏT
PRIJS DER AD VERTE N Tl ËN:
I er week (met gratis verzekering togen ongelukken) 0.125,
Vekelyksoh bijvoegsel Holland*chs Euiêvroui(onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mud. ÖO ets,
ffttkelyksoh bijvoegsel ew mmT per 8 mud. 53 cU.
Dienstaanbiedingen 1—5 regelsM 0.50,
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het horhaald adverteeron in dit Blad, by abouuoiueuU
Eouo circulaire, bevaltonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondon.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Wij zullen van onze gewoonte om geen
ffcwloed te oefenen bij de keuze van candi-
Boten ter voorziening in de raadsvacatures,
pok ditmaal niet afwijken. Het waren vier
Vooraanstaande en verdienstelijke mannen,
Hie den Raad ontvallen zijn en wij mogen
&us niet ontveinzen dat het den vrijzinnigen
%\ïet al te gemakkelijk zal vallen om zoo
plotseling vier waardige opvolgers voor hen
te vinden. Nu de gereorganiseerde vrijzin-
fige kiesvereeniging, blijkens haar groot
antal leden, weer op de algemeene belang-
"telling kan bogen, zal misschien menigeen,
ie vroeger bij de onaangename persoon-
Ijke ruzietjes zich liever rg.aar wat achter-
ihfhield, weer meer tot toenadering geneigd
fcijn en zoo noodig ook z'n persoon willen
Jjeven, wanneer het belang van gemeente
partij zulks vordert. Al is dus de keuze
Uran vier man tegelijk eenigszins moeielijk,
Ke omstandigheden zijn er naar, dat de vrij
zinnigen met goede candidaten zullen kun
nen komen.
Op dit oogenblik ls ons er officieel nog
niets van bekend Df deze viervoudige ver
kiezing met enkele candidaatsstelling zal af-
loopen. Waar bijna alle partijen verleden
Ear bij de periodieke verkiezingen daarvoor
vinden waren, ligt het voor de hand, dat
«r nu nog veel meer reden toe zal bestaan.
Immers de periodieke verkiezingen zijn er
jDm den kiezers gelegenheid te geven van
tuin vertrouwen in de aftredenden blijk te
geven. Hoewel het verleden jaar zeer twij
felachtig mocht heeten of alle aftredenden
lich nog wel in de gunst der kiezers moch
ten verheugen, hebben de verschillende par
tijen, welker candidaten gevaar liepen, het
loo beschikt, dat de kiezers vrijwel uitge
schakeld en de aftredenden zonder ernsti-
gen strijd herkozen werden; al was dan ook
'het groot aantal stemmen op de soc.-dem.
Candidaten uitgebraoht, 'n bewijs dat de kie
zers zich niet zoo maar aan den kant lieten
zetten.
Ditmaal echter zal het niet gaan om de
kiezers te doen uitspreken of zij de aftre
denden waardig keuren opnieuw voor 6 jaar
'de raadszetels in te nemen, het gaat nu om
ide aanwijzing van 4 nieuwe mannen. Er
zou dus thans veeleer reden bestaan om de
herkiezingen bij enkele candidaatstelling te
Öoen afloopen en de keuze over te laten aan
ïde partij tot welke de uitgevallen raadsleden
behoorden. Te noodeloozer schijnt de strijd
omdat het juist de vaste districten zijn, waar
de verkiezing zal plaats hebben.
Mochten de andere besturen echter 'n
kansje willen wagen, wij zullen er niet om
mokken; alleen zou dan de manoeuvre van
il915 in nog schriller daglicht komen. De
^vrijzinnigen zullen den strijd niet behoeven
Te vreezen, als zij maar met de juiste man
nen komen, dT w. z. mannen, die niet ge
pousseerd worden door een of ander klein
groepje, dat de verkiezing als het ware voor
uit klaar maakt en op de ledenvergadering
bij overrompeling de gewenschte candida
ten er door haalt, maar het moeten mannen
zijn, die gewild worden door de meerder
heid der partij. En dan moet vooral niet in
de fout vervallen worden om enkel „hee-
ren" te stellen. Zeker, onder die groep is
het misschien het gemakkelijkst om ge
schikte mannen te vinden, maar ten slotte
vormen zij toch slechts 'n kleine minderheid
van de burgerij. En ook in de vrijzinnige
partij moeten de belangen van alle lagen
der burgerij ook door vertegenwoordigers
dier lagen behartigd kunnen worden. Voor
al het arbeiderselement behoeft in de vrij
zinnige fractie wel versterking. De heer
v. Achterbergh was trouwens als arbeiders
eer didaat verkozen en zijn plaats dient dus
zeker ingenomen te worden door iemand die
de arbeidersbelangen ter dege kent, liefst
uit eigen ervaring. Tot dusver moet de Raad
als het om arbeidersbelangen gaat en dat
komt steeds vaker voor te uitsluitend zich
laten voorlichten door den heer Hofland, die
natuurlijk ten slotte meer sociaal-democraat
dan arbeider is.
Er is eindelijk nog 'n punt dat bij de can
didaatsstelling overweging verdient. Wij
kennen in Amersfoort gelukkig niet den rich-
tingsstrijd. De vrijzinnigen van alle gading
gaan in de vrijz. kiesvereeniging broederlijk
samen. Daarnaast bestaat 'n kleine afdeeling
van den Vrijz. Dem. Bond, maar deze kan
toch niet gelden als d e organisatie der Vrij
zinnig-Democraten in deze gemeente.
In het weekblad „de Vrijz. Democraat"
schrijft Observator over de a.s. raadsver
kiezingen en dringt daarbij aan op verkie
zing van minstens een vrijzinnig-democraat.
Hij zegt o. a. dat door den dood van den
heer van Achterbergh de eenige vrijz. dem.
uit den Raad verdwenen is. Dit nu is vol
komen onjuist. Het was tot dusver zonderling
gesteld met de vrijz.-dem. in Amersfoort.
Men vond ze in de afd. van den V. D. B.,
en men vond ze in de beide vrijzinnige kies-
vereenigingen en onder de raadsleden van
deze beide kiesvereenigingen waren vrijzin
nig democraten. Niet alleen de heer v. Ach
terbergh was vrijz. dem., ook de heer Ger
ritsen was personeel lid van den V. D. B.;
weihouder Rijkens heeft, naar wij meenen,
opgehouden lid van den V. D. B. te zijn,
maar ook onder de zittende raadsleden zijn
nog vrijz. dem.
Dat het vrijz. dem. element in den raad
ontbrak, kan dus niet beweerd worden; en
de vrijz.-dem. beginselen vonden er zeker
ruim toepassing, al had dan ook de officieele
afdeeling geen vertegenwoordiger in den
Raad.
Hoe het zij, er zijn thans twee vrijz.-dem.
uit den raad heengegaan en het is niet
meer dan billijk dan dat hun plaatsen door
geestverwanten, al of niet lid der off. afdee
ling, bezet worden.
Houdt men hiermede geen rekening, dan
zou het gevaar niet denkbeeldig zijn, dat de
richtingsstrijd, welke hier gelukkig vrijwel
zweeg, ging opkomen.
Overigens schijnt Observator niet al te
zeer tevreden te zijn over de off. afdeeling,
aan welke hij lauwheid verwijt. „Had onze
afd. steeds een actie gevoerd zooals het be
hoorde, zij had de taak ter hand kunnen ne
men, waartoe ik thans een poging waag.
Hadden wij thans een afdeeling waar actie
en dus invloed van uitging, en dat had kun
nen zijnl, dan zouden wij op goede gron
den kunnen e i s c h e n hetgeen recht en
billijk is waarom wij nu moeten ...vr a-
g e n!"
Waarlijk, dit lezende, kunnen wij slechts
tot de slotsom komen dat fot dusver de vrijz.
dem. beginselen beter gediend zijn door de
Vrijz. kiesver. dan door de Vrijz. Dem. af
deeling. En na de reorganisatie der kiesver.,
waarbij het democratische element stellig
niet verzwakt zal zijn, ziet het er niet naar
uit, dat het daar in de toekomst slechter zal
worden. Willen de vrijz. dem. invloed
oefenen, wij gelooven dat zij zulks niet
beter zullen kunnen doen dan door toe te
treden tot de Vrijz. Kiesver.
De oorlog.
Be r 1 ij n, 15 Aug. "(W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Van gister middag af hervatten de Engel-
schen hunne aanvallen op de linie Ovil-
lers—Bazentin le Petit, die zij met groote
hardnekkigheid voortzetten tot diep in den
nacht. Zij hebben aan den weg Thiepval—
Pozières voet gekregen in hetzelfde gedeel
te van onze voorste loopgraven, waaruit zij
gistermorgen weer verdreven waren. Overi
gens zijn hunne vele met korte tusschenpoo-
zen op elkaar volgende stormaanvallen vol
ledig en zeer bloedig voor onze stellingen
gebroken.
De Franschen herhaalde twee malen hun
ne vruchtelooze pogingen tusschen Maure-
pas en Hem.
Tusschen de Ancre en de Somme en over
dezen sector heen is de artillerie-strijd ook
nu nog niet verstomd.
Afgezien van een levendiger gevechtsar-
beid ten zuidoosten van Armentières op en
kele plaatsen in Artois en links van de
Maas, is overigens aan het front niets bij
zonders gebeurd.
Pa r ij s15 Aug. (W. B.) Namiddag
communiqué.
Op het Somme-front was onze artillerie
zeer werkzaam in eenige sectoren ten noor
den van de rivier en in de' streken ten zui
den van Belloy en Estrées en ten noorden
van Lihons.
Ten zuiden van Belloy werd een Duitsche
verkenningstroep met geweerschoten uiteen
gejaagd. Ten noorden van de Aisne drong
een Duitsch detachement na een levendig
bombardement in een klein vooruitstekend
gedeelte van onze linie ten noordoosten van
Beaulne; het werd er uit verjaegd door een
onmiddellijk door ons ondernomen tegen
aanval.
Aan den rechter Maasoever stelde een
reeks détail-actiën, die schitterend werden
uitgevoerd door onze grenadiers ten noor
den van de Chapelle Sainte Fine, ons in
staat Duitsche loopgraafelementen te ne
men op een front van 300 Meter, ter diepte
van 100 Meter. De Duitschers trachtten
hiertegen te reageeren, maar hun tegenaan
val werd door ons spervuur gebroken.
Er was een vrij hevig bombardement in
de sectoren Fleury en Vaux-Chapitre. Over
al elders was de nacht rustig.
Avond-communiqué.
Behalve eene levendige kanonnade ten
zuiden van de Somme en aan den rechter
Maasoever is er niets van belang gebeurd
op het geheele front.
Londen, 15 Aug. (R.). Communiqué
van generaal Haig.
Als uitkomst van den plaatselijken strijd
ten noordwesten van Pozières gedurende de
laatste twee dagen hebben wij nagenoeg alle
loopgraven, waarin de vijand eergister in de
vroegte voet had gekregen, terug gewonnen.
In den afgeloopen nacht zijn wij gedrongen
in de vijandelijke loopgraven bij de hoeve
Mouquet. Wij keerden met elf gevangenen
naar onze linie terug.
Avondcommuniqué.
De toestand aan het Britsche front is on
veranderd.
B e r 1 ij n, 15 Aug. (W. B.) Officieel
bericht.
Dt keizer heeft zich weer naar het ooste
lijke front begeven. Aan het einde van zijn
verblijf aan het westelijke front bezocht hij
de legergroep van den kroonprins en in
specteerde in 't bijzijn van den opperbevel
hebber verscheidene troepen-afdeelingen
achter het sfrïjdfront.
Londen, 15 Aug. (R.) De koning heeft
gedurende eene week een bezoek aan
Frankrijk gebracht. Hij inspecteerde de loop
graven en slagvelden en legde bezoeken af
bij den koning der Belgen, Poincaré en Jof-
fre.
Berlijn, 15 Aug. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Front Hindenburg. Alle Russische aan
vallen tegen den Lutz-Graberka-sector ten
zuiden van Brody mislukten.
Front aartshertog Karei. Het leger von
Bothmer sloeg sterke, ten deele dikwijls her
haalde aanvallen volledig en met de zwaar
ste verliezen voor de Russen terug in den
sector ZborowKonioechy, aan den weg,
die van Brzezany en Potoetoy naar Kozewa
leidt, en ten westen van Monasterzyska.
Weenen, 15 Aug.'(W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Front aartshertog Karei. Ten westen 3n
de Moldawa, in de Boekowina en bij den
berg Tonmatik maakten wij nieuwe vorde
ringen. Bij de bestorming van eenige hard
nekkig verdedigde stellingen namen wij 600
man gevangen en veroverden vijf machine
geweren. De ten zuiden van Tartarof strij
dende bataillons betrokken bij Worochta,
waar zij door eene Russische overmacht wer
den aangevallen, hunne stellingen. In den
Tartarenpas (bij Stanislau) en ten Zuiden vart,
Jezropol (ten Noorden van Stanislau), aan de'
Bistritza) sloeg het leger van Kövess eenige
partieele aanvallen af. Bij Horozanka, teiïj
Westen van Monasterzyska deed de vijand'
den geheelen dag aanvallen op ons front
Hij ondernam soms zes en meer aanvallen
achter elkaar met groote troepenmassa's,
doch werd overal onder zeer zware verliezen
teruggeslagen.
Ten Zuidwesten van Kozowa (ten Westen
van Brzezany, tusschen de Strypa en Zlota-
Lipa) verijdelden Oostenrijk-Hongaarsche
troepen door tegenaanvallen den aanval der
Russen. Ook bij en ten Zuiden van Zborow
(ten Oosten van Ztoczow en Brzezany) ble
ven alle met de grootste offers betaalde po
gingen van den vijand, om bres in onze liniën
te slaan, zonder resultaat.
Front Hindenburg. Bij het leger van
Böhm-Ermolli zag de vijand na zijn ten Zuid
westen van Podkamien (ten Zuiden van
Brody) geleden nederlaag, die hem ernstige
verliezen bezorgde, van verdere aanvallen af.
Ook in Wolhynië viel niets bijzonders
voor.
Petersburg, 15 Aug. (Tel.-agent*
schap). Namiddag-communiqué van den
grooten generalen staf.
Onze opmarsch in westelijke richting in
de streek van den bovenloop van de Strypa
duurt voort.
Aan de Zlota Lipa en de Byslrilza-Solot-
winska gaan onze troepen met succes over
naar den westelijken oever.
Avond-communiqué.
De overgang van onze troepen over da
Zlota Lipa duurt voort onder het vuur van
den vijand, die op verscheidene punten het
bouwen van bruggen door zijn vuur belem
mert. Wij namen hier 7 officieren cn 413
soldaten gevangen en maakten drie machi
negeweren buit.
Aan de Proeth, in de Karpathen, ontruim
de de vijand onder onzen druk Jablor.itza.
Wij bezetten die plaats en, ten zuiden daar
van, Vorokhte en Ardgelioz, waarbij wij 32
officieren en 1006 soldaten gevangen na
men. Ons offensief duurt voort.
Weenen, 15 Aug. (W. B.) Officieel be
richt van hedenmiddag.
De Italianen zetten hun aanvallen voort,
zoowel aan het front Salcano—Merna (even
ten Noorden van Görz) en tegen de hoogten
ten Oosten van Görz alsmede in den sector
ten Zuiden van de Lokwica met groote troe
penmassa's, terwijl zij het aangrenzend ge
bied onder hevig artillerievuur hielden. On
ze troepen sloegen alle aanvallen op bloe
dige wijze of en bleven, vaak na verbitterde
gevechten van man tegen man, aan het ge
heele front in het bezit van hun stellingen.
De Oost-Galicische, Dolmatische landweer
en het derde Honved-regiment infanterie
hadden een belangrijk aandeel aan de resul
taten van gisteren.
Ook bij Plawa en Zagora en aan het Dolo
mietenfront bij Crodadel Ancona werden vij
andelijke aanvallen afgeslagen.
Men wil gaarne anderen doorzien, doch
.wénscht niet doorzien te worden.
Roman door
Mr. L. H.. J. LAMBERTS HURRELBRINCK.
35
„Nou al... na 'n paar glazen; ze hebben
reker ook niet veel getapt, waar je 't laatst
bent geweest nou zoo'n huis heb ik in m'n
leven ook wel gekend" weer die Schmitz met
fcpottenden lach.
Vervloekt nog, als hij dien kerel niet noodig
had. dan sloeg hij hem nu al tegen den
£rond... maar kalm, koest zich houden, tot
^ater, dan zal hij hem dat toch wel op de een
t>l andere wijze betaald zetten.
„Tot morgen alzoo kameraden."
„Tot morgen kameraad."
Niet zonder eeirige moeite stommelt hij de
rfrap op, naar 't kamertje, waarin hij al ge-
tlapen heeft
Lang voor 't afgesproken uur staat Peters
l^oor het verschilferd ijzeren hek, waarachter
£iooge zwarte gevaarten met plompe vormen;
Boffe, sonore gefaiiden om hem heen als
frochelkreten van reusachtige monsters; uit
ce beroete schoorjteentorens zuchten als van
yuursDuwende draken hii hoort dat alles
niet; met angstvallige opmerkzaamheid be
gluurt hij slechts de groezelgezichten dei-
arbeiders, die hem voorbijgaan.
Plots een stem „zoo Arnolds, ben je daar?"
„Zooals je ziet, Schmitz."
„En blijf je er bij, wil je in de mijn?"
„Ja, natuurlijk, dat hebben wij immers
gisterenavond afgesproken."
„Dat weet ik wel. maar je hadt je in dien
tijd nog kunnen bedenken; jc kunt nog terug,
voor je lol hoef je 't niet te doen hoor, dat
heb ik je al gezegd; ik waarschuw je vooruit,
dat je nooit kunt zeggen, dat Schmitz een
landgenoot d'r in heeft laten loopen."
„Dat zal ik niet, maar 't kan mij allemaal
niet schelen, lollig of niet, ik moet eten, alzoo
geld verdienen."
„O ja, da's waar ook, ergens anders zou 't
niet zoo gemakkelijk gaan" en weer die ver
vloekte gemecne spotlach... ellendeling.
„Allo vooruit, dan ook maar mee, hier moe
ten wij in" voor kleine keet, „daar is de op
zichter, bij wien jij je moet aangeven."
Een kreet, die opwelt in zijn keel, met
schier bovenmenschelijke kracht gesmoord,
als hij den eersten stap heeft gezet in de
kleine ruimte Jeanc zijn zoon, voor een
tafel, waarop verschillende papieren.
Een looden zwaarte in z'n beenen; hij kan
niet verder, een onzichtbare hand, die zijn
keel toewringt; 't bloed stijgt hem naar het
hoofd; *t is of daar alles in brand staat.
„Heer opzichter, ik breng u een nieuwen
kameraad uit Holland, die gaarne in de mijn
zou werken."
„Goed Schmitz," hem nauwelijks met blik
verwaardigend, „laat hem maar even hier
komen."
„Allo, yooruit kerel of ben je nu in eens
bang geworden; je kunt altijd nog terug
hoor."
„Neen, neen" en hij stapt voort op de
wankelende beenen tot bij de tafel.
„U wilt alzoo bij ons in de mijn komen
werken?" de eerste woorden hom door zijn
zoon toegevoegd.
„Ja... mijnheer."
„Goed. ik zal u inschrijven, hoe heet gc?"
God Almachtig... Jcanc... zijn jongen... zijn
kind, die hem vraagt, hoe hij heet... voor
zichtig nu zijn, zich niet verspreken in
's Hemelsnaam.
„Verstaat ge me niet; ik heb u gevraagd,
hoe gij heet."
„Jawel... jawel, mijnheer... Arnolds."
„En uw voornaam?"
„Peter."
„Alzoo Peter Arnolds, niet waar?"
„Ja... mijnheer."
„Best hebt gij al uw mijnwerkerscostuum
en werktuigen gekocht?"
„Neen."
„Nu, die moet gij eerst hebben; gij kunt ze
hier krijgen, ge kunt direct betalen of wij
kunnen het elke week bij gedeelten van uw
loon af houden als gij dat liever hebt."
„Ik zal direkt betalen, als het niet te duur
Is, als ik geld genoeg heb."
,,'t Kost twee en dertig mark, alles te
zamen."
„Die heb ik."
„Wilt u ze hier storten, dan zal ik u een
kwijting geven
„Graag mijnheer, hier" terwijl hij de ge
vraagde som op tafel legt."
„Dank u Arnolds, hier is de kwijting en nu
„Glück auf" terwijl hij hem de hand reikt.
..Glück auf." en nog eens „Glück auf' en hii
vermorzelt In z'n stalen vingers schier de hem
toegestoken had, de hand van zijn zoon hij
houdt vast, lang, zoo lang mogelijk het vlecsch
van zijn kind in zijn vleesch en als hij einde
lijk bij het pijnverwrongen gezicht van zijn
slachtoffer loslaat voegt deze hem vriendelijk
toe met vroolijken lach „Donnerwettcr
Arnolds, jij hebt force in je knuisten jij zult
'n goeie mijnwerker worden."
„Dat zal ik, dat zal ik, heer opzichter, dat
beloof ik u... daar geef ik u de hand op... daar
pak aan, heer opzichter."
,,'t Spijt mij Arnolds, ik durf niet, hoe graag
ik het anders ook zou doen, maar nog zoo'n
poot van je en al m'n vingers zijn gekraakt."
Aardige kerel hè, zijn jongen, zijn Jeanc,
zoo vriendelijk, zoo affabel... zou hij ook zoo
zijn, als hij wist, wie hij was, zijn schande-
vader... verd... begint hij nu alweer met zich
zeiven beroerd le maken.
„Kom mee Arnolds, je lfcbl hier nu niks
meer te doen" voegt Schmitz hem toe, terwijl
hij hem raedetrekt naar dè deur.
„Ja... ja... dag heer opzichter, nog wel be
dankt hoor... ik zal goed werken... dat beloof
ik u... dag heer opzichter."
„Dag Arnolds."
En daar builen Schmitz met booze stem;
kerel, je hoeft niet zoo beleefd tegen die lui
te zijn; ze leven van ons, zc hebben ons naar
de oogen te zien; als wij het vertikken om te
werken, kunnen zij verrekken met al hun
mijnen en al hun steenkolen.
„Ja, ja" werktuigelijk, zonder«te luisteren,
„een flinke kerel hè, die opzichter Peters 1"
„Hoe weet jij dat?"
„Wal?"
„Dat hij Peters heet."
Verdomme nog, daar heb jc 'l al stomme
bliksem, 'dat hij is; zoo zal hij zich nog ver«
raden.
„Zeg, hoe weet jij dat?"
„O dat heb ik van morgen gehoord, toen hij
voorbijkwam, toen waren d'r verschillende,
die zeiden; goede morgen, heer Peters; ze
schenen hem nog al te mogen lijden, die lui.**
„Ja, wat zal ik je zeggen, daar zijn er, die
veel van hem houden; dat zijn zij, die zich
kapot werken, voor die is hij goed, maar
ongelukkig als hij de pest aan jc heeft zorg
dan dat jc hem uit z'n pooten blijft aan mij
heeft hij den duivel gezien heb je niet ge*
merkt* dat hij mij nauwelijks aankeek, toert
ik met je binnen kwam en nou dacht ik nog,
dat ik 'n pluimpje zou krijgen, omdat ik zoo'n
flinken kerel aanbracht."
Een vijand van Jcanc, dien zal hij in do
galen houden; laat hem oppassen, dat hij zijn
jongen geen stroospier in den weg legt, andera
zal hij met hem te doen krijgen.
In het magazijn heeft men Peters zijn mijn*
werkerspak .gegeven, een lantaarn, een bijl ertï
houweel; in groote, breede lift is hij met laj
van andere arbeiders gedaald door enge vier*
kante koker, honderden meters diep in dert
schoot der aarde; over smalle, vochtige padoig
tusschen glimmende zwarte muren, flauvq
verlicht door_!ileine, dof brandende aan dfl
wanden bevestigde lampen is hij gegaan roei
gekromden rug, telkens bij even onwilleke«f
rig opheffen van het lichaam tegen de 1^84
ongelijke zoldering zijn hoofd stootend, M
schermd door lederen ronde pet.
(Wordt veixolgAf