„DE EEMLAN DER' Woensdag 16 Augustus 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE EERSTE MEI. N* 40. 15" Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. De a. s. Raadsverkiezingen. ijicoldrsdactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS! -T7T-TÏT PRIJS DER AD VERTE N Tl ËN: I er week (met gratis verzekering togen ongelukken) 0.125, Vekelyksoh bijvoegsel Holland*chs Euiêvroui(onder redactie van Thérèae Hoven) per 3 mud. ÖO ets, ffttkelyksoh bijvoegsel ew mmT per 8 mud. 53 cU. Dienstaanbiedingen 1—5 regelsM 0.50, Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het horhaald adverteeron in dit Blad, by abouuoiueuU Eouo circulaire, bevaltonde do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezondon. Intercomm. Telefoonnummer 66. Wij zullen van onze gewoonte om geen ffcwloed te oefenen bij de keuze van candi- Boten ter voorziening in de raadsvacatures, pok ditmaal niet afwijken. Het waren vier Vooraanstaande en verdienstelijke mannen, Hie den Raad ontvallen zijn en wij mogen &us niet ontveinzen dat het den vrijzinnigen %\ïet al te gemakkelijk zal vallen om zoo plotseling vier waardige opvolgers voor hen te vinden. Nu de gereorganiseerde vrijzin- fige kiesvereeniging, blijkens haar groot antal leden, weer op de algemeene belang- "telling kan bogen, zal misschien menigeen, ie vroeger bij de onaangename persoon- Ijke ruzietjes zich liever rg.aar wat achter- ihfhield, weer meer tot toenadering geneigd fcijn en zoo noodig ook z'n persoon willen Jjeven, wanneer het belang van gemeente partij zulks vordert. Al is dus de keuze Uran vier man tegelijk eenigszins moeielijk, Ke omstandigheden zijn er naar, dat de vrij zinnigen met goede candidaten zullen kun nen komen. Op dit oogenblik ls ons er officieel nog niets van bekend Df deze viervoudige ver kiezing met enkele candidaatsstelling zal af- loopen. Waar bijna alle partijen verleden Ear bij de periodieke verkiezingen daarvoor vinden waren, ligt het voor de hand, dat «r nu nog veel meer reden toe zal bestaan. Immers de periodieke verkiezingen zijn er jDm den kiezers gelegenheid te geven van tuin vertrouwen in de aftredenden blijk te geven. Hoewel het verleden jaar zeer twij felachtig mocht heeten of alle aftredenden lich nog wel in de gunst der kiezers moch ten verheugen, hebben de verschillende par tijen, welker candidaten gevaar liepen, het loo beschikt, dat de kiezers vrijwel uitge schakeld en de aftredenden zonder ernsti- gen strijd herkozen werden; al was dan ook 'het groot aantal stemmen op de soc.-dem. Candidaten uitgebraoht, 'n bewijs dat de kie zers zich niet zoo maar aan den kant lieten zetten. Ditmaal echter zal het niet gaan om de kiezers te doen uitspreken of zij de aftre denden waardig keuren opnieuw voor 6 jaar 'de raadszetels in te nemen, het gaat nu om ide aanwijzing van 4 nieuwe mannen. Er zou dus thans veeleer reden bestaan om de herkiezingen bij enkele candidaatstelling te Öoen afloopen en de keuze over te laten aan ïde partij tot welke de uitgevallen raadsleden behoorden. Te noodeloozer schijnt de strijd omdat het juist de vaste districten zijn, waar de verkiezing zal plaats hebben. Mochten de andere besturen echter 'n kansje willen wagen, wij zullen er niet om mokken; alleen zou dan de manoeuvre van il915 in nog schriller daglicht komen. De ^vrijzinnigen zullen den strijd niet behoeven Te vreezen, als zij maar met de juiste man nen komen, dT w. z. mannen, die niet ge pousseerd worden door een of ander klein groepje, dat de verkiezing als het ware voor uit klaar maakt en op de ledenvergadering bij overrompeling de gewenschte candida ten er door haalt, maar het moeten mannen zijn, die gewild worden door de meerder heid der partij. En dan moet vooral niet in de fout vervallen worden om enkel „hee- ren" te stellen. Zeker, onder die groep is het misschien het gemakkelijkst om ge schikte mannen te vinden, maar ten slotte vormen zij toch slechts 'n kleine minderheid van de burgerij. En ook in de vrijzinnige partij moeten de belangen van alle lagen der burgerij ook door vertegenwoordigers dier lagen behartigd kunnen worden. Voor al het arbeiderselement behoeft in de vrij zinnige fractie wel versterking. De heer v. Achterbergh was trouwens als arbeiders eer didaat verkozen en zijn plaats dient dus zeker ingenomen te worden door iemand die de arbeidersbelangen ter dege kent, liefst uit eigen ervaring. Tot dusver moet de Raad als het om arbeidersbelangen gaat en dat komt steeds vaker voor te uitsluitend zich laten voorlichten door den heer Hofland, die natuurlijk ten slotte meer sociaal-democraat dan arbeider is. Er is eindelijk nog 'n punt dat bij de can didaatsstelling overweging verdient. Wij kennen in Amersfoort gelukkig niet den rich- tingsstrijd. De vrijzinnigen van alle gading gaan in de vrijz. kiesvereeniging broederlijk samen. Daarnaast bestaat 'n kleine afdeeling van den Vrijz. Dem. Bond, maar deze kan toch niet gelden als d e organisatie der Vrij zinnig-Democraten in deze gemeente. In het weekblad „de Vrijz. Democraat" schrijft Observator over de a.s. raadsver kiezingen en dringt daarbij aan op verkie zing van minstens een vrijzinnig-democraat. Hij zegt o. a. dat door den dood van den heer van Achterbergh de eenige vrijz. dem. uit den Raad verdwenen is. Dit nu is vol komen onjuist. Het was tot dusver zonderling gesteld met de vrijz.-dem. in Amersfoort. Men vond ze in de afd. van den V. D. B., en men vond ze in de beide vrijzinnige kies- vereenigingen en onder de raadsleden van deze beide kiesvereenigingen waren vrijzin nig democraten. Niet alleen de heer v. Ach terbergh was vrijz. dem., ook de heer Ger ritsen was personeel lid van den V. D. B.; weihouder Rijkens heeft, naar wij meenen, opgehouden lid van den V. D. B. te zijn, maar ook onder de zittende raadsleden zijn nog vrijz. dem. Dat het vrijz. dem. element in den raad ontbrak, kan dus niet beweerd worden; en de vrijz.-dem. beginselen vonden er zeker ruim toepassing, al had dan ook de officieele afdeeling geen vertegenwoordiger in den Raad. Hoe het zij, er zijn thans twee vrijz.-dem. uit den raad heengegaan en het is niet meer dan billijk dan dat hun plaatsen door geestverwanten, al of niet lid der off. afdee ling, bezet worden. Houdt men hiermede geen rekening, dan zou het gevaar niet denkbeeldig zijn, dat de richtingsstrijd, welke hier gelukkig vrijwel zweeg, ging opkomen. Overigens schijnt Observator niet al te zeer tevreden te zijn over de off. afdeeling, aan welke hij lauwheid verwijt. „Had onze afd. steeds een actie gevoerd zooals het be hoorde, zij had de taak ter hand kunnen ne men, waartoe ik thans een poging waag. Hadden wij thans een afdeeling waar actie en dus invloed van uitging, en dat had kun nen zijnl, dan zouden wij op goede gron den kunnen e i s c h e n hetgeen recht en billijk is waarom wij nu moeten ...vr a- g e n!" Waarlijk, dit lezende, kunnen wij slechts tot de slotsom komen dat fot dusver de vrijz. dem. beginselen beter gediend zijn door de Vrijz. kiesver. dan door de Vrijz. Dem. af deeling. En na de reorganisatie der kiesver., waarbij het democratische element stellig niet verzwakt zal zijn, ziet het er niet naar uit, dat het daar in de toekomst slechter zal worden. Willen de vrijz. dem. invloed oefenen, wij gelooven dat zij zulks niet beter zullen kunnen doen dan door toe te treden tot de Vrijz. Kiesver. De oorlog. Be r 1 ij n, 15 Aug. "(W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Van gister middag af hervatten de Engel- schen hunne aanvallen op de linie Ovil- lers—Bazentin le Petit, die zij met groote hardnekkigheid voortzetten tot diep in den nacht. Zij hebben aan den weg Thiepval— Pozières voet gekregen in hetzelfde gedeel te van onze voorste loopgraven, waaruit zij gistermorgen weer verdreven waren. Overi gens zijn hunne vele met korte tusschenpoo- zen op elkaar volgende stormaanvallen vol ledig en zeer bloedig voor onze stellingen gebroken. De Franschen herhaalde twee malen hun ne vruchtelooze pogingen tusschen Maure- pas en Hem. Tusschen de Ancre en de Somme en over dezen sector heen is de artillerie-strijd ook nu nog niet verstomd. Afgezien van een levendiger gevechtsar- beid ten zuidoosten van Armentières op en kele plaatsen in Artois en links van de Maas, is overigens aan het front niets bij zonders gebeurd. Pa r ij s15 Aug. (W. B.) Namiddag communiqué. Op het Somme-front was onze artillerie zeer werkzaam in eenige sectoren ten noor den van de rivier en in de' streken ten zui den van Belloy en Estrées en ten noorden van Lihons. Ten zuiden van Belloy werd een Duitsche verkenningstroep met geweerschoten uiteen gejaagd. Ten noorden van de Aisne drong een Duitsch detachement na een levendig bombardement in een klein vooruitstekend gedeelte van onze linie ten noordoosten van Beaulne; het werd er uit verjaegd door een onmiddellijk door ons ondernomen tegen aanval. Aan den rechter Maasoever stelde een reeks détail-actiën, die schitterend werden uitgevoerd door onze grenadiers ten noor den van de Chapelle Sainte Fine, ons in staat Duitsche loopgraafelementen te ne men op een front van 300 Meter, ter diepte van 100 Meter. De Duitschers trachtten hiertegen te reageeren, maar hun tegenaan val werd door ons spervuur gebroken. Er was een vrij hevig bombardement in de sectoren Fleury en Vaux-Chapitre. Over al elders was de nacht rustig. Avond-communiqué. Behalve eene levendige kanonnade ten zuiden van de Somme en aan den rechter Maasoever is er niets van belang gebeurd op het geheele front. Londen, 15 Aug. (R.). Communiqué van generaal Haig. Als uitkomst van den plaatselijken strijd ten noordwesten van Pozières gedurende de laatste twee dagen hebben wij nagenoeg alle loopgraven, waarin de vijand eergister in de vroegte voet had gekregen, terug gewonnen. In den afgeloopen nacht zijn wij gedrongen in de vijandelijke loopgraven bij de hoeve Mouquet. Wij keerden met elf gevangenen naar onze linie terug. Avondcommuniqué. De toestand aan het Britsche front is on veranderd. B e r 1 ij n, 15 Aug. (W. B.) Officieel bericht. Dt keizer heeft zich weer naar het ooste lijke front begeven. Aan het einde van zijn verblijf aan het westelijke front bezocht hij de legergroep van den kroonprins en in specteerde in 't bijzijn van den opperbevel hebber verscheidene troepen-afdeelingen achter het sfrïjdfront. Londen, 15 Aug. (R.) De koning heeft gedurende eene week een bezoek aan Frankrijk gebracht. Hij inspecteerde de loop graven en slagvelden en legde bezoeken af bij den koning der Belgen, Poincaré en Jof- fre. Berlijn, 15 Aug. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Front Hindenburg. Alle Russische aan vallen tegen den Lutz-Graberka-sector ten zuiden van Brody mislukten. Front aartshertog Karei. Het leger von Bothmer sloeg sterke, ten deele dikwijls her haalde aanvallen volledig en met de zwaar ste verliezen voor de Russen terug in den sector ZborowKonioechy, aan den weg, die van Brzezany en Potoetoy naar Kozewa leidt, en ten westen van Monasterzyska. Weenen, 15 Aug.'(W. B.) Officieel bericht van heden middag. Front aartshertog Karei. Ten westen 3n de Moldawa, in de Boekowina en bij den berg Tonmatik maakten wij nieuwe vorde ringen. Bij de bestorming van eenige hard nekkig verdedigde stellingen namen wij 600 man gevangen en veroverden vijf machine geweren. De ten zuiden van Tartarof strij dende bataillons betrokken bij Worochta, waar zij door eene Russische overmacht wer den aangevallen, hunne stellingen. In den Tartarenpas (bij Stanislau) en ten Zuiden vart, Jezropol (ten Noorden van Stanislau), aan de' Bistritza) sloeg het leger van Kövess eenige partieele aanvallen af. Bij Horozanka, teiïj Westen van Monasterzyska deed de vijand' den geheelen dag aanvallen op ons front Hij ondernam soms zes en meer aanvallen achter elkaar met groote troepenmassa's, doch werd overal onder zeer zware verliezen teruggeslagen. Ten Zuidwesten van Kozowa (ten Westen van Brzezany, tusschen de Strypa en Zlota- Lipa) verijdelden Oostenrijk-Hongaarsche troepen door tegenaanvallen den aanval der Russen. Ook bij en ten Zuiden van Zborow (ten Oosten van Ztoczow en Brzezany) ble ven alle met de grootste offers betaalde po gingen van den vijand, om bres in onze liniën te slaan, zonder resultaat. Front Hindenburg. Bij het leger van Böhm-Ermolli zag de vijand na zijn ten Zuid westen van Podkamien (ten Zuiden van Brody) geleden nederlaag, die hem ernstige verliezen bezorgde, van verdere aanvallen af. Ook in Wolhynië viel niets bijzonders voor. Petersburg, 15 Aug. (Tel.-agent* schap). Namiddag-communiqué van den grooten generalen staf. Onze opmarsch in westelijke richting in de streek van den bovenloop van de Strypa duurt voort. Aan de Zlota Lipa en de Byslrilza-Solot- winska gaan onze troepen met succes over naar den westelijken oever. Avond-communiqué. De overgang van onze troepen over da Zlota Lipa duurt voort onder het vuur van den vijand, die op verscheidene punten het bouwen van bruggen door zijn vuur belem mert. Wij namen hier 7 officieren cn 413 soldaten gevangen en maakten drie machi negeweren buit. Aan de Proeth, in de Karpathen, ontruim de de vijand onder onzen druk Jablor.itza. Wij bezetten die plaats en, ten zuiden daar van, Vorokhte en Ardgelioz, waarbij wij 32 officieren en 1006 soldaten gevangen na men. Ons offensief duurt voort. Weenen, 15 Aug. (W. B.) Officieel be richt van hedenmiddag. De Italianen zetten hun aanvallen voort, zoowel aan het front Salcano—Merna (even ten Noorden van Görz) en tegen de hoogten ten Oosten van Görz alsmede in den sector ten Zuiden van de Lokwica met groote troe penmassa's, terwijl zij het aangrenzend ge bied onder hevig artillerievuur hielden. On ze troepen sloegen alle aanvallen op bloe dige wijze of en bleven, vaak na verbitterde gevechten van man tegen man, aan het ge heele front in het bezit van hun stellingen. De Oost-Galicische, Dolmatische landweer en het derde Honved-regiment infanterie hadden een belangrijk aandeel aan de resul taten van gisteren. Ook bij Plawa en Zagora en aan het Dolo mietenfront bij Crodadel Ancona werden vij andelijke aanvallen afgeslagen. Men wil gaarne anderen doorzien, doch .wénscht niet doorzien te worden. Roman door Mr. L. H.. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. 35 „Nou al... na 'n paar glazen; ze hebben reker ook niet veel getapt, waar je 't laatst bent geweest nou zoo'n huis heb ik in m'n leven ook wel gekend" weer die Schmitz met fcpottenden lach. Vervloekt nog, als hij dien kerel niet noodig had. dan sloeg hij hem nu al tegen den £rond... maar kalm, koest zich houden, tot ^ater, dan zal hij hem dat toch wel op de een t>l andere wijze betaald zetten. „Tot morgen alzoo kameraden." „Tot morgen kameraad." Niet zonder eeirige moeite stommelt hij de rfrap op, naar 't kamertje, waarin hij al ge- tlapen heeft Lang voor 't afgesproken uur staat Peters l^oor het verschilferd ijzeren hek, waarachter £iooge zwarte gevaarten met plompe vormen; Boffe, sonore gefaiiden om hem heen als frochelkreten van reusachtige monsters; uit ce beroete schoorjteentorens zuchten als van yuursDuwende draken hii hoort dat alles niet; met angstvallige opmerkzaamheid be gluurt hij slechts de groezelgezichten dei- arbeiders, die hem voorbijgaan. Plots een stem „zoo Arnolds, ben je daar?" „Zooals je ziet, Schmitz." „En blijf je er bij, wil je in de mijn?" „Ja, natuurlijk, dat hebben wij immers gisterenavond afgesproken." „Dat weet ik wel. maar je hadt je in dien tijd nog kunnen bedenken; jc kunt nog terug, voor je lol hoef je 't niet te doen hoor, dat heb ik je al gezegd; ik waarschuw je vooruit, dat je nooit kunt zeggen, dat Schmitz een landgenoot d'r in heeft laten loopen." „Dat zal ik niet, maar 't kan mij allemaal niet schelen, lollig of niet, ik moet eten, alzoo geld verdienen." „O ja, da's waar ook, ergens anders zou 't niet zoo gemakkelijk gaan" en weer die ver vloekte gemecne spotlach... ellendeling. „Allo vooruit, dan ook maar mee, hier moe ten wij in" voor kleine keet, „daar is de op zichter, bij wien jij je moet aangeven." Een kreet, die opwelt in zijn keel, met schier bovenmenschelijke kracht gesmoord, als hij den eersten stap heeft gezet in de kleine ruimte Jeanc zijn zoon, voor een tafel, waarop verschillende papieren. Een looden zwaarte in z'n beenen; hij kan niet verder, een onzichtbare hand, die zijn keel toewringt; 't bloed stijgt hem naar het hoofd; *t is of daar alles in brand staat. „Heer opzichter, ik breng u een nieuwen kameraad uit Holland, die gaarne in de mijn zou werken." „Goed Schmitz," hem nauwelijks met blik verwaardigend, „laat hem maar even hier komen." „Allo, yooruit kerel of ben je nu in eens bang geworden; je kunt altijd nog terug hoor." „Neen, neen" en hij stapt voort op de wankelende beenen tot bij de tafel. „U wilt alzoo bij ons in de mijn komen werken?" de eerste woorden hom door zijn zoon toegevoegd. „Ja... mijnheer." „Goed. ik zal u inschrijven, hoe heet gc?" God Almachtig... Jcanc... zijn jongen... zijn kind, die hem vraagt, hoe hij heet... voor zichtig nu zijn, zich niet verspreken in 's Hemelsnaam. „Verstaat ge me niet; ik heb u gevraagd, hoe gij heet." „Jawel... jawel, mijnheer... Arnolds." „En uw voornaam?" „Peter." „Alzoo Peter Arnolds, niet waar?" „Ja... mijnheer." „Best hebt gij al uw mijnwerkerscostuum en werktuigen gekocht?" „Neen." „Nu, die moet gij eerst hebben; gij kunt ze hier krijgen, ge kunt direct betalen of wij kunnen het elke week bij gedeelten van uw loon af houden als gij dat liever hebt." „Ik zal direkt betalen, als het niet te duur Is, als ik geld genoeg heb." ,,'t Kost twee en dertig mark, alles te zamen." „Die heb ik." „Wilt u ze hier storten, dan zal ik u een kwijting geven „Graag mijnheer, hier" terwijl hij de ge vraagde som op tafel legt." „Dank u Arnolds, hier is de kwijting en nu „Glück auf" terwijl hij hem de hand reikt. ..Glück auf." en nog eens „Glück auf' en hii vermorzelt In z'n stalen vingers schier de hem toegestoken had, de hand van zijn zoon hij houdt vast, lang, zoo lang mogelijk het vlecsch van zijn kind in zijn vleesch en als hij einde lijk bij het pijnverwrongen gezicht van zijn slachtoffer loslaat voegt deze hem vriendelijk toe met vroolijken lach „Donnerwettcr Arnolds, jij hebt force in je knuisten jij zult 'n goeie mijnwerker worden." „Dat zal ik, dat zal ik, heer opzichter, dat beloof ik u... daar geef ik u de hand op... daar pak aan, heer opzichter." ,,'t Spijt mij Arnolds, ik durf niet, hoe graag ik het anders ook zou doen, maar nog zoo'n poot van je en al m'n vingers zijn gekraakt." Aardige kerel hè, zijn jongen, zijn Jeanc, zoo vriendelijk, zoo affabel... zou hij ook zoo zijn, als hij wist, wie hij was, zijn schande- vader... verd... begint hij nu alweer met zich zeiven beroerd le maken. „Kom mee Arnolds, je lfcbl hier nu niks meer te doen" voegt Schmitz hem toe, terwijl hij hem raedetrekt naar dè deur. „Ja... ja... dag heer opzichter, nog wel be dankt hoor... ik zal goed werken... dat beloof ik u... dag heer opzichter." „Dag Arnolds." En daar builen Schmitz met booze stem; kerel, je hoeft niet zoo beleefd tegen die lui te zijn; ze leven van ons, zc hebben ons naar de oogen te zien; als wij het vertikken om te werken, kunnen zij verrekken met al hun mijnen en al hun steenkolen. „Ja, ja" werktuigelijk, zonder«te luisteren, „een flinke kerel hè, die opzichter Peters 1" „Hoe weet jij dat?" „Wal?" „Dat hij Peters heet." Verdomme nog, daar heb jc 'l al stomme bliksem, 'dat hij is; zoo zal hij zich nog ver« raden. „Zeg, hoe weet jij dat?" „O dat heb ik van morgen gehoord, toen hij voorbijkwam, toen waren d'r verschillende, die zeiden; goede morgen, heer Peters; ze schenen hem nog al te mogen lijden, die lui.** „Ja, wat zal ik je zeggen, daar zijn er, die veel van hem houden; dat zijn zij, die zich kapot werken, voor die is hij goed, maar ongelukkig als hij de pest aan jc heeft zorg dan dat jc hem uit z'n pooten blijft aan mij heeft hij den duivel gezien heb je niet ge* merkt* dat hij mij nauwelijks aankeek, toert ik met je binnen kwam en nou dacht ik nog, dat ik 'n pluimpje zou krijgen, omdat ik zoo'n flinken kerel aanbracht." Een vijand van Jcanc, dien zal hij in do galen houden; laat hem oppassen, dat hij zijn jongen geen stroospier in den weg legt, andera zal hij met hem te doen krijgen. In het magazijn heeft men Peters zijn mijn* werkerspak .gegeven, een lantaarn, een bijl ertï houweel; in groote, breede lift is hij met laj van andere arbeiders gedaald door enge vier* kante koker, honderden meters diep in dert schoot der aarde; over smalle, vochtige padoig tusschen glimmende zwarte muren, flauvq verlicht door_!ileine, dof brandende aan dfl wanden bevestigde lampen is hij gegaan roei gekromden rug, telkens bij even onwilleke«f rig opheffen van het lichaam tegen de 1^84 ongelijke zoldering zijn hoofd stootend, M schermd door lederen ronde pet. (Wordt veixolgAf

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1