1Sd* Jaaraang.
DE EEMLANDER".
Donderdag 17 Augustus 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE EERSTE MEI.
N° 41.
Nabetrachting over den
Gemeenteraad. -
Hoofdredactie: MAR,E VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co
ABONNEMENTSPRIJS:
^er 6 maanden too* Amersfoortf 1.30.
u Idem franco per post1.80#
f Per week (metgratis verzekering tegen ongelukken) 0.12&*
Afzonderlek© nummers0.05.
^Vekelijksoh by voegsel nDt EoUatuitehe Ew'svroute** (onder
redactie van Tüérèse Hoven) per 8 mnd. 50 ets,
(ïVekelyksob bijvoegsel m* tn*y per 8 mn<L 52 ets»
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van I5 regelsf O.go.
Elke rogol meer- 0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handol en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepalingen
tot het horhaald advertoeren in dit Blad, bij abonnoment.
Eono circulaire, bovattondo do vonrwaardon, wordl op
aanvraag toegezonden.
Viel er van de vorige twee vergaderingen
niets te vertellen, thans hebben we weer
eens een Raadsvergadering gehad, waar wat
over valt na te betrachten. De leiding was
ditmaal in handen van wethouder van Es-
.veld en dus ging het wat gemoedelijker toe
dan onder den Burgemeester. De oudste
wethouder heeft het haast-je-niet-zoo-heb-je-
niet-systeem van den Burgemeester nog niet
afgekeken en houdt de teugels ook niet zoo
strak als deze. De Raad mag dat blijkbaar
wel eens voor een keer en maakt daarvan
dan gebruik, (of moeten we zeggen mis
bruik om het niet al te nauw met het de
corum te nemen.
Het begon met een weemoedig woord van
berinnering aan de beide afgestorven leden
•van Achterbergh en Gerritsen, wier ver
diensten door den voorzitter nogmaals in 't
licht werden gesteld.
Bij de ingekomen stukken, kwam de heer
Hofland op tegen de balans van het Levens
middelenbureau, die z.i. niet juist was. De
beer Jorissen trachtte aan te toonen, dat de
heer Hofland het niet goed begreep en de
voorzitter zei, dat het een balans was. Eer
lijk gezegd snapten wij er niets van, zoodat
we er ook niets van kunnen zeggen.
Bij de benoeming voor een leeraar in de
Duitsche taal aan H.' B. S. en Gymnasium,
kreeg de directeur der H. B. S. in openbare
Raadszitting een schrobbeering van den heer
de Kempenaer, over de wijze, waarop hij
zijn rapport omtrent een der candidaten had
saamgesteld. Wethouder Rijkens wilde gaar
ne in discussie treden over de aanbeveling,
maar vroeg daarvoor comité-generaal. Dr.
Jorissen sprong dadelijk op en vroeg of dat
nu wel de bedoeling was? Neen, zei de heer
de Kempenaer, 't is me alleen te doen om
dit standje uit te deelen. Daarmee was de
discussie afgeloopen en werd de candidaat,
dien de directeur der H. B. S. niet wilde heb
ben, gekozen.
De heer van Zwieten, dat is de concierge
van het Gemeentehuis, of liever, hij is er nu
reeds, zonder behoorlijke sollicitatie, voor
aangewezen, krijgt een salaris van 1400,
plus vrije woning enz. enz.
Voor menig hoofdambtenaar der gemeen
te om te likkebaarden, van ambtenaren spre
ken we maar niet eens. Maar het scheen zoo
absoluut noodig en billijk, dat geen .Ier
raadsleden zich er tegen verzette. Van veel
kanten hoorden wij verontwaardiging over
dit voorstel, maar dat was natuurlijk van
menschen, die zic-h geen idee kunnen vor
men van de veelomvattende taak van een
stadhuisconcierge.
Ook werd nog eenige discussie gevoerd
over een adres van ambtenaren over duurte-
toeslag. Wij kennen dat adres niet en weten
ook niet welke ambtenaren fyet hebben inge
zonden, maar meenen wel te weten, dat heel
wat gemeenteambtenaren in deze dure tij
den een toeslag opperbest zouden kunnen
gebruiken. Bovendien de werklieden en po
litieagenten hebben toeslag gekregen, waar
om dus den ambtenaren, die met een niet
veel hooger salaris vaak in veel benarder
omstandigheden verkeeren, het niet gege
ven. B. en W. kwamen weer met hun goo-
chelformule, dat dan anderen, die geen toe
slag krijgen, het in de belasting zouden moe
ten betalen. Maar de Raad wilde daar ook
nu blijkbaar niet aan, maar kon toch geen
afdoenden uitweg vinden. Gelukkig trad de
heer v. d. Wal op als redder uit den nood.
Hij wilde de zaak commissoriaal maken. En
de Raad accepteerde dit met graagte. Nu
wordt het dus afwachten, wat deze commis
sie, onder voorzitterschap van wethouder
Veis Heyn, zal uitbroeden. De ambtenaren
zullen verstandig doen, als zij zich er maar
niet al te veel van voorstellen, dan valt het
al licht nog mee. O. K.
Politiek Overzicht
De menschenverliezen in den
wereldstrijd.
In Kopenhagen is een genootschap opge
richt tot bestudeering van de sociale gevol
gen van den oorlog. Een vrucht van den
arbeid van dit genootschap ligt voor ons in
een bulletin, dat ons de door den wereld-
strijd veroorzaakte verliezen aan menschen-
levens voor oogen brengt. In de inleiding
wordt er natuurlijk op gewezen, dat de ge
gevens, die voor de berekening van deze
verliezen konden worden gebruikt, voor de
onderscheidene landen zeer verschillend
waren; officieele gegevens ontbraken voor
sommige landen geheel. Toch heeft men
uit het beschikbare materiaal berekeningen
gemaakt, waardoor eene. schatting is ver
kregen van de verliezen, die de beide eer
ste oorlogsjaren hebben gebracht. Met na
druk wordt verklaard, dat men zich van alle
overdrijving heeft vrijgehouden; het zijn
minimum-cijfers, die zijn opgenomen.
De directe verliezen van de legers wor
den voor de Entente-mogendheden aldus
opgegeven:
Gewou- Dooden eru Inva-
Dooden den Gewonden Jiedon
België 50000 110000 1600 0 33000
Engeland 205000 612000 717000 154300
Frankrijk 885(00 2115000 3000000 03-1000
Italië 105000 245000 350000 73500
Rusland 1408000 3820000 5318000 1146000
Servië 110000 140000 250000 42000
Totaal 2853000 6942000 9795000 20S2800
Deze cijfers geven alleen de verliezen,
door de Entente-legers geleden; de opga
ven, die betrekking hebben op de legers vAn
de andere oorlogvoerende partij (Duitsch-
land, Oostenrijk-Hongarije, Turkije en Bul
garije) ontbreken. Ten deele kunnen wij die
leemte aanvullen, door de opgaven te ver
melden van de officieele Duitsche verlies-
lijsten. Die geven voor net tijdperk, eindi
gende 31 Juli 1916, de volgende cijfers:
Gesneuveld of aan wondon
overleden 735.S66
Aan ziekten overleden 4S.531
Gevangenen 157.975
Vermisten 199 642
Zwaar gewonden 425.175
Gewonden 26^.085
Licht gewonden 1.152.158
Gowonden aan hot front gebleven 117.742
Totaal 3 135.177
ln dit totaal zijn ook de gehangenen be
grepen, die niet zijn opgenomen in de op
gave, welke op de «Entente-legers betrekking
heeft. Trekt men de gevangenen af van het
algemeene totaal, dan houdt men als verlies-
totaal over 2.977.202. Dat klopt met de op
gave van het studie-genootschap te Kopen
hagen, dat naar zijne schatting de verliezen
van Duitschland ongeveer even groot zijn
als die van Frankrijk, welke zijn opgegeven
als 3.000.000.
Deze opgaven omvatten nog slechts een
gedeelte van het menschenverlies, dat het
gevolg is van dezen wereldstrijd. Om volle
dig te zijn, moet men zich niet enkel bepalen
tot de directe legerverlieïen, maar het on
derzoek ook nog uitstrekken tot de volgende
punten: de sterfte onder de krijgsgevange
nen, de verliezen van de burgerlijke bevol
king door de oorlogsgebeurtenissen, de
sterfte ondér de vluchtelingen; de sterfte on
der de burgerlijke bevolking in het algemeen,
den achteruitgang van de geboorten. De
hier gegeven cijfers zijn dus nog voor ver
hooging vatbaar.
Men is gewoon van cijfers, die bijzonde
ren indruk rfiaken, te zeggen: „Zij spreken
boekdeelen". Indien ooit, dan mag dit van
deze cijfers gezegd worden. Wij willen alleen
nog een laatste getal er aan toevoegen, dat
illustreert hoezeer de verliezen in dezen
wereldstrijd die van vroegere oorlogen
overtreffen. In den oorlog van 1870/71 heeft
Frankrijk een verlies gehad aan dooden van
138.871, aan gewonden van 137.626 msn.
Het totale verliescijfer was toen dus
276.497 man, d. i. nog niet een tiende van
de in de beide eerste jaren van dezen wereld
strijd geleden verliezen.
De oorlog.
Berlijn, 16 Aug. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Ook gisteren was de gevechtsarbeid aan
het front ten zuidoosten van Armentières
en in Artois levendig.
In de streek van Pozières zetten de En-
gelschen hunne vruchtelooze aanvallen
voort tot den morgen van gisteren. Over dag
werd door hunne infanterie niets onderno
men. Een nachtelijke aanval ten noorden
van Ovill^rs mislukte.
Bij Moulin sous Touvent (Aisne-gebied)
leefde het wederzijdsche vuur tijdelijk op in
verband met een Fransche aanval,- die geen
succes had.
Ten oosten van Reims werden sterkere
vijandelijke verkenningsafdeelingen afgewe-
P a r ij s, 16 Aug. (Havas.) Namiddag-
coTnmuiuqué.
De nacht is rustig geweest op het groot
ste gedeelte van het front.
In Champagne joegen wij Duitsche pa
trouilles uiteen op den Tahure-heuvel en in
de Argonne bij Larazette.
Op het front van Verdun was een tame
lijk levendig bombardement in de sectoren
Thiaumont, Fleury en Vaux-Chapitre.
In den nacht van 15 op 16 Augustus wier
pen Duitsche vliegtuigen eenige bommen op
Belfort. Er waren geene slachtoffers.
Avond-communiqué.
Aan de Somme deden wij heden namid
dag, na een intense artillerievoorbereiding,
aanvallen, die ons belangrijke winsten
brachten. Ten noorden van Maurepas ver
overden onze troepen, met de Britsche ver-
eenigd, de geheele linie Duitsche loopgra
ven op een front van omstreeks 1500 Me
ter. Op sommige punten bereikten zij den
weg Guillemont—Maurepas.
Ten zuiden van Maurepas op een front
van 2 Kilometers werden tot een diepte van
300 A 500 Meters alle vijandelijke stellin
gen ten oosten van den weg Maurepas
Clery door onze infanterie bezet na eene
zeer scherpen strijd, die den vijand zware
verliezen kostte. Er werden een aantal ge
vangenen gemaakt.
Ten zuiden van de Somme namen onze
troepen een systeem van zwaar versterkte
stellingen over een lengte van 1200 Meters
tot ten zuiden van BelloyeManterre. Hier
werden 60 gevangenen gemaakt.
Londen, 16 Aug. (R.). Communiqué
van generaal Haig.
Eenige kleinere infantesiegevechten bij*
Pozières uitgezonderd, waar onze linie ver
sterkt wordt, is er geene verandering tus-
schen de Anere en de Somme.
Berlijn, 16 Aug. (W.-B.). Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
- Op het oostelijke front is van de zee tot
in de streek ten noorden, van de Dnjestr niets
bijzonders gebeurd.
Afdeelingen van het Poolsohe legioen
dedeni n de streek van Hulewicz een aanval,
die succes had.
Duitsche commando's lichtten ten oosten
van Kizielin Russische voorposten op en
brachten 1 officier en 163 man als gevange
nen mee.
Ten noorden varf de Dnjestr vielen de Rus
sen na de bloedige aanvallen van den 14en
slechts op enkele plaatsen en met zwakke
krachten vruchteloos aan.
In de Karpalhen stelden onze troepen zich
in het bezit van de hoogte StaraWysceyria
ten noorden van Capul.
Weenen, 16 Aug. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Front aartshertog Karei. In het gebied van
Capul breidden de verbonden troepen hunne
successen uit door bestorming van de hoog
te Stara Wysczyna. De strijd in dit gebied
was buitengewoon verbitterd.
Bij Horosanka, ten westen van Mbnaster-
zyska, sloegen de O.-H. troepen wederom
hevige Russische aanvallen af. Op ééno
plaats, waar het den vijand gelukte in onzo
loopgraven te dringen, werd hij door een
tegenstoot er weer uit geworpen.
Front Hindenburg. Afdeelingen van heÜ
Poolsche legioen drongen met succes voor
uit ten zuiden van Hulewicze aan de Sto-
chod. Overigens is er niets bijzonders ge
beurd.
Peters burg, 16 Aug. (Tel.-agent-
schap). Namiddag-communiqué van den
grooten generalen staf.
Aan de Zlota Lipa in de streek ten zui
den van Brzezony bezetten wij vele punten
van den westelijken oever. De vijand doet
tegenaanvallen en belemmert onzen verde
ren opmarsch.
Tusschen de monding van de Zlota Lipa
en de Dnjestr gingen wij al strijdende voor
uit. De vijand biedt hier hardnekkigen tegen
stand.
Aan de Bystritzn bezetten wij Solotwina
en Moniava.
Onder onzen druk gaat de vijand terug
in de richting van Delatyn en Worochta.
Wij namen eene reeks hoogten ten wes
ten van Worochta en Ardzemoz. In de rich
ting van Kirlibaba verhinderden wij pogin
gen van den vijand om het offensief to
nemen.
De definitieve uitkomst van de telling der
gevangenen en veroverde stukken door do
strijdmacht van generaal Broessilof van den
4en Juni tot den 13en Aug., gedurende do
operatiën die ten doel hadden de verovering
van de versterkte winterlinie der Oostenrij
kers en Duitschers van de Pripjit tot de Ru-
meensche grens,, geven de volgende totaal"
cijfers:
Leger van generaal Kaledin. Gevango
nen2384 officieren en 107,225 soldaten.
Buit: 147 kanonnen, 459 machinegeweren
en 146 bom- en mijnwerpers.
Leger van generaal Letschinsky. Gevan
genen 2139 officieren en 100,578 soldaten.
Buit: 127 kanonnen, 424 machinegeweren,
44 bomwerpers en 35 caissons.
Leger van generaal Sahorof. Gevange
nen 1967 officieren en 87,248 soldaten.
Buit: 76 kanonnen, 232 machinegeweren*
119 bomwerpers en 128 caissons.
Leger van generaal Stjerbatsjof. Gevan
genen 1267 officieren en 55,794 soldaten»
Buit: 55 kanonnen, 211 machinegeweren*
29 bomwerpers en 129 caissons.
Totaal: Gevangenen: 7757 officieren en
350,845 soldaten. Buit405 kanonnen, 1326»
machinegeweren, 338 bomwerpers en 29^
caissons.
Bovendien werden talrijke geweren, 30
werst smalspoor, telefoonmaterieel, verschei
dene 'munitie-depots en genie-materieel ven
overd.
'Avondcommuniqué.
Dg toestond bleef onveranderd.
W e e n e n, 1 6 A u g. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
In den omtrek van Görz herhaalde de
vijand zijne hevige aanvallen op de binnenste
Droefheid over hetgeen niet te herstellen
Is, verergert de wond in plaats van te heelen.
Roman door
Ur. L. II. J. LAMBERTS HURRELBRINCK.
36
Zoo'n rond ding had hij ook op zijn hoofd...
4é4r... daar had hij een masker voor 't ge
licht, op dat niemand hem zou kennen, hier
•t gelaat onkenbaar door 't zwarte kolenstof
én gruis daar een nummer, hier... een
aaam, maar die de zijne niet is...; daar he
graven in steenen kelder, hier ook..Alles
zoo wat precies hetzelfde daar... en...
hier... neen toch niet... toch niet; daar waren
zij niet bij hem, zoo als hier... daar heeft hij
ze nooit gezien, nooit gesproken, nooit hun
handen gedrukt, zooals hier en hij zal ze dik
wijls zien, dikwijls spreken, Gretchen en
'Jeanc... misschien... misschien ook wel een
lenkele keer Marieke, hij zal z'n best 'doen;
fléir, was hij diep rampzalig ongelukkig...
hier niet, hier voelt hij zich gelukkig; dat ge
luk had nog grooter kunnen zijn, maar enfin,
hij is toch al tevreden, want „zij" zijn immers
gelukkig en daar zal hij zich eiken dag van
kunnen overtuigen.
Dat kooien uithouwen is zwaarder werk
4a n erwten pikken of touw Dluizen; verduld,
dat zal waar zijn; dal heeft hij nu al in dc
galen, maar 't doet hem lol; je kunt je poolen
weer eens gebruiken; je weet nu ten minste,
waarvoor je fut in je spieren hebt hij zal
gauw moe zijn dezen eersten keer nu, dat*f:
zal ten minste iels nieuws voor hem zijn; dat
is hem „daar" nog nooit gepasseerd, moe van
't werk toch zal hij volhouden, tot hij er bij
neervalt; over ten paar dagen zal het wel
beter gaan en met krachtig wijd ai mgeslinger
slaat hij op nieuw telkens en telkens 't
houweel in den zwarten, harden steen.
Plots een fel licht, dat hem beschijnt
verschrikt kijkt hij op de opzichter Jeanc
staat voor hem.
„Zoo Arnolds, 't gaat goed met je, zooals
ik zié; je hebt ten minste daar al 'n heelen
hoop liggen; daar moet je kracht voor heb
ben; dat lappen d'r niet veel in zoo'n korten
tijd; m'n compliment hoor wat ben je vroe
ger gewpest."
Een felle blos, die zijn wangen verft ge
lukkig z'n jongïFn zal 't niet zien onder het
zwarte masker.
„Ik heb op een smederij gewerkt, heer op
zichter."
„Dat dacht ik al zoo half."
„Nou, Glück auf Arnolds."
„Glflck auf, heer opzichter."
Enkele oogenblikken blijft hij staan, luiste
rend naar de zich verwijderende voetstappen,
hol echoënd in deze eindeloqze keldergangen.
„Nondedomme... hij ls gelukkig, intens ge
lukkig, zijn roon, zijn eigen zoon, die hem zoo
heeft gepreien, zoo kort en toch zoo flink,
hem, z'n eigen vader, zonder dat hij het wist...
verdomme, wat is dat... ruzie? "Weer diezelfde
stem, maar nu heel anders, nu ruw, dreig-
schreeuwend... not een stem, die hii ook kent,
die van Schmitz, valseh, scherp, minder luid,
zwakker, eindelijk niets meer tegenover het
gebulder van Jeanc die durft hè, da's me
een kerel, zoo jong als hij is Gretchen had
het hem al verteld en die andere, wat een
lafaard wat hield die gauw zijn bek j- hij
had ook eens anders moeten doen, hij had de
courage eens in z'n donder moeten hebben
om z'n jongen te brutalisecren, dan had hij
met „zijn" knuisten kunnen kennis maken
oh, 't is al gedaan. Jeanc gaat al weg; verder,
verder, die voetstappen, tot hij niets meer
hoort.
Den eersten Zaterdag.
Peters ook in de lange rij der arbeiders, die
aan de kas hun geld zullen ontvangen uit de
handen der caissière.
Met strakke, wijd opengespalkte oogen tuurt
hi^ook haar vleesch beroerd een tinteling
dunne traliewerk, waarachter zij zit, met de
lieve, heldere oogen het stukje papier lezend,
haar telkens overgereikt met de fijne vingers
neerleggend de marken, grosschen en pfen-
ningen.
Een steeds voortduwen achter hem, een
voortschuifelen telken male als een arbeider
hef hem toekomend loon heeft ontvangen
te gauw, veel te gauw als 't zijn beurt is
geweest, dan moet hij weg, de kamer ver
laten om plaats te maken voor anderen, dan
kan hij niet meer na£T haar zien.
Nu al als hij staat voor het loket; ver
steekt hij den arm door de opening; hij reikt
zijn briefje over en tegelijk heeft hij met zijn
vingers even de hare kunnen aanraken, heeft
hij naar 't mooie gezichtje, gestreept door het
van genot door zijn leden.
Als zij hem 't geld overreikt een beleefd:
„dank u wel juffrouw" beantwoord door lieve
glimlach en knikkend hoofd.
God, daar in den hoek,' voor dat groote
jjoek zit hij ook... die Hofmann... die zal
morgen den geheelen dag bij haar mogen
zijn, gelukkige kerel en hij zelf zal weer ge
tuige zijn van dat geluk... achter jlc haag
Een jaar ongeveer later.
Péters heeft een zolderkamertje gehuurd,
niet ver van de Kaiser-allée.
Hij heeft veel geld verdiend; in dat éénc
jaar minstens tien maal meer dan in die
tien... daarginder; hij heeft zich een heel
nieuw jülk kleeren gekocht en öolc een
tooncelkijker; hij herinnerde zich, dat, toen
hij nog een jongen was, een vreemdeling in
Roosdaal hem eens door zoo'n ding had laten
kijken 't was hem geweest of alles, wat
minstens een half uur ver weg was, zoo vlak
voor hem stond zoo'n ding heeft hij nu ook
willen hebben.
Uit zijn dakvenstertje heeft hij ze daar
mede dikwijls begluurd, als ze bij mooi weer
in den tuin wandelden, hij kon niet altijd
achter die haag liggen, alleen des Zondags;
ook heeft hij wel eens gezien, dat al de
anderen uitgingen, Gretchen alleen was tehuis
gebleven; dan was hij naar het tuindeurtje
geslopen; zij had hera-opengedaan en ze had
den elkaar alles verteld, alles wat ze gedacht,
gevoeld hadden sedert hun laatste samenzijn
God, God, wat had hij genoten die enkele
uren.
't Was ook wel gebeurd, dat hij hen allen
op hunne wandelingen had gevolgd, ter
sluiks, vervolgens, door vlug langs korteren
weg te feopen, hen had ontmoet en dan had
hij beleefd gegroet en duidelijk gezien, dat»
Jeanc iets over hem aan zijn moeder verleide*
iets goeds, dat zag hij aan zijn gezicht, aan
zijn beleefd hem toeknikken.
Dien Schmitz heeft hij niet meer gezient
dien ontwijkt hij zoo veel mogelijk die»
ellendeling, die ruzie met zijn jongen heeffr
gehad; in dat logement is hij ook nooit mecp>
geweest.
Hij heeft al een hcele boel geld gespaard
wie weet of hij later niet weer een smederif
zal kunnen beginnen niet in Roosdaal*
natuurlijk niet, daar komt hij nooit meer,
maar hier, waar zij zijn... misschien... mis^
schien, dat Gretchen dan weer bij hem... maaf
zoover is het nog niet... nog lang niet.
Eens heeft Gretchen hem medegedeeld, da|
Marieke den volgenden dag onder de geboderf
zou komen, dal ze over veertien dagen zo*|
trouwen.
„Zoo, zoo, vrouwtje, gaat Marieke al zotf
gauw trouwen wel dat doet mij plcizlcr -4
die twee houden van elkaar, dat heb ik di£|
wijls genoeg gehoord, daar achter die haaft
die zullen gelukkig zijn, dat geef ik je op eert
briefje zeg Gretchen, zullen je broers ooit
bij het huwelijk zijn?"
„Ja, natuurlijk."
„Weet je nog, dat je me eens gezegd heb)
dat je niet geloofde dat ze me zouden herker
nen, als ze mij ten minste niet bij je zagen,^i
ze geen verdacht op mij zouden hebben?-
„Ja zeker weet ik dat nog."
keat
«IV
(Wordt veryojgi}