<öd* Jaargang. „DE EEMLAN DER". Vrijdag 18 Augustus 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE EERSTE MEI. (Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER A D VERTENT1EN. Idem franco per post.. 1.80. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.12&. Vekelijksoh bijvoegsel nD$ HoUandsché Buisvrouio" (onder redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 ct9. Vekelijksoh bijvoegsel ,Pak «v m#**" per 8 mnd. 52 ct8. t Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.5«i. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf beslaan zeer voordoolige bepaling.u tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bi] abonnotnoni. Eeno oirculairo, bovattondo do voorwaardon. wordt op aanvraag toogozonden. Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat op Dinsdag üen 29en Augustus 1916, van des voormiddags liegen tot des namiddags vier uur, ten Stadhuize pij den Burgemeester gelegenheid bestaat tot bet inleveren van opgaven van candidaten, ter Verkiezing van vier leden van den Gemeente raad van Amersfoort, en wel in het le Kiesdis trict, ter voorziening in de vacaturen ontstaan door het overlijden van de heeren S. J. van Duinen (aftreding 1921) en D. Gerritsen (aftreding 1919) In het Ille Kiesdistrict ter voorziening in de vacaturen ontstaan door het bedanken van den heer H. W. van Esveld (aftreding 1917) en door het overlijden van den heer P. van Achterbergh (aftreding 1919). De formulieren van opgaven van candidaten zijn ter Secretarie (Afdeeling III) kosteloos ver krijgbaar vanaf heden tot op den dog der ver kiezing. Deze opgaven moeten inhouden den naam, dc voorletters en de woonplaats van de candidaten en onderteekend zijn door minstens 31 kiezers in het le district en 23 kiezers in het IÏIe dis trict. De stemming en herstemming, zoo noodig, gullen plaats hebben op 7 en 15 September 1916 Amersfoort, 5 Augustus 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK. De Burgemeester van Amersfoort; Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe cutoir verklaard kohiar No. 7 von de Perso- neele Belasting over het dienstjaar 1916 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen al hier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden Voet te voldoen. Gedaan en op dc daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 27sten Augustus 191G. Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Politiek Overzicht v/areldstrijd in het oosten. I De laatste berichten van het oostelijke oorlogstooneel ademen een andéren geest dan die waarin zij sints vele weken waren ge steld. Het Duitsche bulletin van 16 Augustus bericht, dat op het geheele front van de Oostzee tot benoorden de Dnjestr niets bij zonders is gebeurd. Daarbij sluit zich aan de mededeeling van het Oostenrijksche hoofdkwartier, waarin wel sprake is van he- vigen strijd, maar onder bijvoeging, dat de Russische aanvallen allen werden afgesla gen. In het gebied van de Karpathen, aan den berg Capul, hebben de Oostenrijkers zelfs hunne stelling door bestorming van eene hoogte kunnen verbeteren. De berich ten van den 17en sluiten zich hierbij geheel aan. Het zou voorbarig zijn daaruit af te leiden, dat de Russische aanvalsvloed nu op 't hoog ste punt is gekomen, en dat de kentering is begonnen. Maar deze berichten vormen toch eene opmerkelijke tegenstelling tot de vroegeren, die weken achtereen steeds ge- gewaagden van de noodzakelijkheid, die aan de verbonden Duitsch-Oostenrijksche legers was opgelegd om voor de vijandelijke over macht terug te wijken. Nog in de vorige week werd in zuidoostelijk Galicië het gewichtige kruispunt Stanislau aan de Russen prijs ge geven, omdat men oordeelde het front meer naar achteren te moeten verleggen. Nu is voor 't oogenblik de aanval tot stilstand ge komen. Dat geeft gelegenheid om na te gaan hoe nu de toestand is op dat tooneel van den wereldstrijd. Het offensief, dat de Russen den 4en Juni van dit jaar onder de opperste leiding van generaal Broessilow zijn begonnen, levert het bewijs van eene inderdaad merkwaardige veerkracht. Men schijnt die van Duitsche zijde niet te hebben verwacht, althans niet in die mate. Een gezaghebbende militaire schrijver, generaal von Blume, komt daar voor in ronde woorden, uit. waar hjj zegt: „Van het Russische leger bevonden zich aan het einde van den veldtocht van het vorige jaar slechts -weinige korpsen nog in een toestand, waarin zij tot operatiën in staat waren. Wat verder nog aanwezig was, waren treurige overblijfselen; ook de reser vetroepen waren uitgeput. Bijna twee mil- lioen Russen, waaronder 13,000 officieren, waren in den loop van den oorlog tot dus ver in gevangenschap geraakt. Weinig min der dan het dubbele getal waren gedood of invaliede geworden; het grootste gedeelte van de kanonnen en machinegeweren en van het verdere oorlogsmaterieel was een buit van den vijand geworden, vernietigd of verloren gegaan. De militaire kracht van Rusland, of althans zijne offensieve kracht, scheen voor langen tijd gebroken. Want al wist men ook, dat het land nog eene talrijke reserve van voor den oorlog bruikbare man schappen bezat, het ontbrak geheel aan het vereischte vaste kader om'daaruit geoefen de soldaten te vormen, vooral aan drilmees ters en aanvoerders, en niet minder aan geschikte personen voor de talrijke hulp diensten, die een groot leger behoeft. Reeds de moeielijkheid om het ontbrekende oor- iogsmaterieel te bekomen, scheen voor het land bij zijn gebrek aan eigen hulpmidde len voor dit doel, de belemmering van zijn verkeer met het buitenland en de lamheid van het binnenlandsche bestuur het weder op de been brengen van een krachtig leger buitengewoon te bemoeielijken. Wanneer Rusland al deze bezwaren in den tijd vas* weinig meer dan een half jaar heefUover- wonnen, zoodat het op nieuw tot een zoo krachtig offensief in staat was, dan is dat eene daad, waarvan moet worden erkend, dat zij moeielijk te voorzien is geweest. Het is slechts mogelijk geweest die daad te vol brengen, doordat de bondgenooten ruim schoots hebben bijgesprongen met tech nisch en opleidend personeel, alsmede hier door, dat Japan en Amerika in bijna de ge heel e behoefte aan oorlogsmaterieel hebben voorzien, terwijl Frankrijk en Engeland met hun crediet hebben Ingestaan voor het dek ken van de kosten." Het nieuwe Russische offensief heeft strijd gebracht op de geheele oostelijke frontlinie, die in haar geheel 1200 KM. lang is. Maar de Veranderingen, die daardoor ver kregen zijn in den stand der oorlogvoeren den, strekken zich niet over het geheele front uit. De aanvallen van de Russen tegen de frontgedeelten, die vroeger onder het be vel stonden van de maarschalken Hinden burg en prins Leopold van Beieren, zijn zon der uitwerking gebleven. Van de Oostzee tot voorbij Pinsk is de frontlijn (hans nagenoeg gelijk aan die van October van het vorige jaar. Op het noordelijke gedeelte van de frontlijn, in uitgestrektheid het grootste, want het maakt twee derden van de geheele lengte uit, heeft het Russische offensief geen in vloed gehad. Geheel Russisch Polen met al het Russische gebied, dat ten oosten daarvan in het vorige jaar door de Duitschers werd bezet, bevindt zich nog in Duitsche handen en is in den strijd, die in de eerste dagen van Juni werd begonnen, nooit ernstig bedreigd geweest. Dit moet worden vooropgesteld, wanneer men de uitkomsten nagaat, die het jongste Russische offensief tot dusver heeft gehad. De oorlog. B e r 1 ij n, 17 Aug. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Het vijandelijke vuur nam ten westen van Wytschaete en aan en ten zuiden van het La Bassée-kanaal tijdelijk eene groote he vigheid aan. Nadat reeds in den morgen krachtige Engelsche aanvallen op de linie OvillersPozières en ten westen van het bosch van Foureaux waren afgewezen, zijn des avonds na een zeer sterk voorberei- dingsvuur en met aanzienlijke krachten de Engelschen tusschen PozièFes en het bosch van Foureaux en de Franschen tusschen Guillemont en de Sorqfne tot een storiff aanval opgerukt. Deze storm mislukte, even als de nachtelijke herhalingen, die meerma len, door de Franschen tot vijf malen toe, werden ondernomen. Na een hardnekkigen strijd werden de ten westen van het hosch van Foureaux en ten zuiden van Maurepas in onze loopgraven gedrongen afdeelingen van de tegenstanders er weer uit geworpen. De verliezen van den vijand zijn groot. Ten zuiden van de Somme werd in de streek van Belloy gestreden. De Franschen kregen hier voet in onze voorste loopgra ven over ongeveer 500 Meters- Ten oosten daarvan en bij Estrées werd de tegenstan der afgewezen. Aan beide zijden van de Maas was de artillerie-actie bij herhaling meer intens. Eene poging tot een vijandelijken aanval in het Chapitre-bosch werd door ons sper vuur onderdrukt. Op talrijke plaatsen van het front mis lukten Fronsche patrouille-ondernemingen. P a r ij s^ 17 Aug. (Havas.) Namiddag communiqué. Aan het Sommefront beproefden de Duit schers in den loop van den nacht geene en kele reactie. De Fransche troepen brengen de veroverde stellingen in orde. De artille- riestrijd duurt met bijzondere hevigheid voort in dc streek van Maurepas en in den sector Beüoy-en Santerre. Op het overige front was de nacht rustig. Avondcommuniqué. De Fransche artillerie wierp aan 't Sorn- me-front vernielingsbommen op de vijande lijke werken. Er was geene infanterie-actie. Het aantal ongevrondc gevangenen, gis ter ten noorden van de Somrne gemaakt, is meer dan 200. Verder werden vijf ma chinegeweren buit gemaakt. Londen, 17 Aug. (R.) Officieel be- richt:- Generaal Hcig meldt: Als uitkomst van den strijd van gislemacht brachten wij onze linie vooruit zoowel ten westen als ten zui den van Guillemont. Ten westen van den straatweg namen wij 300 Meters vijande lijke loopgraven. Tweede telegram. Gisternacht en heden morgen vroeg deed de vijand een reeks hevige tegenaanvallen ten noordwes ten van Pozières op een breed front en met aanzienlijke krachten. Zes liniën infanterie rukten uit om aan te vallen, maar werden teruggedreven met zware verliezen. Onze kanonnen en machinegeweren richtten eene groote slachting aan. In geen enkel geval gelukte het den vijand in onze liniën te dringen. Ten noordwesten van Bazentin veroverden wij omstreeks 100 yards loop graaf. Een tegenaanval werd teruggeslagen en eenige gevangenen werden gemaakt. Een Duit9ch vliegtuig werd. bij Pozières achter onze liniën naar den grond gebracht. B e r I ij n, 17 Aug. (\Y/. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Front Hindenburg. Hevige Russische aan vallen, die tot in den nacht werden voortge zet tegen den sector BatkowHarberzow ten westen van Zalocze, werden volledig afge wezen. Front aartshertog Karei. Aanvallen van den vijand ten noorden van de Dnjestr bij ToestobabyKonczaki bleven ook gisteren zonder succes. Er werden 154 gevangenen ingeleverd. In de Karpathen werd de hoogte Starn Obezyna, ten noorden van den berg Capul, genomen. W e e n e n 17 Aug. (W. B.) Officieel bericht van hedenmiddag. Front aartshertog Karei. In het Capulge- bied is de hooge Steravbozyna genomen. Ten zuiden 'van de Moldawa en aan de Boven Bystrica mislukten Russische aanval- len. Overigens is er op dit front, na de reeds gemelde aanvallen bij Horozanka, niets bij-, zonders gebeurd. Front Hindenburg. Bij het leger van Boehm Ermolli kwam het gisteren tusschen Perepelniki en Pieniéki tot allerhevigste ge vechten. De vijand dreef gedurende meer dan twaalf urén onafgebroken zijne massa's tegen onze stellingen vooruit. De meeste aanvallen vielen voor onze versperringen in een. Waar de verdediger, zooals bij Mana- jov, tijdelijk er in slaagde in onze loopgra ven te dringen, werd hij door onze reserves teruggedreven. Het zegevierende afweren van den Russischen aanval is evenzeer aan den voortreffelijken arbeid der Duitsche en O.-H. batterijen als aan de dappere houding van de infanterie der West-Hongaarsche re gimenten 12 (Kameron) en 72 (Poszony) te donken. Onze verliezen waren gering, die van den vijand buitengewoon zwaar. Verder naar het noorden is niets van be long gebeurd. Petersburg, 17 Aug (Tel.-agent schap). Namiddag-communiqué van den grooten generalen stof. Op het geheele front artillerie- en infan- terievuren. Op tal van plaatsen deed de vijand tegenaanvallen, die wij door ons vuur terugsloegen. Een Zeppelin vloog over de streek van Kemmern, ten westen van Riga, cn wierp bommen neer. Volgens een nader ontvangen opgaaf heb ben de troepen van generaal Bezobrazof ge durende de laatste operatie buitgemaakt 198 officieren, 7308 soldaten, 20 lichte en 17 zware kanonnen, 70 machinegeweren, 29 bomwerpers en meer dan 14 000 projectie len. Deze cijfers móeten toegevoegd wor den aan die, in het communiqué van gis teren vermeld. Avond-communiqué: De toestand is onveranderd. W e e n e n 17 Aug. (W.-B.). Officieel bericht van heden voormiddag. Terwijl de Italianen gisteren hunne werk zaamheid tusschen Plava en de Wippach tot een levendig artillerievuur bepaalden, vielen zij tusschen deze rivier en Oppacchiavella onze stellingen vijf malen in diepe geledin gen aan. Slechts op één punt moesten onze troepen den vijand in een strijd van dichtbij terugslaan. Overigens vielen zijne storm aanvallen onder bijionder zv/are verliezen in ons vuur ineen. Aan het Tirolsche front mislukten kleinere vijandelijke ondernemingen aan den Monte Piano en bij Civaron. Romp, 17 Aug. (Stefani). Officieel communiqué. Op het Beneden Isonzo-front zetten wij gisteren onze artillerie-actiën voort tegen de liniën van den vijand. Wij maakten een hon derdtal gevangenen, waaronder vier officie ren. In de streek van Tolmino bombardeerde onze artillerie gisteren het station Santa Lucia, waar treinbewegingen waren bericht. In de Boven Cordeole en op het Tonizz»- plateau werd tegen de hevige actie van de vijandelijke artillerie met kracht opgetrede» door de onze. Wie op grooten voet leeft, weet spoedig waar hem de schoen wringt. Roman door Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. 37 „En als ik nou eens wat wist te prakkezee- ren, dat ik toch bij jelui zou komen, zonder dat ze iets konden presumceren, zou je dan fcang^ zijn, dat zij me zouden tcrugkenncn?" „Wat wil je toch Nol, waarom vraag je dat?" „Och zoo maar antwoord me." „Ik geloof hel niet; 't is nu al drie en twin tig jaren geleden, dat ze je gezien- hebben, dien eenen keer; je bent in dien tijd zoo heel ianders geworden; ouder natuurlijk, je hebt Ook een heel ander gezicht zonder dien groo ten knevel." „Dus je denkt effectief, dat zij mij niet zullen Herkennen?" met aandrang. „Dat heb je me nu al drie keer gevraagd en fcrie keer heb ik gezegd, dat ik het niet geloof, |»nminste als je geen onvoorzichtigheid be gaat, geen gekke streken uithaalt." v «Dat zal ik niet, waarachtig niet." „Maar wat wil je dan toch beginnen Nol?" is mijn ge&eim/1 met schaikschen pret- lach; „tot Zondag, Grelchen" mei liarlclijkcn kus. „Dag Nol, in Godsnaam geen gekheid hoor." „Laat mij maar begaan." Dien Zondag, de groote kamer in de villa van den heer Deutzmann herschapen in \\cel- derigen bloemenhof. Voor een canapé Marieke in het witte bruidskleed; het blonde hoofd getooid met krans van lange oranjeblocsem-süerl, 't sym bool der reine onschuld, frissche blos op liore konen, glimlach van gelukkig zich voelen om hare roze lippen; oogen, die vol innig ver trouwen voor zich uitstaren; naast haar, de Stuigom, flinke, kranige kerel, met breede schouders, waarom eng sluitend de zwarte rok; leen roos in het knoopsgat. Gretchen, de moeder der bruid, in sierlijk zijden kleed, vroolijk in druk gesprek met haar broers, een enkele maal een onrusligen, angsligen blik naar de deur. Tal van deftige dames en heeren, krioelend, wriemelend door elkaar langs de bloemcn- trofeeën; 'n roezemoezig gegons van stemmen, bewonderend de prachtige geschenken op zilveren tafel uitgespreid tal van belang stellenden, die telkens binnentreden, weer weggaan na bruid en bruidegom de hand te hebben gedrukt, hun de verzekering le heb ben gegeven van hunne beste heihvenschen. Eensklaps een bange angst over Gretchen; zij klemt de tanden op elkaar om de gil tc smoren... Nol... Nol, dien zij heeft zien bin nentreden, gevolgd door twee andere arbei ders in Zondagsehe kleedij; een reusachtig bouquet van witte rozen in zijn hand een even zijdelingschen blik naar haar één seconde, waarin hij haar alles heeft gezegd, waarin zij alles heeft begrepen dan naar hel bruidspaar met onzekere stappen. Een stijve buiging; een doodelijke stilte, welke eensklaps heerscht in het zoo even lawaaierig vertrek; enkele keclschrapingen en dan in den beginne slamclhakkcleiid, allengskens vaster, vloeiender de van buiten geleerde woorden: «lat het liem als woord voerder van ecu deputatie van mijnwerkers niet alleen een bizonder voorrecht en onder scheiding. maar ook een buitengewoon genoe gen is hunne caissière, die altijd zoo lief en vriendelijk voor hen was, als zij het geld uit betaalde, dezen ruiker tc overreiken als een blijk, van hun aller sympathie cn dat hij namens alle kameraden haar hartelijk geluk wenschlc met dezen dag en dat hij hoopte, dat zij heel erg gelukkig zou zijn met haren echtgenoot, dien zij ook allen kenden als een braven, oppassenden man. „En nu, „Glück auf" in uw toekomstig leven, lieve bruid. „Glück auf" heer bruidegom." Een algemeen handgeklap, een bravo ge roep na deze hartelijke, zoo oprecht gemeen de woorden van den eenvoudigen mijnwer ker; enkele dames, die van aandoening een traan hebben weggewisebt met den fijnen, kanten zakdoek. Enkel Gretchen, doodsbleek, heeft gesidderd, op de wankelende knieën. „Dank jc wel Arnolds" heeft Marieke hem toegevoegd, „ik vind het erg lief van de mijn werkers en stel de mooie bloemen, die ze me door u hebben laten brengen, zeer op prijs; wil je hun dat voor mij zeggen?" terwijl zij hem de hand reikt. Hij heeft die hand gegrepen, zich verstout een kus er op te drukken zijn kind, zijn dochter, die hij kust. moment van liet hoogste geluk, yan grootste zaligheid. Ilij heeft de hand gegeven aan Ilofmann, weldra zijn schoonzoon, den man van zijn Marieke, aan Gretchen met verlrouwclijkcn druk, aan Jcanc, krachtig, lang, ook aan de broeders van zijn vrouw, die hij vandaag, niet meer haat; ze hadden goed voor zijn kinderen gezorgd, dat was hun werk geweest. Lang is hij nog gebleven, steeds turend met gretige oogen naar zijn dochter wat was ze mooi, zijn kind, naar zijn jongen wal een kerel hè, wat 'n oogen cn hoe deftig én voornaam in dat zwarte pak God in den Hemel, kon hij nu toch uitroepen: Marieke, Jcanc. ik ben jelui vader... ik... ik... z'n leven zou hij er voor geven. „Kom nu Arnolds, ga nu mee" fluisteren hem zijn kameraden in 'l oor; „wij zijn nu lang genoeg bij al die deftigheid geweest 't wordt ons hier te benauwd," tevens zacht trekkend aan zijn mouw. Nogj-én langen, smaehlenden blik naar die twee en hij strompelt weg dc deur uit. Buiten hebben zijn metgezellen hem ter stond den thalcr gevraagd, dien hij hun be loofd had, als zij met hem medegingen om dat bouquet aan de bruid le geven, dat hij had gekocht. Ook in de kerk is hij geweest; in donkeren hoek bij hel koor heeft*hij zich verborgen. Zij zijn hem allen voorbijgegaan; ze hebben hem niet gezien in zijn schuilplaats, maar hij hen wel... Marieke God, God, wat is ze toch mooi, net Grelchen, toen hij met haar trouwde, toen beiden ook gearmd voortschre den door dc kerk, toen ze allemaal om hen heen fluisterden, ,'n schoen koppel," nu ook 'n schoen koppel die twee, ziin dochter en haar man. Wat is hij gelukkig geweest dien dag 't heeft niet altijd geduurd, dal geluk neen dal moet bij hen niet zoo worden God, zal hen bewaren, dat hen zoo iets overkomt, al» hem is gepasseerd, Gretchen, zijn vrouw, aan den arm van een vreemden heer zeker de oude Ilofmann, hij lijkt op zijn zoon; zij kijkt overal heen door de geheele kerk; zij zoekt hem zeker; zij weet, zij voelt, dat hij hier moet zijn durfde hij maar schreeu wen, hier ben ik... ik hoor d'r pok bij. De oudste broer van zijn vrouw ook met een dame, die hij niet kent, de moeder van de bruigom; die had hij moeten geleiden; dal zou zijn plaats geweest zijn Jeanc, verduld, wat 'n prachtig mooi meisje, dat naast hem loopt waarachtig, dat ia de dochter van een der directeuren van de mijn; die heeft hij laatst zien zitten in eigen rijtuig met een koetsier en palfrenier in livrei met veel goud op de bok, jongen, jongen, met welke grootheid en voornaamheid hif toch verkeert, zijn zoon God weet of dat later ook nog niet eens... 'Nog meer deftigs ert rijks, dat hein voorbij gaat hij kent ze niet, maar allemaal uit de voornaamheid dat kun je zoo wel zien, neen, dat had hij in Roosdaal toch niet aaif Marieke kunnen geven 't is dan toch voor iets goed geweest, zijn ongeluk. Eindelijk, daar zitten ze allemaal. fWnrdt vervolg'dj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1