<öd* Jaargang.
„DE EEMLAN DER".
Vrijdag 18 Augustus 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE EERSTE MEI.
(Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER A D VERTENT1EN.
Idem franco per post.. 1.80.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.12&.
Vekelijksoh bijvoegsel nD$ HoUandsché Buisvrouio" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 ct9.
Vekelijksoh bijvoegsel ,Pak «v m#**" per 8 mnd. 52 ct8.
t
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.5«i.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf beslaan zeer voordoolige bepaling.u
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bi] abonnotnoni.
Eeno oirculairo, bovattondo do voorwaardon. wordt op
aanvraag toogozonden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis, dat op Dinsdag
üen 29en Augustus 1916, van des voormiddags
liegen tot des namiddags vier uur, ten Stadhuize
pij den Burgemeester gelegenheid bestaat tot
bet inleveren van opgaven van candidaten, ter
Verkiezing van vier leden van den Gemeente
raad van Amersfoort, en wel in het le Kiesdis
trict, ter voorziening in de vacaturen ontstaan
door het overlijden van de heeren
S. J. van Duinen (aftreding 1921)
en
D. Gerritsen (aftreding 1919)
In het Ille Kiesdistrict ter voorziening in de
vacaturen ontstaan door het bedanken van den
heer H. W. van Esveld (aftreding 1917)
en
door het overlijden van den heer
P. van Achterbergh (aftreding 1919).
De formulieren van opgaven van candidaten
zijn ter Secretarie (Afdeeling III) kosteloos ver
krijgbaar vanaf heden tot op den dog der ver
kiezing.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, dc
voorletters en de woonplaats van de candidaten
en onderteekend zijn door minstens 31 kiezers
in het le district en 23 kiezers in het IÏIe dis
trict.
De stemming en herstemming, zoo noodig,
gullen plaats hebben op 7 en 15 September 1916
Amersfoort, 5 Augustus 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK.
De Burgemeester van Amersfoort;
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat het door den Directeur van
's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe
cutoir verklaard kohiar No. 7 von de Perso-
neele Belasting over het dienstjaar 1916 aan den
Ontvanger van 's Rijks directe belastingen al
hier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht
is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
Voet te voldoen.
Gedaan en op dc daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 27sten
Augustus 191G.
Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
v/areldstrijd in het
oosten.
I
De laatste berichten van het oostelijke
oorlogstooneel ademen een andéren geest
dan die waarin zij sints vele weken waren ge
steld. Het Duitsche bulletin van 16 Augustus
bericht, dat op het geheele front van de
Oostzee tot benoorden de Dnjestr niets bij
zonders is gebeurd. Daarbij sluit zich aan
de mededeeling van het Oostenrijksche
hoofdkwartier, waarin wel sprake is van he-
vigen strijd, maar onder bijvoeging, dat de
Russische aanvallen allen werden afgesla
gen. In het gebied van de Karpathen, aan
den berg Capul, hebben de Oostenrijkers
zelfs hunne stelling door bestorming van
eene hoogte kunnen verbeteren. De berich
ten van den 17en sluiten zich hierbij geheel
aan.
Het zou voorbarig zijn daaruit af te leiden,
dat de Russische aanvalsvloed nu op 't hoog
ste punt is gekomen, en dat de kentering is
begonnen. Maar deze berichten vormen
toch eene opmerkelijke tegenstelling tot de
vroegeren, die weken achtereen steeds ge-
gewaagden van de noodzakelijkheid, die aan
de verbonden Duitsch-Oostenrijksche legers
was opgelegd om voor de vijandelijke over
macht terug te wijken. Nog in de vorige week
werd in zuidoostelijk Galicië het gewichtige
kruispunt Stanislau aan de Russen prijs ge
geven, omdat men oordeelde het front meer
naar achteren te moeten verleggen. Nu is
voor 't oogenblik de aanval tot stilstand ge
komen. Dat geeft gelegenheid om na te gaan
hoe nu de toestand is op dat tooneel van
den wereldstrijd.
Het offensief, dat de Russen den 4en Juni
van dit jaar onder de opperste leiding van
generaal Broessilow zijn begonnen, levert
het bewijs van eene inderdaad merkwaardige
veerkracht. Men schijnt die van Duitsche
zijde niet te hebben verwacht, althans niet
in die mate. Een gezaghebbende militaire
schrijver, generaal von Blume, komt daar
voor in ronde woorden, uit. waar hjj zegt:
„Van het Russische leger bevonden zich
aan het einde van den veldtocht van het
vorige jaar slechts -weinige korpsen nog in
een toestand, waarin zij tot operatiën in
staat waren. Wat verder nog aanwezig was,
waren treurige overblijfselen; ook de reser
vetroepen waren uitgeput. Bijna twee mil-
lioen Russen, waaronder 13,000 officieren,
waren in den loop van den oorlog tot dus
ver in gevangenschap geraakt. Weinig min
der dan het dubbele getal waren gedood of
invaliede geworden; het grootste gedeelte
van de kanonnen en machinegeweren en
van het verdere oorlogsmaterieel was een
buit van den vijand geworden, vernietigd of
verloren gegaan. De militaire kracht van
Rusland, of althans zijne offensieve kracht,
scheen voor langen tijd gebroken. Want al
wist men ook, dat het land nog eene talrijke
reserve van voor den oorlog bruikbare man
schappen bezat, het ontbrak geheel aan het
vereischte vaste kader om'daaruit geoefen
de soldaten te vormen, vooral aan drilmees
ters en aanvoerders, en niet minder aan
geschikte personen voor de talrijke hulp
diensten, die een groot leger behoeft. Reeds
de moeielijkheid om het ontbrekende oor-
iogsmaterieel te bekomen, scheen voor het
land bij zijn gebrek aan eigen hulpmidde
len voor dit doel, de belemmering van zijn
verkeer met het buitenland en de lamheid
van het binnenlandsche bestuur het weder
op de been brengen van een krachtig leger
buitengewoon te bemoeielijken. Wanneer
Rusland al deze bezwaren in den tijd vas*
weinig meer dan een half jaar heefUover-
wonnen, zoodat het op nieuw tot een zoo
krachtig offensief in staat was, dan is dat
eene daad, waarvan moet worden erkend,
dat zij moeielijk te voorzien is geweest. Het
is slechts mogelijk geweest die daad te vol
brengen, doordat de bondgenooten ruim
schoots hebben bijgesprongen met tech
nisch en opleidend personeel, alsmede hier
door, dat Japan en Amerika in bijna de ge
heel e behoefte aan oorlogsmaterieel hebben
voorzien, terwijl Frankrijk en Engeland met
hun crediet hebben Ingestaan voor het dek
ken van de kosten."
Het nieuwe Russische offensief heeft
strijd gebracht op de geheele oostelijke
frontlinie, die in haar geheel 1200 KM. lang
is. Maar de Veranderingen, die daardoor ver
kregen zijn in den stand der oorlogvoeren
den, strekken zich niet over het geheele
front uit. De aanvallen van de Russen tegen
de frontgedeelten, die vroeger onder het be
vel stonden van de maarschalken Hinden
burg en prins Leopold van Beieren, zijn zon
der uitwerking gebleven. Van de Oostzee tot
voorbij Pinsk is de frontlijn (hans nagenoeg
gelijk aan die van October van het vorige
jaar. Op het noordelijke gedeelte van de
frontlijn, in uitgestrektheid het grootste, want
het maakt twee derden van de geheele lengte
uit, heeft het Russische offensief geen in
vloed gehad. Geheel Russisch Polen met al
het Russische gebied, dat ten oosten daarvan
in het vorige jaar door de Duitschers werd
bezet, bevindt zich nog in Duitsche handen
en is in den strijd, die in de eerste dagen van
Juni werd begonnen, nooit ernstig bedreigd
geweest.
Dit moet worden vooropgesteld, wanneer
men de uitkomsten nagaat, die het jongste
Russische offensief tot dusver heeft gehad.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 17 Aug. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Het vijandelijke vuur nam ten westen van
Wytschaete en aan en ten zuiden van het
La Bassée-kanaal tijdelijk eene groote he
vigheid aan. Nadat reeds in den morgen
krachtige Engelsche aanvallen op de linie
OvillersPozières en ten westen van het
bosch van Foureaux waren afgewezen, zijn
des avonds na een zeer sterk voorberei-
dingsvuur en met aanzienlijke krachten de
Engelschen tusschen PozièFes en het bosch
van Foureaux en de Franschen tusschen
Guillemont en de Sorqfne tot een storiff
aanval opgerukt. Deze storm mislukte, even
als de nachtelijke herhalingen, die meerma
len, door de Franschen tot vijf malen toe,
werden ondernomen. Na een hardnekkigen
strijd werden de ten westen van het hosch
van Foureaux en ten zuiden van Maurepas
in onze loopgraven gedrongen afdeelingen
van de tegenstanders er weer uit geworpen.
De verliezen van den vijand zijn groot.
Ten zuiden van de Somme werd in de
streek van Belloy gestreden. De Franschen
kregen hier voet in onze voorste loopgra
ven over ongeveer 500 Meters- Ten oosten
daarvan en bij Estrées werd de tegenstan
der afgewezen.
Aan beide zijden van de Maas was de
artillerie-actie bij herhaling meer intens.
Eene poging tot een vijandelijken aanval
in het Chapitre-bosch werd door ons sper
vuur onderdrukt.
Op talrijke plaatsen van het front mis
lukten Fronsche patrouille-ondernemingen.
P a r ij s^ 17 Aug. (Havas.) Namiddag
communiqué.
Aan het Sommefront beproefden de Duit
schers in den loop van den nacht geene en
kele reactie. De Fransche troepen brengen
de veroverde stellingen in orde. De artille-
riestrijd duurt met bijzondere hevigheid
voort in dc streek van Maurepas en in den
sector Beüoy-en Santerre.
Op het overige front was de nacht rustig.
Avondcommuniqué.
De Fransche artillerie wierp aan 't Sorn-
me-front vernielingsbommen op de vijande
lijke werken. Er was geene infanterie-actie.
Het aantal ongevrondc gevangenen, gis
ter ten noorden van de Somrne gemaakt,
is meer dan 200. Verder werden vijf ma
chinegeweren buit gemaakt.
Londen, 17 Aug. (R.) Officieel be-
richt:-
Generaal Hcig meldt: Als uitkomst van
den strijd van gislemacht brachten wij onze
linie vooruit zoowel ten westen als ten zui
den van Guillemont. Ten westen van den
straatweg namen wij 300 Meters vijande
lijke loopgraven.
Tweede telegram. Gisternacht en
heden morgen vroeg deed de vijand een
reeks hevige tegenaanvallen ten noordwes
ten van Pozières op een breed front en met
aanzienlijke krachten. Zes liniën infanterie
rukten uit om aan te vallen, maar werden
teruggedreven met zware verliezen. Onze
kanonnen en machinegeweren richtten eene
groote slachting aan. In geen enkel geval
gelukte het den vijand in onze liniën te
dringen. Ten noordwesten van Bazentin
veroverden wij omstreeks 100 yards loop
graaf. Een tegenaanval werd teruggeslagen
en eenige gevangenen werden gemaakt.
Een Duit9ch vliegtuig werd. bij Pozières
achter onze liniën naar den grond gebracht.
B e r I ij n, 17 Aug. (\Y/. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Front Hindenburg. Hevige Russische aan
vallen, die tot in den nacht werden voortge
zet tegen den sector BatkowHarberzow ten
westen van Zalocze, werden volledig afge
wezen.
Front aartshertog Karei. Aanvallen van
den vijand ten noorden van de Dnjestr bij
ToestobabyKonczaki bleven ook gisteren
zonder succes. Er werden 154 gevangenen
ingeleverd.
In de Karpathen werd de hoogte Starn
Obezyna, ten noorden van den berg Capul,
genomen.
W e e n e n 17 Aug. (W. B.) Officieel
bericht van hedenmiddag.
Front aartshertog Karei. In het Capulge-
bied is de hooge Steravbozyna genomen.
Ten zuiden 'van de Moldawa en aan de
Boven Bystrica mislukten Russische aanval-
len. Overigens is er op dit front, na de reeds
gemelde aanvallen bij Horozanka, niets bij-,
zonders gebeurd.
Front Hindenburg. Bij het leger van
Boehm Ermolli kwam het gisteren tusschen
Perepelniki en Pieniéki tot allerhevigste ge
vechten. De vijand dreef gedurende meer
dan twaalf urén onafgebroken zijne massa's
tegen onze stellingen vooruit. De meeste
aanvallen vielen voor onze versperringen in
een. Waar de verdediger, zooals bij Mana-
jov, tijdelijk er in slaagde in onze loopgra
ven te dringen, werd hij door onze reserves
teruggedreven. Het zegevierende afweren
van den Russischen aanval is evenzeer aan
den voortreffelijken arbeid der Duitsche en
O.-H. batterijen als aan de dappere houding
van de infanterie der West-Hongaarsche re
gimenten 12 (Kameron) en 72 (Poszony) te
donken. Onze verliezen waren gering, die
van den vijand buitengewoon zwaar.
Verder naar het noorden is niets van be
long gebeurd.
Petersburg, 17 Aug (Tel.-agent
schap). Namiddag-communiqué van den
grooten generalen stof.
Op het geheele front artillerie- en infan-
terievuren. Op tal van plaatsen deed de
vijand tegenaanvallen, die wij door ons vuur
terugsloegen.
Een Zeppelin vloog over de streek van
Kemmern, ten westen van Riga, cn wierp
bommen neer.
Volgens een nader ontvangen opgaaf heb
ben de troepen van generaal Bezobrazof ge
durende de laatste operatie buitgemaakt 198
officieren, 7308 soldaten, 20 lichte en 17
zware kanonnen, 70 machinegeweren, 29
bomwerpers en meer dan 14 000 projectie
len. Deze cijfers móeten toegevoegd wor
den aan die, in het communiqué van gis
teren vermeld.
Avond-communiqué:
De toestand is onveranderd.
W e e n e n 17 Aug. (W.-B.). Officieel
bericht van heden voormiddag.
Terwijl de Italianen gisteren hunne werk
zaamheid tusschen Plava en de Wippach tot
een levendig artillerievuur bepaalden, vielen
zij tusschen deze rivier en Oppacchiavella
onze stellingen vijf malen in diepe geledin
gen aan. Slechts op één punt moesten onze
troepen den vijand in een strijd van dichtbij
terugslaan. Overigens vielen zijne storm
aanvallen onder bijionder zv/are verliezen in
ons vuur ineen.
Aan het Tirolsche front mislukten kleinere
vijandelijke ondernemingen aan den Monte
Piano en bij Civaron.
Romp, 17 Aug. (Stefani). Officieel
communiqué.
Op het Beneden Isonzo-front zetten wij
gisteren onze artillerie-actiën voort tegen de
liniën van den vijand. Wij maakten een hon
derdtal gevangenen, waaronder vier officie
ren.
In de streek van Tolmino bombardeerde
onze artillerie gisteren het station Santa
Lucia, waar treinbewegingen waren bericht.
In de Boven Cordeole en op het Tonizz»-
plateau werd tegen de hevige actie van de
vijandelijke artillerie met kracht opgetrede»
door de onze.
Wie op grooten voet leeft, weet spoedig
waar hem de schoen wringt.
Roman door
Mr. L. H. J. LAMBERTS HURRELBRINCK.
37
„En als ik nou eens wat wist te prakkezee-
ren, dat ik toch bij jelui zou komen, zonder
dat ze iets konden presumceren, zou je dan
fcang^ zijn, dat zij me zouden tcrugkenncn?"
„Wat wil je toch Nol, waarom vraag je
dat?"
„Och zoo maar antwoord me."
„Ik geloof hel niet; 't is nu al drie en twin
tig jaren geleden, dat ze je gezien- hebben,
dien eenen keer; je bent in dien tijd zoo heel
ianders geworden; ouder natuurlijk, je hebt
Ook een heel ander gezicht zonder dien groo
ten knevel."
„Dus je denkt effectief, dat zij mij niet zullen
Herkennen?" met aandrang.
„Dat heb je me nu al drie keer gevraagd en
fcrie keer heb ik gezegd, dat ik het niet geloof,
|»nminste als je geen onvoorzichtigheid be
gaat, geen gekke streken uithaalt."
v «Dat zal ik niet, waarachtig niet."
„Maar wat wil je dan toch beginnen Nol?"
is mijn ge&eim/1 met schaikschen pret-
lach; „tot Zondag, Grelchen" mei liarlclijkcn
kus.
„Dag Nol, in Godsnaam geen gekheid hoor."
„Laat mij maar begaan."
Dien Zondag, de groote kamer in de villa
van den heer Deutzmann herschapen in \\cel-
derigen bloemenhof.
Voor een canapé Marieke in het witte
bruidskleed; het blonde hoofd getooid met
krans van lange oranjeblocsem-süerl, 't sym
bool der reine onschuld, frissche blos op liore
konen, glimlach van gelukkig zich voelen om
hare roze lippen; oogen, die vol innig ver
trouwen voor zich uitstaren; naast haar, de
Stuigom, flinke, kranige kerel, met breede
schouders, waarom eng sluitend de zwarte
rok; leen roos in het knoopsgat. Gretchen, de
moeder der bruid, in sierlijk zijden kleed,
vroolijk in druk gesprek met haar broers, een
enkele maal een onrusligen, angsligen blik
naar de deur.
Tal van deftige dames en heeren, krioelend,
wriemelend door elkaar langs de bloemcn-
trofeeën; 'n roezemoezig gegons van stemmen,
bewonderend de prachtige geschenken op
zilveren tafel uitgespreid tal van belang
stellenden, die telkens binnentreden, weer
weggaan na bruid en bruidegom de hand te
hebben gedrukt, hun de verzekering le heb
ben gegeven van hunne beste heihvenschen.
Eensklaps een bange angst over Gretchen;
zij klemt de tanden op elkaar om de gil tc
smoren... Nol... Nol, dien zij heeft zien bin
nentreden, gevolgd door twee andere arbei
ders in Zondagsehe kleedij; een reusachtig
bouquet van witte rozen in zijn hand een
even zijdelingschen blik naar haar één
seconde, waarin hij haar alles heeft gezegd,
waarin zij alles heeft begrepen dan naar
hel bruidspaar met onzekere stappen.
Een stijve buiging; een doodelijke stilte,
welke eensklaps heerscht in het zoo even
lawaaierig vertrek; enkele keclschrapingen
en dan in den beginne slamclhakkcleiid,
allengskens vaster, vloeiender de van buiten
geleerde woorden: «lat het liem als woord
voerder van ecu deputatie van mijnwerkers
niet alleen een bizonder voorrecht en onder
scheiding. maar ook een buitengewoon genoe
gen is hunne caissière, die altijd zoo lief en
vriendelijk voor hen was, als zij het geld uit
betaalde, dezen ruiker tc overreiken als een
blijk, van hun aller sympathie cn dat hij
namens alle kameraden haar hartelijk geluk
wenschlc met dezen dag en dat hij hoopte,
dat zij heel erg gelukkig zou zijn met haren
echtgenoot, dien zij ook allen kenden als een
braven, oppassenden man.
„En nu, „Glück auf" in uw toekomstig leven,
lieve bruid. „Glück auf" heer bruidegom."
Een algemeen handgeklap, een bravo ge
roep na deze hartelijke, zoo oprecht gemeen
de woorden van den eenvoudigen mijnwer
ker; enkele dames, die van aandoening een
traan hebben weggewisebt met den fijnen,
kanten zakdoek.
Enkel Gretchen, doodsbleek, heeft gesidderd,
op de wankelende knieën.
„Dank jc wel Arnolds" heeft Marieke hem
toegevoegd, „ik vind het erg lief van de mijn
werkers en stel de mooie bloemen, die ze me
door u hebben laten brengen, zeer op prijs;
wil je hun dat voor mij zeggen?" terwijl zij
hem de hand reikt.
Hij heeft die hand gegrepen, zich verstout
een kus er op te drukken zijn kind, zijn
dochter, die hij kust. moment van liet hoogste
geluk, yan grootste zaligheid.
Ilij heeft de hand gegeven aan Ilofmann,
weldra zijn schoonzoon, den man van zijn
Marieke, aan Gretchen met verlrouwclijkcn
druk, aan Jcanc, krachtig, lang, ook aan de
broeders van zijn vrouw, die hij vandaag, niet
meer haat; ze hadden goed voor zijn kinderen
gezorgd, dat was hun werk geweest.
Lang is hij nog gebleven, steeds turend met
gretige oogen naar zijn dochter wat was
ze mooi, zijn kind, naar zijn jongen wal
een kerel hè, wat 'n oogen cn hoe deftig én
voornaam in dat zwarte pak God in den
Hemel, kon hij nu toch uitroepen: Marieke,
Jcanc. ik ben jelui vader... ik... ik... z'n leven
zou hij er voor geven.
„Kom nu Arnolds, ga nu mee" fluisteren
hem zijn kameraden in 'l oor; „wij zijn nu
lang genoeg bij al die deftigheid geweest
't wordt ons hier te benauwd," tevens zacht
trekkend aan zijn mouw.
Nogj-én langen, smaehlenden blik naar die
twee en hij strompelt weg dc deur uit.
Buiten hebben zijn metgezellen hem ter
stond den thalcr gevraagd, dien hij hun be
loofd had, als zij met hem medegingen om
dat bouquet aan de bruid le geven, dat hij
had gekocht.
Ook in de kerk is hij geweest; in donkeren
hoek bij hel koor heeft*hij zich verborgen.
Zij zijn hem allen voorbijgegaan; ze hebben
hem niet gezien in zijn schuilplaats, maar hij
hen wel... Marieke God, God, wat is ze
toch mooi, net Grelchen, toen hij met haar
trouwde, toen beiden ook gearmd voortschre
den door dc kerk, toen ze allemaal om hen
heen fluisterden, ,'n schoen koppel," nu ook
'n schoen koppel die twee, ziin dochter en
haar man.
Wat is hij gelukkig geweest dien dag
't heeft niet altijd geduurd, dal geluk neen
dal moet bij hen niet zoo worden God, zal
hen bewaren, dat hen zoo iets overkomt, al»
hem is gepasseerd, Gretchen, zijn vrouw,
aan den arm van een vreemden heer zeker
de oude Ilofmann, hij lijkt op zijn zoon; zij
kijkt overal heen door de geheele kerk; zij
zoekt hem zeker; zij weet, zij voelt, dat hij
hier moet zijn durfde hij maar schreeu
wen, hier ben ik... ik hoor d'r pok bij.
De oudste broer van zijn vrouw ook met
een dame, die hij niet kent, de moeder van
de bruigom; die had hij moeten geleiden; dal
zou zijn plaats geweest zijn
Jeanc, verduld, wat 'n prachtig mooi meisje,
dat naast hem loopt waarachtig, dat ia
de dochter van een der directeuren van de
mijn; die heeft hij laatst zien zitten in eigen
rijtuig met een koetsier en palfrenier in livrei
met veel goud op de bok, jongen, jongen,
met welke grootheid en voornaamheid hif
toch verkeert, zijn zoon God weet of dat
later ook nog niet eens...
'Nog meer deftigs ert rijks, dat hein voorbij
gaat hij kent ze niet, maar allemaal uit de
voornaamheid dat kun je zoo wel zien,
neen, dat had hij in Roosdaal toch niet aaif
Marieke kunnen geven 't is dan toch voor
iets goed geweest, zijn ongeluk.
Eindelijk, daar zitten ze allemaal.
fWnrdt vervolg'dj