A. J. Looxma v. Weideren
baron Rengers
A. van Nynatten
J. Benk
Mr. A. van Traa.
EEN STRIJD OM DE ZON.
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 5 September 1916.
A. J. Looxma van Weideren
baron Rengers.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N* 56.
15" Jaargang.
i=
Ons viertal.
A. van Nijnatten
J. Bonk
Mr. A. van Traa.
AMERSFOORTSCH
hoofdredacties VAN VERSENDAAL.
Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
t=
ABONNEMENTSPRIJS:
maanden voor Amersfoort1.30.
Idem franoo per post 1.80.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.125.
ULfzonderlijke oummera0.05.
^7ekelijksob byvoeg^l D» RotlandMch» BuüvroiM»9* (onder
redactie van Thértae Hoven) per 8 mnd. 50 ct8.
fo^ekelgksoh bijvoegsel mef per 8 mnd. 53 ets.
Bureau: UTRECHTStH EST RAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regel9 f 0.80.
Elko regel meerO.I5.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijl bestaan zeor voordeeligo bepalingen
tot het herhaald advertooron in dit Blad. bij abonnement.
Eene oirculaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Voor de verkiezing van 4 ledeii van
den Gemeenteraad op Donderdag
7 Sept. a.s. bevelen met de
meeste aandrang aan:
In district I
en
In district III
en
Wat men ook van Rechts en uiterst Links
moge zeggen of schrijven, de keuze van ons
•viertal is een gelukkige. Of wij dit mochten
verwachten? Zonder twijfel! De uitgebreide
vrijzinnige partij heeft in haar midden uit
stekende krachten en wij wisten in buiten
gewone omstandigheden, doet men op deze
geen vergeefsch beroep voor de gemeen
schap.
Zoo moet het ookr Zoo hoort het! De open
gevallen plaatsen varrde strijders voor onze
goede zaak, moeten bereidwillig inge
nomen worden. Daarvoor onzen openlijken
dank! Want het is geen kleine taak die
roept. Geofferd moet -er worden: lijd, rust,
kracht en energie.
Vroeger koos men in bestuurslichamen
veelvuldig de oudsten. Vandaar de benaming
Raad van Oudsten. Mogelijk was deze ziens
wijze bij den meer kalmeren gang van zaken
van toen een goede, maar thans vergt inzon
derheid een raadslidmaatschap den mensch
in de volle kracht der jaren. Deze mogen
nog niet drukken, doch, omgekeerd, deze
mogen ook niet zóó zijn, dat veel ervaring
begrijpelijkerwijze nog ontbreken moet.
Naast volle levenskracht is inzonderheid ook
rijpe ondervinding eisch. Er wordt ten ge
meentehuize zoo enorm veel meer aangepakt
dan voor 15 of 20 jaren geleden. In beide
Opzichten meenen wij dus gelukkig geslaagd
te mogen heeten met onze candidaten. Vol
vertrouwen bieden wij ze u voor de vaca
tures aan.
in District I op
in district III
en
N.S. Morgen zullen wij u mededeelen
hoe indien gij onze candidaten zult steu
nen uwe stemkaarten moeten worden ge
bruikt.
Het Bestuur der Vrijzinnige
Kiesvereeniging
„Amersfoortsch Gemeentebelang".
Politiek Overzicht
De wereldstrijd in het
oosten.
„Niet op het Fransche oorlogstooneel
wordt voor 't oogenblik de partij gespeeld,
maar in Oostenrijk-Hongarije en op den
Balkan." Deze uitspraak van een Franschen
generaal in de Bonnet Rouge vult de gisfer
door ons aangehaalde verzuchting aan van
de Bataille: „Men zou moeten wanhopen,
als de Russen niet aan het werk waren."
Andere militaire schrijvers aan de zijde van
de Entente geven te kennen, dat Rumenië
uitredding moet brengen. De Italië doet
uitkomen, dat het hoofddoel van het Bal-
kan-offensief, namelijk het doorsnijden van
de verbinding der centrale mogendheden
met Turkije, slechts kan gelukken als Ru
menië meedoet; in de Giornale d'Italia
wordt dit bevestigd in de woorden: „Zonder
Rumenië is niets te beginnen."
De hier uitgedrukte wenschen hebben ge
hoor gevonden. Rumenië is in den oorlog
gegaan en heeft de zijde van de Entente
gekozen. De Russische legers, die onder de
opperste leiding van generaal Broessilow
staan, hebben een paar dagen na de Ru-
meensche oorlogsverklaring den door eene
korte rust onderbroken strijd hervat op het
geheele front in Wolhynië, Oost-Galicië en
de Karpathen. Men is andermaal begonnen
met de zoo dikwijls reeds mislukte pogin
gen om den muur door te breken, die den
doortocht naar Kowel en naar Lemberg ver
spert. Maar vooral zijn de pogingen thans
gericht tegen het front in de Karpathen,
waar men zich een weg wil banen naar Hon
garije. In den loop van den nu reeds 25
maanden durenden oorlog heeft Oostenrijk
in vele deelen van zijn gebied den vijand
gezien en de rampen van den oorlog onder
vonden. De andere helft van de monarchie'
is daarvan tot dusver nagenoeg verschoond
gebleven; maar nu ziet Hongarije zich door
twee vijanden, Rusland en Rumenië, be
dreigd.
Van het Hongaarsche front, dat aan den
Russischen aanval is blootgesteld, geeft het
Journal des Débats eene beschrijving. Bij
het begin van dit hernieuwde offensief hiel
den de Russen, tot aan den grenskam, het
bergmassief bezet, dat doorsneden wordt
door den spoorweg en den straatweg van
Stanislau naar Maramaros. Zij bezetten op
den straatweg Jablonitsa, op den spoorweg
Dorokhta. Van daar zet hun linkervleugel
zich voort langs de grens tot aan de bron
nen van de Proeth op den berg Koverla. Op
hun rechtervleugel breiden zij zich uit ten
noorden van den weg naar Maramaros.
Een zijtak gaat van den weg Stanislau—
Maramaros naar Madvorna en volgt, naar het
westen ombuigende, de Bistritza, een van de
talrijke stroomen vaa dien naam, die van de
Karpathen ontspringen; de naam beteekent
„de snelle". Het dal, dat eerst een alluvium-
vlakte is, vernauwt zich stroomopwaarts tot
een tiental Kilometers. Na gedurende om
streeks 25 KM. de rivier te zijn opgegaan,
komt men aan het dorp Rafailova. Dit is het
vereenigingspunt, van de tallooze door de
bosschen stroomende watergangen, die sa
men de Bystritza vormen. De kringvormige
kam, die ze omringt, is afviisselend 1300 tot
1900 M. hoog en «maakt de Hongaarsche
grens uit. Aan de buitenste, d. i. Hongaarsche
zijde stroomt in de diepte de zwarte Theiss.
In het bezit van den bovenloop van die ri
vier, kunnen de Russen van daaruit den in
val in Hongarije uitvoeren. Deze schrijver is
van oordeel, dat de weg, waarlangs die in
val moet gaan, niet bijzonder moeielijk is.
Het aanvalsfront, tusschen Rafailowa en den
berg Koverla is omstreeks 25 Kilometers.
De wegen, die er van de Russische zijde
heen leiden, zijn talrijk genoeg om gelegen
heid te gevend-tot het inrichten der hulp
diensten van een aanzienlijk korps, en wan
neer men aan de Hongaarsche zijde naar be
neden gedaald is, vindt men op een
front van 50 Kilometers vijf groote wegen,
die voor den gelijktijdigen opmarsch van
eene groote macht kunnen worden gebruikt.
De materieele gegevens van het vraagstuk
zijn dus gunstig voor de Russen, volgens
dezen schrijver, die echter zoo voorzichtig
is geene voorspelling ie doen over den loop
van de operatiën, die hij voorziet, want die
hangt af van vele andere factoren.
De Rumeensche opmarsch naar Zeven
bergen is hiermee begonnen, dat langs de
600 KM. lange rijksgrens de Oostenrijksch-
Hongaarsche grensposten met vuur over
vallen werden. De aanvaller was hier in het
voordeel. De grenskammen waren voor eene
verdediging van eenigen duur ongeschikt,
omdat zij op 5 a 6 Kilometers afstand van
de grens aan de Zevenbergsche zijde steil
afdalen. Deze verdedigers waren overal in
gevaar, in de dicht achter de grens met deze
evenwijdig loopende dalen neergeworpen te
worden. De passen waren niet te verdedigen,
omdat zij konden worden omgetrokken. Dit
bewoog het Oostenrijksche legerbestuur de
verdedigingslinie landwaarts in te verleggen.
Met de grenskammen zijn ook de daarachter
gelegen dalbekkens met hunne rijke dorpen
en steden, waaronder Kronstadt (Brasso) en
Nagy Szeba (Hermannstadt) aan den tegen
stander prijsgegeven.
De ernstige strijd is hier nog niet aan
den gang; men is hier nog in het stadium
van voorbereiding. Voor dien strijd heeft men
niet alleen met de sterkte van het Rumeen
sche leger te rekenen. Die sterkte wordt
door de ondersteuning van de in Bessarabie
samengetrokken Russische troepen niet on
belangrijk vermeerderd. Een schrijver in de
Nord. Allg. Zeitung meent, dat de Russische
troepen ook op het nieuwe strijdfront als de
voornaamste tegenstanders moeten worden
beschouwd, omdat zij in de eerste plaats
moeten dienen tot ondersteuning var^ de
linkerflank van het offensief van Broessilow.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 4 Sept. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
De gistermorgen begonnen Engelsch-
Fransche aanvallen in het Somme-gebied
leidden tot een slag van grootere uitbreiding
en verbittering, die zich ten noorden van de
Somme afspeelden op een ongeveer 30 KM.
breed front van Beaumont tot de Somme.
Ondanks herhaalde vijandelijke stormaan
vallen aan beide zijden van de Somme en
vooral op Thiepval en ten noordwesten van
Pozières, handhaafden onze troepen, onder
bevel van de generaals von Stein en Mer-
schall, hunne stellingen. Zij heroverden door
een snellen tegenstoot den tijdelijk verloren
geganen grond bij de hoeve Mouquet, ten
noordwesten van Pozières, en brachten den
vijand de zwaarste verliezen toe.
Verder oostelijk hield onze sterke artil
lerie den vijand in bedwang in zijne storm-
stellingen. Eerst des nachts gelukte het hem
aan het Foureauxbosch uit te komen. Hij
werd teruggeslagen.
De na een voorbereidingsvuur, dat elk
tot dusver voorgekomen munitieverbruik
overtrof, ontbrande strijd tusschen Ginchy
en de Somme woedde hier voort tot in het
late nachtelijke uur. In heldhaftigen tegen
weer hebben de troepen van de generaals
von Kirchbach en von Fassbender den in
de geheel platgeschoten eer? stelling bin--
nengedrongen vijand e" voetbreedte
gronds betwist en in hunne tweede verdedi
gingslinie aan den stoot halt geboden. Guil-
lemont en Leforest zijn in handen van den
tegenstander.
Ten zuiden van de Somme gelukte het
onze artillerie, afgezien van den sector ten
zuidwesten van Barleaux, de uitvoering van
Fransche aanvallen te onderbinden. De bij
Barleaux voor de aanval in het vuur ge
brachte krachten werden bloedig afgesla
gen.
Rechts van de Maas mislukten aanvals-
pogingen van de Franschen tegen het wes
ten Thiaumont en ten zuidoosten van Fleu-
ry. Aan de Souville-klcof werd na zorgvul
dige voorbereiding een in onze linie voor
uitspringende hoek van de Fransche stel
ling van de vijanden gezuiverd. Elf officie
ren en 490 man werden gevangen geno
men. Verscheidene Franscho tegenaanval
len werden afgewezen.
P a r ij s, 4 Sept. (Havas.) Namiddag
communiqué.
Ten noorden van de Somme beproefden
de Duitschers in den loop van den nacht
geene enkele reactie tegen de door ons veN
overde stellingen, waar wij ons met veel
ijver inrichten. Het slechte weder vertraagt
de operatiën. Tot dusver zijn 40 kanonnen
aan de Duitschers ontnomen. Er zijn weer
nieuwe gevangenen gemaakt.
Aan, den rechter Maasoever was een gra-
naatstrijd in de oostelijke en noordwestelij
ke streek van Fleury, waar wij onze winst
van gisteren volledig handhaafden. Het to
tale cijfer der valied$ gevangenen, door ons
in die streek gemaakt, is 400. Alle nieuwe
pogingen, die de Duitschers richten tegen
onze stellingen in het bosch Vaux-Chapi-
tre, werden door ons vuur gestuit. Een wei
nig verder oostelijk werd een sterke Duit-
sche aanval onder ons spervuur genomen
op het oogenblik toen hij trachtte uit te
komen. De Duitschers moesten inderhaast
in hunne loopgraven terug gaan nadat zij
ernstige verliezen hadden geleden.
Op de rest van het front was de nacht
rustig.
Avond-communiqué.
De strijd aan de Somme werd gedurende
den nacht met hevigheid voorlgezet. Wij
kwamen verder vooruit. Verwoede Duitsche
tegenaanvallen te Combles werden afgesla
gen met hevige verliezen voor den vijand.
De Franschen drongen in het frent van den
vijand over 20 Kilometers tussrhein BarlcuX
en Chaulnes en ook over 4 K.M. bij Chilly,
dat genomen werd. Er werden 3700 gevan
genen gemaakt.
Londen, 4 Sept. (R.) Communiqué
van het Britsche hoofdkwartier.
Er was gisteren een zeer zware strijd tus
schen de Ancre en de Somme. Wij hebben
vijandelijke versterkingen veroverd op een
front van 3000 yard en 800 yard diepte. In
Ginchy, dat wij aanvankelijk in zijn geheel
veroverden, moesten wij weer grond af
staan; maar wij handhaven ons in een deel
van het dorp, ondanks zware, nachtelijke
aanvallen. Er zijn reeds 800 gevangenen
ingebracht.
Avond-communiqué.
Heden morgen heeft de vijand een tegen
aanval gedaan op de pas door ons ten
Noordwesten van de hoeve Mouquet vero
verde stelling; hij werd gemakkelijk afgesla
gen. Ten Noorden van de hoeve Falfemonf
hebben onze troepen in den namiddag nog
terrein gewonnen. De hevige strijd op dit
gedeelte van het front duurt voort.
Behalve hevige artillerie-gevechten tus
schen de Ancre en de Somme-, valt er ver
der niets te berichten.
B e r 1 ij n, 4 Sept. (W. B.) Bericht uil
Let groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
In den naohf van 3 September vielen
leger- en marine-luchtschepen met waarge
nomen goede uitwerking de vesting Londen
aan. Een van onze schepen viel in het vij
andelijke vuur neer.
In den luchfstrijd van 2 en 3 September
werden in het Sommegebied 13, in de
Champagne en aan de Maas telkens twee
vijandelijke vliegers neergeschoten.
Gedachte is exceptie, niet denken regel.
Uil het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
11
Koare at zooveel dat hij zich bijna schaam
de maar de anderen deden zich ook te goed
en het was de prettigste maaltijd, dien hij in
tang beleefd had. Het was aldoor gebabbel
en scherts, de een overtrof den ander in
grappen en kleine plagerijen. En Gunnar zat
•daar met zijn glimlach vol vrede, die aan
alles wijding schonk. Toen hij na den maal
tijd zijn pijp aanstak en geleund zat tegen
'den stam van een boom, moest Kaare den
ken aan een ouden held uit een der slagen
er was over het geheel bij Gunnar zoo won
derlijk veel, dat aan historie oeed denken.
.^Ien kon bijna nooit alleen aan het heden
denken, wanneer men hem zag.
Maar de zon scheen al te fel en het rook
Joo sterk naar het pas gemaaide*gras, dat
Kaare slaperig werd na h"et genoten maal.
Hij strekte zich uit op het gras met de armen
©nd*^hflt tvoefd en staarde omhoog naar den
hoogen, lichten hemel. Geen enk*le wolk
aan het blauwe gewelf, geen blaadje dat zich
bewoog. Zijn oogen sloten zich en zijn ge
dachten gingen over in lichte droomen.
„Je wordt slaperig door d-? zon," rei Gun
nar, „neem mijn trui onder net hoofd en rust
watdat doen wij allen."
En de maaiers legden zich onder het over
hangende dak van de schuur, waar de scha
duw aangenaam wasmaar Liv paktè zeef
jes de mand in en legde zich daarna, met
haar linnen hoed over het gezicht, naast
Gunnar, die ingedommeld was. Liv had geen
lust om te slapen, maar de rust verstoren op
deze oogstdagen 'was heiligschennis. Het
was het uur, waarop alles in de natuur rust
De dieren in de bosschen kropen in hun
holen, en de vogels zwegen, op de takken
der boomen. Ja, zelfs het vee op de weide
gaat liggen, wanneer de zon op 't hoogst aan
den hemel staat.
Maar 's avonds roeiden Kaare en Liv op
de rivier in de blauwgeverfde boot en visch-
ten als in de dagen van ouds. Kaare zat aan
de riemen. Meestal zwegen zij en de riem
slagen werden van verre gehoord in den stil
len avond.
„Wanneer kom je weer rerug na dezen
keer?" vToeg Liv opeens, alsof zij overluid
haar eigen gedachten voortzette.
„Over twee jaar, en dan kom ik voor goed".
„O I" Liv wist niets meer te zeggen.
„Je begrijpt wel dat ik er blij om ben."
Kaare zag o\er het water naar den Sörli-
heuyeiy^
„Ben je? Maar hier is het heel anders dan
daarginds?"
„Nergens in de wereld is het zooals hier,
Liv." Hij zei het heel ernstig en zag haar
trouwhartig aan. „Dat meen ik."
Toen zij op het strand afscheid namen,
drukte hij haar hand met waimte: „Dank
voor vandaag, Livhet is wondervol en heer
lijk geweest."
„Ook bedankt. Wil je ze thuis van mij
groeten?"
„Zeker. Goeden nacht."
„Goeden nacht, je neemt zeker den
kortsten weg?"
„Ja, in een paar minuten klauter ik tegen
den heuvel op, nu nogmaals goeden
nacht." Hij zwaaide met zijn hoed, en -zij
knikte. Zij riep hem nog na„Als je daar
ginds te lui wordt, moet je terugkomen I
„Ja, zeker I" Op nieuw zwaaien met den
hoed. Toen nam hij een paar sprongen naar
boven, maar stond opeens stil en riep
„Zeg, Liv I"
„Ja."
„Ik denk daf ik morgen geen slag werk
doe I"
„Foei, jou!" riep zij lachend terug. Hij
spoedde zich nu verder en. aan de andere
zijde van de omheining stond hij even stil en
wierp nog een blik achter zich. Toen liep hij
snel het pad op. Toch moest hij Yich telkens
even omkeeren om uit te zien over het dal.
De zon stond nu in avondrood boven de
bergtoppen en de gletsoher lichtte in boven-
aardschen glans. Maar toen zonk de gloeien
de kogel weer achter Kras eggen en koudef
bleeke schaduwen breidden zich uit over het
eiland, kropen de hellingen op en doofden
den gloed in de kleine vensters der gaarden.
Den volgenden morgen werd Liv gewekt
door den eersten zonnestraal, die haar ka
mer binnendrong. Zij voelde dien als een
warme hand over haar gelaat en over haar
bloote armen, die boven het dek en het
grove, eigengeweefde laken uitgestrekt lagen
Het witte hemd met korte mouwen en het
eenvoudige kantje om den hals, en de blonde
vlechten, die met een eenvoudig wit lint bij
een werden gehouden, gaven haar een kin
derlijke, teedere bekoorlijkheid en de glim
lach, di.e om hare lippen speelde, was als die
van een kind, wanneer het ontivaakt uit ge
lukkige droomen.
Zij slaakte een zucht van welbehagen en
rekte haar armen uit tot boven het hoofd,
keerde zich naar den muur en beproefde op
nieuw in te slapen.
De gouden zee van zonnestralen viel
schuin op haar bed, gleed langs de lijst en
de met donkere rozen beschilderde paneelen
der hoekkast en vulde eindelijk de geheele
kamer met een overvloed van warm, gouden
licht, gebroken door groene weerkaatsingen
van den heuvel daarbuiten.
Zij voelde, in haar halven slaap, hoe de
warme stralen over haar hals en rug voort
slopen en zich eindelijk heel tot In haar hort
drongen, dat zoo vredig onder het eenvou
dig, linnen hemd klopte. Neen, ze kon niet
meer slapen. En zij ging op haar rug liggen,
wreef zich de oogen uit eft knipte er mee
tegen het schitterende zonlicht.
Doch opeens stroomde een golf van warme
blijdschap door heel haar wezen en zij sloeg
haar armen uit alsof zij de heele wereld wilde
omhelzen. Zij had gedroomd dat Kaare haar
wekte. Hij stond met de hooivork in de hand
en zei„het spinnewiel gaat vanzelf, haast
je wat I"
En toen boog hij zich diep, diep over haaf
heen, en zij voelde de warmte van zijn hand
en van zijn lippen over haar gelaat. Haastig
sloot zij de oogen en kroop diep onder de
deken. Het was haar op eenmaal slsof zij zicH
moest verbergen. „Hoe kon je nu zoo droo
men? Hij had mij haast gezoeïxd l"
IV.
SVERRE.
Eli Runge noemde zich schertsend boerin
onder Sörli, want haar eigendom lag op den
grond van Sörligaard. Lang had Sverre een'
stille hoop gekoesterd, dat EU eenmaal vait
hare woning naar de zijne zou verhuizen
maar nu wist hij dat dit nooit gebeuren zoit'
En tot verdriet van zijn moeder kwam ei
geen jonge huisvrouw op Sörli; en wanneef
Sverre eenmaal stierf, zou de gaard overgaa®,
in handen van haar zuster'* zonen.
fWordt yervolgd.)