EEN STRIJD OM DE 20N. N* S8. „DE EEMLANDER". Donderdag 7 September 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. 15d* Jaargang. fc HnnMr.d.rt!., MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF C ABONNEMENTSPRIJS: JPer 8 maanden too? Amersfoort •- f 1*30. Idem franco per post.. 1.80# Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken)* 0.12&» Afzonderlijke nummers0.05. VVekelijkaob btivoegsel „D# Hottandêek» Huisorouv* (onder redactie van Thérèae Hoven) per 8 mncL 50 cis. {Vokelyksob b|Jvoegsel mIbh m» tuf per 8 mni 52 cl8. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: n.iHo. u 0.15. 0.5!». Van 1—5 regela.. Elko regol moer Dienstaanbiedingen 15 regola Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodryt bostuan zeor voordeolige bepalingen tot hot herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, word! op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De chaos in Griekenland. Sints Rumenië den oorlog heeft verklaard &an Oostenrijk-Hongarije,*zijn, met ééne uitzondering, alle Balkanstaten onder de oorlogvoerenden gegaan. Turkije en Bulga rije hebben zich aangesloten bij de centrale mogendheden; Servië, Montenegro en nu ook Rumenië hebben zich verbonden met de Entente-mogendheden. Alleen Grieken land staat nog niet als een oorlogvoerende staat te boek. Maar al is Griekenland geen oorlogvoe rende staat, het heeft onder den oorlogs toestand haast nog meer te lijden dan één 'der staten, die aan den oorlog meedoen. Griekenland vertoont het deerniswekkende schouwspel van een staat, die al zijne krach ten inspant om zich van deelneming ^an dsn oorlog te onthouden, maar wien op alle mogelijke manieren heb streven om onzij dig te blijven in den strijd, betaald wordt gezet. Sedert koning Konstantijn geweigerd heeft tot ondersteuning van Servië de wa penen aan te gorden, volgen de dwang maatregelen van de Entente tegen Grieken land elkaar op. Het land is aan eene hon- gerblokkade onderworpen. Aan de regee ring wordt op allerlei wijzen kenbaar ge maakt, dat, als zij niet gezind is naar het pijpen van de Entente te dansen, het haar onmogelijk zal worden gemaakt haar gezag ui4 te oefenen. Achtereenvolgens zijn Skoeloedis en Goenaris, die als hoofden der regeering het vertrouwen genoten van den koning en van de vertegenwoordiging, moeten gaan. De nieuwe minister-president Zaimis heeft bij de aanvaarding van het bewind de belofie moeten afleggen, dat hij de vertegenwoordiging zou ontbinden en verkiezingen uitschrijven voor een nieuw parlement. Een besluit tot de mobilisatie van het leger werd de regee ring afgedwongen; de koning heeft den chef van 'en generalen staf, generaal Dusmanis, een van zijne trouwe aanhangers, moeten ontslaan en tot zijne vervanging generaal Moschopoelos moeten aanstellen, wiens aan bevelingsbrief vwas, dat hij een goed vriend is van de Entente. Saloniki is gemaakt tot het hoofdkwartier, van waaruit de operatiën worden bestuurd, waardoor de Entente in de Balkanlanden de overwinning aan hare banieren hoopt te ver binden. Wat de Grieksche regeering in dat deel van haar gebied heeft te zeggen, illus treert een voorval uit de allerlaatste dagen. Een troep gewapenden, die gehoorzaamt aan de bevelen van een comité, dat de onafhan kelijkheid van Macedonië heeft uitgeroepen, heeft in Saloniki een strijd aangebonden tegen het den koning trouwe gedeelte van het garnizoen. Die strijd is geëindigd met de ontwapening en interneering, op bevel van generaal Sarrail, den opperbevelhebber yan het Entente-leger, niet van de opstan delingen, maar van de aan het wettige gezag trouw gebleven troepen. Verleden Zaterdag heeft eene vloot van de Entente-mogendheden het anker laten vallen in Piraeus, de haven van Athene. Dit is geschied om kracht bij te zetten aan nieuwe eischen, die de Fransche en Engel- sche gezanten namens hunne regeeringen hebben gesteld. Daarmee wordt verlangd de controle over den geheelen Griekschen post en telegraafdienst, ook over de draadlooze telegrafie, en voorts nog de verwijdering van de vreemde, d. w. z. Duitsche agenten, die gezegd worden zich aan spionage en omkoo- ping te hebben schuldig gemaakt, en maat regelen tegen de Grieken, die deze agenten hebben geholpen. De regeering heeft ver klaard, dat er tegen inwilliging van die eischen geen bezwaar bestaat. Dat is niet te verwonderen met het oog op de thans in de haven van Piraeus aanwezige vloot. Maar het geeft een eigenaardig denkbeeld van de vrij heid, die aan de Grieksche regeering gelaten wordt. Zal het hierbij blijven Men heeft in Athene voorzien, dat die vraag zou gesteld worden, en daarom eene nota laten uitgaan, waarin verzekerd wordt, dat de komst van de vloot der geallieerden niet is geschied met een vijandelijk oogmerk tegen Grieken land, niet gemunt is tegen de Grieksche overheid of het Grieksche volk en ook niet in verband staat met de door den Griek schen staat aangenomen houding. Dat zijn drie ontkenningen tegelijk. Maar daar staat tegenover, dat Venizelos, de groote vriend van de Entente, dien zij weder aan de re geering wil bréngen om zich den waarborg te verschaffen, dat de zaken in haar spoor zullen l,oopen, openlijk den strijd tegen den koning heeft aangebonden. In eene rede, die hij onlangs hield in eene volksvergade ring te Athene, heeft hij onverbloemd ge zegd de koning zal moeten meegaan of heengaan. Lettende op wat is voorafge gaan, is het niet te verwonderen, dat men aan die woorden wel eenige beteekenis toe kent en ze beschouwt als eene aanwijzing wat er verder nog kan voortkomen uit den chaos, die nu in Griekenland heerscht. De oorlog. Berlijn, 6 Sept. (W.-B.). Bericht uit het groote hoofdkwartier. f De slag aan de Somme wordt met onver minderde hevigheid voortgezet. 28 En- gelsch-Frgnsche divisiën zijn onze aanval lers. Ten noorden van de Somme zijn hunne nieuwe aanvallen bloedig afgewezen. Op kleine plaatsen won de tegenstander veld. Clery is in zijne hand. Ten zuiden van de rivier is in een heen en weer gol- venden artilleriestrijd de eerste stelling tegen den hernieuwden aanloop van de Franschen op het front van Barleux ten zuiden van Chilly, gehandhaafd. Slechts daar, waar de voorste loopgraven geheel plat geschoten waren, zijn zij ontruimd. Latere aanvallen zijn volledig onder de zwaarste verliezen afgeslagen. Mecklenburgsche, Holsteinsche en Sak sische regimenten onderscheiden zich bij zonder. Tót aan den avond zijn aan gevan genen uit den tweedaagschen strijd ten zui den van de Somme 31 officieren en 1437 man van tien Fransche divisiën, aan bult 23 machinegeweren ingeleverd. In den luchtstrijd en door afweervuur zijn drie vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. P a r ij s, 6 Sept. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Somme beproefden de Duitschers geene enkele reactie. Gedu rende den nacht werd de artillerièstrijd voortgezet in verschillende streken van het front. Ten zuiden van de Somme vielen de Duit schers herhaalde malen de nieuwe Fransche stellingen ten zuiden van Denlcourt en in den omtrek van Berny-en-Santerre aan. Alle aanvallen werden gebroken door ons sper vuur, dat aan de Duitschers verliezen berok kende. Aan den rechter Mansoever beproefden de Duitschers omstreeks 8 uur des avonds na een levendig bombardement een aanval opshet dorp Fleury. Door onze machinege weren onder een hevig vuur genomen, kon den zij niet uit hunne loopgraven komen. Het aantal gevangenen, gisteren door de Frnnschen gemaakt in den sector ten oos ten van Fleury, is nog met een veertigtal vermeerderd. In Lotharingen werd eene sterke Duitsche afdeeling verrast door ons vuur en uiteenge jaagd op het oogenblik, waarop zij trachtte een vooruit liggenden Franschen post te nemen. Avond-communiqué. In den namiddag hervatten da Franschen met goed gevolg hun offensief ten Zuiden van de Somme en veroverden verscheidene Duitsche loopgraven jen Zuidoosten van Belloy. Zij vermeesterden het grootste deel van Berny en drongen vooruit tot voorbij dit dorp. Tusschen Vermandovillers en Chilly duurt de verwoede strijd voort. De Fran schen veroverden het Noordelijk gedeelte van Vermand tot aan den weg naar Estrées; zij namen nieuwe Duitsche loopgraven tus schen Chaulnes en Chilly en bereikten den buitenrand van Chaulnes. Er werden talrijke gevangenen gemaakt. Londen, 6 Sept. (R.). Officieel be richt van het Britsche hoofdkwartier. Gedurende den nacht kregen wij het ge heele Lenze-bosch in ons bezit. De strijd duurt voort tusschen dat bosch en het dorp Combles en rondom Ginchy. Gisteravond ontwikkelden wij met succes gas tegenover Gommecourt. Avondcommuniqué. Generaal Haig bericht zwaren strijd in Ginchy. Een groote vijandelijke troep, die uit Courcelette kwam, is door onze artillerie uiteengejaagd. Londen, öSept. (R.). Reuter's corres pondent in het Britsche hoofdkwartier meldt d.d. 4 Sept.: De bezetting van Guillemont en de voor- uitbrenging van onze linie voorbij de Oos telijke grens van het dorp. Zondag j.l., was een schitterend en .belangrijk wapenfeit. Als een van de steutelstellingen voor de tweede Duitsche linie was Guillemont van het aller grootste tactische belang voor den vijand, wiens wanhopige pogingen om het te be houden alleszins begrijpelijk waren. Het langdurige bombardement door ons geschut heeft zijn uitwerking niet gemist. Dagenlang was een deel van de plaats on houdbaar voor de Duitschers, tenzij in de ondergrondsche schuilplaatsen. Ons bijna onafgebroken gordijnvuur maakte het on derhouden van de verbindingen en het aan voeren van voorraden uiterst moeilijk en ge vaarlijk. Het aanhoudende geschutvuur gaf den Duitschers geen aanwijzing voor wat er komen zou, omdót die weinig meer was dan een herhaling van wat er de vorige dagen had plaats gehad. Zij wisten stellig, dat de Engelschen op verschillende punten van de linie tot het offensief waren overgegaan en het belang van Guillemont beseffende, hiel den zij de manschappen onder ons geweldig bombardement in de verdedigingslinie, ter wijl zij steeds wachtten op den aanval, waarvan zij niet zeker waren of hij komen zou. Zoo iets is niet goed voor het moreel, zelfs van de flinkste troepen, en toen onze mannen, omstreeks den middag, gezamen lijk uit de loopgraven kwamen, was het weerstandsvermogen van den vijand in geenen deele op zijn hoogtepunt. Binnen een half uur was het dorp geheel in ons bezit. De verovering van Guillemont is een feit van werkelijk tactische waarde geweest, daar het den weg baant voor verdere suc cessen. Het feit, dat wij niet eerder in het bezit ervan zijn geraakt wordt verklaard door de zware verliezen, die toegebracht moeten zijn door een frontaanval op een plek met talrijke vijandelijke steunpunten en een maximum aantal batterijen. De „nijptang"-tactiek, die met zooveel succes bij het groote offensief is toegepast werd hier gebruikt, tot een toestand was ontstaan, die de bestorming van het dorp rechtvaardigde. Heden zetten wij onzen aanval ten Zuiden van het bosch en bij de hoeve Falfemont voort. B e r 1 ij n, 6 Sept. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Front Leopold van Beieren. Russische aanvallen mislukten ten noorden van den spoorweg ZloczowTarnopol in ons vuur. Front aartshertog Karei. Tusschen de Zlota Lipa en de Dnjestr hervatten de Rus sen weer hunne aanvallen. Na vruchtelooze stormaanvallen drukten zij ten slotte het midden van het front terug. In de Karpathen heeft de tegenstander in de gevechten, waarvan werd bericht, ten zuidwesten van Zabie -en Schipoth kleine voordeelen behaald. Op vele andere plaat sen viel hij gister te vergeefs aan. Weenen, 6 Sept. (W. B.) Officieel communiqué van heden middag. Aan het Rumeensche front is, behalve ge* vechten tusschen vooruit geschoven verken* nlngsafdeelingen, niets bijzonders gebeurd. Front aartshertog Karei. Aan ons Karpa* thenfront hiernieuwde de vijand gisteren zijne hevige aanvallen. Afgezien van zw. ar bevochten kleine voordeelen, mislukten alle pogingen van den vijand om terrein te win* nen. Ook in de streek ten oosten van i fa- lies werd met de grootste verbittering ge* streden. Na verscheidene vruchtelorrze stormaanvallen gelukte het ten slotte den te genstander op dit frontstuk terug te drin gen. Front prins Leopold. Ten oosten vart Zloczfiw stuitten vijandelijke aanvallen, die na allerhevigste artillerie-voorbereiding ten uitvoer kwamen, af deels op onze verspar ringen, deels in ons spervuur. Overigens is er aan het geheels front, be halve matig artillerie- en mijnwerpersvuur, niets bijzonders gebeurd. Petersburg, 6 Sept. (Tel.-agent- schap). Namiddag communiqué van den middag luidt: In* de richting ,van Halicz, in de streek', waar de Horodenka in de Dnjester vloeit, hebben onze troepen zich van een versterk te stelling van den vijand meester gemaakf en dezen in Noord-Westelijke richting te ruggedreven. Het eantal krijgsgevangenen* tot dusver geteld in deze streek, is gestegen tot 4500, onder wie 2000 Duitschers. In de Woud-Karpathen duurt onze op- marsch voort. Onze troepen maakten zich van een reeks hoogten meester en sloegea daarna vijandelijke tegenaanvallen af. Weenen, ÖSept. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Op het Italiaonsche oorlogstooneel is niets van belang gebeurd. Rome, 6 Sept. (Stefani.) Officieel com muniqué. Het was slecht weer op het geheele ooe- logstooneel. In de bergstreek is de eerste sneeuw gevallen. De werkzaamheid xmi den vijand bepaalde zich gisteren tot eeni ge artillerie-actiën, die door ons krachtig be-' antwoord werden. In de Boven-Boite heïv ben onze troepen verder terrein bezet in dé streek ten westen van de Punta del Fora? me. i B e r 1 ij n, 6 Sep. (W. B.) Bericht uit Kef groote hoofdkwartier van heden voormiddag Zeven werken van Tutrakan, waarondejj ook pantserbatterijen, zijn bestormd. Ten noorden van Dobrie (Dobroedsja) zifn 9terkere Rumeensche en Russische krachten door onze dappere Bulgaarsche kameradeij teruggeworpen. Bukarest, 5 Sept. (R.) Communiqd van den 4en. Aan het noordelijke front waren onb'edd dende gevechten. Wij maakten 2 officlera en 620 man tot gevangenen en maak buit 500 wagons met levensmiddelen een volledig uitgerust hospitaal. In het hart van alle menschen Is een dich terlijke ader; géén mensch is door en door poëet. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 12 Maar toen stond hem opeens het beeld yan zijn moeder voor de oogen, v-an haar, Öie zooveel zorg en leed zonder klachten had gedragen. Hij keerde terug en zijn arm viel langs hem neer. Men moest in staat zijn om éijn smart te dragen. Duizendmalen had hij 'deze oogenblikken opnieuw dóórleefd in de Jaren, die voorbij gegaan waren. Was hij toen bijna een moordenaar geworden En hij antwoordde rich zeiven. „Ja, maar tnoeder redde mij ook toen." V. •WOUD EN VIJVER. Op SOrM was het ook feest geweest voor Reare en de blijdschap over het weerzien *1** 6ven warm. Sverre had ff fce*<wdn*«n en plannen om te laten Wtt hit ook gezegd hoe de moeie* I Iijkheden zich reeds begonnen op te stape len. Er zouden waarschijnlijk meeningsver- schillen en protesten ontstaan, èn met de hoofden der fabrieken èn met een deel der boeren, die eigenlijk niet wisten wat zij wil den. De eigendomsverhoudingen waren zoo ingewikkeld geworden, er was boschgrond en weide verkocht hier en daar, tot ver het dal in. En nu wilde de Maatschappij, die in Viken gevestigd was, zich natuurlijk meester maken van den grooten bergstroom, die de meest waterrijke val in het benedendal was. Er zou dan een centrale gebouwd worden tot het drijven van een kabelspoor voor het geval dat de kapitaalsterke Maatschappij de ontginning van- eenige kopergroeven, boven in het gebergte, vilde ondernemen. Dóér zou koper genoeg zijn, als men maar ver genoeg kon komen. Maar nu lag het juist in -Sverres bedoeling dat het bedrijf ondernomen zou worden met Noorsch geld, nu men reeds de moderne machines bezat, omdat hij er niet alleen een voordeel in zag voor het*" Sir i ld al, maar voor het geheele land, dat juist deze natuurlijke bron van welvaart niet in vreemde handen zou komen. Kaare had zich geörgerd en hij had tege lijk gelachen. Er kon immers geen sprake van zijn. Dat stond immers niet in het testament. Het was de bedoeling van grootvader en moeder niet geweest om geld aan het kerspel te geven. Het was heel iets anders geweest. De schenking had volstrekt niet zulk een groote waarde aan geld en de som, die de fabriek geboden had, was in werkelijkheid verre van groot, zooals het den menschen van bet karaael toescheen; zij .waren gewoon dat hun vermogen In grond en boscH bestond en zij begrepen weinig wat geld beteekende in een industrieel© onderneming. Een som van contanten scheen hun al groot toe, al was die nog zoo bescheiden. En Sverre zag wel in dat dit juist een van de gevaren voor hen was; op zekeren dag zouden zij ontwaken uit hun onkunde en zien dat zij hun kerspel hadden verkocht voor zoo goed als niets. Maar in ieder geval zou het een spannende tijd voor hen allen worden. Kaare moest ook mee naar het nieuwe molenhuis met zijn vernuftige inrichtingen, die Sverre hier voor den eersten keer had gepro beerd. En zoo liepen ze rond door de schuur en den stal en wat er bij behoorde. Ten slotte riep Brita hen in huis om te eten, en het werd laat in den avond, voordat Eli en Kaare kon den scheiden van hun oude, trouwe vrienden. Nu gingen zij-gearmd naar huis in den lich ten avond en praatten over den waterval en de toekomst en over de plannen van Sverre. Eli was vol belangstelling, er waren zooveel dingen die hij haar moest verklaren, hij, die een man van het vak was. Voordat zij het wisten waren zij In het bosch. Zij wilden langs den hoogen- weg, boven de gaarden, naar huis gaan in dezen heerlijken zomernacht, nu het bosch een sprookje geleek. Maar het pad nam een bocht, diep het dichte woud in, enlangzamerhand zwegen zij en liepen voort, duisterend naar het gezang der vogels. Nu eens plukten zij een bloem, dan eens een merkwaardig mosplantje of een tak van zonderlingen vorm. Het bosch was als een tempel in een nacht als deze, vol lofzangen tot den God des levens, en vol beel den, als in kinderdroomen, uit het paradijs. Kaare keMe biec je en tedirei; boom, waar hij in zijn kinderjaren zoovele gelukkige dagen, nu eens met Ell of Sverre, dan weer met de kameraden van het naburig dorp, had rondgedwaald. Eerst liepen zij door het elzenhout, dat dicht om de beek van het molenhuis groeide, waar Kaare zoo dikwijls had gevischt. Het was daar zoo stil en eenzaam als in de koningshal van het Huldrevolk, ver in de bergen. Goud vinken en roodborstjes trippelden heen en weer en gingen soms vertrouwelijk dicht bij hen zitten. Zij waren niet bevreesd, hier, waar de menschen zelden kwamen. En langs den oever der beek lagen dikke stengels glinste rende, gele waterlelies met hun donker groene, gladde bladeren en op den schaduw rijken boschgrond stonden witte boschanemo nen, even zwaar en vol als de mooiste anemonen in de tuinen, alleen lichter van kleur en bevallfger, met nog helderder wit in de kelken. En de beek kabbelde en murmelde met vele zonderlinge, wonderlijke geluiden; zij lachte en fluisterde als had zij het eindeloos volhandig. Zij moest immers naar beneden naar het lichte dal en uitrusten in den broe den schoot der Sirilla, na al de gevaarlijke tochten door gebergte en de bevroren ijsvlakten. Zij gingen over de smalle houten brug en door de struiken om waterlelies en eenige groote boschanemonen te plukken om ze in de gele Kopenhager vazen te zetten. Het was een van hun vaste zomervermaken; ieder jaar getijde had zijn eigen weelde en EU had hier voor altijd tijd en vulde haar schoot met het geen haar geboden werd om er haar kamers feestelijk mee te tooien. "Want in deze kamers zou Kaare immers opgroeien en een mensch yfS>rdenj het moest daar ióó zijn dat hij «E altijd aan kon 'denken als aan Iets lichts et goeds. Zij had iets als een eigen bijgeloof hj de macht der schoonheid, om al wat goed et licht is in de menschelijke ziel tot wasdom ll brengen, en zij was er voor zichzelve van veri zekerd dat de liefde door duizend kleine lettendheden haar invloed deed gevoelen a| het menschelijk hark Een kamer zonder blo* men was voor haar een kamer zonder liefdé en, al was het slechts het eenvoudig haken val kanten aan zijn beddelakens, zoo meende zij zelfs daarmede, liefde bij hem in het leven K houden. Legde zij soms een laken over zijöj bed zonder dezen onschuldigen pronk, daj nam zij het er weer af en verruilde liet. Alti*4f en overal moest hij haar zorgende hand voelen, de hand die in groote en kleine dingeéj de bode was van haar hart. Voor Kaare was deze wandeling tusscSa de bloemen onafscheidelijk van de herinn ring aan zijn leven thuis, en hij dacht er en verlangde er naar als de lente aanbrak f het vreemde land? waar hij nooit in een oe woud kwam, zooals hij 't noemde. Er ware® bloemen genoeg in de Duitsche academie?* stad, die, ofschoon zij grooter was Christiania, nog zooveel van een proviu stad had behouden, al waren er ook mooiste bloemen te vinden, die de der menschen te voorschijn kon toovere^j fWordt vervolgd.}

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1