EEN STRIJD OM IE 20N.
DE E EM LAN D E R".
BUITENLAND.
N* 65.
15"* Jaargang.
Vrijdag 15 September 1916.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGR
Hoofdredactie! j
Mr O. j. VAN SCHAARDENBURO.
1»
Uitgevers: VALKHOFF Co
ABONNEMENTSPRIJS:-
maanden *oor Amersfoortt 1.30.
Idem franco per poat1.80.
Per week (metgr«ti»verrekering tegen ongelukken)» 0.12®.
(Aftonderlijke nummers 0.05.
^ekelijksoh by voegsel nD§ HoUondteh* HuitvrouuT (onder
redaotie van Thérèa# Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
(Wekelyksoh bijvoegsel »/W> msf per 8 mnd. 52 cis.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels0.?tO
Elke regel meer0.15
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.5O
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement.
Eono ciroulaire, bevattonde do voorwaardoo. wordt up
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen*
De Burgemeester van Amersloort maakt be~
kond, dat de Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel heeft goedgevonden, te bepa
len, dat door hem worden aangewezen, over
eenkomstig artikel 1 van de Distributiewet
1S16* de na te noemen artikelen
A. Levensmiddelen.
1. Ongebuild tarwemeel, voor zoover dit
dient voor het bakken van Regeerinsbruin-
brood.
2. Rogge, voor zoover deze dient voor het
bakken van Regeeringsrogg<ebrood.
3. Aardappelen, t.w. Eigenheimers, Gronin
ger Kroon en, Roode Stars en daarmede door
don Minister gelijk te stellen soorten.
4. Groenten, t.w. de volgende stapelgroenten
roode kool, gele kool, uien, Friesche peen,
Flakkeesche of Hillegomsche peen, knolrapen
en de volgende vatgroenten
pronksnijboonen, enkele en dubbele spercie-
boor.en, zuurkool, andijvi«v
5. Peulvruchten, t.w. bruine boonen en groene
•rwt-en.
6. Rundveu
7. Spek, t.w. inlandsch en Amerikaansch.
S. Vairkensvleesch.
9. Rijst, t.w. (Voorloop Rangoon of Bassein).
10. Gort (gewone soort).
11. Havermout (Inlandsche of Amerikaan-
®ch«). n.
i 1. Margarine (t.w. Normaal-Margarine).
13. Boter.
14. Kaas, t.w. de soorten, genoemd in de lijst
van maximumprijzen voor de maand Septem-
bexl916.
15w Eieren.
16. Melk.
17. Suiker.
18. Zeevisch.
B. Brandstoffen.
19. Turf.
C. Huishoudelijke artikelen.
20. Zachte zeep (groene of gele).
Winkeliers in levensmiddelen, brandstoffen
en huisnoudelijke artikelen worden verzocht
vó^r Woensdag 30 September aan het Levens
middel enbureau op te geven hoeveel van één
of meer bovengemelde artikelen zij behoeven
voor hun winkedverkoop (kleinhandel) tot 1 Mei
1917.
De Burgemeester van Amersfoort,
VAN RAND WD CK.
ber 1916 eene schouw te houden over de beken
en waterleidingen.
Schouwplichtigen worden uitdrukkelijk aan
gemaand er voor te zorgen, dat zij alsdan vol
daan hebben aan hunne verplichtingen, in de
desbetreffende verordening» gesteld.
Amersfoort, 11 September 1916.
De Burgemeester voornoemd.
v. RANDWUCK.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt C en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat oen
door de Naamlooze Vennootschap Polaks Fru-
tal Werken, alhier ingediend verzoek, met bij
lagen, om vergunning tot het oprichten van.
fsene inrichting, waarin zullen worden vervaar-1
digd, bewerkt en verwerkt alcoholhoudend^ j
producterv essences, etherische oliën, chemi
sche producten, drogerijen, specerijen en de
grondstoffen daarvoor en waarin zullen worden
geplaatst een stoomketel met een verwarmend
oppervlak van 40 M\ alsmede 4 electro-moto-
ren, resp. van 5, 3, 2 en P.K. in het perceel
alhier gelegen aan de Eemstraat, bij het kadas
ter bekend onder sectie D. No. 3448, op de
Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en dot
op Woensdag den 27. September aanstaande,
des voprmiddags te half elf uren gelegenheid
«en Raadhuize wordt gegeven om, ten over
staan van het gemeentebestuur of van één of
meer zijner leden, bezwaren tegen het oprich
ten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15 le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Ge
meentebestuur of één of meer zijner leden zijo
verschenen, teneinde hunne bezwaren monde
ling toe te lichten.
Amersfoort, 13 September 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A R v'FFNSTRA v. RAVDWLTCK.
SCHOUW.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
Vennis van belanghebbenden, dat Water graaf
en Heemraden van het Heemraadschap de ri
vier de Eem, Beken en aankleve van dien, voor
nemens zijn, op Woensdag, Donderdag en Za
terdag, resp. den 27en, 28en en 30en Septem
Politiek Overzich't.
De wensch naar vrede.
Uit den tijd der groote Fransche revolu-
tie is eene verzuchting bekend, die Jean
Sylvain Bailly, de eerste voorzitter van de
Assemblée nationale, in het gezicht van het
schavot, dat hij in de dagen der Terreur
moest betreden, slaakte over het misbruik,
dat met het woord vrijheid werd gedreven.
Niet minder groot is het misbruik, dat in
deze dagen van wereldstrijd gemaakt wordt
van het woord vrede. Alle oorlogvoerenden
hebben dat woord op de lippen. Allen voe
ren den oorlog om den vrede te bereiken,
waarvan ons wordt verzekerd, dat het zal zijn
een finale vrede. Maar ongelukkig verstaat
de eene partij onder den vrede iets geheel
anders dan de andere.
Wij hebben nog pas een paar dagen ge
leden uit den mond van koning Ludwig van
Beieren vernomen, dat niemand weet hoe
lang de oorlog nog zal duren. Maar iets an
ders is met volkomen zekerheid bekend en
wel dit: „dat wij geen vrede zullen sluiten,
die ons vernedert, maar slechts een vrede,
die ons eene betere stelling verschoft dan
wij tot dusver hebben gehad." Daarvoor
Iteeft men in Duitschland alles veil. „Ons
volk zal zoo schrijft de Frankf. Ztg.
zonder morren een derden winterveldtocht
uithouden en het Duitsche leger is natuur
lijk nog meer tot volharding bereid. Ieder
een verlangt naar vrede op een redelijken
grondslag, vrij van alle overdrijving; maar
ieder, die een druppel Duitsch bloed in de
aderen heeft èn Duitsche gedachten denkt,
zal 't zoo lang volhouden als noodig is om
den vijand tot het besëf te brengen, dat
Duitschland eenvoudig niet kan worden ver
slagen".
Om het verslaan van Duitschland echter
is het den tegenstander té doen. De Spec
tator waarschuwt, dat mén er niet op moet
rekenen, dat de Entente den strijd zal op
geven uit ongeduld om tot den vrede te ko
men. „De aard van heLBrilsche volk is zoo,
dat het liever een jaar, ja zelfs een dozijn
jaren meer oorlog zal verduren, dan zich te
laten verslaan door Duitsche hardnekkig
heid. Wij zullen niet toelaten, dat deze oor
log slechts eene voorbereiding voor een an
deren oorlog zal zijn. Onze zonen en onze
dochters zullen jn vréde slapen, zelfs al doen
wij het nog gedurende tien jaren niet. En
wij zijn er zeker van", dat wij kunnen rekenen
op eene geb'jke volharding bij het volk van
Frankrijk en het volk van Rusland en het
volk van Italië. Zij zullen een voorbarigen
vrede niet toelaten."
Men verlangt dus vurig naar den finalen
vrede en streeft daarnaar met alle macht.
Maar een voorMbrigen vrede, d. w. z. een
vrede die niet voldoening schenkt aan
de verwachtingen waarmee men in den
oorlog is gegaan, wijst men af, Zoo
lang dit de stemming is, die bij de oor
logvoerende partijen de gemoederen be-
heerscht, zijn alle vredesverwachtingen
ijdel en staat de kans op toenadering wan
hopig. De eenige hoop is, dat de verdere
loop van den strijd hierin verandering zal te
weeg brengen. Voor die hoop schijnt wel
eenige grond aanwezig te zijn. Nooit is de
omvang van den strijd m-ooter geweest dan
thans en is hij met grooter hevigheid ge
voerd. Op alle oorlogstooneelen tracht men
er naar, beslissende slagen uit te lokken
Maar hetzij de slagen, die de oorlogvoeren
den elkaar toebrengen, beslissend zijn of
niet uit krijgskundig oogpunt, zij zijn in
ieder geval beslissend in dezen zin, dat de
strijd van allen, die er aan deelnemen, de
zwaarste krachtsinspanning vordert. En
wanneer men er op let hoeveel reeds van de
krachten gevergd is in de 25 oorlogsmaan
den, die zijn voorafgegaan, hoe ontzettend
de verliezen zijn, die geleden, de ellende en
ontbering, die doorgestaan zijn door alle
oorlogvoerenden zonder onderscheid, dan
moet de gedachte zich opdringen, dat er
een grens is voor menschelijk kunnen, en
de vraag rijzen hoelang het nog zal duren
totdat die grens is bereikt.
De Amerikannsche gezant aan het hof to
Weenen, mr. Penfield, heeft onlangs in een
interview gezegd, dat de oorlog nu tot eene
hoogte is opgevoerd, die niet veel hooger
meer kan stijgen. Een zoo verwoede strijd
ate nu wordt gevoerd, kan niet voor onbe-
panlden tijd met gelijke intensiteit worden
voortgezet? maar moet in afzienbaren tijd
leiden tot eene pauze om adem te halen.
Deze diplomaat is van meening, dat als de
strijd wordt onderbroken, de naar den vrede
neigende factoren, die in alle staten aanwe
zig zijn, daarin eene aanleiding zullen vin
den om te zoeken naar middelen en wegen
om tot den vrede te komen. Bij nuchtere
beoordeeling van den toestand mag men
z. i. Hopen, dat de oorlog over niet al te lan
gen tijd zijn einde zal tegemoet gaan.
Wij besluiten te liever met de aanhaling
der .meening van dezen diplomaat, omdat
het voor de velen in wie het verlangen naar
den vrede als een hartewensch leeft, niet
anders dan aangenaam kan zijn, wanneer
hun van bevoegde zijde een hart onder den
riem gestoken wordt. Maar terecht heeft hij
voor het einde, dat hij verwacht, een rek-
baren termijn genoemd. Met stelligheid is
hier niets te voorzeggen.
De oorlog*
B e r 1 ii n, 14 Sept. (W. B.) Bericht
uit het groote hoofdkwartier van heden
voormiddag.
In kien slag aan de Somme was de artil-
leriestrijd van groote hevigheid. Herhaald*
sterke vijandelijke aanvallen tusschen Gin»
chy en de Somme en op verscheidene
plaatsen ten zuiden van de rivier werden
bloedig t.eru£ geslagen. Bij den tegenstoot
is gedeeltelijk terrein gewonnen. Er worden
gevangenen en buit ingebracht.
Rechts van de Maas ontsponnen zich on*
der gedeeltelijk zeer levendige vuurwerk*
zaamheid in den sector ThiaumontCha»
pitre-bosch infanteriegevechten ten westen
van de Souville-kloof.
Par ij s, 14 Sept. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Ten noorden van de Somme sloegen wij
gedurende den nacht verscheidene Duit
sche pogingen terug tegen het zuidelijk*
uiteinde van hoogte 76. De hevige maa*
vruchtelooze tegenaanvallen, die gisteren
door de Duitschers in die streek zijn go*
daan, zijn geschied door eene divisie, die in
groote haast van het front van Verdun wal
aangevoerd.
Ten zuiden van de Somme'deden de
Duitschers zonder succes verscheidene aan-
valspogingen op verschillende punten van
ons nieuwe front ten westen van Chaul»
nes. Bij een van deze aanvallen werd eene
Duitsche afdeeling, naar schatting een»
compagnie sterk, onder ons vuur genome»
en bijna geheel vernietigd.
B e r 1 ij n, 14 Sept. (W. B.) Bericht uil
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Op het front van prins Leopold is de toe»
stand onveranderd.
Pron! aartshertog Karei. In de Karpathe»
mislukte eene poging van de Russen tot be
storming van den berg Capoel. Ten weste»
van den berg Capoel wordt nog gestreden,
In Zevenbergen is niets van belang ge*
beurd.
Weenen, 14 Sept. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Op het front tegen Rumenië werden ver
scheidene vijandelijke aanvallen ten we3te»
en ten oosten van Nagy Szeben (Herman»»
stadt) afgewezen. Aan de overige frontdee»
len is niets gebeerd.
Front aartshertog Karei. In de Karpathe»
wordt wederom hevig gestreden. Na een»
ruime artillerie-voorbereiding, die steeg tol
roffeLvuur, bestormde de vijand onze stel
lingen op de Smotzec, de Ludowa en da
Capul, maar werd bloedig afgewezen. In hel
Cibodal is de strijd nog aan den gang.
Op het front van prins Leopold is de to»
stand onveranderd.
Vrijheid is gebondenheid aan ons zelf.
Uit het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
18 -
Ik hoop dat u en tante Louise Vlijtig aan
iet boksen zijt. En groet vooral oude Marja on
bedank haar voor de kousen, zij zijn zoö zacht
en warm. Hoe vindt u het, dat de reuk van de
.wol mij naar huis doet verlangen
Arme jongenI Hier waren alle scliijnse-
len van ee^ acute verliefdheid. Maar zelfs hel
acute kon op dien leeftijd smartelijk zijn.
Mocht hij er zonder schade doorheen komen!
Toen zij met Kaare in het jaar dat hij
fctudent werd in Christiania woonde, had zij
ïoo menigen jongen man in allerlei moeilijk-
beden zien geraken. Zij begaven er zich in
len bewogen zich met onvasten voet langs den
rand van menigen afgrond. Half nog kinde
ren, maar met ontwakende hartstochten, vol
nieuwsgierigheid en verlangen ftaar de
gvonturen van het leven, zonder thuis en zon-
Per steun. Velen waren uit hun aard voor
zichtig en vermeden de klippen, anderen
P waalden af en moesten er zichzelveu uit red-
Beu. Men moest er maar niet aan denken hoe
eenzaam ze zich moesten voelen, zoo geheel
aangewezen op zicbzelven en op het trieste
kamerleven. Kaare had vele zulke eenzame
vrienden gehad en zij vond hun lot hard.
Slechts één ding vonden ze gereed liggen en
dat waren de verleidingen. Deze lokten aan
alle hoeken der stralen wanneer het avond
en nachtleven begon. Geschiedde er een onge
luk, dan moesten zij zich verharden, met alle
macht verstikken wat nog van het kind in
hen over was, zoogenaamd als een man zich
gedragen. Onder dit proces stierf dan het
laatste overblijfsel van onschuld in hunne
harten, en zij gingen behooren tot de vroeg
tijdig rijpe, jonge menschen vol levenservaring
met den aanmatigenden glimlach over alles,
wat op trouw geleek. In haar oog groeide
er zoodoende een beklagenswaardig geslacht
van jongelieden op.
Maar Kaare was nu ccn man. En zij mocht
zich niet angstig over hem maken. Nu zou hel
aan den dag komen of zij in hem een grond
slag had gelegd, die het uithield, nu het er op
aankwain. Onbekommerd had zij hem van
zich laten gaan; mocht zij nu beginnen te
twijfelen?
Ach neen! Zij vroeg hem in haar hart ver
giffenis; maar toch, met hoeveel blijdschap
zou zij den dag begroeten, waarop hij tot haar
terug kwam!
Op Sörliheuvel ging het leven intusschen zijn
gewonen gang van arbeid en kleine ontspan
ningen met enkele vrienden. Eenmaal in de
week kwamen dominee Holdt, Sverrc.
mevrouw Böhme en Eli bij elkaar om kaart
tc spelen en aan een heerlijk „overdadigen"
maaltijd, zooals de dominee zei, aan te zitten.
En er was altijd genoen stof om te bcDraten.'
De dominee was hun troetelkind, „een
juweel" zooals Eli hem noemde, en mevrouw
Böhme verwende hem op alle manieren,
sedert hij in het voorjaar met haar verhuisd
was naar het mooie, houten huis. dat Eli's
vriendin, Carl's moeder, eens had laten bou
wen boven in hel berkenbosch. Zij aten bij
Eli, en mevrouw Böhme was bovendien ,.chef
van den tuin," die werkelijk geld begon op te
brengen. "Verder was voor haar en voor
..Broedertje" de taal een zaak van het grootste
belang. Sedert Holdt geen predikant meer
was, had hij zijn geliefde studie van de semi-
liesche taleir weer opgevat, terwijl mevrouw
Böhme goed thuis was in de moderne. Eli
moest dikwijls om hen lachen en vond dal het
een hopeloozc arbeid moest zijn naar de wor
tels van alle woorden te zoeken.
Eli's grootste liefhebberij bleven filosofie en
geschiedenis, waarmee zij van haar jeugd af
zich had bezig gehouden. De bibliotheek van
haar grootvader, die zij van hem geërfd had,
was haar grootste genot, naast haar arbeid in
huis of tuin. Het leven en de overdenkingen en
gedachten daarnaast van levende menschen
interesseerden haar vóór alles. Maar zij hield
ook van poëzie en het meest van „het juweel,"
wanneer hij zijn geleerdheid in den steek liet
en hun voorlas uit Novalis, ',Schlcgel, Wcrge-
land en Victor Hugo. "Want er zat ook een
dichterlijk aangelegd man verscholen in
dominee Holdt, die een vriend was van de
natuur en van het romantische, die een hart
had voor verzen, voor bloemen en voor het
spel van het zonlicht over de wereld.
Maar overigens was hun kring klein: hij
was in de laatste jaren zoo ingekrompen. Op
dc groote gaarden zaten nog alleen eenige
overgeblevene ouderen op den dood te wach
ten; de jongeren trokken nu ook, zooals uit
andere plaatsen, naar de stad of naar
Amerika De bosschen der gaarden waren ver
kocht cn de stallen stonden leeg of half leeg;
er lag geen glans of blijheid meer over het
leven in het kerspel, geen stemming van huise
lijkheid meer zooals vroeger. Dc buurten van
Söili cn Praestgard vormden niet meef het
centrum van de streek; dit was sedert lang
verplaatst naar Viken. En bij hen. die nog op
de gaarden werkten, was de goede geest ver
dwenen. De arbeid werd „inspanning" cn het
voordeel onzeker. De boeren werden ontevre
den met de opbrengst van den grond, want er
scheen op alle andere wijzen gemakkelijker
geld le verdienen. En nu moest alles omgezet
worden in geld; andere waarden werden niet
geteld; ten slotte vergat men dat zc beston
den. In Vilten kostten zon en lucht geld, want
het was benauwd en donker in de buurten der
arbeiders bij dc fabrieken, cn zij, die licht en
lucht wilden hebben, moesten duren bouw
grond koopen buitenaf en dure huizen bouwen
met allerlei vreemde, kostbare inrichtingen.
In het oude kerspel zagen zij dit alles en zij
lieten veel „vervallen, braken nu en dan een
huis af en begonnen ongedurig te worden. Het
was alsof men den adem inhield en op iets
wachtte. Niemand wist wat 3e volgende dag
voor nieuws of bijzonders zou brengen; mis
schien was men rijk wanneer men den vol
genden morgen opstond en zou men het sla
venleven tegelijk met den grond vaarwel kun
nen zeggen. En zoo deed men slechts hel aller
noodzakelijkste; alles was voorloopig. Maar
dat vnorloopige, waarin geen blijheid was,
wijzigde Tn korten tijd heel hel leven in hel
kerspel. Toen was het niet maar dc arbeid
voor den dn<? en voor eigen behoefte maar
men arbeidde voort voor de komende geslacb»
ten; de nieuwe gedaehtenkring, waarin zij na
leefden, maakte hen kleiner en meer zelfzuch*
lig, zonder houvast en zonder vertrouwen ia
al wat ze Ier hand namen. In zulke lijden was
het veel waard voor goede vrienden om zich
bij elkaar aan te sluiten.
Op een helderen winteravond was da
club bijeen op Sörli. Het „juweel" had op EU
gebromd omdat zij nooit goed kaart zou lee«
ren spelen, en mevrouw Böhme was als bc«
middelaarster opgetreden.
„Je weet, het is niet zoo gemakkelijk, Broo*
Hertje; wij moeten in den loop van den dag
voor zooveel dingen zorgen, wij vrouwen, e»
wanneer dan de avond komt, dan zijn we
wat slaperig."
Zij had geduldig zitten geeuwen achteh
haar kaarten. Maar nu was het haar beurtj
vrouwen -hebben er geen slag van om van een
rustig uurtje tc genieten.
Mevrouw Böhme glimlachte goedig: „AcH,
jij hebt gemakkelijk praten, jij die leeft als de
leliën op het veld en iedere maand met
post je pensioen krijgt. Ik heb vandaag eeri
halve iflijl van een detective-roman vertaald^
en dat nog wel zoo'n krankzinnig verhaal dal
het moeite kostte zelve niet gek te worden»
Deze winterarheid is uit den booze, kan ik j»
zeggen, en ik verlang naar het voorjaar e»
naar mijn broeikassen.'-
(Wordt vervolgd.J