EEN STIllÏDE ZON. buitenland. "binnenXandT" feuilleton. N° 75. 15°" Jaargang. „DE EEMlander' Woensdag 27 September 19i6. KOLONIÉNt. Byzonder mooi wiilif-hL Klein model. 40,60, 75.100 •Hoofdredacties MARIE VAN VERSENDAAL. i Mr. O.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF C o ABONNEMENTSPRIJS: (Per 8 maanden voor Amersfoort1.30. Idem franco per post1.80. t Per week (met gratis verzekering tegen ongelukben)» 0.12&. Afionderiyke nummer» -0.05. Wekelijksoh bjjvoegeel nD$ HollandscMt Huieeroiiw" (onder redactie van Thérèae Hoven) per 8 mod. 30 ets. .Wekelijkseh bijvoegsel nPak au nuf per 8 mnd. 52 Cts. Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels.. f 0.80. Elbe regel 0.13. DiensUianbiodingen 1—5 regels.. O.OO. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot bot berlianld adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eone c-rculaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De oorlog. Hm succes van den gecombineerden En- gelsch-Franschen aanval ten noorden van de Somma, waarvan gisteren het begin werd ge sneld, is sedert nog belangrijk uitgebreid. Het belangrijke wegenkruispunt Combles is l\u geheel ln handen van de geallieerden en nog heelwat meer is veroverd. Plaatsnamen, 'die in den strijd der laatste maanden telkens Opnieuw werden genoemd als voorwerpen (ren den strijd, zooals Thiepval en de Hohen- •ollern-redoute, hebben nu afgedaan; zij zijn Voor goed aan de Duitschers ontnomen. Met het terreinveflies gaat een aanzienlijk jverllee van voorraden en materieel en ook Mn levende strijdkrachten gepaard. De gisternacht verrichte Zeppelin-raid, »le tot in den morgen werd voortgezet, was hoofdzakelijk gemunt tegen de industrieele centra van de noordelijke Midlands. Er werd Hitmoal geene poging gedaan om Londen te ftaderen, maar volgens het Duitsche bericht «tjn de Engelsche oorlogshaven Portsmouth de versterkte plaatsen aan den Theems- jnond bezocht. De raid werd door zeven luohtschepen ondernomen. Op het oostelijke front blijft de Russische generale staf zeer karig in zijne mededeelin- gen. Het laatste bulletin vermeldt slechts 'één aanval van twee vijandelijke bataillons, die werd afgewezen. De tegenpartij bericht, Hat ten zuidwesten van Dorna Watra Ru- meensche aanvallen verijdeld werden. Het zelfde geschiedde met Russische aanvallen ln den zuidoostelijken hoek van Galicië en in Wolhynië. Op de grens van Zevenbergen en Ru- jmenië is de bezetting van de Vulkaan- en Szurdukpassen, die de Oostenrijkers in de vooruitgaande beweging van de laatste 'dagen daar hadden gelegd, weer teruggeno men. Van de chaos in Griekenland getuigt weer Het bericht, dat 500 officieren van het Griek- Sohe leger, met den chef van den generalen staf, generaal Moschopoelos aan het hoofd, eene memorie hebben onderteekend, waarin Hen koning wordt verzocht de onzijdigheid te laten varen. Parallel met het drijven om Griekenland aan den oorlog te doen deelne men, loopt de revolutionaire beweging, die 'doelt op de afzetting van den koning. Veni- zelos is van Athene naar Kreta gegaan; er Js aangekondigd, dat hij zich van daar zal begeven naar Saloniki om zich aan het hoofd yan de beweging te plaatsen. Londen, 26 Sept. (R.) Bericht van Lloyds. De in Grimsby thuis behoorende- stoom- treiler Aphelion is in den grond geboord. Petersburg, 26 Sept. (Telegraaf- agentschap). Volgens gegevens van het mi nisterie van landbouw zullen gedurende het huidige seizoen 234 suikerfabrieken werken voor de productie van suiker. De oogst van beetwortelen overschrijdt zoowel wat betreft de kwantiteit als dé kwaliteit die van ver leden jaar. De globale hoeveelheid suiker, welke men hoopt te trekken van den hui- digen oogst, stijgt tot ongeveer .88 mil- lioen poed tegen 86.5 millioen poed in 1915. Londen, 26 Sept. (R.) Uit Westerly (Rhode Island) wordt bericht, dat de kapi tein van een sleepboot bevel heeft ontvan gen, een boot gereed te houden om te gaan naar Montauk Point, ten einde een Duitsche handelsduikboot te sleepen naar Nieuw Lon den. Men gelooft, dat de duikboot zich on der water houdt in afwachting van de duis ternis. Oost-lndie. Indische defensie. De Tel. verneemt: Aangezien er tusschen enkele leden van het comité voor de Indische defensie mee- ningsverschil is gerezen, heeft men beslo ten het comité te ontbinden en een nieuw te stichten Vrijz. Indische Partij, dat de actie zal voortzetten. Te Batavia wordt volgens de Tel. opge richt een groote, vrijzinnige Indische partij, die zich ten doel «telt met andere liberaal getinte organisaties te streven naar kolo niaal beheer, volgens moderne begrippen. Onlusten in Djambi. (Officieel.) Op verzoek van kolonel Kroe- sen zijn nog twee compagniën infanterie van Java naar Djambi gezonden, ten einde sen zijn nog twee compagnieën infanterie over eene voldoende macht voor het afpa- te kunnen beschikken. De correspondent te Soerobaja van het Hbld. seint: De regeering moet berichte^ hebben ont vangen dat de opstand in Djambi rntijdig te Tembesi zou zijn uitgebroken. Naar het schijnt, zijn er plannen geweest voor een opstand op groote schaal, met vertakkingen in de Lampongs, Palembang, Benkoelen en de Westkust. Dit wordt bevestigd door brie ven met plannen gevonden bij boodschap pers, die in de grensstreek van Djambi zijn gearresteerd. Er heerscht dan ook groote onrust in Korintji en Palembang. De garnizoenen zijn versterkt. De manoeuvres op Java zijn vandaag stopgezet. De Staatscourant van Dinsdag 2§ Sep tember bevat o.m. de volgende Kon. Be sluiten op verzoek eervol ontslagen als notaris te Leiden L. J. Chr. A. Gordon; benoemd tot notaris te Weteringen C. F. C. M. LaurysSen, candidaat-notaris te Bre da; tot notaris te St. Jacobi-parochie, ge meente het Bilt, G. Lommeré, candidaat-no taris te Ambt-Ommen. De K. I. Blijkens te 's Gravenhage ontvangen bericht is de „Witte Zee" met de onderzeeboot K. I Zondagavond Algiers ge passeerd. Nederland en de oorlog. De aanhouding van de „Prins Hendrik". In verband met de aanhouding van de „Prins Hendrik" had het Hbld. gisteren «en onderhoud met den directeur van d^ maat schappij Zeeland, den heer De Meester. Om trent de toedracht en de bijzonderheden van de aanhouding kon de heer De Meester nog niets mededeelen, daar hij eerst rapport van den gezagvoerder ontvangt na aankomst te Vlissingen: afgescheiden nog van de om standigheid, dat waarschijnlijk geheimhou ding van dat rapport zal worden opgelegd, in verband met het in te stellen ambtelijk onderzoek. Ten aanzien van de waarom juist op deze reis de „Prins Hendrik" is aange- hou, bestaat geen vermoeden. Het is on juist, dat de Belgische consul-generaal Gof- fart de reis zou medemaken; althans ten kan tore der maatschappij was daarvan niets be kend. Wel was een attaché van het Fran- sche gezantschap met zijn echtgenoote aan boord. Op de vraag, of de directie iemand van het personeel verdenkt van spionnage, ant woordde de heer De Meester, dat dit vrijwel is uitgesloten. De passagiersopgaven en -lijs ten komen slechts in handen van twee of drie vertrouwde ambtenaren; een afschrift van de lijst wordt in gesloten'enveloppe aan den purser van de boot overhandigd. Vooral met het oog op den postdienst, welke men zoo lang en geregeld mogelijk wenscht te onderhouden, is al het mogelijke gedaan om moeilijkheden te voorkomen. Een van de maatregelen daartoe is bijvoorbeeld, dat met de minste lading wordt medegenomen. Tot de maatregelen 'in die richting behoort ook streng waken tegen mogelijke spionnage door personeel. De maatschappij kan even wel niet voorkomen, dat van buitenaf inlich tingen worden gegeven over passagiers, die met hare booten vertrekken. In de eerste plaats wordt vaak passage gevraagd per open briefkaart en per telefoon, zoodat dan gemakkelijk builen het kantdor der maat schappij kan uitlekken, voor wie de aanvrage gedaan wordt. Bovendien weet, om zoo te zeggen, geheel Vlissingen, wanneer er uit Duitschland ontsnapte krijgsgevangenen, me degaan, want weliswaar staat die qunliteit niet op de passen en is daarop vermeld „landbouwer" of zoo iets; maar t is duide lijk dat, wanneer bijvoorbeeld een troepje Russen medegaat, men te doen heeft met krijgsgevangenen. Dan komt het natuurlijk vaak voor, dat passagiers, vóór zij vertrekken, in een- der hotels logeeren. Zoo is er allerlei mogelijk heid voor de buitenwereld om te controlee ren, wie met de booten medegaon, zelfs is het soms mogelijk er achter te komen, wel ke hut een bepaalde'passagier heeft, omdat personen, die vaak Hfeen en weer reizen, dik wijls geregeld dezelfde hut krijgen. Door het aan boord brengen van bagage of uitlatingen van desbetreffende reizigers, Is het dan wel eens mogelijk dat het nummer van hun hut bekend wórdt, zonder dat het personeel der maatschappij zich daarover uitlaat. Het gelukte den verslaggever van boven genoemd blad een dfcr opvarenden te spre ken, toen de „Prins Hendrik" gistermiddag omstreeks 2 uur te Vlissingen binnenkwam Hij vernam o. m. 't volgende: Zoodra de „Prins Hendrik" door de Duit sche torpedoboot, géén onderzeeër, was aan gehouden kregen alle passagiers en opva renden bevel om zich naar beneden te bege ven; alleen de commandant en de roergan ger mochten op de brug blijven, waar naast hen een Duitsche officier en een matroos plaats namen. Schildwachten werden voor verschillende deuren gezet om te zorgen, dat passagiers en bemanning beneden ble ven. De Duitschers, officieren zoowel als minderen, traden uiterst correct op. Al hun ne orders en verzoeken gingen vergezeld van „Bitte sehr's" en „Danke sehr's". Het viel op, dat de verhouding tusschen officie ren en bemanning buitengewoon gemoede lijk, onze tegsman noemde het amicaal, was. In Zeebrugge, waar volgens onzen zegs man niets te zien was van door geschutvuuf aangerichte schade, moesten 65 passagiers van boord gaan; twee dames, echtgenooten van aangehouden passagiers, gingen boven dien vrijwillig mede van boord. Zooals reeds bekend is, werd het schip terstond weer vrij gelaten, maar later weer ingehaald; het moest toen opnieuw stoppen. Die tweede aanhouding geschiedde door dezelfde torpe doboot. Weer kwam een officier aan boord met enkele manschappen; hij vroeg loen di rect niet naar hut zeven, zooals gemeld >is, maar naar hut zestig, waarin de inmiddels aangehouden en reeds aan wal gebrachte Belgische koerier had gereisd. In die »ul wer den gevonden twee zakken met brieVen, welke in beslag genomen werden. Plijkhaai bevatten zij echter niet veel van bel eekenis, althans niet het stuk of de stukken waarom het den Duitschers te doen was. Zij boden den steward 3000 mark, als hij zeide, waar die stukken verborgen konden zijn. De ste ward wist echter van niets. Intusschen meent onze zegsman uit later opgevangen uitlatin gen ven de Duitschers te moeten opnnken, dot zij ten slotte het gezochte toch nog ge vonden hebben. Het verkeer met Engeland. De Koningin Regentes, die gisteren ver- wacht werd, is niet aangekomen Naar mededeelingen van de reizigers van de Prins Hendrik schrijft de Tel. zot het verkeer op de Noordzee weer voor eeni- gen tijd stop gezet zijn. Eerst vreesde men, dat ook de Prins Hendrik langer zou opge houden worden. De boot vertrok Woensdag- middag om 1 2uur pas wegens mist. Des avonds ankerde ze bij het lichtschip Sunks Een Engelsche lorpedobcot kwam haar des nachts bevel geven terug te keeren naar Gravesend. De kapitein verklaarde daarop gebrek te zullen krijgen aan kolen om Vlis singen nog te bereiken. Toch moest hij ge hoorzamen, maar kort daarna kwam weer een torpedoboot langszij met de toestemming de reis naar Nederland te vervolgen. Heden vertrekt geen mailboot uit Vlissin gen. De handel op Duitschland. De groote belangstelling, die de vorige maal door belanghebbenden bij den handel op Duitschland is getoond voor het spreek uur, dat de Nederlandsche Kamer van Koop handel te Dusseldorp in de maand Septem ber te Amsterdam heeft gehouden, heeft de Kamer doen besluiten, in den vervolge, iedere maanri een dergelijk spreekuur te or- ganiseeren. De secretaris, mr. A. E. von Saher ial op Maandag 2 en op Dinsdag 3 October e.s. wederom zitting houden van 9 Vele menschen hebben in zich zelf lief, /rat zij ln anderen haten. i Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. Gunnar ontving Olav heel kalm; liij had dit jbezoek verwacht; hij wist wat het beduidde. £>e tijd was gekomen. „Je komt vandaag alleen," zei hij, en een glimlaehjv speelde om zijn irroud. 8# ln JÜen groolen armstoel bij den haard on rookte 'een pa* aangestoken pijp. „Dat doe ik," antwoordde Olav zacht; onwil lekeurig vergat hij een hoogen toon aan te hlaan p.u de woorden kwamen er nederig en Jialfluld uil. H bleef bij de deur staan en plukle-zenuw- ich. g aan de vcrsche jeneverbestakken, waar- led- de deurposten kwistig omrankt waren. a zitten; je hebt toch zeker geen haast. „Och neen, volstrekt niet." .HIJ zette zich neer op de lange bank, met jkljn rug naar de tafel. f Z$ bleven een poos zwijgen. Gunnar deed fen paar krachtige halen aan zijn pijp, toen |ei hij op doodgewonen toon: »Uct naar het voorjaar. De .weg naar ösen zal zekej; nog niet best zijn?^ „Neen, die is nog slecht, nat en vol kuilen." Gunnar deed opnieuw een haal aan zijn pijp. „Het hout rijden voor de fabrieken gaat mocielijk langs de wegen. Zij zijn niet aange legd voor het groote "bedrijf." Neen, dat was zoo. Olav schoof op de bank heen en weer. Het was hem of de oude man voor hem op rees tot een geweldige, onwankelbare rots, zooals hij daar zat, onbewegelijk, met zijn scherp profiel, uitkomend tegen het vuur. „En jij hoe heb jij het ln de stad?" Olav kromp onwillekeurig ineen. Opeens voelde hij hoe de moed hem in de schoenen zakte. En zijn woorden kwamen met moeite over zijn lippen toen hij antwoordde: „Ik kan niet anders zeggen, we hebben het goed. U... u moest nu ook bij ons komen." Voor 't eerst trachtte hij nu.zijn vader in de oogen te zien: „"We hebben een kleinen jongen gekregen." Toen hoorde hij het knarsen van de pijp tusschen Gunnars^sterke tanden. Hij had ze nog, sterk en kortafgesleten als bij een met haver gevoerd paard. Olav begreep dat, wat hij nog te zeggen had, nu dadelijk gezégd moest worden. „We hadden 't zoo gedacht, dat u met ons mee moest gaan naar de stad, dan kon u..." Gunnard luisterde niet. Hij zag vóór zich uit met oogen, hard als staal. Olav haastte zich om verder te gaan: u kunt daar een gezellig huisje krijgen of, als u dat liever wilt, dan kunnen wij het huis verplaatsen en 't neerzetten waar u het 't liefst wilt hebben. Op de seeter1of..." x/J bfoorscfce alpenhui Gunnar hoorde niet naar hem. „Dus, je hebt een zoon gekregen, Olav Preestgard. Eén, die het erf na jou zou heb ben kunnen erven, wanneer je arbeid ten einde liep, een zoon, die ons geslacht hoog zou kun nen houden." Olav wilde iets zeggen, maar kon geen woorden vinden en Gunnar ging voort: „Ga, —sf.ga heen en vertel je zoon, dat je van hem gestolen hebt, alles, wat geslacht na geslacht voor hem heeft opgebouwd, dat je hem den grond onder zijn voeten hèbt ontstolen, zoo als je ook het dak wilt wegnemen boven het hoofd van je vader." „Vader!" Het klonk smeekend, maar tegelijk dreigend. „Vader, u moet nu reden verstaan." Maar Gunnar ging voort: „Je denkt dat ik alleen sta. Een oude Fóderaadsman, om wien niemand zich bekommert. Maar dit zeg ik je, dat ik niet alleen sta op den gaard." Langzamerhand kwam er, terwijl hij sprak, een plechtige toon in zijn woorden, die Olav aan zijn bank kluisterde. Zij vielen op hem neer als zware hamerslagen en het werd stil en plechtig in de kamer als in een kerk. „Ik ben niet alleqiè, want zij omringen mij, allen, die hier standgehouden en gewerkt heb ben op den gaard, en wij zullen zien wie de sterkste is, jij of wij!" Olav sprak met trillende stem: „Als u het zoo opneemt, dan werdt het slecht voor ons beiden. Er is van teruggaan geen sprake meêr. Als u mee wilt fcplpen, kan alles kalm en ge leidelijk gaan. U kunt nog goede dagen beleven. Wij willen alles doen wat u wenscht." „Laat mij dan met vrede; dat is het eenige .wat ik .wensch. Ik zal ly#r blijyen en hiec leven, en wil je het dak van het huis afnemen, dan moet je dat doen. Maar God helpe jou en allen, die meewerken aan de eerste hamer slagen." Olav stond op. „Dit is geen taal van een verstandig man. Ik heb gedaan wat ik kan. Op 15 April moet het huis ontruimd zijn." Gunnar staarde in het vuur. De storm in zijn gemoed was bedaard en in zijn binnenste voelde hij zich alleen voor het aangezicht van God. De lijd was gekomen. „Maak het nu voor mij in orde, Godi fluisterde het in zijn- bloedend hart. Zijn smart was zóó groot dat zijn denken verloren ging als ln een nevel. Maar één gedachte was helder voor hem: God moest hem nu wegnemen, want nu was hij gereed. Ja, wanneer God hem nu wegnam, zou alles goed zijn. Olav ging naar de deur. „Ik vraag voor hel laatst uw antwoord. Wat wilt u doen?" Gunnar zat als le voren. Dc handen had hij vast ineen gesloten-, en zijn blik was ver, ver weg. „U moet nu antwoorden", hernam Olav. „Wat will u dat wij doen zullen?" „Krachtens mijn geboorte heb ik het recht hier op den gaard te blijven wonen gedurende mijn leven 1" zei Gunnar als tot zich zeiven. „Ik zal hier blijven; voor het overige zal God zorgen." „Dan draagt u zelf de verantwoording. Op den gaard wil helzelfde zeggen als van den gaard, zeggen de juristen, en 15 April moet het huis ontruimd zijn. Dus tol zoolang vaar- wêll" En Olav haastte zich naar buiten zonder on te zien, sprong in zijp slede en legde dc zweep over het paard. In het volgende oogenblik was Liv bij haai vader. Zij wierp zich op de kpieën naasl hem en weende met hem, zij wist immers alles, Buiten was het stikdonker, maar het was een oude, bekende weg. Olav kende iedcren steen en icdcrcn kuil op dc groote gaardplaats, waar hij gespeeld had van zijn kinderjaren af en hij wist iedere bocht in den weg langs de rivier, zoodat hij blindelings het pad kon vinden. Maar van den gaard naar beneden tot den grooten weg, liep een holle weg met zware eiken aan beide zijden; daar was de duisternis dubbel zoo dicht en in den herfst en in het voorjaar was het stil en somber tusschen deze geweldige boomen. De sneeuw had haar frissche witheid, di$ den weg anders verlichtte, verloren, en Olav hield de teugels strak toen hij dc eikenlaan inreed. Maar toen zij de eerste boomen >genader'd| waren, bleef het paard met een schok stil* staan, steigerde en rukte aan de teugels, en' Olav zag een schouwspel vóór zich, dat zijnt bloed deed verstijven. Achter den eersten boomstam stond een lange, witte gestalte mei de handen gekruist over de borst en boog zicll zacht naar hem over. Achter de twee volgend^ stonden twee anderen, zij staken dreigend de handen naar hem uit en daar zag hij el nog twee en nog twee en het scheen hem toj dat een eindelooze rij van dreigende handeCjl zich naar hem ophief. ÏSZor'dt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1