EEN STRIJD OÏDE lil
DE EEMLANDER'.
Vrijdag 29 September 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N° 77e
IS1" Jaarnang.
Hoofdredactie;
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co
ABONNEMENTSPRIJS
'er 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
a f 1*30*
1.80.
f'
Per week (metgrati's verzekering tegen ongelukken)» 0.185.
Afzonderlijke nummers0.05.
Wekelijksoh bijvoegsel „D« Hollandschs Huisvrouw" (onder
redactie van Thérèas Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
Tekelijksoh bijvoegsel 9Pak ms ous* per 8 mnd> 53 Ct8#
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66'.
PRIJS DER AÖVERTENTIEN:
Van 1—5 regels 0.80.
Elke regel meer 0.115.
Dienstaanbiedingen 1—5 regols.. 0.50.
Groot© lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijt bestaan zeer voordeelige bepalingon
tot het herhaald adverteeren iü dit Blad, bij abonnement.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort, brengen fer 'kennis van de ingezetenen,
'dot op Woensdag TT October 1916, des na
middags ten drie ure, in het voormalig Werk
buis, aan den Westsingel alhier, gelegenheid
zal worden gegeven tot kostelooze inenting.
Vestigen er voorts de aandacht op, dat bij
3e aanmelding het vertooften van een geboor
tebewijs, of trouwboekje gewenscht is.
Amersfoort, 27 September 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht.
Oe chaos in Griekenland.
Wat—uit den Griekschen chaos zal te
Voorschijn komen, weet niemand te zeggen.
Hier staat voor alle mogelijkheden de deur
open. Zal Griekenland in zijne onzijdigheid
blijven volharden? Of zal het zich aanslui
ten bij de Entente? Niemand is in staat
daarover iets met zekerheid te zeggen.
Reuter heeft uit Athene bericht, dat' de
jGrieksche ministerraad, met" instemming
.van den koning, heeft besloten tot militaire
samenwerking met de Entente. Maar den
dag te voren heeft de Grieksche regeering
kenbaar gemaakt, dal zij, nu de post- ep
telegraafdienst in handen van de Entente
is, elke verantwoordelijkheid moest afwijzen
voor de berichten uit Griekenland, die van
die zijde worden verspreid. Derhalve mag
3it bericht, dat eene volledige zwenking in
houdt in de houding van de Grieksche re
geering tot dusver, niet zonder voorbehoud
als juist worden aangertbmen. Nadere be
vestiging moet te meer worden afgewacht,
omdat wordt gezegd, dat ook de koning
3eze zwenking heeft meegemaakt. Dat is
geheel in strijd met wat tot dusver door den
koning is gezegd ^n gedaan. Eene week
geleden heeft de koning bij de eedsafleg-S
ging der recruten van vijf lichtingen, die
op 7;?n bevel door alle in A'uné aar wa
zige officieren werd bijgewoond, eene toe
spraak gehouden, waarin hij zeide:
„Gij hebt mijn^ bevelen op te vol
gen, mijne bevelen en niet die van
een ander. Gij moet voortaan als sol
daten ann uwe aanvoerders cn door
hen aan mij trouw zijn. Maar trouw al'-^n
is niet genoeg; gij moet uwe superieuren,
uwe aanvoerder^' mij blind gehoorzamen.
(Wanneer iedere soldaat dacht zooals b'j
wilde, en wanneer hij meende de behoeften
van de natie te kunnen beoordeelen, dan
beteekende dat ongeluk voor leger en land.
„Men zal wel trachten u te misleiden.
Hoedt u voor lage uitbuiters van de va
derlandsliefde! Gelooft hen niet,' want zij
willen uwe vaderlandsliefde misbruiken. Zij
beproeven, onder den mantel van de vader
landsliefde, een^misdrijf te begaan. Luis
tert niet naar hen. Gij treedt nu in een le
ger, waarvan de geest voortreffelijk is en
dat ook vele traditiën heeft. Daar zal de
geest der opoffering u ingeprent worden.
Vergeet niet wat ik u gezegd heb, vergeet
nooit mijne woorden. Zijt trouw en offer
vaardig en hebt vertrouwen."
'Dit werd gezegd den 20en September.
En den 27en wil men ons doen gelooven,
dat met instemming van den koning de
ministerraad tot militaire samenwerking
met de Entente heeft besjoten. Mogelijk is
dat zeker. Wat wij in dezen wereldstrijd
hebben zien gebeuren, heeft ons geleerd
niets als onmogelijk te beschouwen. Maar
wij hebben daardoor ook gezien, dat goed
moet worden toegezien, alvorens dingeij,
waarvan de mogelijkheid niet kan worden
afgewezen, als werkelijkheid worden erkend.
Wanneer de beweging, welker leider Ve-
nèzielos is, het wint, dap wordt aan de wen-
schen van de Entente voldaan. Grieken
land treedt dan aan hare-zijde in den oorlóg
en op den geheelen Balkan zal de oorlogs
vlam woeden. Maar wat uit dezen algemee-
nen brand te voorschijn zal komen, ligt ge
heel in het duister. Dit alleen kan worden
gezegd, dat föt dusver de Entente op den
Balkan niets dan teleurstellingen heeft on
dervonden. ~Van Servië en Montenegro is
in het geheele- gebied door de tegenpartij
bezet. Bulgarije strijdt aan de andere zijde
schouder aan schouder met Turkije, dat blijk
geeft van eene nieuwe ontwaakte levens
kracht, die eene wreede ontgoocheling heeft
gebracht aan zijne op cfe verdeeling van zijn
gebied beluste vijanden. Kort geledén is Ru-
menië in den strijd getreden, maar Zijn
eerste optreden heeft niet aan de verwach
ting beantwoord. Zal Griekenland, dat tot
dusver eene wanhopige verdeeldheid te aan
schouwen gaf, een krachtiger steun aan
brengen? Het zal geraden zijn, de verwach
tingen daarop niet te hOog te spannen.
De oorlog.
Het Duitsche hoofdkwartier haast zich niet
te zeer met het mededeelen van den voor
de Duitsche wapenen niet gunstigen uitslag
vpn den laatsten strijd ten noorden van de
Somme. Het verlies van Combles is fn de
dagelijksche bulleting nog niet vermeld en
van Thiëpval is tot t dusver alleen gezegd,
dat de verbitterde strijd nog niet geëindigd
is. -
Het Fransche bulletin gewaagt ditmaal
slechts van artilleriestrijd; de infanterie is
niet in actie geweest.
Op het oostelijke oorlogstocneel hebben
de Duitsch-Oostenrijkers bij Koresnyca de
stellingen heroverd, die den 22en van deze
maand aan de Russen verloren waren ge
gaan, en tusschen de Zlota Lipa en de
Narajowka hunne stelling verbeterd. In* de
Karpathen zijn de aanvallen van de Russen
teruggeslagen.
B e r 1 ij n 2 8 Sept. (W.-B.). Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Onze vliegers schoten gisteren zeven
vliegtuigen- neer, waarvan vier in het Som-
me-gebied. Een klein vijandelijk eskader,
dat over Nederlondsch gebied kwam aan
vliegen en ook terugkeerde, viel zonder suc
ces Aalst aan. Ben eer Engelsch bomaan
val op Brussel werden 15 huizen verwoest,
T3 Belgen gedood en 28 gewond.
B e r 1 ij n, 2 8 Sept. (W. B.) Bericht uit
het groote hoofdkwartier van heden voor
middag.
Bij Hermannstadt wórdt met succes, maar
hardnekkig gestreden. Onze vliegers wier
pen op nieuw een groot aantak bommen op
het van de laatste^ aanvallen nog op ver
scheidene plaatsen brandende Bukarest.
Saloniki, 27 Sept. (R.) De Bulgaren
deden gistermorgen vier nieuwe aanvallen
op de Servische stellingen op den Kaimak-
calan, doch werden met zware verliezen te
ruggeslagen.
Kon^tantinopel, 28 Sept. (W.B.)
Communiqué van het hoofdkwartier van
den 27en:
Op deg rechtervleugel van het Kaukazi-
sche front schermutselingen. Op den lin
kervleugel is» de vijand, die *onze troepen
aanviel, met verliezen teruggeslagen.
Londen, 28 Sept. (R.) Lloyds be
richt, dat het stoomschip Thelma in den
grond is geboord. De bemanning wérd ge
red.
Het Zweedsche zeilschip Benguela is ook
tot zinken gebracht en de bemanning
gered.
B e r 1 ij n 2 8 Sept. (\V. B.) Een van
onze duikbooten. heeft den 23en, des voor
middags in de Noordzee elf Engelsche vis-
schersstoomschepen, een andere duikboot
denzelfden dag aan den ingang van het
Kanaal^vier Belgische zeelichters in den
grond geboord.
B e r 1 ij n 2 7 Sept. (K. N.). Met betrek
king tot de reis van de handelsduikboot
Bremen verneemt de Lokal Anzeiger uit
Bremen, dat kapitein Schwartzkopf voor zón
vertrek een uitvoerig onderhoud heeft ge
had met kapitein Koenig, toen deze met de
Deutschland terugkeerde. Het vertrek van
de Bremen von Helgoland heeft derhalve
ongev.eer tegelijkertijd plaats gehad als het
binnénloopen van de Dei^fchland in de
vaderlandscHë haven. Inmiddels is de
Deutschland weder gereed om hare tweede
reis naar Atnerika te aanvaarden.
Kopenhagen, 27 Sept. (W. B.) De
National Tidende meldt uit Christiania, dat
de Noorweegsche stoomboot Prundelle gis
teren bij Bergen aan den grond liep. Daar de
eigenaar van de boot op de Engelsche zwar
te lijst staat, kon de boot geen hulp krij
gen. De bergingsmaatschappij vjeesde geert
kolen meer van Engeland te ontvangen, als
zij het gestrande schip te hulp kwam. Het
schip moet wachten, totdat het den bijstand
kan ontvangen van een stoomboot, die
Duitsche kolen, gebruikt.
B e r 1 ij n, 2 8 Sept. (W. B.) De verga
derzaal van den Rijksdag is geheel bezet.
Op de tribunes wemelt het van belangstel
lenden.
De voorzitter zegt in zijn openingswoord:
„De nieuwe vijand in onzen strijd om zijn
of niet zijn verschrikt ons niet. Ruméhië»
boet reeds heden "voor zijn trouwbreuk (Bij
valsbetuigingen). Aan alle fronten wordt een
beslissing gezocht. Reusachtig is onze
krachtsinspanning, de vérziende veldheers
blik omspant ongeveer geheel Europa en
op schitterende wijze bieden onze door den
krijg geharde soldaten aan het vijandelijke
millioener.leger weerstand.
Onovertroffen is de standvastigheid van
het volk in het vaderland in het overwinnen
der moeilijkheden, die de misdaad van den
Engelschen uithbngeringsoorlog ons op
legt. Deze uithongeringsoorlog leed even
wel schipbreuk door den oogst, dien wij
konden binnenhalen. (Levendigen bijval).
In militair en. economisch opzicht zijn wij
onoverwonnejv. Het schitterénd resultaat
van de nieuwe oorlogsleening zal de we
reld aantoonen dat wij vast besloten in staat
zijn vol-te houden.
Na de openingsrede van den voorzitter,
sprak de rijkskanselier het volgende:
Toen na de oorlogsverklaring van Italië
aan Oostenrijk-Hongafije orize gezant Rome
verliet, deelden wij aan de Italiaansche re-
geering mede, dat zij in den strijd met de
Oostenrijksch-Hongaarsche troepen ook op
Duitsche- troepen zou stuiten. De Duitsche
soldaten vochten toen, met Oostenrijk»
Hongarije als kameraden vereenigd, aan hei
Italiaansche front. Zoo was de oorlogstoet
stand feitelijk ingetredén. Tot een formeelcf
oorlogsverklaring kwam het echter nieCf
Italië deinsde blijkbaar terug voor de nood^
lottige gevolgen, 'welke zijn économische
betrekkingen tot ons- na den oorlog moes
ten ondergaan. Ook had men te Rome gaarJ
ne het initiatief op ons geschoven. Wij had-1
den echter geen aanleiding het speli^van
Italië te spelen. Dat onze tactiek juist was/
toonden de onafgebroken pogingen van da
Entente, Italië tot de obrlogsverklaring ta
bewegen. Meer dan een jaar bood de Ita
liaansche regeering tegenstand. Ten slotte
drukten de duimschroeven te sterk, die En
geland met even weinig consideratie als hif
de onzijdigen, ook bij zijne bondgenooter
aanzet.
Italië hangt in den oorlog van EngelscKer
kolen en Engelsch geld af. Den doorslag ga!
stellig de pressie van Engeland, hoewel ook'
de Balkan-operatiën van Italië er toe bijge
dragen kunnen hebben. Zooals bekend is,
wenscht Italië zich op den Balkan in het
zelfde gebied uit te breiden, dat in de na
tuurlijke belangensfeer van Griekenland
valt. Om niet geheel uitgeschakeld te wor
den, nam Italië deel aan de expeditie ondei
Sarrail. Dat leidde tot nieuwe botsingen tus'
schen Italiaansche en Duitsche troepen in
Macedonië. Zoo ontstond de oorlogsverkla.'
ring.
Tegelijkertijd kwam het ook tot aonsluft
ting van Rumenië bij de geallieerden.
Onze betrekkingen tot Rumenië berust
ten vóór den oorlog op het bondsverdrag,
dat eerst slechts tusschen Oostenrijk-Hon-
garije. gesloten was en door de toetreding
van Duitschland en Italië uitgebreid werd.
In cfit verdrag verplichtten de onderteeke
naars zich tot wederkeerige militaire hulp
in het geval van een ongeprovoceerden
aanval door derden.
Bij' het uitbreken van den oorlog verdc*.
digde koning Carol krachtig de opvatting,
dat Rumenië, dat van de centrale mogend
heden in de dertig jaren van zijn gewaar
borgd politiek besföan een buitengewonen
bloei dankte,- zich niet alleen volgens den
tekst van het verdrag," maar dok voor de eer
van het land bij de centrale mogendheden
moest aansluiten. Als eene verloochening
van het bondsverdrag kwam den sints dien
overleden koning voor het bezwaar, geput
uit het feit, dal Rumenië niet op de hoogte
was gesteld van Oostenrijk's optTeden tegen
Servië en dat men ook niets daaromtrent
had gevraagd. Op den beslissenden Kroon
raad kon de bejaarde koning zijne meening
Hoeveel geheime neigingen worden voor
de oogen beleden, hoewel door de lippen
j6ntkend l
Uit fiet Noorsch van Hulda Garborg.
- Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN ED&L
80
„Waarom huiver je bij de woorden, van
Jezus Sirach, Mona Lisa? Ik dacht dat ze je
jwelbehagelfjk in de ooren zouden klinken,
jbmdat het wezen "der vrouw ijdelhcid is.""
Carl dronk zijn glas leeg en klapte het dek-
Jel dicht om een nieuw te bestellen.
„Kom, drink nu geen bier meer," zei Kaare,
..anders krijgen wij t>ij de koffie den heelen
jSchopenhauer. De groote borrel, die je voor
Öen eten nam, heeft je -bloed aan het gisten
jfebracht en dan wordt je gevaarlijk."
Carl sloeg weer in 't oogloopend hard met
hel deksel, en de kastelein, de gemoedelijke
pmbrinus achter de toonbank, kwam'en vul-
fle het glas. Hij verontschuldigde zich dat hij
Jen oogenblik was opgehouden 019 bier te
5>rengen voor wachtenden buiten; anders be
hoefde men bij hem geen tweemaal te klap-
pen.
.Weet je", ging Kaare voort, „ik verheug,
0; mij onzinnig oye£ dat je mee naar huis gaat
'en tante Louise zult ontmoeten. Het is een
verrukkelijke tante, die bij mijn moeder
woont," legde hij de anderen uit. „Carl kent
haar uit den tijd toen hij als jongen in Noor
wegen was. Zij is altijd op het punt een ver
handeling over filosofie en maagpijn te schrij
ven. Zij beweert dat, wanneer ér minder
slechte magen waren, er ook heel wat minder
filosofie zou-zijn."
Mona Lisa glimlachte en nam de sigaret, die
Carl haar aanboöd.
„Is de Viking niet.vervelend", zei ze, „heb
je ook soms geen lust om hem manchmal te
slaan?"
„Een Noor Je slaan, is niet raadzaam", zei
Carl, „hij slaat zoo vertcufelt hard terug, hij
zou al mijn knoken verbrijzeld hebben."
„Nu, ik heb lust om jou te slaan," zei Marie,
tot Carl. „want je praat zoo immoreel."
„Ik?" Coal zette een onschuldig gezicht.
„Ja. Je^pot en zégt zooveel leelijke dingen,
die ik niet begrijp."
„Ach. Marielje, wanneer je ze niet begrijpt,
lioe weet je dan dat ze leelijk zijn?"
„Je weet, Carl, vrouwen zijn onlogisch; wees
niet zoo streng," zei Mona Lisa vanuit haar
hoekje. m
„Neen, Mona Lisa, vrouwen kunnen niet
onlogisch zijn, evenmin als ze immoreel kun
nen zijn."
„Ah zoo, verklaar je nader, meneer?" Mona
Lisa sloot de oogen en zette er zich toe om
onderwezen te worden.
„Och, kind, weet je dat niet?" zei "Kaare;
„ze zij!* natuurlijk wel onlogisch en immoreel."
Kom, laten wij nu de koffie gebruiken,"
zei Marie en keek op haar horloge: ,ik moet
gauw weer wfifi.* 4
„Gaat ons kleintje naar de Zondagsschool?"
vroeg Mona Lisa.
„Neen, ik ga naar de kerk." Marie zei het
ernstig en ronduit.
„Wat zeg je?"
Nu opende Mona Lisa haar oogen geheel
en boog zich naar Marie toe. „Naar de kerk?
Moet je worden gedoopt, of geconfirmeerd of
getrouwd?"
Maar Marie vertelde kalm dat het de dag
was, die in dat gedeelte van het land, waar
zij woonde „Mothers Day" werd genoemd, een
dag waarop moeders en kinderen te ^samen
naar de kerk gaan en waarop de dominee
preekt over het vijfde gebod, maar vooral over
de moeders, die zich opofferen en over die
ware moeders, die de grondslag zijn vgn het
huisgezin en over de-plichten van de kinde
ren, tegenover haar.
„Kinderen hebben geen plichten; kinderen
hebben niet gevraagd ora geboren te worden,"
zei Mona Lisa, en nu sprak zij somber en
hard.
Katire keek haar nans nu had zij dertig jaar
oud kunnen zijn. Zij was op eens veranderd,
en zag er uit of er veel door haar heen was
gegaan.
„Ik geloof niet dat je daarin gelijk hebt," zei
Marie. „De moeders hebben misschien ook
niet gevraagd om moeder te worden? maar
wat doen zij niet voor ons! Wij houden veel
van onze moeders, wij daarginds, en zljrT wij
niet thuis op Mothers day", dan denken wij
aan haar en danken haar in onze brieven en
wij gaan dien dag naar de kerk, zelfs al
spreekt de dominee niet tot ons over het vijfde
gebod,"
Mona' Lisa zat zwijgend en-gesloten als een
sfinx en Carl glimlachte om de naïeve ge
woonte, maar zijn glimlach was weemoedig.
Hij had zijn moeder zoo vroeg verlóren.
„Ik vind het een goede gewoonte," zei Kaare
ernstig, „en ik vind het mooi dat je om dien
dag denkt, als je ver van huis bent."
Toen kwam de koffie. Carl bood Marie een
sigaret aan.
„Dank je, nu heb ik bijna geleerd to roo-
ken."
„Maar niet te drinken." Carl schudde schert
send het hoofd. „Dat is een gropte fout, Marie.
De deligd kan overdreven worden. Kijk eens
naar Kaare, die noch rookt noch drinkt;
Maakt 't je niet kregelig^"
Marie dronk aan.tafel haar glas ijswater en
Kaare nam niets of melk, zooals hij thuis ge
woon was.
„Waarom wil je toch niet rooken?" vroeg
Marie. „Kan je er niet tegen?"
„Ja, dat zal wel zoo zijn," zei Kaare. „Eens
op school rookte ik een stukje Spaansch liet
om er mij aan te gewennen, maar ik werd
doodziek. Dat was een vervelende geschiede
nis. Later zagen mijn moeder en ik eens twee
jongens van acht k tien jaar, die erbarmelijk
gebogen stonden tegen een hek, bleek en
oogenschijnlijk half dood, ieder met een balf
opgerookte sigaret in de hand."
„Zulke sjakkers, kijkt u eens," zei ik als een
echte farizeeër.
„Stakkers?" zei moeder. „Zij moesten een
pak slaag hebben of liever nog, de ouders
moesten gestraft worden. Want bijna al de
straf die de kinderen krijgen, komt den
ouders Toe."*
Marie lachte.^ „Wat een vermakelijke moe
der."
„Je.moeder is zoo krachtig en sterk.-
„Kreeg je ook wel eens straff-
„Neen, moeder behoort tol hen die zeiven da
straf op zich nemen.
„Neemt zij dan het pak slaag, dat je zeil
hebt verdiend?"
v„Ja." Kaare keek voor zich uit. Toen glim
lachte hij plotseling"!
„Maar toch kreeg ik eens een oorveeg."
„Wat Jiad je uitgevoerd?"
„Het gebeurde toen ik zes jaar oud \va*
Het was thuis op de plaats en ik had er schik'
in om „verduiveld" te zeggen, zoo mannelijk
als ik kon, omdat de kat niet naar mij wilde
luisteren. Toen kwam moeder, en zij schrikte
zoo alsof zij den duivel in levenden lijve voor
zich zag, enj ik kreeg voor den eersten en
zoo ik hoqp.-voor den laatsten keer een%
oorveeg, zoo goed aangebracht, dat ik bijna
omtuimelde; ik schril le zob dal ik daarna
nooit meer den duivel licb gelioemd lot nu loe«
Zij is iemand, die weel aan te pakken. Maar,
zij vond ook dat het zoo dwaas cn leelijk*
klonk uit mijn kleinen mond.'v
/Marie lachte, m aar Mona Lisa zal droo-
mend en zwijgend vóór zich uit. Ie staren, met
half gesloten oogen. De hand, waarin de half
opgerookte sigaret, rustte op den rand van
de tafel; een klein blauw rookwolkje steeg
omhoog.
Kaare's oogen werden plotseling geboeid1
door deze blanke hand, en hij werd afgetrók-i
ken en onrustig. Mona Lisa was een raadsel/
waarvoor geen oplossing gevonden kon wor*
den.
Zij zaten een "Oogenblik zwijgend, ieder ia
zijn eigen gedachten verzonken.
fWordt vervolud-ï