"binnenland."
KOLONIËN.
achter niet doordrijven tegen dc regeering,
drier minister-president, over alle bestaande
yerdragen hr van bet begin af met de
^Entente sympathiseerde.
Kort daarop stierf de kening aan de ge
volgen van de gemoedsbeweging, hem be
rokkend door het bewustzijn, dat Rumenië
rijn bondgenooten veTraden had. De Ru-
meensche politiek, onder leiding van Bra-
tianu, was er thans op gericht zich ten kos
te van de in den wereldoorlog overwon
partij te verrijken, zonder zelf gro'ote offers
te moeten brengen. Het was nu zaak tijdig
te weten te komen naar welke zijde de over-
/winning definitief doorsloeg, om dan het
gunstige oogenblik voor de aansluiting niet
te verzuimen.
Nog in het eerste oorlogsjaar, vermoede
lijk na den val van Lemberg, sloot Bratianu
reeds, achter den, rug van zijn soilVerein om,
een neutraliteitsverdrag met Rusland. Na
den val van Przemysl hield hij den tijd voor
gekomen, zich met onze vijanden te verstaan
over het Judas-loon. De onderhandelingen
mislukten. Rusland wenschte zijn eigen
reusachtig landbezit met de Bukowina ver
groot te zien. Servië vestigde de oogen op
het Banaat, terwijl Rumenië niet alleen Bu
kowina, maar het geheele Hongaarsche ge
bied tot de Theiss voor .zich wenschte.
Zoo werd geen resultaat verkregen, maar
Rumenië's onzijdigheid kreeg steeds meer
«den vorm vai) eenzijdige begjnstiging van
'de Entente-mogendheden. Om de Engel-
sch^ honger-blokkade te steunen, trachtte
men het door ons gekochte koren terug te
houden. Een zeer krachtige druk onzerzijds
was nooidg om de verzending er van af te
dwingen.
Na de doorbraak bij Gorlice begon Bra-
Janu te twijfelen of hij wel op het verkeerd
paard had gezet. De onderhandelingen
met de Entente, die sleepende waren gehou
den, bleven zichtbaar steken, want steeds
was het de militaire toestand, die de politiek
van Rumenië bepaalde.
Toen in dit voorjaar het Russische offen
sief kwam en daarna de aanvallen aan de
Somme begonnen, meende Bratianu het in
eenvallen van de centrale mogendheden
voor zich te zien. Nu was hij vastbesloten
aan den vermeenden lijkroof mee te doen.
Ook de Entente-mogendheden hadden bij
de onderhandelingen met hem meer de vrije
hand dan tevoren. Servië was overwonnen.
De beschermers van de kleine, zwakke sta
ten behoefden geen rekening meer te houden
met Servië's vroegere annexatie-wenschen.
Zij konden vrijgeviger tegen Rumenië zijn.
Omstreeks Augustus werd Bratianu het
met onze vijanden in beginsel eens. Hij be
hield zich echter het tijdstip van Ingrijpen
voor en maakte dit van zekere voorwaarden
van militairen aard afhankelijk. De koning
had ons tot dusver herhaaldelijk en met
klem verzekerd, onder alle omstandigheden
neutraal te zullen blijven. Den 5en Februari
legde de Rumeensche gezant alhier, op be
vel van zijn koning, tegenover mij de for-
meele verklaring af, dat de koning de neu
traliteit van Rumenië wilde handhaven en
dat zijne regeering ln staat was deze ten
uitvoer te leggen. (Hoort, hoortI)- Bra
tianu verklaarde aan baron Bussche, dat hij
zich volkomen aansloot bij de verklaring van
den koning. (Levendig geroephoort,
h o o r 11)-
Wij lieten ons daardoor niet misleiden.
Wij waren van Bratianu's onderhandelingen
in Augustus voortdurend onderricht en her
haaldelijk maakten wij den koning, onder
herinnering aan zijne neutraliteitsbeloften,
opmerkzaam op de geheime intriges van
zijn minister-president. Hetzelfde deden wij
bij talrijke politieke persoonlijkheden ln Ru
menië, die vastberaden tegen den oorlog_
streden.
De koning verklaarde herhaalde malen,
dat hij niet meende, dat Bratianu zich aan
de Entente gebonden had of zou binden.
Nog zes dagen voor de oorlogsverklaring liet
de koning zich tegenover onzen gezant in
dien zin uit, dat hij wist, dat de groote meer
derheid van het Rumeensche volk den oor
log niet wenschte. (Hoort, h o o r 1Aan
een vertrouweling verklaarde hij denzelfden
dag beslist, dat hij het mobilisatie-bevel niet
zou onderteekenen. Den 26en Augustus,
dus den dag voor Rumenië's oorlogsvar kla
ring, zeide hij aan den Oosténrijksch-Hon-
gaarschen gezant, dat hij den oorlog niet
wenschte. (Hoort, hoort!).
Tk vermeld als curiositeit) dat Bratianu
denzelfden dag aan den Oostenrijksch-Hon-
gaarschen vertegenwoordiger verklaarde, daf_
hij vastbesloten was de neutraliteit te hand
haven. Het resultaat van den Kroonraad, die
voor den volgenden dag was bepaald, zou
de waarheid van zijne woorden bevestigen.
(O n t r o e r i n-g).
Nog den 23sten Augustus waren rie En
tente-mogendheden zelf niet zeker op wel
ken termijn Rumenië den oorlog zou verkla
ren. Wij wisten dat wel uit goede bron.
Toen volgden de gebeurtenissen elkaar
snel op. Volgens berichten, die ik als be
trouwbaar beschouw, stelde Rusland plotse
ling het ultimatum, dat het over de onver
dedigde Rumeensche grens zou rukken, als
Rumenië niet vóór den 28sten Augustus in
greep. Ik laat daar of dit ultimatum een
doorgestoken kaart met Bratianu was* om
'den weifelenden koning aan te sporen, maar
de teerling was geworpen. Briand prees in
een van zijn jongste redevoeringen de
schoonheid en verhevenheid van Rumenië's-
optreden. (V r o o 1 ij k h e i d). Politieke toe
standen, waaronder woorden van ministers
en koningen niets meer waard zijn, laten de
idealen van vrijheid, rechtvaardigheid en
beschaving, waarvoor de Entente wil strij
den. in een twijfelachtig licht verschijnen.
(Zee- ju is t).
Sind? het begin van den oorlog maakte
Rumenië, zooals ik zeide, zijn roofpolitiek
uitsluitend afhankelijk van zijn kijk op den
«kremeenen oorlogstoestand. Rumenië zal
zich daarbij militair evenzeer nisi -kenen Frankrijk streed voor een vasten, duurza- land, waarvoor zij strijden, vergezelle hen,
als het gemeenschappelijk met z in Entente- men vrede, waarin internationale overeen-wanneer het helscne roffelvuur om hen
vrienden, reeds thans politiek misrekend komsten de vrijheid der volken tegen iede-i dreigt. (Bravo). Zouden wij dan hunner waar-
heeft. Men hoopte toch stellig, dat Rume- ren aanval beschermen. Dat willen ook wij: dig blijven, wanneer wij niet vastberaden
j nië's interventie den afval van Turkije en Duitschland voor altijd beschermd tegen olies gaven om hun behulpzaam te zijn? In
'Bulgarije van ons met zich zou brengen, iederen aanval. (Bravo). Maar gelooft Bri-,aeze dagen heeft het Duitsche volk weder-
maar Turkije en Bulgarije zijn niet Rumenië. and, dat de ideeën, welke onze vijanden om gelegenheid door onze oorlogsleening te
bewijzen, dat het tot ieder offer bereid is en
vast in onze overwinning gelooft. Be weet,
dat wij ook in deze zaak op de strijders ach-
en Italië. (Zeer goed). Vast en onver-; voor den oorlog tot hun verbond bijeen
brekelijk staat hun hondstrouw. Op de sl3g- J brachten, de Fransche revanche-polotiek,
velden van de Dobroedsja vierde hij schil té-' de Russische veroveringszucht, de Engel-
rende overv. iningen. (Levendig brave)sche drang naar „Einkreisung" en wereld- j Ier bet front-kunnen vertrouwen, dat iedere
heerschappij, dat de haat-gedachte, de wilDuitscher die zijn vaderland liefheeft, het
om te vernietigen en het streven naar boy-j als een eerezaak beschouwt door het schen-
colten, die hun politiek niet alleen tijdens ken van zijn beschikbaar geld, den reuzen-
den oorlog, manr ook na den oorlog bepa- arbeid van onze strijdmacht te steunen en
Ion, gelooft Bripnd, dat zóó de bodem be- daardoor tot bespoediging van de overwin-
reid wordt, waaruit internationale overeen- ning bij te dragen. Met op elkaar geklemde
komsten kunnên groeien, die de vrijheid,tanden, maar met wijd geopende harten en
de eer en de waardigheid der volken en de handen, zóó willen wij achter hen staan. Eén
samenwerking in den dienst van dé men- man, één volk.(Bravo).
schelijkheid waarborgen? Of meent Briand Ik kom aan het slot van mijne rede
ernstig, dit hooge, ideale doel door een ver- J Wij zien dén oorftg voor ons. Aan de
Tot zoover over de politieke gebeurtenis
sen.
Op de slagvelden woedde de zware strijd
in het Oosten, Westen en Zuiden. Sinds het
begin van Juli duren aan de Somme bijna
zonder onderbreking de verwoede aanval
len van de Engelschen en Franschen voort.
Het gemeenschappelijk groote offensief van
hot Entente-leger begon. Het was lang van
te voren aangekondigd. Nu moest het ge
lukken, nu moest het front van het gehate
Duitschland doorgebroken, Frankrijk en Bel
gië bevrijd en de oorlog over den Rijn naar
Duitschland worden overgebracht. Wat ge
schiedde?
Wel behaalden de Franschen en Engel
schen voordeelen, wel zijn onze eerste li-
niën eenige kilometers achteruitgedrukt, ook
zware verliezen aan menschenmaterieel heb
ben wij te betreuren. Dat is bij een op zoo
gev.-eldige schaal opgezet offensief onver
mijdelijk, maar wat onze vijanden hoopten,
en waarvoor streden, de doorbraak in
groofen stijl en het oprollen van ons front
in het Westen, gelukte hun niet. (Bravo!)
Stevig en ongebroken staat ons front.
Zwaar, hard is de strijd daar buiten, aan de
Somme. Nog is het einde daar niet afzien
baar. Hij zal verdere offers kosten. Nog een
of andere loopgraaf, een of ander dorp kan
verloren gaan, maar er dóór komen zij niet.
(Bravo). Daarvoor staat ons legerbevel en de
onvergelijkelijke dapperheid van de troepen
van alle Öbitsche stammen borg. (Levendig
bravo!)
Ook in het Oosten woedt de strijd verder.
Nadat de groot opgezette doorbraakpogin
gen door de troepen van aartshertog Karei
en von Linsingen tot staan waren gebracht,
begonnen in samenhang met het offensief
in het Westen opnieuw zware aanvallen der
Russen,- ten Westen van Luzk aan de Nara-
jowka en in de Karpathen. Onder bloedige
verliezen voor de Russen vielen de aanval
len ineen.
Ook hier zullen de gevechten voortduren,
maar even zeker zal ook hier stand gehou
den worden, dank zij den onvergelijkelijken
heldenmoed van onze legers. (Bravof)
In de laatste maanden rijpte het groote
Balkanplan verder, om den Vierbond te la
ten springen de verbinding tusschen Duitsch
land en het Oosten te verbreken, Turkije,
Bulgarije en Oostenrijk-Hongarije één voor
één te onderwerpen, om dan alle kraohten
tegen Duitschland alleen te kunnen riohten.
Bijna een jaar volgehouden, werd als voor
bereiding hiertoe een groot leger te Saloniki
verzameld. Hierbij kwamen nieuwe divisiën.
Het Fransche en Engelsche mengelmoes
van volkeren uit de -gansche wereld werd
met Russen, Serviërs, Italianen, en ten slotte
met Portugeezen bij elkaar gedrild. Het ver
raad van Rumenië sloot den keten en weer
vraag ik: Wat is er bereikt?
De toestand van onze trouwe, dappere
bondgenooten is ongeschokt. Oostenrijk-
Hongarije staat met ons aan het Oostelijke
front van het NaroCz-meer tot In Zevenber
gen. De Turken strijden-in Galicië. Duitsche,
Bulgaarsche en Turksche troepen versloe
gen in de Dobroedsja de Rumeniërs en strij
den trouw vereenigd in Macedonië. Het plan
van de Entente om in de Dobroedsja en in
Macedonië een beslissenden slag te leveren
is in de geboorte getroffen. Terwijl het leger
te Saloniki het niet verder dan tot zwakke
aanvallen bracht, trokken de Duitschers,
Bulgaren en Turken in de Dobroedsja noord
waarts, in plaats van, zooals de vijanden
dachten, de Russen en Rumeniërs naar het
Zuiden.
Alles bijeengenomen dus: aan het Som-
me-front op zich zelf staande successen van
den vijand, die den algemeenen toestand
niet veranderen, voor het overige zegevie
rende afweer van alle vijandelijke aanvallen
en daarmee het verijdelen van de plannen
van den vijand. Op den Balkan mislukking
van de oogmerken van den vijand.
Zoo gaat de vreeselijke oorlog verder.
Steeds nieuwe volken storten zich in het
bloedbad. Tot welk doel? Het oorlogsdoel,
dat de vijanden steeds onverbloemd verkon
digen, duldt geen misvatting: dorst naar land
en vernietiging. Ik heb dat hier steeds op
nieuw aangeduid. Konstantinopel- willen de
Russen, Elzas-Lotharingen de Franschen,
Trente en Triëst de Italianen en Zevenber
gen de Rumeniërs.
Van den eersten dag af was de oorlog
voor ons niets anders dan de verdediging
van ons recht op leven en vrijheid. (Bravo.)
Daarom konden wij, als eersten en eenigen,
ons
tot vredesonderhandelingen bereid
verklaren. Ik sprak den 9en December 1915
en later nog meermalen duidelijk genoeg,
daarover. Asquith en Cecil maken mijne
j woorden niet af met de bewering, dat
Duitschland geen of onverdragelijke en ver
nederende voorwaraden had bekend ge-
maakt. Wij deden het onze. Of durft iemand
I verlangen, dat wij heden aanbiedingen
1 doen wanneer de tegenstanders, zooals Bri-
nietigingsoorlog te kunnen bereiken, waar-|werken des vredes te" denken, is ons nog
in de laatste jongelingschap van Frankrijk 1 niet vergund,
op de verwoeste slagvelden van Verdun en
aan de Somme wegsterft!
Om ons tot achterlijke menschen te stem
pelen, die in het belang van de vrijheid
bestreden moeten worden, is thans weer de
fabel opgehaald, dat de keizer indertijd
door zijn invloed op den czaar de ontwik
keling van Rusland in vrijzinnigen zin heeft
verhinderd. Deze bewering is onwaar. Dat
constateer ik openlijk. Zij is juist het tegen
deel van de waarheid. (Hoort, hoortr) Hoe
Rusland zijn staatsleven inricht, hetzij auto
cratisch of constitutioneel, is Ruslands zaak.
Ik verspil er geen woord over. Ik kom
slechts op voor de Duitsche belangen. Niets
anders dan eerboed voor de Duitsche rech
ten en de Duitsche belangen verlangen wij
in vrede van de andere mogendheden ver
longen, om 't even onder welke regime zij
leven.
En Engeland? Wat Engeland zich uit den
gehoopten buit in Klein-Azië en aan kolo-,
niën wil toeëigenen, laat het nog in het
duister, maar het wil meer dan dat. Wat de
Engelschen uit Duitschland wiBen maken,
daarover laten zij geen twijfel. Ons leven
als natie moet verwoest, militair weerloos,
economisch verpletterd, door de wereld ge
boycot, t ot een blijvend kwijnen veroor
deeld worden. Dat is het Duitschland, dat
Engeland aan zijne voeten wil leggen. Wan
neer dan geen Duitsche concurrentie meer
te vreezen, wanneer Frankrijk verbloed is
en alle bondgenooten in den strijd finan
cieel en economisch heerediensten voor
Engeland verrichten, wanneer -de neutrale
Europeesche wereld rich naar ieder Britsch
bevel, naar iedere Britsche zwarte lijst moet
schikken, dan zal op het onmachtige
Duitschland de droom van de Engelsche
wereldheerschappij werkelijkheid worden.
Voor dezen tijd strijdt Engeland met
eene in zijne geschiedenis voorbeeldeloo-
ze krachtsinspanning, met middelen, die de
eene schending van het volkerenrecht op de
andere stapelen. Daarom is Engeland onder
allen de meest egoïstische, de meest ver
bitterde en hardnekkigste vijand.
De Duitsche staatsman, die er tegen op
zag tegen den vijand ieder deugdelijk
strijdmiddel te gebruiken, dat den oorlog
verkorten, zulk een staatsman moest opge
hangen worden. (Levendig en stormachtig
bravo en applaus in het Huis en op de tri
bunes.)
Ik wensch, dat gij uit mijne woorden den
graad van weerzin en verachting leert ken
nen, die ik voor de steeds weer verkondigde
bewering gevoel, dat uit onbegrijpelijke toe
geeflijkheid, uit verouderde verstandsbegrip
pen of zelfs uit duistere^ overwegingen, die
'het daglicht schuwen, niet alle strijdmidde
len naar hun volle gebruiksmogelijkheid
worden „aangewend. (Bravo). Lettende op het
vijandelijke, op iederen breuk van onze in
nerlijke aaneensluiting loerende buitenland,
wil ik hier niet op een u bekende drijven
ingaan. De tijd is te ernstig. (Zeer juist).
Toen wij in Augustus 1914 het zwaard
moesten trekken, wisten wij, dat wij tegen
een machtige, bijna overmachtige coalitie
huis en haard moesten beschermen. Een
vurige, tot dat tijdstip ongekende en vaak
verzwegen vaderlandsliefde laaide in alle
harten op, moedig tot deri dood en zeker
van de overwinning.
Heden, na twee jaren van strijden en
worstelen, van lijden en sterven weten wij
meer dan ooit te voren, dat er slechts één
parool is: Volhouden en overwinnen. Wij
zullen overwinnen. (Bravo). In den vori-
gen winter begon de kleinmoedige zorg
op te komen of de levensmiddelen toerei
kend zouden zijn. Zij zijn toereikend ge
weest. De oogst van dit jaar stelt ons op
veel vasteren grondslag dan verleden jaar
het geval was. Ik ken de ernstige grieven
over fouten in de organisatie en schat
naar waarde de moeilijke zorgen, waaronder
talrijke menschen om hun levensonderhoud
strijden. Ik deel de diepe droefheid om de
gevallenen en verminkten en buig mijn
'hoofd voor den heldengeest, waarmee de
offers gedragen rijn, door vrouwen, door
mannen, zonder onderscheid van rang of
klasse, eensgezind in hun vurige liefde voor
het land, dat hun vreugde en* leed oms'uit.
In den strijd is de arbeid gegroeid tot boven
den gewonen maat van menschelijk kunnen.
(Bravo).
Dat is verheven en gtoot. Maar verheve
ner en grooter nog is doodsverachting,
waarmee onze zonen en broeders daarbui-
and onlangs deed, een heden te sluiten vre-ten den woedenden stormloop van den in
de als zwakheid tegenover de nagedachte- i aantal en in munitie ons ver overtreffenden
nis van de dooden kenschetsen? Zij zetten j en met de uiterste dapperheid strijdenden
den oorlog voort omdat zij hun utopistisch vijand doorstaan. (Bravo).
'oorlogsdoel hopen te kunnen bereiken. Hun I Nooit zag de geschiedenis van.de wereld,
veroveringszucht is er de schuld van, datde geschiedenis van de menschheid iets der-
j dagelijks de bergen lijken zich hooger'öp-gelijks. Voor de heldendaden der mannen,
'stapelen. I daarbuiten moet onze smart verstommen. in Mocaratembesi ontijdig uit. Een en
1 De Fransche minister-president zeide in Geen klacht van thuis mag hun por.bgreiken. i ander verklaart de plotselinge versterking der
een van zijn laatste redevoeringen, dat Slechts dank, hartelijke dank uit het vader- garnizoenen aan de Westkust.
Ik las onlangs de woorden:
Wanneer het huis brandt, komt het er op
aan den brand te blusschen. Hoe wij daar
na het huis zullen inrichten, is een punt
van latere overweging." Dat moge zoo zijn,
maar toch toonde deze oorlogsbrand wij
ondervinden het alle dag met blijde ont
roering op welke kolossale en onver
woestbare fundamenten ons huis is opge
trokken.
Wat anders schenkt ons de kracht om
dezen oorlog tegen bijna de geheele wereld
vol te houden, dan de liefde tot het land
der vaderen, die al zijne zonen met een on
verbreekbaren band omsnoert?
Wat anders dan de onverdroven kracht
van de armen en harten, die in ons volk
leeft en waaruit in eeuwige verjonging de
geslachten ontspruiten?
Wij kunnen niets missen van datgene,
wat ons deze vuurproef doet doorstaan. Wat
in den oorlog op zóo'n wonderbare wijze de
proef doorstaat, moet ook in vredestijd le
ven en werken. (Bravol-geroep).
„Veel omvattende arbeid wacht mij",
schreef Frederik de Groote, toen de zeven
jarige oorlóg geëindigd was. Veel omvat
tende arbeid was bij ons steeds het gevolg
van de groote oorlogen, waarin wij sints
150 jaar om ons bestaan moeten strijden.
Dat was ons geluk en zal het weder zijn..
De reusachtige problemen op alle gebied
van het staatsleven, het sociale, ecenomi-
sche en politieke leven, die ons wachten,
zullen om ze op te lossen alle in bet volk
levende krachten opeischen. Het is een ge
biedende eisch voor het voortbestaan van
den Staat, die zich zal doorzetten tegen alle
beletsel^ in, deze krachten, die in het vuur
gehard zijn en die naar vruchtdragenden
arbeid snakken, ten nutte van het geheel
te gebruiken. (Levendige bijval). Vrije baan
voor al deze krachtenl (Hernieuwde leven
dige bijval). Dat moet ons wachtwoord
zijn.
Laat ons dat vrij en zonder vooroordeelen
volbrengen. Dan zal ons land een rijke en
gezonde toekomst tegemoet gaan, omdat
elke steen. Iedere balk meedraagt en
steunt. Dan zullen eenmaal de sterken
uit alle standen gaarne en met vreugde aan
de werken des vredes deelnemen, zooals
thans aan den bloedigen strijd. (Stormach
tige, herhaalde bijvalbetuigingen en hand
geklap zoowel in het Huis als op de tribu
nes).
Na de rede van den Rijkskanselier werd
de zitting verdaagd.
Havre, 27 Sept. (Havas.) Een draad
loos telegram van 22 Sept. van het station
Nauen berichtte, dat de Duitsche gezant te
Washington herhaaldelijk verklaard heeft,
dat Duitschland niet de hypotheken op de
Belgische spoorwegen «kon erkennen, zoo
lang België bezet zou zijn door de Duitsche
troepen. Deze verklaring gaf te denken, in
geval in de rentebetaling van Belgische lee
ningen zou worden voorzien door de spoor-,
wegen.
Volgens inlichtingen ingewonnen bij het
Belgische ministerie van financiën, blijkt,:
lo. dat op dit oogenblik over geen enkele
Belgische leening wordt onderhandeld; 2o.
dat de Belgische regeering niet van plan is,
voor een toekomstige leening de opbreng
sten der spoorwegen te verpanden.
N e w-Y ork, 28 Sept. (R.) Bericht
wordt, dat de Kulmloch-maatschappij aan
de stad Parijs 50 millioen dollars geleend
heeft voor 5 jaar tegen 6
Berlijn, 28 Sept. (K. N.). Van wel
ingelichte zijde wordt vernomen, dat het
resultaat van de veetelling in het Groother
togdom Baden op 1 Augustus van dit jaar
is geweest, dat het aantal runderen sedert
15 Juli van dit jaar van 667,111 tot 817,819
stuks vermeerderd is. De resultaten der
veetellingen in de overige Bondsstaten zijn
nog niet bij de band.
Vereenigde Staten.
N e w-Y ork, 28 Sept. (R.) Hoewel te
gen heden een algemeene sympathie-sta-
kign is geproclameerd, bestaat er weinig
kans, dat zij doorgaat. Vele syndicaten wei
gerden zich in staking te begeven. De lei
ders der Syndicalisten verklaren, dat
250,000 man aan den oproep hebben ge
hoor gegeven.
Oost-lndlë.
Onlufiten in Pjambi.
Uit onderschepte brieven aan de Djam-
bigrenzen is, volgens de Tel., gebleken, dat
oorspronkelijk plannen zijn gesmeed voor een
gelijktijdigen opstand op den 13den October
in Palembang, dc Lampongsclie districten,
Djambi en Bengkoelen, maar de onlusten bra-
Kap!:ein Vermeer.
De Tel. verneemt:
j Kapitein Vermeer is gepensionneerd.
i Zooals men zich herinnert, was kapitein
Vermeer vrijgesproken van- de beschuldiging)
flat hij ondisciplinair zou hebben gehandeld,
I door artikelen legen het legerbestuur ip
Nederlandsch-Indië te schrijven. Hem werd
volledig eerherstel verleend.
Kameroverzicht.
Tweede Kammr
Zitting van 28 Sept.
Aaa de orde kwam het wetsontwerp tot in*
stelling van een Kolonialen Raad voor Indië
als vertegenwoordigend lichaam voor de in
gezetenen die Nederlandsch onderdaan rijn.
De heer Beumer betuigt instemming
met de niet-rechtstreeksche verkiezing van
leden van den Raad, doch bepleit verster.
king van het ambtelijk element. Hij bestrijdt
voorts _>et niet vaststellen van het aantal
inlandsche en Europeesche leden, wat ge
vaar oplevert voor wrijving, en verzet zich
tegen het toekennen van het passieve kies
recht aan de "Vrouw. Spr. betreurt voorts dat
de Koloniale Raad geen aandeel zal krijgen
in den wetgevenden arbeid.
Nadat de heer Jannink rapport heeft
uitgebracht, besluit de Kamer tot toelating
van den heer van Rijckevorsel, nieuw lid
voor Oosterhout.
De heer Scheurer deelt het bezwaar
van den heer Beumer tegen uitwerking van
het denkbeeld, dat ook zijn sympathie heeft;
vooral geldt zijn verzet het passieve vrou
wenkiesrecht, dat het geheele ontwerp be-
heerscht.
De heer Knobel begroet met vreugde
het ontwerp, dat hij veel beter acht dan dat
van minister de Waal Malefijt. Uitschakelen
van het ambtelijk element vermindert het
gevaar voor bureaucratie. Hij deelt het be
zwaar tegen het passief vrouwenkiesrecht
niet, wel echter dat tegen het niet uitsluiten
van oneervol ontslagen ambtenaren.
De heer M a r c h a n't verdedigt uitvoerig
het ontwerp dat de kiem moet zijn van een
volksvertegenwoordiging voor lndië. Hij
acht 't evenwel verkeerd, dat. het aantal
leden wordt vastgesteld op 39; meer leden
moet mogelijk zijn, ten einde alle bevol
kingsgroepen te kunnen vertegenwoordigen,
Hij dringt voorts op de mogelijkheid aan vaiï
rechtstreeksche verkiezingen en op wetge
vende beyoegdhefd van den Raad.
De heer Bogaardt betoogt, dat zelfs ii\
de verre toekomst rechtstreeksche verkiei,
zingen voor den Kolonialen Raad niet mtx
gelijk zullen zijn, o.a. door het ontbreken
van een burgerlijken stand, en betreurt, dat
niet gelijktijdig het bestuur wordt gereorga
niseerd. Spr. verklaart verder, dat hij door
zijn amendement tegen de verkiesbaarheid
van de vrouw geen principieele uitspraak 'be
doelt.
'De heer Mendels betoogt, dat van hei
ontwerp veel te veel ophef wordt -gemaakt
Het beteekent voor de ontwikkeling van In
dië in democratischen zin heel weinig. Da
grieven van spreker zijnhet niet verlee-
nen van wetgevende bevoegdheidhet ta
beperkt aantal onderwerpen waarover het ad
vies van den Raad mpet worden gevraagd
en de aanwijzing van leden bij „getrapte'*
verkiezing.
Ten 4.20 u. werd de vergadering ver*
daagd tot heden halftwaalf.
Berichten.
De Staatscourant van Donderdag
28 September bevat o. m. de volgende Kon.
besluiten:
op verzoek eervol ontslagen als verificateur
invoerrechten en accijnzen te Arnhem J.
Zwaanstra, te Delft L. v. d. Dorp, als belasting-'
ontvangen te Zierikzeer P. C. H. Huvers;
benoemd tot verificateur invoerrechten en
accijnzen te Rotterdam J. H. Levels, thans
verificateur der directe-belastingen, invoer
rechten en accijnzen aldaar;
bevorderd bij het Departement van Water
staat tot commies: T. G. H. Mulder, thnnS
adjunct-commies;
benoemd tot directeur van den te 's Gra-
venhage gevestigden dienst der Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling: A*
Folmer aldaar, thans adviseur inzake Arbeids
bemiddeling;
benoemd tot bureel-ambtenaar Rijks-Water-
staat 3e klasse P. H. Krijger te Zulfen;
bevorderd tot hoofdcommies, telegrafie
2e klasse de commies le ld. P. J. G. Vennik;
eervol gepensioneerd de majoor der infan
terie van het Indische leger: H. J. Voskuil.
E e r b e w ij z e n. Te 's-Gravenhage is be
paald. dat aangezien nalatigheden in bet brenj
gen van het verschuldigd eerbewijs aan d4
leden van het Koninklijk Huis, behalve aan
onoplettendheid, hoofdzakelijk te wijten zijd
aan onbekendheid- met herkenningsteekencn"
dier Vorstelijke personen, kosteloos platen
voor militaire bureaux, verblijven, enz. be
schikbaar worden gesteld, die aan dc Topo-
graphische inrichting verwaardigd worden en
waarop in kleurendruk de kenteekenen defl
hofrijtuigen, auto's en lakeien zijn afgebeelde
(Maasb.).
De nieuwe internutius te s Graven
hage (Nuntius te Brussel) mgT. Locatelli^
maakte hedenmiddag zijne opwachting hij
den minister van Buitenlandsche zaken jhrj
dr. Loudon, aan diens departement.
Het lag niet in de bedoeling van dart
nieuw opgetrëden vertegenwoordiger vai(
den Pauselijken Stoel reeds ter gelegenheid
van zijn kort verblijf te 's Gravenhage, zijn
geloofsbrieven aan H. M. de Koningin aan
te bieden. Dit zal bij een volgende komsl
te 's Gravenhage geschieden.
Bij Koninklijk besluit is de heer L. N.
lc-naar, erkend en toegelaten als consul va^
Noorwegen te Soera^ója, voer dc ïLsidenaei
Rembang, Madioen, Kediri, Soerabaja, Pasoe-