EEN STRIJD OM DE ZON.
DE EEMLAN DER".
Zaterdag 30 September 1916.
KOLONIÊNi
BIN N ENLAN Ö7—
FEUILLETON.
N" 78. Tweede Blad.
15de Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Hoofdredactie!
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
^Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.30.
Idem franco per poet.. 1.80.
f Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.12&.
Afzonderlijke nummers0.03.
iVekelijkaoh bijvoegsel mDs Hollandse}* HulsvrouuP (onder
I redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. 00 ets.
Wekelijksoh bijvoegsel ,Pak m* msf per 8 mnd. 32 ets.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels t 0.80.
Elke regol moer 0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.5»,
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan teer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad. by abonnement.
Eone oirculaire. bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Oost-Indlë.
Do onlusten in Djambi.
De correspondent van de Locomotief
ih Djambi meldt, dat de bevolking van de
feoven-Toengkalstreek geen deel neemt aan
Hen opstand.
De troepenmacht in Djambi is samenge
steld uit 2 compagnieën van het 10e batal
jon, 2 id. van het 16e bat., 6 brigades van
Padang en 11 brigades gewapende politie,
10.i. in totaal 1600 man.
De dag, bestemd voor het uitbreken van
öen opstand in de Lempongs, was op 12
Petober bepaald.
Langzamerhand blijkt de Sarikat Islam
'de oorzaak van den opstand te zijn.
Bij de opsomming van de in Djambi aan
wezige troepenmacht behoort nog het de
tachement van het garn.-bat. van Palem-
Ibang en Djambi te worden gevoegd, zoo-
Öat de sterkte der beschikbare troepen ca.
1800 man bedraagt.
Dat leden der Sarikat Islam de hand zou-
Hen hebben in den opstand in Djambi, werd
reeds bij het uitbreken der onlusten ver
moed. Wij hebben aldus het Hbld. er
toen ook reeds op gewezen, dat de houding
van overheidswege tegenover de S. I. aan
genomen wel er toe moest leiden, dat min
der gewenschte elementen zich van de be
weging meester maakten ten nadeele van
het gevestigd gezag. Of nu echter de op
stand werkelijk aan de Sarikat Islam zelve
moet worden toegeschreven en niet aan en
kele individuen, welke de propaganda voor
die veréeniging ter bevordering van eigen
doeleinden aanwendden, meent het blad te
mogen betwijfelen.
Uit de Pers.
Tegen wie van de twee?
De Standaard schrijft
„Niet in publiek pleidooi, maar in het
privaat gesprek dan toch, komt van zelf de
vraag op, tegen welke der beide Mogend
heden, met wie ons contact het sterkst is,
eich de forsche zinsnede in de Troonrede
keerde.
Tot die vraag heeft men het recht nu de
betuiging dat we onze onafhankelijkheid ter
dege verweren zullen, zoo forsch eerst in
het derde jaar komt. In Augustus 1914 zou
zulk een betuiging niet anders bedoeld heb
ben dan het innemen van een fiere en fc~me
positie. Thans echter staat het anders. Nu in
het derdeoorlogsjaar de fiere betuiging in
verscherpten vorm uitgaat, zit ér natuurlijk
een aan de feiten ontleend motief achter.
Er spreekt zich nu in uit, dat men de mo
gelijkheid van zeer ernstig gevaar ducht,
en zulks wel óf om wat aan andere kleine
Staten overkwam, óf om wat geducht wordt
voor ons eigen land op grond van reeds
voorgekomen feiten.
Zooals ditmaal in de Troonrede gespro
ken werd, spreekt niet wie acht onbezorgd,
in vast vertrouwen op het volkenrecht, de
toekomst te kunnen -tegengaan.
Veeleer kon zulk een forsch zich uitlaten
alleen noodzakelijk zijn, indien men ge
voelde, dat minder besliste en minder stel
lige verklaring onze positie zou kunnen
verzwakken.
Toch heeft zeer terecht de Troonrede zich
stiptelijk onthouden van elke toepassing van
dit ernstig voornemen op één bepaalde
Mogendheid.
Wat in de Troonrede verklaard werd, ver
loor geen oogenblik ons volstrekt neutrale
standpunt uit het oog, en de vraag, voor
wie in deze betuiging een ernstige waar
schuwing ligt, heeft elke Mogendheid met
wie we in contact staan, en dienvolgens in
conflict konden geraken, alleen zelve te be
antwoorden.
Wie niets tegen ons deed, op niets tegen
ons zon, en in niets zich tegen ons stelde,
weet dat hèm de forsche toon wan de
Troonrede niet raakt.
Om te weten, naar wat.kant de ons be
veiligende uitwerking van de Troonrede zal
uitgaan, heeft elke Mogendheid zich zelve
af te vragen, of ze- al dan niet in elk op
zicht onze Souvereiniteit, naar den stipten
regel van het volkenrecht, geëerbiedigd
heeft.
Wie hierop voor zich zelf, en zóó dat
heel het publiek 't beaamt, met een volmon
dig Ja, ik, kan antwoorden, heeft zich geen
enkelen regel uit de Troont'ede aan te
trekken.
De Mogendheid daarentegen, die zelf in
ziet, op velerlei manier ons onaangenaam
te zijn geweest, zal zich de waarschuwing
zelve wel aantrekken.
Welke Mogendheid dit nu was, liet de
Tropnrede terecht geheel in 't midden.
non antwoord, dat een ieder vanzelf op
de lippen zweeft, spreekt men in zoo plech
tig staatsstuk niet uit.
Berichten.
De Staatscourant van Vrijdag 29 Sep
tember bevat o. m. de volgende Kon. be
sluiten:
overgeplaatst bij de grenadiers E. J. v.
Bel, van het 3e regiment infanterie;
eervol ontslagen met pensioen wegens li
chaamsgebreken de majoor-magazijnmees
ter der artillerie G. R. D. v. Doesburgh;
op verzoek eervol ontslagen met dank mr.
C. Krabbe als raadsheer bij den Hoogen
Raad.
H. M. de Koningin-Moeder bracht
gister een bezoek aan de tentoonstelling
van schilderijen en beeldhouwwerken in
Pulchri Studio en aan de tentoonstelling van
aquarellen van freule Bentinck in de kunst-
zaal-Kleijkamp te 's Gravenhage.
Statistiek in-, uit- en doorvoer.
Ontbonden met dankbetuiging aan de
leden de in 1896 ingestelde Commissie
voor de Statistiek van den in-, uit- en door
voer).
KamerverkLe.zing Dordrecht.
Door de besturen der drie rechtsche cen
trale kiesvereenigingen is voor de a.s. Ka
merverkiezing voor het district Dordrecht
de volgende groslijst opgemaakt: H. C. Ho-
gerzeil te Amsterdam; A. W. Idenburg te
's Gravenhage; J. W. Nekking te Gorkum;
J. van Schelt te Dordrecht, mr. J. A. de
Wilde te 's Gravenhage.
De vrijzinnige kiesvereeniging Dordrecht
heeft Donderdag besloten voor de aanstaan
de Tweede Kamerverkiezing (vacature-
Schim van der Loeff) opnieuw den heer Van
der Loeff candidaat te stellen.
Nederland en de oorlog#
Maatregelen inzake den
aardappeloogst.
De oogst van consumptie-aardappelen
laat dit jaar, naar de toestand zich thans
laat aanzien, zeer te wenschen over. In de
eerste plaats zijn minder aardappels uitge-
.poot en in'de tweede plaats is de opbrengst
per H.A. onvoldoende. Met het oog daarop
het, ten einde gebrek aan aardappelen
in het laatsl van het seizoen te voorkomen,
wenschelijk:
lo. dat de klei-aardappelen, speciaal de
duurzame soorten, zoo lang mogelijk wor
den bewaard en in de eerstvolgende we^^n
vooral de minder duurzame zandaardappe-
len worde gegeven;
2o dat de in de vier noordelijke provin
ciën verbouwde, voor consumptie geschikte
en benoodigde aardappelen van zand- en
veengrond niet in de fabrieken worden ver
malen;
3o dat het drogen van voor consumptie
geschikte aardappelen in het geheele land
wordt beperkt.
In verband met het bovenstaande zijn de
volgende maatregelen genomen.
In de eerste plaats is krachtens de Distri-
butiewet het vervoer van de volgende oard-
appelsoorten van de klei, anders dan naar
de opslagplaats van den verbomver, tijdelijk
verboden: Bravo, Blauwen, Bontblauwen, De
Wet, Frisia en Roode Star, Industrie.
Vrees voor schade ten gevolge van dit
tijdelijke vervoerverbod behoeft bij de hou
ders van deze aardappelen niet te bestaan;
er zal voor worden gezorgd, dat hun de on
dervonden last en schade later door een loo-
nenden prijs wordt vergoed, alsmede dat
hun, zoo noodig, voorschotten op de vast
gelegde aardappelen worden verstrekt.
In de tweede plaats is in de vier noorde
lijke provinciën alleen de vermaling van die
geelvleezige aardappelen toegestaan, welke
voor de consumptie ongeschikt zijn.
Gaskolen.
Men deelt aan de „N. R. Ct." mede, dat
de Rijks-kolendistributie, in samenwerking
met de importeurs, de gasindustrie in de _,e-
legenheid heeft gesteld, weder voor zes
maanden (October—April) het benoodigde
kwantum gaskolen te koopen. Hoewel de
prijzen der Engelsche gaskolen hooger zijn,
dan voor de afgeloopen zes maanden, blij
ven zij toch nog ver beneden de prijzen*
waarvoor in Maart 11. enkele jaarcontrac
ten zijn afgesloten. Gasfabrieken dus, die in
Maart 1.1. slechts voor zes maanden gecon
tracteerd hebben, hebben niet alleen gepro
fiteerd van de aannemelijke prijzen voor
dat tijdperk, maar blijven bovendien voor
het tweede halfjaar nog beneden de -prijzen
voor jaarlevering bedongen. Het advies in
Maart 1.1. gegeven, om slechts voor zes
maanden te contracteeren, is dus gebleken
juist te zijn geweest.
Voor de vaststelling der prijzen heeft de
Rijks-kolendistributie ditmaal een anderen
weg gevolgd, dan voor het eerste halfjaar
was ingeslagen. In overleg toch met verte
genwoordigers uit de gasindustrie zijn de
verschillende gaskolensoorten naar gelang
van hun qualiteit geclassificeerd, en dien
overeenkomstig zijn de prijzen vastgesteld.
Aan de Rijks-kolendistributie brengt de „N.
R. Ct." een woord van hulde voor de wijze
waarop zij de belangen der gasindustrie, en
daarmede de gemeencchap, heeft gediend.
Wat hetreft de Duitsche gaskolen, deze
hebben «en belangrijker verhoogins" dan de
"Engelsche moeten ondergaan. In de con
tracten voor Duitsche'kolen is de clausule
opgenomen, dat partijen gerechtigd zijn, het
contract met een opzeggingstermijn van een
maand te doen eindigen.
Geen-vet en margarine aan
gemeentewinkels.
De gemeente Veendam exploiteert sedert
December 1915 een gemeentewinkel en
heeft in het geheel aan de bevolking gele
verd: 20.000 K.G. regeeringsvet en 3750
K.G. puik vet dat later, zonder tusschen-
komst van de regeering, was ingeslagen en
waarop de gejneente ten bate der arbei
ders eenigen toeslag gaf. Ook werd reeds
1000 K.G. margarine verkocht.
Dezer dagen besloot de levensmiddelen
commissie wederom 2000 K.G. vet te be
stellen, omdat de door de regeering toege
zegde distributie-artikelen denkelijk wel
eenigen tijd op zich laten wachten.
Telegrafisch en sohriftelijk werd aan de
gemeente evenwel medegedeeld, dat door
het hoofdbureau van de N. O. T. was beslo
ten geen vet en margarine meer aan ge
meente-winkels te laten consigneeren.
Goede zaken.
Naar wij vernemen zijn ruim 2500 haring-
visschers te Scheveningen, die nimmer di
recte belastingen betaalden, over dit jaar,
vermoedelijk tengevolge der gunstige vangst
over 1915, in de Rijksinkomstenbelasting
aangeslagen en zullen velen van hen waar
schijnlijk voor een flink bedrag in de Oor
logswinst be las ting worden betrokken.
Ned.
Ned. C h r. Geheelonthou
ders Bond.
Te Haarlem is Woensdag gehouden de 25ste
algemeene vergadering van den Ned. Chr. Ge
heelonthouders Bond, te welker gelegenheid den
avond te voren reeds een feestelijke bijeenkomst
werd gehouden in het gebouw van de Haarlem-
sche Jongelingsvereeniging, waarin de bonds
voorzitter, de heer R. R. Posthuma, te Hoorn, de
feestrede hield.
Na opening der vergadering bracht de secrc-»
toris, de heer H. Visser, te Sneek, het jaarver
slag uit, waaruit bleek, dat het ledental niet
vooruit was gegaan.
De heeren W. P. J. Overmeer, te Haarlem, en
P. ten Hoorn, te Hoogeveen, werden herkozen
ds leden van het hoofdbestuurtot voorzitter
werd herkozen de heer R. R. Posthuma.
Verworpen werd het voorstel per afdeelin^
Zaandam om het maandelijks verschijnend pro*
pagondablad „Vrijheid, Blijheid" wekelijks uit
te geven. I
Op het voorstel der afdeeling Haarlem zal cci(
jaarboekje voor 1917 worden uitgegeven. Aan
het hoofdbestuur werd overgelaten to pogen
overeenkomstig 't voorstel van Haarlem om
van Rijkswege een gesalarieerd reclassceringa*
agent aan to stellen en om provinciale vertegen*
woordigers te benoemen.
Aangenomen werd het voorstel der afdeeling
Makkum om weer kinderbonden op tc richten
met het doel verbreiding van den eisch „niet
drinken, niet schenken." Ten aanzien van de
samenstelling van een leiddraad ten dienste der
bestaande kindervereenigingen besloot de ver
gadering zich in verbinding te stellen met de
vereeniging De Hoop der Toekomst.
De stadhuisbouw te Rotter
dam. Het gaat, naar de „N. Rott. Ct." me
dedeelt met den bouw van het nieuwe raad
huis tengevolge van de ongunstige tijdsom
standigheden niet naar wensch.
De levering van de Rackwitzer-zandsteen,
die de aannemer van de gemeente moet
ontvangen, heeft een zeer gebrekkig ver
loop, den 7en September j.l. was er niet
minder dan 1550 M\ te kort geleverd. De
oorzaak daarvan ligt blijkbaar voornamelijk
in de omstandigheid, dot de groeve te Bunz-
lan in Pruisen van waar de zondsteen moet
komen, zooveel personeel moet afstaan
voor het leger, dat er groot gebrek is aan
arbeiders, die de steen moeten kloven en
zagen. Zoodoende kon slechts een klein
gedeelte van het benoodigde geleverd wor
den, en is de gemeente dus niet in staat
den aannemer te geven wat hem toekomt.
De tufsteen voor den toren ligt in de
werkplaatsen gereed en kan dus geleverd
worden. Maar de bouwpolitie is van oor
deel, dot de toren ten opzichte van den om
ringenden bouw voorloopig hoog genoeg is
en dat het, in verbond ook met de verscK»
heid van het metselwerk, niet te verantwoor
den zou zijn, hom thans^ hooger op te trek
ken, omdat dan de kans zou bestaan, dat hij
van den winddruk te veel te lijden zou krij
gen. Vandaar dat er nu dan maar dat malle
houten dak op is gezet. De toren verheft
ziqh thans 51 meter boven den bezanen
grond; men had tot 61 meter willen gaan,
het achtkantige gedeelte, dat volgen moet
was dan voltooid geweest. Nu zal het April
van het volgende jaar worden, voor da
bouw zoover gevorderd is, dat men aan dei\
toren kan voortarbeiden.
De aannemer moest 14 September 1917t
met zijn werk gereed zijn, met den romn de
kappen en den toren dus. Naar zijn schat
ting zal hij het werk is nu een jaar ten
achter twee jaar langer moeten "bezig
zijn, zoodat het dan einde 1919 wordt, vóó#
de romp, de kappen en de toren v^'noid
zijn. En het is volstrekt niet onmogelijk, dal
deze schatting nog te gunstig is.
Malversaties in „De B ij en-
kor f." Voor de Vierde Kamer der Recht
bank te Amsterdam stond gisteren terecht
De natuur openbaart elk geheim eenmaal.
Uit het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
31
Marie dacht aan haar moeder. Vandaag zou
moeder gast zijn in haar eigen huis, zij zou
Hoor de kinderen bediend worden en het huis
ïou vol rozen zijn. Groolc vazen met lang-
stelige „American Beauty", En „Mothers
cake" met de vlag met sterren er bovenop.
jEn in den namiddag zon zij mei al haar kin
deren naar de kerk gaan. Zelfs Johan, die aan
«de Bank en verloofd was, ging dien dag met
moeder naar de kerk.
roen zei zij tot Kaare: „I will tell you
mijn moeder is ook een flinke vrouw. Vader
iwerd ziek, terwijl mijn broers en zusters nog
fldein waren en wij hadden het niet ruim.
FN ij verhuisden naar een straat, waar bijna
telleen Noren woondey, en moeder begon eten
te koken naar den smaak der Noren. Meestal
«uit eft bloedworst en zulke dingen. Den
teersten tijd moest moeder in de back-garden
zelve de stukken varkensvleesch broeien. Dat
faas s winters het ergste; dan waren haar
binden als dikke, blauwe kussens. Maar toen
begonnen de groote s]agerijen de stukken al-
gebroeid te verkoopen, en toen werd Het beter.
Want daarna had moeder 't alleen maar ver
der klaar te maken."
Haar vrienden hoorden haar in stilte aan
„Ja," zei Kaare, „het geld groeit iemand in
Amerika ook niet op den rug."
Hij werd steeds onrustiger. Mona Lisa ver
wachtte een antwoord van hem. Zij wilde hem
dien avond bij zich zien t- alleen. En nu zat
zij daar en trok hem als het ware tot zich
met heel haar wezen. Haar minste beweging
vroeg: „kom je?"
„Ach neen," ging Marie voort, „maar toen
herstelde vader en wij begonnen een „busi
ness" in visch van Alaska, zalm en zulke fijne
zaken. En nu heeft moeder e'en automobiel."
Zij~glimlachte, trotsch en gelukkig.
„Ik mocht dit jaar hierheen gaan om de
taal te bestudeeren. Dat kost veel geld. Maar
denkt ge dat moeder een enkelen dag uit den
winkel kan blijven? Neen! Zij gaat er iederen
morgen heen. Wij wonen niet meer in de zaak,
wij wonen nu in Broadway bij het meer, bij
de zee, weet je. Je kunt je niet voorstellen
hoe mooi het er is."
Carl deed," in gedachten verdiept, een trek
aan zijn sigaret. Zij waren allen stiller dan
gewoonlijk.
„Ja, de vrouwen weten zicH te redden; zij
zouden zich de borst kunnen openrijten voor
haar kroost, dat is instinct.".
„Je noemt het dus geen deugd?"
„Hij bedoelt dat het geen deugd is an und
Air sich/' zei Kaare met een verstrooid
lachje.
„Nu, het doet er niet toe wat je meent," zei
Marie, „maar ik weet dat mijn moeder dc~
beste moeder van de wereld is. Omdat zii alles
yoor ons, kinderen, is geweest]
„Je moeder was zeker een uitstekende
vrouw," zei Kaare, „dat zien wij aan jou,
maar de mijne niet minder."
Marie lachte hartelijk: „Nu, dat kan ik ook
aan jou zien."
-Carl leegde zijn glas en zei peinzend:
„Je moeder is niettegenstaande alles geluk
kig geweest. Dat was de mijne niet. Maar het
ongeluk maakte haar tot een groot mensch.
Zij onderwierp zich zoo prachtig'aan haar
lot. Er kwam bijna een mannelijke kalmte over
haar."
Kaare kon niet nalaten even zijn keel te
schrapen. Natuurlijk „mannelijk"!
Carl deed alsof hij het niet hoorde.
„Je aan je lot onderwerpen is geen geluk,"
was zij gewoon te zeggen, „het is slechts een
weldadige rust". Want natuurlijk was zij in
haar hart pessimist. Moeder was een verstan
dige vrouw."
„En wat was zij mooi!" zei Kaare. „Ik herin
ner mij haar zoo goed van den laalsten zomer
toen zij in Noorwegen was. Zij geleek verba
zend veel op..."
Hij hield opeens slil.
„Op wie geleek zij?vroeg Carl.
Kaare zei „verbazend veel op joul" maar hij
■meende op Mona Lisa.
Carl antwoordde niet. Hij wenkte den kaste
lein om hem opnieuw in te schenken.
„Neen, stop nu," zei Kaare; „wij moeien
gaan. Het is gauw kerktijd."
„Je gaat toch niet naar de kerk?"
„Ik had er niet aan gedacht. Maar waarom
ook niet! Iemand moet toch met Marie mee
gaan."
Mona Lisa trok haar wenkbrauwen op.
„Dank je," zei Marie, „dat .vind ik li ei >an
je."
Toen stond zij op en keek naar Carl.
„Hebt jij hier nooit een „Mothers day?"
„Neen, dat wil zeggen, wij hebben Allerzie
len; dan krijgen de doode moeders een krans
wanneer men er tijd voorheeft en er aan
denkt."
Hij zag trist vdór zich.
„Och, arme Carl," zei Marie trouwhartig;
„wil je niet meegaan?"
„Naar de kerk?" Carl schudde het hoofd.
„Ik haat de kerk. In het pesionaat werden wij
iederen Zondag naar de kerk gekommandeerd
en iederen morgen cn avond hadden wij
bijbellezing in de leeszaal. Dat was vervelend."
„Je vondt liet dus niet prctiig?"
„Prettig? Neem Alles wat een kind aange
naam is, was daar streng verboden. Maar wij
leerden toch wel tersluiks pret maken."
Marie knikte. Zij kreeg lust om hem over
het haar te strijken of op een andere wijze te
toonen hoe jammer zij het vond dat hij zich
-zoo eenzaam gevoelde. Maar zij durfde niet
„Kom, nu moeten wij gaan."
Kaare stond ook op.
„Wat zullen wij van avond doen?" zei Carl.
„Ik ga aan moeder schrijven," zei Marie.
Mona Lisa scheen uit een halven droom
te ontwaken, waarin men alles rondom zioh
hoort zonder er zelve deel aan te nemen.
„Wil je haar schrijven dat zij de beste
moeder van de wereld is?" zei zij tot Marie
met een bitteren glimlach.
„Ja, dat zal ik zeker."
„En dat je in je hart wenscht eens een
even goede moeder te worden, als zij ge
weest is?"
„Ja, just that."
„Ja, ja.", 4
Zij stond op.
„Ik heb geen moeder gekend, voor wie ik"
gebeden kan opzenden en ik heb niemand
om lieve dingen tegen te zeggen.^Maar ik'
ga toch mee naar de kerk, ter wille van het
gezelschap." Zij zag*naar den gouden glanf
in den tuin met groote, vochtige oogen.
Kaare moest zich inspannen om niet t«
zeggen„Doe het niet", maar hij bedwong
zich.
„Ja, ga mee," zei Marie, „dat is goed.
Maar blijf jij nu alleen achter?" vroeg zi:
aan Carl.
„Toe, kom ook mee", zei Kaare. 'A
Carl schudde het hoofd.
„Nu, dan kan je, totdat wij terugkomep#
zitten peinzen over de vraag of de deug<J
an und für sich voldoende is voor de geluW
zaligheid van 4et leven/'
Carl stond lusteloos op.
„Och, ik kon ook wel meegaan eeA
eindje tenminste. Dan kunnen wij afsprekei^
wanneer wij naar Augsburg zullen gaan. Wij
moeten het huis toch zien, waar Luther
braadworst at."
7,Ja, ga mee," zei Marie. „En weet je wol
mij spijt? Dat je moeder niet hier begraven
ligt, dan zouden wij tot haar gaan met bloe*
(Wordt vervolgd.|