EEN STUUD 1 BE ZeH.
„DE EEMLANDER".
Woensdag 4 October 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N* 81.
15'* Jaargang.
Laapkaarsige
Klein model 40.60,
s.o
AMERSFOORT
rloofdredactle:
1 MARIE VAN VERSENDAAL.
I Mr. O. j. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co
ABONNEMENTSPRIJS:
maandeD tooi Amersfoort f 1.30.
Idem franco per post.. 1.80*
Per week (mei gratis verzekering tegen ongelukkon) 0.12&.
jkfzonderljjko nummers 0.05.
Wekelijksoh bijvoegsel nDt EoUandsché Huilt? row te" (onder
i redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
^Vekelijksob bijvoegsel tFak nu nu<T per 8 mnd. 59 ets.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRLJS DER ADVERTENT1ËN:
Van 1—regelsO.aO.
Elke rogol meer 0.15.
Dienstaanbiedingen l—6 regels.. 0.5<>,
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedriji bestaan zeet voordoolige bepalingen
tot het horhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eono circulaire, bevatlondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Politiek Overzicht.
De kanseliersfronde in
DuMschland.
Het is een feit, dat er in Duitschland men-
•chen zijn, die meenen, dat de oorlog te
slap wordt gevoerd. Zij maken de regeering
er een ernstige grief van, dat zij heeft toe
gegeven aan den drang om den duikboot-
oorlog niet verder voort te zetten op de
wijze, waarvan de Lusitania-ramp ons de
vreeselijke gevolgen te zien heeft gegeven.
Zulk eene regeering mag, volgens hunne
meening, geen dag langer aanblijven. Br
zijn zelfs-onder hen, die omdat deze regee-
rinjg aan het bewind is, de oorlogsleening
legen werken, waarvoor nu.de inschrijving
geopend is. Op deze geestdrijvers doelt de
waarschuwing van den afgevaardigde Bas-
«ermann, een der leiders van de nationaal-
liberalen: „Wie omdat hij ontstemd is Qver
den stilstand van den duikboot-oorlog wei
gert op de oorlogsleening in te teekenen, be
zondigt zich aan het vaderland, zonder de
kracht van de oorlogvoering in de hand te
werken."
En ook een van de politieke partijen
doet mee aan de fronde tegen den rijks
kanselier. In een stemmingsbeeld, dat wij
in een van de Duitsche bladen gevonden
hebben van de zitting van 28 September,
wordt er op gewezen, dat meermalen de
rede van den rijkskanselier onderbroken
werd door bijvalsbetuigingen van de linker
zijde en het centrum. .Maar de conservatie
ve rechterzijde bleef zwijgend, in strakken
ernsif, koel afwijzend zitten, de' meesten met
over elkaar geslagen armen, evenals bij de
rede van den rijkskanselier van Juli, zorg
'dragende daardoor, heden gelijk vroeger,
ook uiterlijk te doen kennen hoe hare ver
houding is tegenover den rijkskanselier von
Bethmann-Hollweg. „Bijzonder stijf en koud
zaten zij, toen de kanselier aan het slot
van zijne rede in nieuwe gedachten en zin
sneden sprak van de -groole taak, die te
wachten is na dén vrede en die staat onder
het voor menigeen zoo onaangenaihe tee-
ken van eene nieuwe orienteering; toen hij
sprak van den onverbreekbaren band, die
alle zonen van het vaderland omsluit, die
in dezen oorlog met vuist en hart hof en
haard hebben verdedigd, met de onverdor
ven kracht, die in de kern van het volk leeft,
waaruit in eeuwige vernieuwing de geslach
ten opgroeien. „Het is eene staatsbehoefte,0
tie zich tegen alle'belemmeringen baan zal
breken, deze krachten, die in het vuur ge
gloeid zijn, die roepen en snakken naar
werken en opbouwen, voor het,geheel te
benutten. Vrije baan voor alle flinken, dat
zij ons wachtwoord." Dat was een schoon
beeld van de groote taak eener vreedzame,
van den rompslomp van vooroordeel en be
krompenheid bevrijde toekomst, dat de kan
selier tot besluit schetste. Luide bijvalsbe-
taigingen, ook handgeklap beloonden hem.
Alleen de heeren op de rechterzijde bleven
'stom."
Aan de rechterzijde zijn de mannen geze
ten, die het hoofd der Duitsche regeering
zelfs in dezen oorlogstijd met hunne bittere
vijandschap vervolgen en hun best doen
hem te vernietigen. Daar staat tegenover,
dat de rijkskanselier zich vrienden heeft
verworven in kringen, die vroeger onver
zoenlijke tegenstanders waren van iedere
regeering, op de bestaande rechtsorde in
Duitschland gegrond. Kenschetsend daar
voor is deze aanhaling uk wat het sociaal
democratische rijksdaglid Quarck in de
Frankfortsche Volksstimm.e heeft geschre
ven over de r$de van den rijkskanselier:
„Zijn slot richtte zich duidelijk tot de soci
aal-democratie. Het toonde, welke achting
en waardeering hij koestert voor de arbei
dersklasse. Hij wil de wegen vrijgemaakt
hebben, opdat de flinksten zonder onder
scheid van klasse kunnen omhoog komen
en me.dewerken, daar, waar de toon wordt
aangegeven. Hij had dus den moed, in weer
wil van alle reactionaire dreigementen, zich
te verklaren voor de gelijkstelling van de
arbeiders en hunne opneming in de regee-
ringskringen. Dat moeten wij waardeeren,
want het beteekent iets, als men weet hoe
juist in de laatste dagen de ledert A an den
rijksdag weer overstroomd zijn met die pam
fletten van de rechterzijde, die Béthmarrn"
vooral als den binnenlandschen vijand Be
strijden.
Het openhartigste van deze -geschrif
ten, dat-het vrijst voor'zijne meening uit
komt, zegt woordelijk van den rijkskanselier,
dat hij „de hersenschim van eene innerlijke
vernieuwing najagende, het Duitsche volk
den vreeselijksten strijd van allen tegen al
len tegemoet voert, den drukkendsten nood
en de zelfverscheuring." Dat is de politieke
„Scharfmacher'-kreet, die tegen Bethmann
als reactionair ophitst; men weet jjbt welke
adressen hij is gericht. En hij is door den
kanselier beantwoord met eene betuiging
van sympathie voor eene vrijzinnige reor
ganisatie van onze binnenlandsche toestan
den".
De schrijver releveert verder den nadruk,
waarmee de rijkskanselier heeft gezegd, dat
Duitschland den oorlog slechts voert en wil
voeren als, een verdedigingsoorlog, een
strijd voor zijn bestaan en zijne ongestoor
de economische ontwikkeling, en laat daar
op volgen: „Hiermefe is het oorlogsdoel van
de rijksregeering zoo duidelijk en ondubbelr
zinnig uitgesproken als mogelijk is. Hij wil
geene gebiedsinlijvingen, zooals hij naar
mijne meening van den beginne af nieHreeft
gewild, en hij ziet er niet tegen op, dit te
/zeggen te midden van den orkaan, die van
buiten en binnen om hem woedt. Dat is
dapper en moedig, en- in verband met de
sociale aanwijzingen in de rede een goed
teeken voor de mogelijkheid om hem te
steunen en te hélpen tegen de reactionai
ren van alle schakeering In ieder géval
Duitsghland en zijne verantwoordelijke r§-
geering, de burgerlijke linkerzijde en de ar
beidersklasse zijn eensgezind in het afwij
zen van de krankzinnigen, die ons nog in
den oorlog met iedereen zouden willen sto
ken. Dat dit aan het licht is gekomen, is een
gewichtig begin voor de rijksdagzitting' van
historisch belang, die met deze rede van
den kanselier geopend is."
De oorlog.
B e r 1 ij n 3 Oct. (W.-B.). Bericht uit het
groote hoofdkwartier van heden voormid
dag.
Legergroep prins Albrecht van Wurtem-
burg. Bij Lombaertzijde, nabij de kust,
brachten onze matrozen van eerte geslaagde
patrouille-onderneming 22 Fransche gevan
génen thuis.
Legergroep prins Rupprecht. De slag ten
noorden van de Somme ging verder met
voortdurende "geweldige aanwending van
artillerie aan beide zijden. Ten noorden van
Thiepval en ten noordwesten van Cource-
lette ontnamen wij den Engelschen, eenige
loopgraafstukken, waarin zij zich hadden
genesteldwij maakten verscheidene ma
chinegeweren buit.
Met bijzondere verbittering werd tusschen
Le Sars en den weg LignyThilloyFiers
gestreden. Met de zwaarste offers bevoch
ten de Engelschen hier eene kleine terrein
winst aan beide zijden van de hoeve Eau-
cdurt l'Abbaye.
Tusschen Gueudecourt en Morval hield
onze artillerie, na van vier uur 's morgens
af de uit Les Boeufs te voorschijn komende
aanvallen te hebben afgeweerd, de vijande
lijke infanterie vast in hare stormsiellingen.
Sterke Fransche aanvallen aan en ten
westen van den straatweg SaillyRancourt
en in het bosch van Saint-Pierre Vaast kwa
men voor een deel tot in onze voorste ver
dedigingslinie. Die werd weer gezuiverd in
een strijd van man tegen man.
Ten zuiden van de Somme werd de nrtil-
leriestrijd op het front aan beide zijden ven
Vermand-Ovillers tijdelijk aanzienlijk ver
scherpt. Een Fransche aanvalspoging werd
in het spervuur verstikt.
P a r ij s, 5 Oct. (Havas.) Namiddag-com
muniqué.
Ten noorden van de Somme was een vrïr
hevige artilleriestrijd in de streek noordelijk
van Rancourt. De Duitschers trachtten uit
het bosch van Saint-Pierre Vaast te debou-
cheeren, maar het Fransche spervuur en
machinegeweervuur dreef hen onmiddellijk
terug in ^hunne ultgangsloopgraven.
Wij nomen eenige gesnangenen. Overal
elders was hét rustig.
Avondcommuniqué.
Aan het Somme-froi\t veroverden wij bij
een aanval ter weerszijde van Peronne en
den weg naar Bapaume een belangrijke
loopgraaf en wel ten' Noorden van Ran
court-(noordelijk van Bouchavesnes); wij na
men hier 21 man gevangen.
Ten zuiden van de Somme was aan beide
zijden groote artillerieactie.
Londen, 3 O c t. (R.) Officieel commu
niqué.
Generaal Haig bericht: Het was rustig ten
zuiden van de Ancre. Wij deden geslaagde
invallen in loopgraven ten zuiden van Loos.
Avondcommuniqué.
Onder een hevigen regen, die den gehee-
len nacht en tot in den morgen aanhield,
werden de gevechten bij Eaucourt-TAbbaye
met bevredigend resultaat voortgezet. Elders
is het rustig; bij tusschenpoozen is er gra-
naatvuur.
Het weder belemmert het werk der vlie
gers. Eén onzer machines wordt vermist.
Londen, 3 Oct. (R.) Reuier's corres
pondent in. het Britsche leger aan de Som
me zegt in een beschrijving van de gevech
ten om Eaucourt l'Abbaye o.a.: Sommige
van onze nieuwe gewapende automobielen,
de zoogenaamde tanks, bewezen hunne
groote waarde door de hulp die ze verleen
den hij het schoonvegen van zeer krachtige
loopgraafversterkingen en het optreden te-
g-en verscheidene mitrailleurstellingen. De
vijandelijke troepen waren samengesteld
uit het 17e Beiersche regiment van de 6e
divisie, welke divisie tot voor korten tijd in
Rijssel in garnizoen was geweest en, naar
men gelooft, een der nieuwgte formaties is
op het westelijke front en vroeger niet in
de hel van de Somme geweest is. Iets verder
meer naar links, waar hardnekkig verzet ge
boden wordt, wordt evenqens de aanwezig*
heid van versche troepen verondersteld. Het
bleek dat gevangenen, die men op dit deel
van het front maakte, matrozen waren, die
erkenden, dat de( eerste en de tweede bri
gade van de eerste marine-divisie van de
kust waren verplaatst om aan het front te
helpen. Maar deze verondertselling bièdt
zekerheid dat de vijand alle moeite in het
werk stelt om nieuwe reserves te vinden.
Eveneens werden gevangenen gemaakt der
7e Beiersche divisie. Deze divisie was juist
in de vuurlinie gekomen en volgens gevan
genen, die er deel van uitmaakten, was ze
volkomen verpletterd door de hevigheid van
het kanon- en infanterievuur der Engel
schen. Ten zuiden vhn Eencourt l'Abbaye
werd nog een oud versterkingswerk ge-
vonden, doch de tweede linie en de on-
dersteunlngsloopgraven zijn alle nieuwe
werken, die eerst sinds Juli waren aange
bracht. Natuurlijk bieden deze long niel
zulk een krachtigen weerstand tegen den
aanval.
Berlijn, 3 Oct. (W. B.) In den namid
dag van 1 Octobervervolgden watervlieg
tuigen van het "vliegstation te Zeebruggc
een vijandelijk eskader watervliegtuigen. In
den loop van de gevechten, die zich ontwik
kelden, wprd een vijandelijk vliegtuig neer
geschoten. Onze vliegtuigen zijn alle onbe
schadigd teruggekeerd.
Par ij s, 3 Oct. (1 lavas). Namiddagcom
muniqué.
Gisteren heeft een Fransche vlieger een
Duitsch vliegtuig neergeveld, dat bij Con-
del 6 Sautzy, in de streek van Vouziers, op
den grond kwam. In een spannend gevecht
ten zuiden van Transloy heeft de sergeant
Sauvage gisteren zijn vijfde vliegtuig neer
geveld.
Londen, 3 Oct. (R.). Wij hebben een t
nieuwen luchtreid ondernomen tegen de
luchtschiploodsen te Brussel. Een van onze
machines is niet teruggekeerd.
Genève, 2 O c t. «(Havas.) Gedurende
de laatste twee dagen zijn vier van de bes
te Duitsche vliegers, die met de orde „pour
le mérité" waren gedecoreerd, aan het
Fransch-Engelsche front gedood.
Na Wintgens, was vandaag de beurt aan
Max Mulzer, Eugen Muller en Richard
Schwarzkopff.
Berlijn, 3 Oct. (W. B.) Bericht uit hel
groote hoofdkwartier van heden voormiddag.
Front prins Leopold. Van de legergroep
Linsingen wordt bericht: De verwachte al-
gemeene eanval ten westen van Luzk tegen
de troepen van luitenant-generaal Schmidt
von Knobelsdorff en de groep van generaal
Men noemt iemand gemaakt als *hij ziclv
tleedt naar zijn eigen voorkeur.
Uit het Noorsch van Hulda Garborg.
Vertaald door
A. M. VANyDER LINDEN-VAN EDE?L
31
„Lieve Kaare!
Dank, dank voor je laatsten brief, géschre-
.Veji op „Mothers Daj'". Op hetzelfde oogenblik
dal ik den laatsten regel las, nam ik de pen
top. Dank voor al de lieve, goede gedachten,
die mij uit iederen regel en uit ieder woord
toestroomen, en dank omdat je zoo mooi en
vol vertrouwen alles hebt verteld, maar vooral
over wat je schrijft over „moeders dag" en
het bezoek in de kerk! Groet je i^leine Ameri-
kaansche vriendin duizendmaal van een dank-
Êare moeder; ik geloof, er waren daór op dien
ag twee goede jonge menschen bijeen. Ik had
IJuist de laatste roode trossen lijsterbes en vlier
geplukt om er de kamer mee le versieren. En
tusschen de roode bessen -had ik gouden
'ahoi n en esschenbladeren gestoken, zooals wij
in dezen tijd van het jaar gewoon zijn te doen.
xiet is zoo mooi met al die kleuren van den
fcertel in de bjauwe kamer, je .weet nog wel,
en -bij iederen tak, d-ien ik tusschen lijst en
spiegel stak. dacht ik: „Zouden zij het nog
uithouden tol zijn komst?"
En buiten ziet het er zoo feestelijk uit met
de versche sneeuw op de bergen. Hel zal hier
nu spoedig winter zijn, terwijl je daar, in de
verte je nog lang kunt verheugen over den
gouden herfst, die overal in ,de wereld zoo
heerlijk is maar het mooist in het Sirildal.
Terwijl ik hier dezen zomer zal en op je
brieven wachtte, ja, je begrijpt wel dat ik
dikwijls met verlangen naar ze uitzag heb
ik aan vele dingen gedacht. Hier- is veel goeds
en ook veel kwaads gebeurd om over le pein
zen, maar vooral veel kwaads in den laatsten
tijd.
Maar als men ouder wordt, neemt men alles
wat kalmer op, en blijven er langzamerhand
betrekkelijk weinig dingen over om de golven
in het gemoed op le jagen. Mijn filosofie is
zeer eenvoudig gewordem „De waarheid is
dat de zon ondergaat én wij met haar", zooals
lanle Louise zegt, en dan vervólgt zij „maar
daar kan ik niets aan doen en daarom plant
ik kool en rook mijn pijp". En nu en dan doet
men zijn best om de zon, die wij nog hebben,
overal toe te laten, zoodat zij in alle hoekjes
kan sluipen en schijnen, ook op de lichtschu-
wen en opgeslotenen.
Zooals j^ begrijpt, kan liet niet in ieder op
zicht feest zijn bij je terugkomst. Vóór alles
moet ik je zeggen, dat het er op het oogen
blik met onze zaak niet schitterend uitziet; je
bent jong en je zult nu de grondslagen voor
je verder leven leggen, daarom moet je .'Volle
dig ingelicht zijn over wat je op je neemt. Je
weet dat je waarschijnlijk door de Maat
schappij" een betrekking zal >voxden aangebo
den vermoedelijk wat men een betrekking
met een toêkomsl noemt en je komt dus
spoedig voor een keus le staan. (Je ziet, ik ga
van de veronderstelling uit dat je niet voor je
examen zakt. Ik zou eigenlijk verdienen dat
je er niet kwaamt, omdat ik altijd op examens
heb afgegeven. Maar' te schrijven dat je "niet
studeert, is zeker overdreven.) En deze keus
moet je geheel vrij doen, nu je oud genoeg
bent en genoeg kennis bobt opgedaan om de
zaken te overzien.
Het getwist over den waterval en de water
en boschrechten en al deze vreeselijke dingen
kan veel tijd kosten; zoo denkt tenminste
Sverre er over.. En zelfs in het gunstigste ge
val zal er veel lijd mee heengaan, voordat je
aan de uitvoering van onze plannen toe
komt, vooral wat. de gemeentelijke centrale
aangaat.
De uitzichten voor je toekomst zijn dus
voorloopig, aldus bezieu, verre v*an schitte
rend.
En nu moet je dit alles van je eigen stand
punt bekijken, zonder te d.nkcn aan wat wij
anderen meenen.
De directeur-generaal heeft gezegd dat ons
plan kinderwerk is, en dat de Maatschappij,
wanneer zij de handen vrij had, het kerspel
iedere kracht zou kunnen verschaffen, die heU
noodig heeft voor den aanleg der nieuwe
wegen en vele andere heerlijkheden op veel
voordeeliger vooi waarden dan wanneer he'
zelf ging modderen met al deze dingen. „De
vrije hand" wil dus zeggen: de vrijheid om het
oudste en beste deel van hel kerspel, o. a.
Prasstgard, onder water te zetten.
Dat onze plannen kinderwerk zouden zijn,
gelooi ik nicL Syerre: en vele andere knappe
menschen spreken anders. Afaar dit alles moei
je 'weten.
Slechts één ding wil ik je zeggen, ofschoon,
ik het vroeger reeds dikwijls heb gezegd: Be
schouw de dingen in verband met hun dicpeil
oorsprong, en niet alleen van buiten af. Maar
de grond van deze dingen, waaraan je moet
denken, is de bevolking van hel Sirildal, ter
wijl de oppervlakte sleclils een enkel klein
menschenleven raakt.
Juist nu evenwel is er een kleine tijd van
rust. De directeur-generaal is op reis gegaan
men zegt naar Frankrijke of naar Amerika
en enkelen fluisteren dat er ergens iets niet in
den haak is. Maar niemand weel iels- en die
misschien iets welen, zwijgen in ieder geval.
Zeker is het dat het werkvolk hier in Sirilla
een poos gedaan heeft gekregen, zoodat Gun
nar tenminste tot den zomer me! rust gelaten
zal worden op Preeslgard.
Maar over Olav's deel in het vermogen van
Piseslgard beschikt nu Aurora Hansen. Zij
heeft een villa in Viken ingericht én een piano
en nieuwe meubelen gekocht met hel plan om
een pension té houden.
Dus blijft zij builen de zaak.
Maar met Gunnar is het treurig gesteld,
sedert Olav zoo ellendig aan zijn einde is ge
komen. Hij loopt rusteloos rond. Die arme I-iv,
die dit alles mee moet maken en er op wacht
dat het doodvonnis over den gaard voltrokken
zal worden 1 Ten minste als er ie+s van komt.
Het is haast te e\g om het te gelooven en ik
kan niet anders denken dan dat er iets moet
gebeuren, waardoor liet verhinderd zal wor
den. Dóór lag de oude gaard immers reeds
vóór eeuwen ons kerspel is een van de
oudste in het land van daaruit groeide de i
welvaart; het zijn vermetele mannen die het
durven wagen al deze heerlijke dingen te ver
drinken, die God duizenden jaren heeft ge
spaard. En dal alleen uil winzucht. Maar \vat
mij het meest verbaast en bedroeft is dat de
inwoners zeiven het laten gcschicdci). Dat is
het wat mij somtijds dc handen in'den schoot
doet leggen en tot mijzelve zeggen: „liet geeft
niets, dc tijd is gekomen dat dit volk van de
aarde uitgeroeid zal worden. Maar niet zoo
gauw komt deze gedachte bij mij op. of mijn
heele ziel komt in opstand. Mag een volk, dat
in den grond nog onbedorven is en waarvan
de levensinstincten nog zoo sterk zijn, zich
kalm laten uitroeien? Ja, zelfs meehelpen om
zijn eigen graf le delven?
Zooals je weet, kocht Olav zijn byoer ca
zuster uit toen hij den gaard overnam, en
geldelijk lijdt geen van beiden schade. Maar
Jon, die een brave kerel is, en Liv, zouden
graag alles willen geven wat zij bezitten om
den gaard te kunnen behouden. Niet slechts
ter wille van Gunnar, maar ook voor hert
zeiven. Maar daarop beslaat, helaas, weinig
hoop.
Ik weet dat je nu een drukken- tijd bè*
leeft en je behoeft hierop niet te antwoorden*'
Slechts een paar woorden op een kaart, daf
ik weet dat je dezen hebt ontvangen, en laker
een paar woorden, wanneer de dag van j$
vertrek bepaald is.
(Wordt vervolgd^
I