"BINNENLAN dT fcan het verdere front werd hij onder zware firerliezen teruggeslagen. i In de boven-Cordevole sloegen wij een jpnverhoedschen aanval op de hellingen van 'üden Monte Sief af. Van verscheidene punten aan het front iwordt hevige vijandelijke artillerie-actie ge- \meld, die eenige schade aanrichtte te Sano (Adige-dol), Porni Avoltri (boven-Degano), flTimau en Paularo (But-bekken) en Görz. Onze artillerie antwoordde krachtig, verniel de militaire barakken te Birnbaus (Gail-dal) en verwoestte de vijandelijke liniën op het Korst-plateau. B e r 1 ij n, 5 O c t. (W. B.) Bericht van het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In Zevenbergen zijn 'ten westen van Pa- rajd meermalen ondernomen Rumeensche [aanvallen afgeslagen. Het tweede Rumeen sche leger, dat nog den 2en October in de streek' van Bekokten tot den aanval was overgegaan, is in het Altdal achter de Sinca teruggeweken en bevindt zich ook verder noordelijk op den terugtocht. Na vruchte- iooze pogingen, die met verlies gepaard gin gen, in het Hötzinger gebergte aan beide zij den van het Strelldal trekt de tegenstander ïich op de grenshoogten terug. Bij Orsowa aan de Donau won de Rumeen sche aanval veld. In het Balkangebied werden bij de leger groep Mackensen den 2en October vijande lijke aanvallen ten oosten van den spoorweg Cara Orman—Cobadinu afgeslagen. Weenen, 5 Oct. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. lh de streek van Orsova zijn onze troepen In westelijke richting teruggedrongen. Ten •uiden van Petroseny wijkt den vijand naar <de grenspassen. De bij Fogaras vooruitdrin- gende verbonden strijdkrachten zijn over de •tad heen gerukt. Van het oostelijke front van Zevenbergen is niets te berichten, be halve dat een sterke Rumeensche aanval bij Eszovfita is afgewend. De uitkomst van de door de Entente met Ben gewonen ophef verkondigden aanval van de Rumenen over de Beneden Donau is uit de berichten van den generalen staf der bondgenooten bekend. De vijand heeft de iBulgaarsche gronden sneller verlaten dan hij In staat was hun te betreden. Zooals opge vangen radiogrammen bevestigen, was bij 5den loop van deze gebeurtenissen het vast beraden dapper ingrijpen van onze Donau- flottille van doorslaande beteekenis. Ber 1 ij n, 5 Oct. (W. B.) Rumeensch Ie- gerbericht van den 5en: Op het noordelijke en noordwestelijke ïront maakten wij ons in de streek van Pa- faja, na een levendigen strijd van drie da gen, meester van de vijandelijke versterkin gen en wierpen den vijand naar het westen terug. Overigens waren er partieele gevech ten aan dit front. Zuidelijk front. Nadat de tusschen Roests- Joek en Tutrakan ondernomen demonstratie was geëindigd, trokken wij ons op den linker Donau-oever terug. In de Dobroedsja was een zeer hevige Btrijd aan het geheele front. Wij namen vijf officieren en 100 man gevangen. Sofia, 5 O ct. (W. B.) De generale staf Öeelt mede: Langs de Donau heerscht rust. De lan dingstroepen van den vijand bij het dorp iRjahowö zijn teruggeslagen. Er bevindt zich geen enkele Rumeensche soldaat meer op onzen oever. In de meeste dorpen, welke de yijand bezet had, begingen de Rumeensche troepen daden van moord en geweld, brand- Itichtingen, enz., schanddaden voor een na tie, die er aanspraak op maakt, een cultuur natie te zijn. In de Dobroedsja zijn alle pogingen van den vijand om tegen onze stellingen op de Unie Karabadza-Sofular-Amzatscha-Peroeli op te rukken, door ons vuur en ten gevolge ran onze tegenaanvallen mislukt. Verschei dene nachtelijke aanvallen van den vijand -tijn eveneens mislukt. Aan het overige front heerschte levendige ariillerie-actie. Aan de kust van de Zwarte Zee deden on ze vliegtuigen ter hoogte van Mangalia met kanonnen een aanval op een vijandelijk oor logsschip en dwongen het tot een spoedigen terugtocht. Petersburg, 5 Oct. (Tel. ag.) Na middag-communiqué van den grooten ge neralen staf. Het Russisch-Rumeensche offensief in Jfle Dobroedsja duurt voort* Wij hebben zes kanonnen veroverd, de Rumeniërs zeven. Weenen, 5 Oct. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. In Albanië is niets van belang gebeurd, - Rome, 5 Oct. (Stefani.) Officieel com muniqué. Het opperbevel in Albanië bericht, dat Ben 3en cavallerie-afdeelingen, uitgaande (van Argirocacho, Gjorgucati en Episkopi in het Dynos (Vogusa)-dal bezetten. Andere detachementen, die van Delvino uitgingen, brachten de verbinding met Argirocastro tot stand. B e r 1 ij n, 5 Oct. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormid dag. De hoogte Nidza Planina wordt door de vijanden bezet gehouden. Overigens is de toestand van het Presbameer tot den Stroe- ma-oever onveranderd. In den voortduren- den strijd om den linker Stroemaoever ging het dorp Jenikoj weer verloren. P a r ij s, 5 O c t. (Havas). Namiddag-com muniqué. De slag zet zich gunstig voort. De voor hoeden van de geallieerden zijn begonnen de Czerna over te gaan in de streek van OstroveniBrod. Zij vorderden verder, ondanks de ijzel op de beide hellingen van de Baba-beigen; iij bereikten Puf en Popli. Londen, 5 Oct. (R.) Britsch commu- niaué uit Sfilöiyki De strijd te Jenikoj eindigde clen 4en om drie uur 's morgens met een volledig suc ces. Het geheele dorp is in ons bezit. De dag Van den den werd besteed om onzé stellingen te bevestigen. De verliezen van den Yijand zijn zwaar. Sofia, 5 Oct. (W. B.)~Communiqué van den generalen staf: Aan het froitt tusschen het Presbameer en de Wardar is geen verandering in den toestand gekomen. Plaatselijk was de artil lerie zeer werkzaam. Ten oosten van de Wardar heerscht rust. Aan den voet van het Belasica-gebergte is geen wijziging Ingetreden. De vijandelijke artillerie beschoot zonder succes het station van Poroj, maar werd door ons vuur spoe dig tot zwijgen gebracht. Aan het Stroema-front werd artillerie-, in fanterie- en mitrailleurvuur gewisseld. Een poging van een vijandelijk bataljon, om van het brughoofd van Orljak naar Ne- volen op te rukken, mislukte door ons artil lerievuur. Aon de kust van de Egeische zee heerscht rust. P a r ij s, 5 O.c t. (Havas.) Het Grieksche ministerie heeft ontslag genomen. Dit ont slag kwam eenige uren na de aankondiging van onzen prachtigen opmarsch in de vlakte van Monastir. Wij weten, dat dit bericht in Athene een diepe ontroering teweeg bracht. Wij onderstellen ook, dat prins An dreas van Griekenland, die Parijs eergiste ren heeft verlaten, hier het verhaal heeft moeten doen van de indrukken, die hij in Frankrijk en Engeland heeft opgedaan. Petersburg, 5 Oct. (Tel.-agent schap). Namiddag-communiqué van den grooten generalen staf. Aan het Kaukazische front gingen wij in den sector van het kustgebied, in samen werking met de vloot, over een breed front vooruit. Wij namen een versterkte vijande lijke stelling aan de rivier Karaboernoesoe. Ten westen van Kalkit, Tizet en Tsjiftlik drukten onze voorste elementen de Turk- sche voorhoeden in; zij brachten hun zware verliézen toe, maakten gevangenen, ver overden wapenen, patronen en uitrustings stukken en vernielden achter den vijand zijne schanswerken en loopgraven. Konstantinopel, 5 Oct. (Milli). Officieel communiqué van II September 1332 (Turksche tijdrekening). Aan het Kaukazische Tront waren over *t algemeen schermutselingen. Wij maakten eenige gevangenen. Op den linkervleugel werd een Russische aanval teruggeslagen. Konstantinopel, 5 Oct. (Milli). Communiqué van 21 Sept. 1332 (Turksche tijdrekening). Aan het Euphraat-front trachtten de in Nassarieh gekantonneerde Engelschen, on der bescherming van artillerie, op te trek ken tegen de Elaziredj-stammen ten noor den van de genoemde plaats; maar dank zij den door onze troepen verleenden steun, werden zij terug geslagen. Een van onze strijdvliegtuigeri velde den ïlen September een Engelsch vliegtuig neer op het front van Fellahie. Op het Kaukazische front werden aan den rechtervleugel sterke vijandelijke verken ningstroepen, die ons trachtten te naderen, terug gedreven. Op de andere deelen van het front waren slechts patrouillegevechten. Op de andere fronten is niets van belang gebeurd. Blijkens nader ontvangen berichten heb ben in den strijd op den 19en ten noorden van Amuzacea op het Dobroedsjafront, die geëindigd is met de nederlaag van den vijand, onze troepen dezen aanzienlijke ver liezen toegebracht. Een bataillon werd ge heel uitgeroeid; de overlevenden, twee offi cieren en 100 soldaten, werden gevangen gemaakt. Konstantinopel, 5 Oct. (Milli.) Officieel communiqué van 11 September 1332 (Turksche tijdrekening). Aan het Perzische front verklaarden de Bakhtiaren, steunende op de zegevierende bevrijdingsoperatiën van het Turksche leger in Perzië, den djihad (heiligen oorlog) tegen de Russen. Zij bevrijdden de stad Ispahan van den vijand. Talrijke aanvallen werden sedert eene week uitgevoerd door de Rus sen tegen Bidjar, dat 110 KM. ten noord oosten van Hammadan gelegen is. Zij wer den volkomen teruggedreven. De op afdoen de wijze overwonnen vijand nam de vlucht. Behalve dat den vijand talrijke verliezen aan dooden werden toegebracht, werd eene groote hoeveelheid munitie, wapenen en oorlogsmaterieel buit gemaakt. N Russische aanvallen tegen Kiamirech, 30 KM. ten noorden van Revanduz, liepen uit op hunne nederlaag. De Russen werden ver jaagd. Petersburg, 5 Oct. (Tel.-agent schap). Namiddagcommuniqué van den grooten generalen staf. In de Oostzee moest den 3en October, in den loop van een raid van vijandelijke watervliegtuigen, eene machine van den tegenstander naar beneden komen. Zij werd door ons genomen In de buurt van het eiland Runo (golf van Riga). Konstantinopel,' 5 Oct. (Milli). Officieel communiqué van 11 September 1332 (Turksche tijdrekening). Drie vijandelijke vliegtuigen, die over El Arish vlogen en trachtten bommen neer te werpen, werden door ons vuur genoodzaakt te vluchten. Een vliegtuig werd beschadigd. Vardoe, 5 Oct. (W. B.) Het stoomschip Kong Magnus, dat naar Archangel onder-, weg was, is hier teruggekeerd met 39 man voor de equipages van een getorpedeerd Russisch en een getorpedeerd EngelscK schip. Aan de Kong Magnus werd de torpe- c'c:..ng bespaard op voorwaarde, dat deze bemanningen naar Noorwegen zouden wor den gebracht Londen, 5 Oct. (R.) Er is bericht ont vangen, dat het stoomschip Franconia, van de Cimard lijn, in den grond is geboord. Er wordt niet gemeld wanneer en waar dit is geschied en waarvoor het schip thans werk gebruikt; maar het was door de regee ring aangekocht. Tweede telegram. Officieel be richt. Het stoomschip Franconia werd gisteren in de Middellandsche Zee door een vijan delijke duikboot in den gro^id geboord. Het schip was niet voor troepenvervoer ;n dienst. Twaalf leden van de bemanning worden vermist; cr zijn 302 man gered. Vedersö, 5 Oct. (W. B.) Een Duitsche duikboot is hedenmorgen hier aangeko men met 20 man der bemanning van het stoomschip Bunk uit Töneberg, dat gister avond op 50 zeemijlen afstand van Vadsö in de IJszee in den grond is geboord. Het stoomschip was met hout geladen en van Onega naar Huil bestemd. De duikboot bleef een uur in de haven. Parijs, 5 Oct. (Havas.) De Belgische ministerraad heeft in eene vergadering, die werd gepresideerd door den eersten minis ter de Broqueville, de kwestie van de her opening van de universiteit te Gent door de Duitschers behandeld. Er werd besloten de diploma's, die deze inrichting toekent, zoolang de bezetting duurt, als waardeloos te beschouwen. Londen, 5 Oct. (R.) Aan de Daily Telegraph wordt uit Parijs gemeld, dat de tweede Fransche oorlogsleening groot suc ces belooft te hebben. Het Fransche volk brengt nog steeds goud naar de bank, tot een gemiddeld bedrag van 300.000 per week. De goudreserves in de kelders van de bank bedragen thans circa 166.320.000. Bovendien is er nog voor 27 millioen aan Fransch goud buitens lands, dat volgens overeenkomst -veer naar Frankrijk zal terugvloeien. Aan de keizerlijke Russische bank wordt voor 1.553.300.000 roebel aan goud in re serve gehouden. Rusland heeft in het bui tenland een goudwaarde van circa 2.055.100.000 roebel. Maar dit is nog niet alles. Aan den goud voorraad in Groot-Brittannië en in het Brit- sche rijk, dient nog te worden toegevoegd het goud in Zuid-Afrika. De waarde van het goudhoudende erts, sedert het begin van den oorlog tot het einde van dit jaar uit de Transvaalsche mijnen gewonnen en te win nen, wordt geschat op 100 millioen meer dan de geheele goudvoorraad in staven en gemunt geld, dien de Duitsche regëering beweert in de rijksbank te bewaren, te"r dek king van het tot een aanzienlijk bedrag in het Duitsche rijk uitgegeven papiergeld. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Regeling van de inrichting der Sfaatsbegrooting en Staatsrekening. Een wetsontwerp is ingediend tot regeling van de inrichting der Staatsbegrooting en Staatsrekening. Blijkens de Memorie van Toelichting heeft zich in de laatste jaren op verschillende wijzen twijfel geopenbaard, of de tegenwoordige grondslagen van het beheer van de finan ciën van den Staat öp den duur wel kunnen worden gehandhaafd, in het bijzonder nu de Staat bij voortduring het terrein zijner werk zaamheden ziet uitgebreid. De bedoelde grondslagen van het tegenwoor dig beheer van onze financiën zou de Minister van Financiën als volgt willen kenschetsen: ge lijkstelling in de begrooting van alle uitgaven van den meest uiteeloopenden aard, met daar nevens, in de toelichting der eindcijfers en met name "bij de becijfering van de benoodigde ge wone dekkingsmiddelen, de aanwijzing van een tamelijk willekeurig samengestelde nu eens kleinere dan grootere groep van uitgaven, welke in aan merking komen om desnoods te worden betaald uit de opbrengst von een lee ning, van welke leening echter de bijzonderhe den (voorwaarden, tijdstip van sluiting, vorm en aflossingstermijn) als van geen belang bui ten beschouwing blijven. Sedert 1907 is hierbij te voegen: splitsing ook van de inkomsten in gewone en kapitaalinkomsten. Dit systeem, dat sedert de Indische baten ophielden, ruimschoots te voorzien in de kosten van groote werken, bijna zonder onderbreking tên onzent heeft gegolden, nu eens wat duide lijker uitgesproken, zooals in de tachtiger jaren en in het laatste decennium, dan weer wat min der openlijk erkend, zooals in de jaren 1690 1900, heeft zeer vaak ean critiék somtijd» onbewuste bloot gestaan. Algemeene regeling gewenscht. Na een uitvoerig historisch overzicht van de critiek en van de verandering van zienswijze, die in deze materie geleidelijk plaats vond, con stateert de Minlster^van Financiën dat een al gemeene regeling wenschelijk bleek, welke een behoorlijk inzicht geeft in de toeneming en af neming van het staatsvermogen en zooveel mogelijk waarborgen verstrekt, dat niet door het gevolgde finoncieele beleid min of meer onbewust in het staatsvermogen groote veran deringen worden gebracht, een regeling, welke tegelijkertijd meer elasticiteit geeft_ aan het fi nancieel beheer met betrekking tot nieuwe wer ken. Aan deze beide desiderata kan gemakke lijk tegelijkertijd worden voldoen, omdat zij bei de een wijziging in het stelsel der begrootingen in dezelfde richting noodig maken. Bij het ontwerpen der wenschelijke wijziging in het stelsel van ons financieele beheer is de Minister uitgegaan van het standpunt, dat elk dienstjaar zijn eigen lasten móet dragen, <L w. z. moet worden belast met de werkelijke^„kos- ten" (wel te onderscheiden van „uitgaven die de zaken, waarvan de onderdanen in eenig jaar de diensten genieten, in dat jaar voor den Staat medebrengen, of met andere woorden, dat de Staat zooveel mogelijk aan het einde van elk jaar een even groot vermogen (saldo van be zittingen en schulden) moet hebben. Geen balans. Het ligt voor de hand, dat het vooralsnog onmogelijk is ja vermoedelijk altijd onmo gelijk zal blijven om van de bezittingen en ^rplichtingen van den Staat jaarlijks een b$- Lans op to maken ejn aldus te coivstateeren of het vermogen inderdaad op peil gebleven is. Zulks behoeft echter niet terug te houden van becijferingen pmtpent de toe- of afneming van hefvermogen. Immers, indien men slechts zoo nauwkeurig mogelijk in berekening brengt de wisseling in waarde (positieve of negatieve) van al die bezittingen, welke aan verandering onderhevig zijn, dan bereikt men voldoende nauwkeurig zijn doel. t Waarde der bezittingen. Wglhcht zal de opmerking worden gemaakt, dat het moeilijk is om waarde en waardever mindering van de bezittingen van den Staat vast te stellen, omdat vele harer bezit- tingen geen waarde in het verkeer hebben. Intusschen zij opgemerkt, dat toch de moei lijkheden niet veel afwijken ven die van par ticuliere lichamen. Op de balansen van de ven nootschappen staan do bezittingen ook in den regel niet voor hoar liquidaftiewaaide, d. w. z. voor hetgeen er elk oogenblik voor te krijgen is, dooh voor een waarde welke, met den kost prijs als uitgangspunt, elk jaar wordt verlaagd in verband met de nadering van het oogenblik, waarop zij voor dé vennootschap geen dienst meer zullen kunnen doen en hetzij te niet zul len gegaan zijn, hetzij slechts voor een prijs zeer var beneden den kostprijs zullen van de hand gedaan kunnen worden. Do omstandig heid, dat liquidatie voor den Stoat nimmer denkbaar is, maakt het zelfs voor don Staat npg minder bedenkelijk om op die wijze de waarde van zijn bezittingen te berekenen dan voor oen particulier lichaam, dat met die mo gelijkheid aitijd eenigszins moet rekenen. Met verandering van de toestanden, waardoor een zaak, die aanvankelijk bijv. gerekend mocht worden 50 jaar dienst te zullen doen, later blijkt reeds eerder bet oogenblik te zullen be reiken, waarop de diensten, die zij kan bewij zen, geen waarde meer zullen hebben, moet natuurlijk de Staat evenzeer rekening houden als particulieren. Ja zelfs zal met de mogelijk heid van zulke veranderingen van den beginne af oenig":ns rekening te houden zijn. Methoden om vermogen op peil te houden. Langs verschillende methoden kan bereikt worden, dat het saldo der bezittingen en schul den van een lichaam voortdurend gelijk blijft. 1. Vooreerst kan men zorgen, dat er niet meer nieuwe schuld wordt aangegaan dan er nieuwe bezittingen bijkomen en dat verder de oude schuld afneemt in dezelfde mate als de bestaande bezittingen in waarde dalen. Dit is vrijwel het systeem, dat de gemeenten volgen, die gewoon lijk voor alle duurzame zaken leenen en de af lossing van de leeningen regelen naar den ver- moedelijken levensduur der zaken, waarvoor ge leend wordt. 2. In de tweede plaats kan men zorgen, dat de bezittingen, in totaal de waarde behouden, welke zij bij het begin van het jaar hadden door voor een gelijk bedrag aan nieuwe bezittingen uit de gewone inkomsten aan te schaffen als men ver onderstelt, dat de oude bezittingen in waarde zullen afnemen. In de practijk geschiedt zulks don door de verandering van bestaande gebouwen en werken, die onbruikbaar worden, uit de gewone midde len te betalen. De Staat volgde tot dusver een systeem, dat een combinatie van het eerstgenoemde en het tweede is. 3. Een derde methode om het saldo der be zittingen en schulden op hetzelfde peil te hou den is die, welke bij naamlooze vennootschap pen pleegt te worden gevolgd, t. w. alle relatief belangrijke zaken van blijvend nut buiten de exploitatierekening te belasten met een zeker percentage van de aanschaffingskosten van de bezittingen als aequivalent van de waardever mindering dier bezittingen (natuurlijk voor zoo ver zij daaraan onderhevig zijn). Het bedrag dezer zoogenaamde afschrijvingen blijft in kas van het lichaam en kan dienen tot betaling van blijvend nut, die niet ten laste van de exploitatierekening, doch van de kapitaalreke ning komen. Zijn de gelden daarvoor niet noodig, dan kunnen zij strekken tot vermindering van de schulden, zoodat die in gelijke mate verminde ren als de bezittingen geacht worden in waarde te verminderen; of wel de gelden kunnen in kas blijven, in welk geval de grootere kas het aequivalent is van de bedoelde waardevermin dering der bezittingen. Het aflossen van schuld is in dezen gedachtengang niet anders dan het verminderen van de beschikbare kasmiddelen eenerzijds en van de schulden anderzijds. Het komt den minister voor, dat van de drie methoden de twee wel het minst aanbevelens waardig is en nog minder aanbevelenswaardig wordt wanneer het, gelijk bij den Staat, gecom bineerd wordt met gebrekkige toepassing van het eerste systeem. Dat de eerste methode gun stig kan werken bij publiekrechtelijke lichamen blijkt bij de gemeenten, vooral wanneer het ge meentelijk financiewezen nog niet ingewikkeld is geworden door talrijke bedrijven, en wanneer Gedeputeerde Staten behoorlijk toezicht houden op de aflossingstermijnen. Bij den Staat echter werkt de eerstgenoemde methode, voor zoover ze wordt toegepast, uiterst gebrekkig en zulks is bijna onvermijdelijk. De Rijksschatkist is, reeds afgescheiden van het voorkomen van door leening te dekken uitgaven, dus ook wanneer alle uitgaven van het betrokken jaar door gewone middelen gedekt worden, niet zelden genoopt in sommige tijden van het jaar door uitgifte van vlottende schuld tijdelijk in de behoefte aan kasgeld te voorzien. Zij heeft zich daarenboven voor het plaatsen van haar leeningen tot een grooter publiek te wenden, hetgeen wenschelijk kan maken liever groote bedragen in eens dan telkens kleine be dragen te leenen. Door een en onder kwam zij er vanzelf toe het leenen uit te stellen, totdat daarvoor een geschikt oogenblik was of wel de vlottende schuld tot een te hoog bedrag begon op te loopen. Dat uitstel nu was niet slechts oorzaak, dat men bij het sluiten van de leening uit het oog verloor, waarvoor er geleend werd, doch het werd door het uitstel ook niet zelden nagenoeg onmogelijk te zeggen voor welke uit gaven nu eigenlijk de betrokken leening werd aangegaan. Wat de tweede" methode aangaat, dat deze allerminst zekerheid geeft, dat er niet minder en niet meer op den gewonen dienst wordt ge bracht dan noodig om het staatsvermogen op peil te houden. Derde methode de beste. Op grond hiervan is de Minister tot de slot som gekomen, dat, ten einde bij het beheer van 's lands financiën te kunnen komen tot- zoo nauwkeurig mogelijke kennis van den werke- lijken gang van zaken zoodat niet dan met volkomen bewustheid en grond dat men zulks wenscheljüt of volstrekt onvermijdelijk acht, staatsvermogen op kosten van het tesfenwoor.' -digre geslacht wordt gevormd, of stoutsvermts gen ten behoeve van het tegenwoordige <.<3 slacht wordt opgeteerd - een andere regeling noodig is van de wijie, waarop naar evenwicM wordt gezocht tusschen de waardevermeerde ring en vermindering van de bezittingen vazi den Staat en de toeneming of afneming van d«' verplichtingen van den Staat. En tevens kwam hij tot de slotsom, dat d« wijziging moet plaats hebben in de richting: van wat boven het derde syseem werd genoemd#' hetwelk in zwang is bij groote lichamen vaijj handel, nijverheid of verkeer, t. w. het stelsef om ten loste van den gewonen dienst of ex< ploitatierekening en ten behoev- van den bui tengewonen dienst of kapitaalrekening, af td'; schrijven op de waarde der bezittingen, weTke aan waardevermindering door ouderdom als an derszins onderhevig zijn. Doet men zulks, don' kunnen alle zaken, die langen tijd dienst doen,^ ten laste van den buitengewonen dienst worn' den gebracht. De- gewenschte elasticiteit van het financieel beheer met betrekking tot nieuwe werken (in" den zin van werken, die voor de eerste maal tot stond werden gebracht) wordt door het vol gen van de derde methode (het systeem van afschrijven) mede ten volle verkregen. Onvolkomenheid. De Minister ontveinst zich geenszins, dat de veranderde opzet van de Staatsbegrooting op zich zelf niet waarborgt, dat men nauwkeurig bereiken kon, dat men zoo min staatsvermogen inteert als dat men het onbewust op belangrijke schaal vormt. Alles hangt of van de uitvoering,' d. w. z. van de juistheid van de raming van den vermoedelijken nuttigheldsduur der zaken en van de daarmede verband houdende vaststelling van de afschrijvingscijfers. Doch al zal vol strekte zekerheid niet verkregen worden omtrent <le toeneming of afneming van het staatsvermo* gen, men zal daaromtrent toch voorzeker een veel beter inzicht verkrijgen dan bij de tegen woordige wijze van doen. Vermits interen van het staatsvermogen zeker te allen tijde een veel grooter kwaad zal zijn dan het vergrooten daarvan, is het ongetwijfeld wenschelijk bij het bepalen van de afschrijvingsquota aan den ze* keren kant te blijven. Regeling afschrijving. Met betrekking tot de reeds bestaande wer ken zullen de afschrijvingen voor alle jaren, welke ter zake vtn die werken met een bedrag wogens afschrijving zijn te belasten, haar rege ling vinden in de begrootingswetten, die voor het eerste dienstjaar, ten aanzien waarvan het nieuwe systeem zal worden toegepast, zullen vastgesteld worden. Gezocht is voor de geheele groepen van staatsbezittingen, welke geacht moeten worden in den loop der tijden in waarde te verminde ren, naar een termijn, gedurende welken men mag aannemen, dat zij dooreengenomen netto diensten bewijzen, d. w. z. gedurende welken d« waarde der jaarlijksche diensten gerekend kan worden hooger te zijn dan hetgeen gevorderd wordt om de diensten von die zaken te kunnen blijven .genieten (onderhoud, eventueel verzor- ging en bewaking). Gezette overweging heeft er toe geleid, dat een termijn van 50 jaar werd aangenomen voor gebouwen en een zelfden termijn voor water* staatswerken als kanalen, rivierverbeteringen, havens, zeeweringen en wegen; hierbij werd verondersteld, dat de waarde van de netto diensten van zoodanige gebouwen en werken reeds van den aanvang af regelmatig daalt, zoo dat een afschrijving van een gelijk bedrag per jaar noodig is; een werk, dat 25 jaar oud is. wordt in dezen gedachtengang nog gewaardeerd op de helft van den aanvankelijken kostprijs. Na deze uiteenzetting van de denkbeelden* welke aan het wetsontwerp ten grondslag lig gen, en van de hoofdlijnen van de uitwerking, gaat de Minister nog in het bijzonder na, welke bijkomstige voordeelen naast het hoofddoel het rekening> houden niet slechts met de toe neming en afneming van de Schatkist en de Nationale Schuld, doch ook met de waardever* meerdering en vermindering van de overige be* zittingen van den Staat door invoering vaff de voorgestelde regeling worden verkregen. Berichten. i De Staatscourant van Donderdag 5 Oc tober bevat o.m. de volgende Kon. besluiten t op non-activiteit gesteld wegens tijdelijke ongesteldheid, de ritmeester A. Maas Gees* teranus van het 3e regiment huzaren eervol ontslagen wegens lichaamsgebre ken de reserve-le-luitenant W. L. Scheitel ma van het 4e regiment infanterie eervol ontslagen wegens gezondheids redenen de kapitein J. T. Stakenburg, lia van het Vrijwillig Militair Automobiel-corps; aangewezen als voorzitter van het college van curatoren van bet Kon. Ned. Meteoro- logisch Instituut te Groningen dr. H. Hagd. thans lid en benoemd tot lid dr. V'. H. Ju lius, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Utrecht en F. B. Löhnis, oud-inspecteur van den Landbouw. H. M. de Koningin-Moeder ontving, gisternamiddag mgr. Locabelle, nieuwbe noemd pauselijk internuntius bij het Neder- landsche Hof, in audiëntie. H. M. de Koningin-Moeder schonk ƒ100 en de Prins ƒ25 aan de 's Graven-; haagsche Toynbee-vereeniging „Ons Huis- als blijk hunner belangstelling in het stre ven der vereeniging. In Hotel des Ipdes te 's Gravenjiage is aangekomen de heer Verhrugge, van s Gra vendeel, attaché bij de Nederlandsche legatie te Brussel. Eerste Kamerverkiez.ing. Dö Prov. Staten van Zuid-Holland zijn in bui tengewone vergadering bijeen geroepen te- gén Dinsdag 24 October ter verkiezing vart; een lid der Eerste Kamer in de vacature var? mr. W. L J. van Waterschoot v. d. Gracht, die ontslag heeft genomen. s- Het Kamerlid De Meester. In verband met het feit, dat de oud-ministe/ mr. De Meester zich het volgend jaar nietig meer verkiesbaar stelt als Kamerlid voor Den Helder, kan de Haagsche correspond dent van de Tel. het volgende meedeelen* Het district Den Helder wordt aanhol* dend en systematisch door de soc.-demo- craten bewerkt. De noodzakelijkheid is nu gebleken om, ten einde het district niet _ver-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2