EIK Sïilio IMIE 131 IS" -.'ssarisang. N" 93. DE EEMLANDE R". Woensdag 18 October 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. ,(J?6T 6 maandeD voor Amersfoortf 1.30. Laagkaarsige Byzonder mooi wiihchi TS i ixo fin 75 100 VJdli. u Klein model. dOOU,go,i Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. j VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF öt C ABON^EMENTSPEUS: V. Idem franco per post. 1.80. Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) 0.128. LAfzonderlyke nummert0.05. pVdkelijksoh bijvoegsel ,D$ HollondêcJw Huisvrouw(ondtf redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. 50 ets. (VYekelyksob bijvoegsel .AA ms nuf per 8 mnd. 59 ets. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PEI.1S DER ADV ERT EN Tl ÉN: Van 1—5 regola0.80. Elke rogèl moer».-•• 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels«>.50, Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedryl bestaan zooi voordeolige bepalingen tot hot herhaald advertoeron in dil Blad, bij abonnement. Eono circulaire, beval londo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De chaos in Griekenland. Het schouwspel van een staat in ontbin ding, dat Griekenland thans te zien geeft^ komt nergens beter uit, dan in de hoogste jprganen van het staatsgezag. Er zijn thans ihvee regeeringen in het land; naast de wet- Mge regeering, die in Athene zetelt, is in Saloniki een driemanschap opgetreden on- Öer den naam van comité voor de landsver dediging. Dit driemanschap, waarvan Ve- Ih>elos de hoofdman is, hoopt op de erken ning door de Entente-mogendheden, maar ïn afwachting daarvan richt het zich huise- lijl in op de zetels, die het voor zich ge reed heeft gemaakt; het benoemt ministers en "eir'eie bestuursambtenaren, en neemt maatregelen tot heffing van belastingen en uitrusting «van troepen. Tot dusver is de. erkenning van de revo lutionaire regeering in Griekenland nog niet geschied. Het is misschien een rest van schaamtegevoel, dat de Entente-mogertdhe- Öen weerhoudt om dezen stap te doen, die de regeering van koning Konstantijn geheel sou uitschakelen en de kroon zou zetten op üe geweldpleging, die op Griekenland wordt uitgeoefend. Het zou anders eene daad zijn, geheel passende in de gedragslijn, die fde Entente tegenover Griekenland heeft öangenomen. Alleen zou men kunnen vra gen of het noodig is voor de Entente, tot 'dezen uitersten maatregel over te gaan, om dat zij van de wettige regeering in Grieken land alles gedaan kan krijgen wat zij wil. De nieuwe minister-president, professor Lambros, heeft kort na zijn optreden aan een dagbladschrijver verklaard, dat'Kët door hem samengestelde kabinet zijn best zou doen zich het vertrouwen van de Entente le verdienen. Als bewijs daarvan zouden de eischen worden vervuld, die door de En tente in den vorm van een ultimatum waren gesteld. Op dit woord is de daad terstond gevolgd. Dit is medegedeeld in eene nota, die de Fransche regeering aan de pers heeft doen toekomen. Daarin wordt gezegd, dat de Fransche admiraal Dartige du Fournet aan 'de Grieksche regeering door het Fransche gezantschap eene nota heeft laten overhan digen, die het vroeger gezonden memoran dum aanvult en de als onmisbaar voor de veiligheid van het Entente-leger geëischte maatregelen preciseert. Deze maatregelen beslaan inzonderheid in de onttakeling van de Grieksche vloot en van de kustverster- kingen, in het toezicht op de' scheepvaart in de haven van Athene en in de overne ming van het beheer op den spoorweg Athen—Larissa—Saloniki, die de hoofd stad verbindt met Thessalië en Macedonië. Al deze eischen zijn door de Grieksche re geering ingewilligd en met hunne uitvoe ring is terstond een begin gemaakt. Over de uitvoering berichten Italiaansche bladen, dat met het toezicht op het spoor* wegverkeer officieren van de geallieerden belast zijn, die zijn begonnen met het ver trek van zeven spoorwagens met oorlogs- rnatërieel naar Larissa te verhinderen. Op Korfu verbood de Fransche commandant het door de Grieksche regeering bevolen vertrek van 500 soldaten naar Pr eve sa. In Athene is de beslaglegging op de Grieksche vloot geschied met eene kalmte, alsof men te doen had met eene zaak van geheel on dergeschikt belang. Er kwamen geene inci denten en openlijke protestbetoogingen voor. De bemanningen van de schepen zijn in de gebouwen van de universiteit en an dere openbare gebouwen ondergebracht. Bijna alle officieren en soldaten hebben hunne schepen verlaten, hetgeen eene ver rassing was voor. de aanhangers van Veni- zelos, die hadden gedacht, dat de revolutio naire beweging eene'veel grootere uitbrei ding had genomen op de Grieksche vloot. Op de groote eenheden, de Lemnos, de Averoff en de Kylkis, bleef ter nauwernood een derde van de bemanning achter. De Hydra, een schip van oude constructie, dat zwak bewapend is, had zich vroeger reeds aangesloten bij de revolutionaire beweging. De lichte schepen blijven bewapend, maar zonder bemanning; dit zijn 2 duikbooten en 24 torpedobooten, die tegen de vijandelijke U-booten in dienst gesteld zullen worden. Hiermee is aan alle in het ultimatum van. de Entente-mogendheden gestelde eischen voldaan. Men kan zich moeielijlc voorstellen, dat een staat, die zich buiten den strijd wil houden, nog verder zou kunnen gaan. Maar net blijft eene vraag welk nut de maatrege len, die aan Griekenland zijn opgelegd, voor de Entente-mogendheden zullen afwerpen. Hunne troepen kunnen zij niet vermeerde ren. De Grieksche eilanden en ook de Pi raeus hebben de vloten van de geallieerden reeds lang als basis voor hunne onderne mingen in de Middellandsche zee gebruikt. De eenige verandering van beteekenis voor de oorlogvoering bestaat hierin, dat nu ook de door Midden-Griekenland gaande Laris- sa-spoorweg voor transport-doeleinden ter beschikking van de geallieerden slaat. Maar ai te hoog kan men de voordeelen. die dit voor hen zal opleveren, niet aanslaan, want het noordelijke deel van de Grieksche spoor wegen hebben zij reeds vroeger in gebruik genomen. De oorlog. Berlijn, 17 Oct. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Legergroep prins Albrecht. Op vele plaat sen van het front wa$ eene levendige pa trouille- en vuuractie. Bij de legergroep van prins Rupprecht lagen de stellingen aan beide zijden van dc Somme den geheelen dag onder een sterk artillerievuur, dat krachtig beantwoord werd. Bij de bestrijding van vijandelijke batterijen bewezen onze waarnemingsvliegers diensten van veel waarde. Aanvallen geschiedden gisteravond- ten noorden van de rivier tégen de aansluitings- liniën van Gueudecourt en Sailly, ten zui den tegen onze stellingen noordelijk van Fresnes en Marancourt. Bij Gueudecourt vielen de stormaanvallen in het spervuur in een; bij Sailly en Fresnes mislukten zij in een strijd van man tegen man, die in kleine loopgraafdeelen nog voortduurt. Onze slrijdvliegers schoten zes vijande lijke vliegtuigen neer, van wie drie achter de vijandelijke liniën neerkamen. Kapitein Bölcke stelde weer twee tegenstanders bui ten gevecht. Legergroep kroonprins. In Champagne werd een Fransche aer.yal ten noordén van Le Mesnrl afgewezen. In de Argonne en in het Maasgebied was de' artrlleriestrijd plaat selijk levendig. P a r ij s, 17 Oct. (Havas). Namiddag- communiqué. Ten noorden van de Somme veroverden de Franschen een nieuw blok huizen van het dorp Sailly-Safllisèl. De Duitschers de den in den morgen eén hevigen tegenaan val; het gelukte hun In eenige elementen van de eerste Fransèhe linie te dringen, maar zij werden onmiddellijk weer daaruit verdreven. Het aantal gevangenen, door ons gemaakt, is 90 en wij veroverden twee ma chinegeweren. Ten zuiden ven de Somme werd een nieu we Duitsche aanval op de Fransche stellin gen ten oosten van Berny-en-Santerre door ons vuur gebroken. Op de rest van het front was bij tusschen- poczen kanonnade. Fransche vliegtuigen voerden talrijke vluchten uit in de streek van de Somme. Zij léverden 65 gevechten, in den loop waarvan twee Duitsche vliegtuigen neerge teld werden. Drie andere Duitsche vliegtui gen kwamen overhaast neer binnen hunne liniën. Avond-communiqué. Er was wederzijds bombardement aan het geheele Somme-front. Twee nieuwe aanval len van den vijand ten oosten van Belloy- en-Santerre zijn onder zware verliezen voor hem afgeslagen. Vijandelijke vliegers hebben Amiens ge bombardeerd, doch geen militaire schade aangericht. Londen, 17 Oct. (R.) Communiqué van generaal Haig. - Wi- - drongen in loopgraven van den vij and ten westen van Serre. Anders is er niets te berichten. Avondcommuniqué. Wij bombardeerden de vijandelijke stel lingen bij Netiville Saint-Vaast, Wytschaete en ten noordoosten van Yperen. Ten zuiden van de An ere was de artillerie werkzaam aan beide zijden. Onze luchtstrijdkrachten waren zeer actief, j Zij deden verkenningen, wierpen bommen op vijandelijke spoorwegen, stations, fabrie ken en bergplaatsen. Vier vijandelijke vlieg tuigen en twee kabelballons werden neerge veld. W e e n e n, 17 Oct. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Front van aartshertog Karei. In den Drie- landenhoek ten Zuiden van Dorna Watra hebben wij den vijand van de hoogten ten Oosten van de Neagra (een zijrivier van de Gouden Bistritz) verdreven. In de Karpathen en ten Zuiden van de Dnjestr zijn op zich zelf slaande aanvallen der Russen afgesla gen. Front van prins Leopold. De slag aan de Narajowka en in Wolhypië duurt voort. De vijand leed in beide streken wederom een zware nederlaag. Ten Zuiden van Lipnica Dolna liepen de Russische troepenmassa's tot in den nacht tevergeefs storm tegen de Duitsche stellingen. De Duitsche garde-ba- taljons vervolgden den teruggeslagen vijand tot in zijne lo-opgraven en nestelden zich daar. De Russen lieten 56 officieren, 1900 man en 10 machinegeweren in onze handen. In Wolhynië richtten de Russen hun aan vallen weer tegen de Duitsche en Oosten- rijksch-Hongaarsche troepen van generaal tersztyansky. Tusschen Swiniuchy, ten Wes ten van Bubnow, ten Zuiden van Zaturcy en tusschen Zaturcy en Kisielin gingen de Rus sische colonnes na een hevig bombardement tot den aanval over. Ondanks zijne enorme verliezen herhaalde de vijand zijn aanvallen op enkele punten drie maal, ten Noorden van Zaturcy zelfs tot tien malen toe. Ook deze krachtsontwikke ling van numeriek sterkere massa's bracht de dappere verdedigers niet aan het wankelen. De vijand drong nergens in onze liniën door. Onze troepen behaalden een volledig succes. Petersburg, 17 Oct. (Tel.-egent- schap). Communiqué van den grooten gene- rolen staf. In den nacht van 16 October deden Rus sische verkenners een geslaagden patrouille- tocht in de streek van de Nevda-rivier cn #ielen den in hinderlaag liggenden vijand aan, die de vlucht moest nemen; hij verloor vier dooden, waaronder een officier, wiens lijk werd medegevoerd. In de streek ten Zuiden von Skrobow werd kolonel Iwanowski ernstig gewond. In de streek ten Noorden van Korytnitza en hij Bolskovce duren de hardnekkige ge vechten voort. De vijand doet hier woedende tegen-aanvalLen; het aanhoudende artillerie vuur heeft eene groote intensiteit. Wij maakten 1 machinegeweer en 40 gevange nen buit. Bij Dorna Watra werden alle oanvallen van dén vijand afgeslagen. W e e n e n, 1 7 Oct. (W. B Officieel be richt van heden middag. Van het Italiaansche front geen nieuws. Rome, 17 Oct. (Stefani.) Officieel communiqué. Op den Monte Pasubio (ten Westen van. Arsiero) deed de vijand in den nacht op 16 October en den daarop volgenden morgen aanvallen, die prompt werden afgeslagen. Aan het geheele front heeft het slechte weer gisteren de artillerieactie belem merd. Er wordt overvloedige sneeuwval getneld in het hooggebergte. w Berlijn, 17 October. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van he den voormiddag. In Zevenbergen bieden de Rumeniërs te genstand op de paswegen aan het oostelijke front. Ten zuiden en westen van het Kron- stadtbekken is de toestand over het alge meen onveranderd. Aan den Balkan en in de Dobroedsja i9 niets nieuws gebeurd. W e e n e n, 17 Oct. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. In het grensgebied ten zuiden van Her- mannstadt en Kronstadt is de toestond niet veranderd. In het Gyergyogebergte blijven de Rumeniërs tegenstand bieden. Sofia, 17 Oct. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Rumeensche front geen verande- rings. Langs ae Donau rust. In de Do broedsja plaatselijk zwak artillerievuur en geweerschoten. Wie kikker is en os wil wezen, die is reeds Mat hij wezen wil. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 46 Den stinkenden, grijsgelen, die in dikke w al pien itit den schoorsteen komt, als uit een reusachtigen molen geperst, of den vlokkigen, zwarten, inwendig gloeienden, als uit ccn 'kokenden krater. De groote berk bij den hoek van het huis, 'öio zijn lakken tot aan het breede venster uit strekte, begon aan de toppen groen te worden, ,<en de iepen langs de beek gloeiden in hellen, p:vrsen morgenglans met hun kleine, hclder- jbruine, openspringende lenoppen. En tusschen vierkanten van groene winterrogge, lag de w seinende aarde, waar de ploeg juist door- •jhi n gesneden bad. en boven dit alles steeg blauwe rook omhoog. Hij had nooit gewe ten dat de lente zoo kleurrijk was; hij was ge il, el onder den indruk van het landschap ®ü:ir vóór hem cn hij kon er niet toe komen h. raam te. sluiten, zooals hij voornemens ijvas geweest. De frissche koelte deed hem huiveren, maan toch was het hee£lükl Hii was ook niet meer zoo kouwelijk sedert Kaare hem had leeren worstelen. Het was belache lijk maar hel hielp. En dan het buitenleven! Er was geen helpen aan, hier moest je er op uit in weer en wind en op alle tijden. Nu ja, voor een poosje was dit leven wel uit te honden. Kaare kwam en vroeg of hij klaar was. „JawohT. „Maar, jou smeerpoets, je mag "niet zoo met je sigarenasch op het kozijn morsen." „Neem me niet kwalijk, monsieur, maar tante Eli»moet het toch zelve niet opruimen?" „Als je niet ziet wat moeder al niet zelve doel, dan moet je wel blind zijn. ITeb je ooit een dienslmeisie zoo mooi kamillen tegen den gelen wand zien schikken? Is het hier niet gezellig en mooi? Je hebt zeker ook niet ge let op de lusschenzelsels in de lakens van jc bed? Hij lachte en streek zijn werkblouse glad en trok zijn zware laarzen ^an; hij was op weg naar het werk. „Zeker is het hier gezellig, en Carl ..zag voor 't eerst de kamillen en de tusscheuzetscls. „De tusschenzetsels, dat klinkt zoo huiselijk, vind-je niet?" zei Kaare. „Toen ik klein was, had ik er altijd plezier in de vingers in de gaatjes te steken en ze groot cn grooter te maken. Kinderen zijn zoo. Maar somtijds dacht ik dat hel blauwe bloemen waren, die op het laken lagen; zij lagen over een blauwe deken, begrijp je. Maar jij bekommert je geen zier om bloemen en blauwe dekens. Haast jp wat en trek een van mijn werkblouses aan.'' Carl was geheel overrompeld, maar deed onwillekeurig wat Kaare zei Zou het werke lijk zijn bedoeling zijn dat hij dc jongens zou helpen om het gat in den .weg te stoppen.?. „Zeker is dat de bedoeling," zei Kaare „ten minste als je wilt, het is hier verbazend druk in de lente; en het is een gek geval met dat gat, zie je. Eigenlijk met c die gate:* in den weg, waaraan nog niets gedaan is. De weg is, in zekeren zin, privaat eigendem, maar een groot deel van' de bewoners der gierden maakt er gebruik van en nu wil «iemand den weg in orde houden, omdat niet alle gebrui kers mee willen betalen. Kinderachtig! Maar nu zal ik toch dc ergste gaten maar vast alleen in orde brengen. Het is immers een kleinig heid." „Laat dat den duivel doen," zei Carl. „Ja, hij of ik, één van beiden moet het doen," zei Kaare lachend. „Dus...." Toen gingen zij, drie man sterk, de hqogte op met houweel en spade en begonnen bene den bij den heuvel naast den hoofdweg te werken. Maar in dcu middag kwamen Lars Ekeland en twee andere buren helpen. Kaare had er inwendig schik in, en spoedig was het leclijkc gat, dat door het loestroomcr.de v.f.ler tijdens den dooi in bet voorjaar was ontstaan, dicht gemaakt. "Waclit maar, dacht Kaare, v, e allen spoe dig den weg verbroeden en verleggen, zooals het behoort. In den namiddag verdween Kaare; hij maakte iederen dag een wandeling naar Preestgard Ook verlangde hij een oogenbhk alleen te zijn. daarom verzocht hij hen niet mee te gaan. Wie weet hoe slecht Gunnar het vandaag had gehad, de arme man. En Liv, die het laatste jaar zoo bleek en zwaarmoedig was geworden Midden op den dag was er een zware onweersbui komen opzcUcn, en het werkvolk op Preestgard zal bij elkaar in de groote keuken. Jon Preestgard, die in den middag gekomen was, zat er ook met Liv, en zij had den een geweldig vuur aangemaakt in den haard, als afleiding tegen het onweer buiten. Toen Kaare kwam, wilden zij met hem naai de kamer gaan; maar hij verzocht hen om in dc keuken te mogen blijven, hel was er zoo gezellig. „Is Gunnar niet thuis?" Ja, hij was wel thuis, maar hij was juist even naar bulten gegaan. Men trachtte grappen te maken. Lars had zijn gereedschap voor den dag gehaald en hield zich onledig met een bijl in orde te maken. Maar allen dachten aan hetzelfde en. bij iederen winstoot die het oude Kuis deed schudden, kropen zij onwillekeurig dichter om het vuur. Anna en Britta. de dienstmeisjes, zaten met hun onafscheidelijk breiwerk, hun gewone uilspanning in rustige uurtjes; Liv had een boek op baar schoot. Zij was begon nen te lezen, maar het ging niet. Haar ge dachten lieten zich niet afleiden. „Wat ben je vanavond lui, Liv," zei Kaare. Hij deed zijn best om de stemming wat opge wekter te maken. Zij glimlachte. „Ja, ik doe vandaag niet veel. Je voelt je zoo onrustig met zulle weer. Maar waar zou vader zijn?" „Och, hij zal wel spoedig komen," zei Jon. Ui; vroeg Kaare nu naar zijn leven en wer ken in de laatsle jaren, waarin zij elkander niet hadden gezien, en vertelde ook li«t ee: en ander van zijn eigen thuis en zijn eigen werk. Hij had een slot gesmeed, dat hij graag eens aan Kaare wilde laten zien. Het was voor de groote Stabur op Midlbö en zeer kunsLifl MdafihU „Maak je nooit twee sloten die gelijk zijn?'1 vroeg Kaare. Jon glimlachte. Neen, dan was er geen aardigheid meer aan. „Maar begrijp jij waar vader blijft?" vroeg Liv weer, zij werd onrustig. „Misschien is hij wel naar Helge Li gegaan om tc hooren wal hij van de zaak denkt," zei Per. „Ja, misschien." „Maar wat denk jij er van, Kaare?"4 Per kon zich niet langer stilhouden. „Jc I weet toch meer van de zaak dan wij anderen, die hier zitten?" Liv keek Kaare met groote oogen aan, als zocht zij het antwoord op zijn gelaat te lezen* Langzamerhand was het lot van den water-* val met dat van Preestgard één geworden. Zoo dacht tenminste haar vader er over; cn zij was daarom vandaag zoo onrustig. Maar Kaare antwoordde kalm Het zal goed afloopen." „Meen je dal werkelijk?" vroeg Jon ernstig. „Ja, ik meen het." Jon knikte nog lang niet gerustgesteld. „Och, mocht het zoo zijn; vader, die arme man, gelooft hel niet. Hel fcijn kwade dagen geweest, maar vandaag is het tckcr wel het i ergst voor hem." Kaare keek vóór zich. Hij bad zelf een moelelijken dag gehad; niemand wist hoe het zou loopen. Hij had ontdekt dat er den' iaatsten tijd een listig beraamd, geheim plan .egen hem *vas gesmeed, waarvan de ui# omst onzeker was. CWordt y$rvolj2<ty

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1