EEN STRIJD O! IE IS „D E EEMLANDE R". Donderdag 19 October 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. IT 94. 15de Jflaroang, Hoofdredactie» MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF tv ABONNEMENTSPRIJS: (Per S meenden roar Amersfoort f I.SO. Idem franco per post1.80. Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukkeu)» 0.12». Afzonderlijke nummers- 0.O5. Wekelijkioh bijvoegsel nD* Hollandschs Huisvrouw" (onder redaotie van Thérèae Hoven) per 8 mndL 00 ets. (tVekeliiktob bijvoegsel ,Pak m» mtf per 8 mn<L 52 ets. ■fc Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIÈN Van 15 regels..f «.so. ELke regel meer Dienstaanbiodingen 1—5 regels.. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijt bestaan zeor voordoolige bepnh.: .-» tot het herhaald advertoeron in dit Blad, b^j abonuoi Eeno oiroulaire, bevattende do voortva&rdon, wor<U p Aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De afrekening over Keet el Amara. Het Bairamfeest, dat de mohammedaan- ®che wereld gewoon is te vieren wanneer de .vastenmaand Ramadan geëindigd is, heeft SÖjtmaal het hoofd van den Perzischen nati- Onalen bond Nizam es Saltaneh, die tevens het bevel voert over de Perzische strijd krachten, aanleiding gegeven om in een te legram aan den Turkschen vice-generalissi- mus Enver Pacha zijne levendige vreugde er over uit te drukken, dat hij dit feest kan vieren in het van het Russische juk bevrij de gedeelte van Perzië, dat de provinciën Kermansjah, Loeristan, Djeletabad, Hama- 'dan en Koerdistan omvat, terwijl in de oos telijke en zuidelijke provinciën de druk is verljcht en in de noordelijke provinciën de Russen vluchten. De Perzische bevelhebber geeft te kennen, dat hij er trotsch op is, zijne troepen te zien strijden aan de zijde van de dappere Turksche troepen onder zeer be kwame officieren en eindigt met wenschen voor het welzijn van den Islam. In zijn ant woord geeft Enver Pacha uiting aan de in Turkije heerschende voldoening over de door de Perzische krijgers aan den dag ge legde dapperheid en aan zijn vast vertrou wen op de eindoverwinning. Het is verklaarbaar, dat in de Turksche en Perzische harten blijdschap heerscht over den loop tot dusver van den wereld- strijd, voor zoover zij er in betrokken zijnr want daardoor heeft zich voor hen een blij vooruitzicht opengedaan. Even verklaarbaar is het •echter, dat de andere zijde daarover niet best te spreken is. Met name is het voor Engeland een bittere pil om te slikken, dat de veldtocht in Mesopotamië een zoo roemloos verloop heeft gehad voor de Brit sche wapenen. De Britsche trots kan moeie- lijk verkroppen, dat deze veldtocht eene ko lossale mislukking is geweest, en dit gevoel -wordt nog verergerd, omdat men zich niet kan ontveinzen, dat het feit, dat de gemin achte Turken eene Engelsohe strijdmacht van 10,000 man krijgsgevangen hebban gemaakt, een noodlottigen slag moet hebben toegebracht aan 't Britsche prestige in het Dosten. De ontstemming daarover vindt in Heze dagen gelegenheid om zich te uiten, want zoo juist is een verslag verschenen Dver de operatiën in Mesopotamië, van ge neraal Sir Percy Lake, die van Januari tot einde April 1916 daar het bevel heeft ge voerd. Dit verslag'legt natuurlijk grooten nadruk 'op de mislukte pogingen in Maart j.l. tot Ontzet van de bij Koet el Amara ingesloten Strijdmacht en het staat uitvoerig stil bij alle natuurlijke beletselen, het slechte weder, den moerassigen bodem en de uitgebroken ziek ten, die allen te zamen het ontzet van het ingesloten leger onmogelijk hebben ge maakt. Dit kan echter de kritiek niet ver zachten, want de misslagen, die bij de onder neming tegen Bagdad zijn begaan, liggen te zeer voor het grijpen. De Times, die de ge schiedenis van de mislukte poging tot ont zet bij Es Sinn een van de „ongelooflijkste episodes van den oorlog" noemt, merkt ten slotte op„Zelfs wanneer men al het moge lijke in mindering brengt voor de buitenge wone moeielijkheden waaraan de expeditie het hoofd had te bieden, is de geschiedenis van de eerste drie maanden van dit jaar aan de Tigris geen glanspunt voor de Britsche generaals." Scherper nog drukt de Manchester Guar dian zich uit. die schrijft „Het verslag van Sir Percy Lake over de niet geslaagde pogingen tot ontzet bij Koet el Amara in de lente van dit jaar bevat eene opmerkelijke bevestiging a -n de fei ten, die de parlementaire kritiek reeds vrij wel aan het licht had gebracht. Wij hebben het nu zwart op wit, dat het aantal rivier stoomschepen, die voor transport beschik baar waren in Januari 19I6P practisch nog hetzelfde was als op het tijdstip, toen de eerste opmarsch aan de Tigris begonnen wérd, en dat de voorraad schepen nooit ge lijken tred hield met de behoeften van het leger. Waarom heeft men dan geial Townshend aangespoord, een tocht naar Bagdad te ondernemen, die slechts kon worden ondersteund door versterkingen, I waarvoor men geene l'ar^nortmiddelen had gehad? Dan weer worden Je regen, de over- j stroomingen, de hitte en de droogte, het gemis van dekens aangeduid als bij komstige of beslissende oorzaken voor de achtereenvolgende teleurstellingen. Waaróm heeft niemand in het hoofdkwartier gewe zen op de overoude afwisselingen in de weergesteldheid aan de Tigris,-op .de hard heden van het klimaat en de bezwaren van het terrein? Hoe kon dat alles zoo gewgldïg onderschat worden? Maar het belangwekkendste en ergerlijk ste van alles is de door Sir Percy Lake in- gelaschte opmerking, dat er een tijdstip is geweest, waarop het ontzetleger bijna had kunnen binnentrekken in het haast onver dedigde Keet. Nadat men vruchteloos had -gezomerd op de eerste van de vijf stellin gen, die den weg- op de linker rivierzijde versperden, werd besloten plotseling met een snellen nachtmarsch de eenige stelling van Es Sinn aan te vallen, die in den weg stond aan de nadering van Koet op den rechter oever. Een marsch van 14 mijlen door een moeielijke woestijnstreek was ver richt, zonder dat men was ontdekt, en in den morgen van 8 Maart stond een groote strijdmacht op zeven mijlen afstand van Koet. De vijand was verrast geworden en verdedigde zich slechts zwak. Een snelle slag en men zou Koet hebben ontzet. In plaats daarvan liet nten drie uren verloren gaan, waarin men wachtte op de kanonnen en verkenningen deed. Inmiddels ontbood de vijand versterkingen, en na een bloedi- gen strijd werd de aanval afgewezen. Dit is een van de noodlottigste voorbeelden in de geschiedenis van overdreven voorzichtig heid^ Er wordt ten slotte aan herinnerd, dat het politieke beleid en de geheele leiding van den veldtocht nu een voorwerp van onder zoek is van eene geheime commissie. Dit verslag levert aan die commissie ruim schoots bouwstoffen voor haar oordeel, en men kan gerust voorspellen, dat dit oordeel lang ni^et malsch zal klinken. De oorlog. Berlijn, 18 Oct. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Legergroep pmns Rupprecht. De artillerie- strijd bereikte vooral ten noorden van de Somme in breede sectoren eene aanmerke lijke sterkte. Tusschen Le Sars en Gueude- court vielen de Engelschen, van Les Boeufs tot Rancourt de Franschen des avonds aan. Ons vernieljngjsvuur op de gevulde storm loopgraven van den vijand bracht den aan val aan beide zijden van Eaucourt l'Abbaye in de geboorte tot mislukking. Bij Gueude- court kwam hel tot een hevig handgemeen, waarin onze stellingen ten volle gehancj- haafd werden. De uit de streek Moryai Rancourt te voorschijn komende Fransohen werden na harden strijd afgewezen. In Soilly drong de tegenstander binnen; de strijd is daar nog aan den gang. Bezijden de hoofdplaatsen van den aanval bij Thiepval, Courcelette en Bouchavesnes brachten dc aanvallen van den tegenstander hun geen succes. Vijf vijandelijke vliegtuigen hebben in den luchtstrijd het onderspit gedolven. Legergroep kroonprins. Op den Maas oever was een levendige vuuractie. Pa r ij s 18 Oct. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Somme hernieuwden de Duitschers hunne pogingen op de Fran- sche stellingen te Soilly-Saillisel. Drie aan vallen, uit het noorden en oosten opkomen de, werden achtereenvolgens gebroken door het Fransche vuur, dat aan de Duitschers gevoelige verliezen toebracht. Alle Fransche winsten werden volledig gehandhaafd. Er was geen enkele infanterie-actie in den loop van den nacht. Ten zuiden van de Somme vielen de Duit schers heden morgen omstreeks vijf uur een Fransche loopgraaf aan ten oosten van Berny-en-Santerre. Eenige Duitsche tros- pendeelen, behoorende tot de eerste aan valsgolf, konden in de voorste Fransche loopgraaf-elementen doordringen. Zij wer den terstond door de Franschen tegenaan- gevallen en hetzij gedood, hetzij gevangen genomen. De volgende golven werden on der het Fransche spervuur genomen en moesten in wanorde teruggaan met achter lating van dooden op het terrein. Ten zuiden van de Avre drongen Fran sche verkenningen door in een Duitsche loopgraaf in de streek van Fresnières; zij brachten gevangenen terug. Ten zuidoosten van Reims is een nieuwe verrassende aan val, die door de Franschen werd uitgevoerd in den sector Pompelle, volledig geslaagd. Avondcommuniqué. Ten noorden van de Somme voltooiden wij de verovering van het dorp Saillisel en verdreven den vijarkl van de heuvelruggen noordelijk en noordwestelijk van he-t dorp. Ten zuiden van de Somme werd de eerste Duitsche linie genomen langs het front tus schen Maisonnette en Biaches.- Wij maakten 250 gevangenen en verscheidene machine geweren buit. Londen, 18 Oct. (R.) Communiqué van generaal Haig. De regen viel gedurende den nacht in Stroomen .neer. Desniettemin vorderden wij op verschillende punten tusschen den weg Albert"Bapaume en Les Boeufs. Wij maak ten eenige gevangenen. L o n d e n, .1 8 Oct. (R.) Avond-com muniqué van generaal Haig. De aanval breidde zich in den morgen uit op het front ten noorden van Gueude- court. Wij maakten 150 gevangenen. Gisteren deed onze luchtstrijdmacht drie I raids; spoorwegmaterieel en gebouwen j werden beschadigd, een trein tot ontspo- i ring gebracht. Vier vijandelijke machines werden in luchtgevechten vernield; vier van onze machines keerden niet terug. 1 Londen, 18 Oct. (R.) Eerste minister Asquith deelde in het lagerhuis mede, dat tusschen 1 Juli en 12 October de Franschen aan de Somme 40.125 krijgsgevangenen hebben gemaakt. B e r 1 ij n 18 Oct. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor-" middag. Front prins Leopold. Na de mislukking met groot verlies van de krachtige infante- ric-aanvallen tegen het front ten noorden van Luzk bepaalde de vijand zich daar tot een levendig artillerievuur. De tegen de O.-H. stellingen bij Zwycyn, ten noordwes ten van Zalosze, aanvallend optredende in fanterie werd onder zware verliezen door ons vuur in de loopgraven terug gedreven. Op den westelijken Narajowkaoever, ten zuidwesten van Herbutow, bestormden, na een langdurig artillerievuur, Beiersche ba- taillons een Russisch steunpunt; zij brachten 2 officieren, 350 "man en 12 machinegewe ren binnen. Front aartshertog Karei. Aan de Bystrica Solotwinska mislukte een aanval legen onze vooruitgebrachte stellingen. In de Karpathen lagen de Ludowathoogten onder sterk geschutvuur. In den Kirlibaba- sector werden aanvallen afgewezen. W e e n e n, 13 Oct. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. JFront aartshertog Karei. Aan de Hon- gaarsch-Rumeensche grens trad ook giste ren ge£ne verandering van beteekenis in. Ten oosten van Kirlibaba weerde onze troepen verscheidene Russische aanvallen af. Aan de Bystrica Solotwinska waren voor posten gevechten. Front prins Leopold. Ten noord-oosten van Bolszowce, aan de Narnjowka, mi'.akten Beiersche troepen zich meester van een sterk Russisch steunpunt, waarbij zij den vij and 2 officieren, 250 man en 12 machine geweren afnamen. Aan de Boven Sereth werd een Russische aanvalspoging in de kiem verijdeld. In Wolhynië rustte de strijd. Petersburg, 18 Oct. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene ral en staf. De vijand bombardeerde onze loopgraven ten zuid-oosten van Czerhany met granaten, gevuld met verstikkende gassenhij deed tweemalen een aanval, maar werd terugge worpen. Ten noorden van Korytnitza duurden dd hevige en hardnekkige gevechten voort. Alle tegenaanvallen van den vijand werdén afge slagen. Koloner Czief, die juist na van een ernstige verwonding genezen te zijn, terug-1 gekeerd was naar het front, is weder ge wond aan beide beenen, toen hij aan hef hoofd van zijn regiment tot den aanval over ging. Ten noorden van Koeropatnika verrast- ten onze afdeelingen vooruitgeschoven vij andelijke posten en namen deze gevangen* Bij Bolchovce deed de vijand een krachti* gen tegenaanval, doch werd teruggeslagen. Ten zuiden van Koresmcrij en bij Dorna Wafra zijn alle aanvallen afgeslagen. In de Karpathen valt sneeuwhier er daar is het mistig. \Veenen,180ct. (W. B.) Officieel be» richt van heden middag. Gisteravond vielen aanmerkelijke krach ten van den vijand onze stellingen aan op den Monte Testo, den Boite-rug en ten noorden van den Pasubio-top. De dapperen verdedigers sloegen dezen aanval bloedig af. Op enkele plaatsen in het Fleimsdal en aan het Dolomietenfront was de artillerie- actie tijdelijk zeer levendig. Rome, 18 Oc t.'(Slefani). Officieel com muniqué. Onze troepen hebben gisteren op den berg Pasubio, nadat de laatste tegenstand van den vijand in de streek tusschen Cos* magnon en de Boit gebroken was, een aan val gedaan op de vijandelijke liniën ten Noorden van den bergtop. Een sterke re doute, door den vijand op een overheer- schend punt, de „tand van den Pasubio" ge- heeten, aangelegd, werd door de onzen in een krachtigen aanval veroverd. Wij namen 72 man gevangen en maakten wapens en munitie buit. Wij lieten twee vijandelijke colonnes, die voor een tegenaanval oprukten, naderen tol eenige honderden meters; zij werden daarna bijna geheel vernietigd door ons geconcen treerd .vuur. In den nacht herhaalde de vij« and zijne aanvallen; hij werd steeds me! nieuwe verliezen teruggeslagen. Op de rest van het front waren artillerie- actiën. Het vijandelijke geschut richtte eenige sohoten tegen Asiago en Görz. Vele menschen'zijn' als de schapen, die eltijd de beste weide meenen te vinden in 't naastgelegen land. Uit het Noorsch van Hulda Garborg. Vertaald door A- M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 47 Maar Kaare wilde zich niet bang laten maken. En toch werd hij steeds onrustiger, hoe meer de uren verstreken^ Eigenlijk had hij nu thuis moeten zijn. Moe der zou ook wel in spanning leven, ofschoon Czij er niet over sprak. Maar hij moest Gunnar izien, voordat hij heenging. Opeens belde de telefoon in de kamer naast Sic leeuken. Zij sprongen allen als geëlectri- Jtecrd op. Liv snelde naar binnen. Even later Tiep zij Kaare. Zijn hart begon zoo te kloppen dat hij het tncende te hooren. Hij haalde diep adem ter wijl hij opstond; zijn gelaat was bleek van jbntroering. Maar hij dwong zich tot kalmte fen ging naar binnen zonder rich' te veel te haasten. Het was%verre's slem. „Ben jij het, ICaare?'* „Ja. Nu? Ze. zyQ toch zeker ueg biet klaar.2- „Ja, dc waterval is aan ons.'' „Neen maar neen maar...." Eli zijn hier. Kom je, nadat je het aan Gunnar hebt verteld?" „Ja maar.... waar ben je nu?" „Thuis. Neem Gunnar mee en ook Liv en Jon, als zij willen". Hecte tranen vulden Kaare's oogen, en het kostte hem moeite een woord uit te brengen. Liv stond als vastgenageld in het licht van de open keukendeur en hield haar blik op hem gevestigd onder hel luisteren Kaare strekte onwillekeurig een hand naar haar uit, maar zij bewoog zich niet. In de keuken kon men de stilte hooren. Maar Jon was opgestaan en ging dichter naar de deur. Kaare zei in de telefoon: „Ja, Sverre, ja. Dank, Sverre, dank, dank. Als Gunnar komt? Hij is niet thuis. Groet moeder en de anderen. Wij komen. Dank, dank!" En hij belde haastig af. „Liv! De waterval is aan ons!" Zij was, onbewust, naast hem komen staan. Maar toen zonk Liv neer op den stoel bij de telefoon en schreide hardop. Hij boog zich over haar heen en nam haar hand. „Ach neen, lieve Liv, huil niet zoo." Maar Liv kon niet ophouden. En hij streek haar over het haar, terwijl hij naar de keu ken riep, zoo kalm als hij vermocht: „Jon, de waterval is natuurlijk aan ons!" „Ik heb het gehoord", zei Jon zacht. „De waterval is aan ons," klonk het rondom den haard „de "waterval is aan ons." Maar Gunnar, waar was Gunnar? En .nu stonden allen cp. De yrouwen legden het bjeiwefk neer. en -de mannen gingen naar builen, zij moesten Gunnar vinden en hem het nieuws verlellen. „Ik zal Ilelge opbellen om te vragen of hij dóér is," zei Kaare. „Sverre wil dat wij allen naar Sörli komen, jij ook, Liv. Kom, droog nu die dwaze tranen af." Liv glimlachte even. „Ik schreide ook niet, maar.... ja, zoek vader, als je wilt." "Kaare belde eerst Hclge Li op; daarna nog twee andere buren. Neen. niemand had Gun nar gezien. Toen ging ook Kaare naar builen om le zoeken. Hij hunkerde er naar om Gun nar het nieuws te vertellen,, en hij wou ook graag zoo spoedig mogelijk naar huis. „Ik ga mee," zei Liv. „Neen, Liv, het weer is te slecht. Wees toch niet zoo angstig! liet is immers nog helder dag, en Gunnar is natuurlijk niet ver weg gegaan." „Ja, dat kan wel zijn, maar ik ga toch mee." Zij zei het zoo beslist dat Kaare toegaf. „Zeg, dan moet je mijn regenjas aantrek ken. Kijk!" En hij sloeg haar zijn regenjas om, deed de kap over haar hoofd en knoopte de han den vast onder haar kin. „Ziezoo, nu ben je in een compleet zeemans pak. Maar je weet niet hoe het je flatteert!" Liv luisterde niet naar hem. Zij snelde hun allen vooruit, naar een kleinen gaard, die geen telefoon had, maar waar Gunnar gewoon was veel te komen. Er woonde daar iemand van zijn jaren, een vriend uit zijn schooltijd, zij waren elkaar trouw gebleven gedurende al deze jaren; Liv was er vast van overtuigd dat hij juist op dezen dag daarheen gegaan zou zijn, Kaare ging naar een anderen gaard in de buurt, even verder, terwijl Jon en de knechten de bezitting rond liepen. Toen Liv terugkwam ontmoette zij Kaare op het gaardplein. Geen van beiden had Gunnar gevonden. En haastig zei Liv: „We moeten zien of de boot er nog ligt Het was haar in de gedachte gekomen, terwijl zij naar huis terugvloog. „Kom. Liv, wees niet zoo zenuwachtig; hij is mei dit weer niet met de boot uitgegaan. De boot is zeker nog niets eens naar binnen gebracht, terwijl de rivier nog zoo onstuimig is; er is bovendien nog ijsgang." Ja, de boot was Wel naar buiten gebracht, maar niemand had haar nog gebruikt. En Liv snelde den heuvel af zoodat hij haar bijna niet bijhouden kon. De eene boot was weg. Onwillekeurig gre pen zij elkaar bij de hand en keerden den rug naar den wind, terwij! zij naar het eiland staarden. Toen riep Liv „Ik zie hem! Kom. Kaare!" En Kaare zag een man in een kring loopen alsof hij naar iels zocht. Het elzenboschje aan het strand was nog bladerloos en zij konden den grond, die in den herfst omgeploegd was, met zijn lichtgrauwe plassen in dc voren, en de nog ongeploegde akkers, lichtende van gele, vergane slroostoppels, op dien afstand zelfs zien. Dd&r liep Gunnar. Zonder zich te bedenken sprong Kaare in de niet geheel dichte praam en hielp Liv er in. De rivier, die anders gemakkelijk over te steken was, was nu door het smeltende sneeuwwater, sterk gezwollen en stroomde krachtig tusschen de eilandjes door. Kaare zag het, maar zei tot zich zeiven, da! wanneer Gunnar er over gekomen was, hij hf ook zou kunnen. De schemering daalde en Livs oogen hin- i gen aan Kaare. üii melde dat het »w_eet hem1 langs zijn voorhoofd druppelde, om de praant tegen den stroom in ie sturen. „Zou het gaan, Kaare?" I-Iij glimlachte en knikte. Ja, zeker zou hef gaan. „Wil ik ook een riem nemen?" „Neen, blijf stil zitten, Liv. Beweeg je nieb De stroom is hier sterk, maar wij zijn er spoedig doorheen." En Liv zat onbewegelijk en hield zich aan den kant van de praam vast. Nooit had zij geweien dat de Sirilla zoo mocielijk over U Yaretn was en dal zij zoo woest kon zijn. Maar, ddér op het eiland, liep Gunnar rond als een banneling, die geen rust kan vinden, doornat en gestriemd door den storm. Hij had in de keuken met de anderen gezeten en den regen tegen dc ruiten hooren slaan cn de eeuwenoude eiken door den storm hooren schudden, totdat hij het niet langer uithouden kon menschen om zich heen te zien. Dit was de zondvloed die naderde! De zondvloed, die hem zeiven en den gaard en alles wat hei zijne was, zou overstelpen. De zondvloed, dicni God had gezonden om de hoosheid der men-*, schen. En hij zag in den geest hoe het watet? steeg en steeg, langzaam maar zeker. Eersf over de eilanden, dan over de akkers en wei-» den en over het bosch! En het steeg en steeg tot het de grondvesten van het huis naderdé en alleen de kruinen der hooge boom^n nog boven het water uitstaken. (Wordt vcrvolg&l

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1