De Koningin. N° 102. Tweede Blad. „DE EEMLANDER". Zaterdag 28 October 1916. 15-' Jaaroang. BUITENLAND. KOLONIËN. BINNENLAND.^ FEUILLETON. Hoofdredactie! MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: 8 maanden voor Amersfoort f 1.30. Idem franco per post..- 1.80. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.126. Afzonderlijke nummers- 0.05. Wekelijksch bijvoegsel „De Bollandsche Huisvrouw" (onder redactie van Thérèse Hoven) por 8 mnd. 50 ets. Wekeliik6ch bijvoogsel nPak me tneJ' per 8 mnd. 52 ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co. PRIJS DEK ADVERXENTIËN S" 1_5, r8Kel»f 0.80. Eikeregel meer|t m 4# 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels- 0.5o! Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordoeligo bepaltngon tot hot herhaald idvortooren in dit Blad, bi| abounomont bene circulaire, bevattende de voorwaardon. wordt on aanvraag toegezonden. De oorlog. Berlijn, 26 Oct (W. B.) Officieel. Over de gevechten in de Dobroedsja van 19 tot 23 October wordt uit het groote hoofdkwartier bericht: Het zegevierend voorwaarts dringen van de strijdkrachten der bondgenooten was in het laatst van September tot staan gekomen voor de zeer sterke vijandelijke hoofdstel ling TopraivarCobadinu.Rasova. De nieuwe opstelling van de artillerie en de regeling van den transportendienst met het achterliggende gebied eischte bij de eigen aardige gesteldheid van het oorlogstooneel veel tijd. De vijandelijke hoofdstelling in de linie TopraisarCobadinuRasova in het Oos ten, tot Tuzla—Ghiel in het westen aan de Donau zich aansluitende, was reeds in vre destijd met alle mogelijke technische hulp middelen versterkt. Topraisar en Cobadinu waren in vestingen veranderd en van krach tige, zware artillerie voorzien. Onze troepen hadden de linie Tatlageus AmuracsaCavallarErigia, ten westen van Brica—Boemi bezet. In den morgen van den 19en October werd met het inschieten der artillerie be gonnen. Na een twee uur durende artillerie- voorbereiding, werd de vijand op den rech tervleugel uit zijne eerste stellingen ver dreven. Op den avond van den eersten dag werd de volgende linie bereikt: de hoogten 39, 70 en 74, ten Zuidwesten van Tuzla, de hoogten ten zuiden van Muratanu Bulus, ten zuiden van Topraisar. Meer westelijk hielden wij den vijand door aanvallen vast en ontrukten hem verscheidene steunpun ten. Den 20en werd de strijd voortgezet, die vooral om Topraisar een heftig karakter aannam. De streek ten zuiden van Tuzla zelf werd zonder strijd bezet. Des avonds was de linie ten zuiden Topraisar, Osman- car, Copsar, ten noorden van Cosargea, Pa- hilui, Ghiel, Bassu bereikt. Den 21en October concentfeerde de strijd zich om de sleutelpunten Topraisar en Co badinu. Voor onzen concentrischen artille rie- en infanterie-aanval op de stellingen ten zuiden van Topraisar week de vijand tegen den middag terug. Generaal-veldmaarschalk von Mackensen sloeg met zijn staf van Taeli Juk (hoogte 90) uit het terugstroomen gade van den vijand, dat onder een zeer werkzaam vuur van onze artillerie op vele plaatsen in eene wilde vlucht ontaardde. Met het prijsgeven van Topraisar en Cobadinu scheen de groote tegenstand van den vijand te bre ken. De avond zag onze troepen in eene linie Techerghiel, Mulewiva, noordelijk van Topraisar, Cobadinu, Sapata, Baza. De ver volging werd Ónverwijld voortgezet. De ar tillerie werd des nachts in nieuwe stellingen vooruitgebracht. Zeven Russische oorlogsschepen, die den 23en October van zee uit tusschen Con- stanza en Tuzla tegen onzen rechtervleugel trachtten te werken, hadden geen succes, daar zij door onze maatregelen gedwongen waren zich op verren afstand van de kust te houden. Er bleef den vijand geen tijd Constanza te verdedigen, als hij zich in vei ligheid wilde brengen. Door Duitsche en Bulgaarsche infanterie ondersteund, nam eene Bulgaarsche caval- lerie-divisie bezit van Constanza. Nog den zelfden avond bereikte de rechtervleugel Aslam Tepe en Alacap. Den 23en October was er nog een hevige tegenstand van den vijand te Medgidia te breken, dat des avonds na harden strijd ge nomen werd. Versche Russische strijd krachten worden, zoodra zij aankomen, on der vuur gebracht en geslagen. Onze wes telijke groep bezet de hoogten ten noord oosten van Rasova, Jounez, Husu en Juk. Onze land- en zeevliegers verrichtten uit muntend werk bij de verkenningen. Een strijdeskader nam meermalen met succes deel aan den strijd door bommen werpen en machinegeweervuur op Constanza en de daarheen teruggaande troepen-colonnes en ook op het station en de brug van Cerna- voda, waar meermalen het verkeer gestoord was. De buit steeg met inbegrip van den 23en October tot 75 officieren (waaronder 2 ko lonels) en ruim 6600 manschappen als krijgsgevangenen, T2 kanonnen, 52 machi negeweren, drie mijnwerpers, een Russi sche vlag, meer dan 200 wagons en loko- motieven en veel ander materieel. Een pe- troleumtank ging in Constanza in de vlam men op. In de stad zijn ook Duitsche troepen als bezetting binnengetrokken. Het snelle suc ces werd bovenal verkregen door eene ver rassende opeenhooping van de Duitsche zware artillerie en door den aanval van de Duitsche troepen op Topraisar, verder door het rusteloos opdringen en de taaie vervol ging. De Duitsche opperbevelhebber en de chef van zijn generalen staf, generaal Tap pen, vertoefden aanhoudend op het slag veld. De ontruiming van Constantza. Uit Odessa wordt door Reuter aan een aantal bladen geseindDe Britsche, Rus sische en Fransche consuls, die hier uit Constantza zijn aangekomen, waren onder de laatsten, die de brandende stad verlie ten. De ontruiming vond op ordelijke wijze plaats. De laatste week hadden de bewo ners veel gelêden van de Duitsche en Bul gaarsche aeroplanes, wier aantal voortdu rend toenam. Vrijdag 1.1. werden er bom men geworpen door niet minder dan vijftien vliegers. Het Casino, dat tot hospitaal van het Roemeensche Roode Kruis was inge richt, werd half verwoest. Vijftien gewonde officieren en soldaten werden gedood. Den zelfden dag werd het kanonvuur op de stad geopend. De laatste vluchtelingen vertrokken Za terdag. De autoriteiten bleven dapper op hun post om de voorraden per trein en boot weggevoerd te krijgen. Het laatst begonnen de troepen terug te trekken, achterhoede gevechten leverend met den vijand, die veel sterker was. Zij werden goed gesteund door de oorlogsschepen, die hun kanonnen op de toegangswegen tot de stad richtten en den vijand aanzienlijke verliezen toe brachten. Zondagmorgen waren de voorposten van den vijand op slechts vijf mijlen van Con stantza. Het weer was winderig en regen achtig, zoodat er geen vliegers verschenen. De laatste trein vertrok in de richting van Tsernawoda, toen de vijand de verschillen de gedeelten van den spoorweg reeds bom bardeerde. De vijand concentreerde thans een onop houdelijk en hevig kanonvuur op de haven van Constantza, maar (le Russis- *e matro zen werkten dapper onder het bombarde ment. Zij verbrandden de graanelevators en de voorraden koren, meel, naphta en benzine, welke men geen tijd had weg te voeren. De flotille verliet de haven niet voordat alles wat den vijand van nut kon zijn, in vlammen was opgegaan. Er was bij de inscheping geen verwarring en de flo tille kwam ongedeerd weg. De vijand drong Constantza Zondag avond binnen. Roemeer^che vluchtelingen vertellen, dat vijandelijke vliegers procla maties op de stad hadden geworpen, de Roemeniërs aansporend geen vrees te koe steren, daar de aanvallers als vrienden, niet als vijanden kwamen. Be r 1 ij n, 2 7 Oct. (K. N.) De correspon dent van het Berl. Tageblatt seint uit Predeal aan dat blad: De laatste dogen van strijd en voorname lijk de gevechten op den 23en October heb ben de noordelijke stadswijken van Pred al, waar voor een deel de zeer fraaie villa's ge legen zijn van rijke inwoners van Bukarest, die daar gewoonlijk den zomer doorbrengen, nagenoeg geheel vernield. Onder de woeste puinhoopen ligt de villa van Bratianu als symbool van diens politiek bedolven. Om het groote spoorwegstation werd in den avond van 23 October hevig gevochten. De» gebouwen werden totaal stuk geschoten. In de restauratiezalen, van waaruit met ma chinegeweren geschoten werd, lagen overal dooden verspreid. Doch ook in de stad, die zich heel ver op den bergrug uitstrekt, was nagenoeg geen huis onbeschadigd gebleven. Het huisraad werd door de Rumeensche sol daten voor het grootste deel naar de om liggende stellingen meegevoerd. De bijzondere correspondent van de Ttig- liche Rundschau meldt, dat de regeering van Rumenië de ontruiming van alle kleine en groote steden in Walachije gelast en gedeel telijk doorgezet heeft. Uit Bukarest worden alle zaken van waarde van den Staat naar Odessa weggevoerd. De rijke bewoners van Bukarest verlaten bij drommen de hoofdstad om naar het binnenland van Rusland te vluchten. Oost-lndlê Do onlusten In Djambi. (Officieel). Bij het departement van koloniën is het volgende bericht van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië ont vangen: Een patrouille van Moeara Doengo stoot te te Poeloe Batoe in de Djoedjoehnnstreek op opstandelingen en doodden er 21, waar onder een inlandsch hoofd en 3 verzetslei ders. De bevolking van de Tabirstreek en Tebingtinggi (aan de Batang Hari( leverde twee leiders uit. Do onluston op Floro6 De Telegraaf-correspondent seint: De assistent-resident van Flores bericht, dat de toestand te Endeh beter is en de bevolking rustiger wordt. Ook in Tanahra is het rusti ger; alleen Wolowae en Tena zijn nog in opstand. Soldaten zijn er heen gezonden. De resident van Timor seint, dat" onze troepen de versterkte kampong Watoeapi in Tanahrea hebben veroverd zonder moeite. De verliezen van den vijand zijn onbekend. De Staatscourant van 27 October be vat ^o.a. de volgende Koninklijke beslui ten: benoemd tot verificateur der invoerrech ten en accijnzen L. M. Verjaal, thans com mies-verificateur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen; op verzoek eervol ontslagen D. J. Schrau- wen, notaris te Rotterdam; benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Hillegom H. Willemsen, thans te Oudenbosch. De Minister van Oorlog, gene- raal-majoor Bosboom, vertrok gister verge zeld van zijn adjudant, den kapitein van den generalen staf jhr. Roëll en van majoor In- singer, chef van de afdeeling Generale .af van het departement, naar Noordbrabont, ten einde een bezoek te brengen aan aldaar gelegerde artillerie. Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben benoemd tot hoofdcommies der provinciale griffie, mr. P. H. Ritter, den Haag, commies bij het Departement van Landbouw. K. Kater, f De heer K. Kater, de voornaamste stich ter van het Nederlandsch Werkliedenver bond „Patrimonium" is op 83-jarigen led- tijd te Amsterdam overleden. ttedarland an do oorlog» De Zeppelin. Men meldt ons uit 's Gravenhage: Naar wij thans van bevoegde zijde kun nen mededeelen, heeft het onderzoek door de militaire overheid ingesteld inzake, het voorwerp dat dezer dagen in de nabijheid van Gorinchem uit een luchtschip naar be neden is gekomen, uitgewezen, dat hier i n geen geval sprake is van een projec tiel. Het visscherijbedrijf te IJ m u i d e n. In de gister gehouden vergadering van de zeelieden in het stoomtrawlerbe- drijf te IJmuiden, werd besloten Maandag weder te gaan varen. De „Fortun a". Naar wij vernemen Is gister middag te Vlissingen aangekomen de overgebleven bemanning van de Fortuna, welk schip ver- Sommige menschen doen alsof zij een ge schenk geven, wanneqr zij hun schulden be talen. Roman van ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door G. B. NORT AKKER. Veel dank ervoor heeft ze niet Hij is on mogelijk. Vanavond niet eens mee te gaan naar de opera, alleen omdat hij vindt, dat ze niet echt ladylike is, te luid lacht en spreekt en zich een beetje te opzichtig kleedt. Hij is wel erg. kieschkeurig, Frederik. Maar 'heelemaal ongelijk heeft hij niet. Dagny's manieren vertoonen wel gebreken in smaak en tact. Maar misschien berust het eenvou dig daarop, dat ze er niet provinciaal uit wil zien, en nu slaat ze over in een ander uiterste en wordt overdreven in haar ma nieren en te modern in haar toilet. Dat valt op tegenover het gewone degelijke type van hulp in de huishouding. Als ik maar wist, hoe ik zonder haar te kwetsen, haar eenige •venken kon geven. Maar ze Is trotschik moet vreeselijk voor zichtig zijn. 't Zou echter de moeite loonen om het te probeeren, want van haar uiterlijk kan werkelijk wat gemaakt worden, ofschoon Frederik het niet wil erkennen. Zou hij haar ooit goed hebben aangekeken? Nu gaat de deur. Daar is ze Rood en warm, wat een kleur heeft ze, ze is bijna mooi. En zoo vol enthousiasme ik krijg zooveel zoenenze mag gerust van m'e houden, maar dan liefst zonder zooveel zoe nen. „Ja, Brita, ik heb de biljetten gekregen, of schoon het lang geduurd heeft. Er stond een geweldige queue van menschen, toen ik kwam, die kronkelde zich door de geheele vestibule. En als ik niet zoo slim was ge weest, zou ik heelemaal geen biljetten ge kregen hebben. Maar ik bleef er naast staan halfweg het loket, tot men mij opmerkte en dacht dat ik daar van het begin af al had gestaan. En toen sloop ik langzamerhand tusschen de rijen." „Nee maar Dagny Wat zet ze groote, onschuldige oogen op. Ze had zeker een prijsje verwacht en be grijpt niet, wat ik bedoel. „Wat zou ik dan doen? Als ik aan het einde van de queue was gaan staan, waren we vanavond zeker niet in de opera geko men." Dat is ook een begrip van de rechten van een anderhef begrip van een wilde, van een roofdier. En ze is even onschuldig, naïef als zoo'n dier, ze weet heelemaal niet, dat ze onrecht heeft gedaan. Wat is ze toch voor een mensch? Wa! moet ik toch met haar doen? Goddank, daar gaat de deur weer, zoodat ze moet zien wie er is, nu ontsnap ik aan den plicht voor mentor te spelen. Ik deug niet voor die rol. Het was de bestelde zitting, de oude dame doet den hoed af, maar wat praat ze druk met Dagny. 't Is het beste, dat ik maak dat ik hier vandaan kom vóór de oude dame hier komt, anders word ik opgesloten, fk sluip achter het scherm naar het atelier. Is Frederik daar? Ja, daar is hij nog bezig met schikken. Hij heeft werkelijk de gravin boven de pilaar ge hangen. Meestal doet hij toch mijn zin. Ik moet even zijn haar streelen in het voorbij gaan. Nee, hij vond het toch niet goed. Hij is altijd wat brommerig als hij mijn raad ge volgd heeft, alsof hij tegen 'zijn wil gedwon gen werd. 't Is een grappige jongen, mijn Frederik. Wat wil Dagny? Ze ziet er zoo bedenke lijk uit, als ze 'binnenkomt. Is er iets bizon- ders met deze zitting, dat ze bij ons komt, en niet in de deur blijft staan om de oude dame aan te melden „Juffrouw Burström verzoekt, of „me vrouw" haar wil fotogrefeeren," zegt Dagny. „O, Frederik, arme Frederik,, dat kwetst hem Mij voor te trekke-v Maar hoe komt ze daartoe Hij is zoo b aam, zoo artistiek, er ik zoo'n domme beginneling f „Ze zegt, dat ze zulke mooie opnamen heeft gezien, die mevröuw van haar kennis sen heeft gemaakt." Wat praat ze toch, die Dagny I Kan ze dan niet begrijpen. Hij fyeefl een vuuirooden kleur, en ziet me met zulk een scherpen blik aan, alsof ik er schuld aan had. „Nu, doe jij het dan!" Zoo, nu gaat hij boos heen. „Nee Frederik, ik wil niet. Jij moet het doen. Hoe zou het met het atelier gaan als mijne opnamen de beste zouden zijn? Ik ben immers lang zoo artistiek niet als jij. Jij kunt het dilettantisme toch niet laten overheerschen?" Ik krijg geen antwoord, hij loopt weg. Dan moet ik het wel doen. Zoo, het is gebeurd. Waar kan Frederik zijn. Is hij uitgegaan om zijn slecht humeur te koelen? 'k Moet eens zien. Nee, daar hangt zijn overjas en hoed. Maar waar is 'hij Hij moet in de donkere kamer zijn. .Ja, ik hoor hem. Arme Frederik, dat een derge lijke kleinigheid, het onvermogen van een domme klant om hem te kunnen waardee- ren, hem zoo kan kwetsen f Dat hij zoo over dreven gevoelig is. Ik moet met hem spre ken, de dingen in het juiste licht stellen. Ik kan niets doen vóór ik met hem heb gespro ken. Ik ga hier met een boek zitten en wacht tot hij eruit komt. Maar wat zal ik hem zeg gen? Dat alleen het niet kunstzinnig publiek van mijn prestatie's houdt? Maar dat geeft niets. Hij verlangt natirurlijk dat zijn autori teit zoo groot is, dat zoowel het kunstzinnige als het niet-'kunstzinnige publiek aan zijn voeten ligt. Waarom moest hij mij het fotografeeren I leeren, en waarom was hij eerst zoo blij met I mijn vorderingen, en pochte er zoo op? Mag j ik me dan tot een zekeren graad ontwikke-1 len, moet ik op eon ondergeschikte trap blij- ven staan? Moet ik hem altijd boven mij hebben, hoog boven mij, omdat hij anders zenuwachtig wordt, en denkt dat de wereld op den kop staat. Dat is belachelijk en on billijk, en ik moest me werkelijk niet voor hem buigen, als ik geen enkele misdaad heb begaan. Dan denkt hij misschien ook nog dat hem eenig onrecht is geschied. Ik zal me ook niet vernederen, alleen maar ver standig met hem spreken. Wat treuzelt hij langï Heeft hij misschien gehoord, dat ik hier zit, ofschoon ik zoo stil ben geweest, en wil hij niet met me spreken? Maar ik zal op hem wachten. Nu heeft hij toch in elk geval gedaan. Hij rammelt met de flesschen en verplaatst de spoelbakken. Zoo, daar komt hij. Met een even boos gezicht als zoo even. „Zit je daar te lezen, een ongewone' plaats." „Ik heb op jou zitten wachten, Frederik, want ik wilde je spreken over de opnamen, 't Gaat niet dat de klanten dat naar eigen willekeur kunnen regelen. En ik ben van plan tegen Dagny te zeggen, dot als iemand naar mij vraagt zooals vanmiddag, zij moet zeggen, dat ik besproken ben." (Vurd' volgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5