de e em lan der". feuilleton. De Koningin. N* 107, IS"- Jaargang. Vrijdag 3 November 1916. Voor de verkiezing van een hd van den Gemeen teraad in district i op Donderdag 9 November wordt den kiezers drin gend aanbevolen te stem men op J. BONK. Buitenland. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARD EN BURO. Uitgevers: VALKHOFP Co, ABONNEMENTSPRIJS: 8 m&Anden roor Amorsfoort f 1.30. Idom franco p#r pott1.80. Per wttk (met gratis verzekering ttgan ongelukkon)» 0.1 Afzonderlijke nummert0.05. WtktHjktoh bijvoegael -Do Hollandtch* Huitvrouto" (onder redactie van Thértat Horen) per 8 mnd. 50 eta. Wekelyktth bjjroegael mo moo*' per 8 mnd, 58 eta. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—5 regelt.. t, f 0.80* Elke regel moer- 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels- 0.50. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeor voordeellge bepalingen tot het herhaald adverteert,.i in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. Politiek Overzicht De censuur in den Duitschen rijksdag. De storm, die in den Duitschen rijksdag opstak toen daar een boekje werd openge daan over de jvijze, waarop het militaire ge zag het dwangmiddel van de „Schutzhaft" pleegt toe te passen, is met de eenstemmige veroordeeling, die daartegen is uitgespro ken, nog niet uitgewerkt. Men heeft er in eene latere zitting nog eene nawerking van bespeurd, toen de rijksdag met dezelfde eenstemmigheid is gekomen tot eene ver oordeeling van de censuur, zooals zij in den oorlogstijd gehandhaafd wordt. Door den staat van beleg is de vrijheid van de pers opgeheven en voor de vrije meeningsuiting worden door de militaire en politieke censuur zeer nauwe grenzen ge trokken. In den eersten tijd van den oorlog beeft de openbare meening in Duitschland zich neergelegd bij den druk van de cen suur, gelijk bij zoo vele andere oorlogsbe- zwaren. Maar hoe langer de oorlog duurt, 'des te dringender worden de klachten in de pers en onder het publiek over de verkeerde handhaving van de censuur, die moet lei den tot het muilbanden van de Duitsche pers en tot de onderdrukking van eene vrije kritiek ook op zuiver politiek gebied. Deze klachten hebben in den rijksdag een steeds krachtiger weerklank gevonden. Zoo dikwijls de rijksdag bijeen kwam, stond een censuur-debat op zijne agenda, en daar al de klachten en grieven, die werden te berde gebracht, tot dusver niets hebben uitge werkt, werden zij telkens met grooter scherpte en nadrdk uitgedrukt. De zuiver militaire censuur wordt door alle partijen els juist en rechtmatig erkend. Daarover be stond ook in de ditmaal gevoerde debatten geen verschil van meening. Maar evenzeer was men 't er over eens, dat het ingrijpen van de censuur in het politieke en econo mische leven op den duur ondragelijk is. Vele censors,die in den oorlogstijd bekleed zijn met eene macht, zooals zij niet hadden kunnen droomen ooit te zullen uitoefenen, zijn niet sterk genoeg geweest om contröle op zich zelf uit te oefenen en van de hun ver leende macht gebruik te maken op eene wijze, waardoor eene onnoodige verzwaring van het werk van de pers zou zijn vermeden. In roerende eensgezindheid braken de woordvoerders van. de sociaal-democraten, de vrijzinnigen, de nationaal-liberalèn en het centrum den staf over de wijze, waarop de censuur thans wordt uitgeoefend. Zij ver langden, dat de censuur beperkt zou blijven tot militaire zaken en overigens de pers zoo weinig mogelijk moeielijkheden in den weg zou leggen. Dat in het verleden zeer dik wijls niet naar deze wenschen is gehandeld, werd met talrijke en sprekende voorbeelden aangetoond. De plaatsvervanger van den rijkskanse lier, staatssecretaris Helfferich, heeft zijn best gedaan om den storm, die ook ditmaal weer dreigend kwam opzetten, te bezweren. Hij beriep zich op den toestand in Enge land en Frankrijk om het bewijs te leveren, dat de vrijheid daar in den oorlogstijd niet minder aan banden is gelegd dan in Duitsch land. Hij verklaarde te kunnen verstaan, dat de offers, gebracht op het gebied van de vrije uiting der meeningen, van alle offers net diepst worden gevoeld. Die worden minstens even hoog, zoo niet hooger in waarde gehouden, dan de offers aan geld en goed. Maar de overtuiging, dat in den te- genwoordigen oorlog, die niet alleen met de wapenen gevoerd wordt, maar waarin met alle middelen van de wetenschap gestreden wordt en die het geheele openbare en pri vate leven omvat, aan het vrije woord, niet dezelfde speelruimte kan worden gegeven als in vredestijd, is niet zoo vast in het volk geworteld als de overtuiging van de noodzakelijkheid om de wapenen verder te voeren. Dat bemoeielijkt de hier verant woordelijke organen van het gezag in hun nen arbeid. Intusschen werd aan den ande ren kant toegeven, dat er fouten waren be gaan. De regeering is, zooals dr. Helfferich het uitdrukte, „niet altijd even gelukkig ge weest is in de uitvoering van hare bedoe ling om de inbreuken in de vrijheid der meeningsuitingen tot een minimum te be perken." Maar dat zou van nu af beter wor den. Er was reeds een aanschrijving uitge gaan, die doelde op verzachting van de cen suur; de burgerlijke overheid was met het goede voorbeeld voorgegaan en was bereid aan het militaire gezag goede wenken en raad te geven. Zoo wierp de staatssecretaris olie uit op de woelige golven. De goede bedoeling was niet te miskennen; maar zij zou meer waar deering vinden, als men dergelijke woorden niet reeds vroeger'had gehoord, terwijl toch alles Bij het oude if gebléven. Zal het dit maal anders gaan? De oorlog. B e r 1 ij n, 2 Nov. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier -van heden voormid dag. In het gebied ten noorden van de Somme frischten de artillerie hare werkzaamheid tnn deele aanmerkelijk óp. Een Engelschen aanval ten noorden vanl Courcelette werd glad afgewezen. Franschej aanvallen in den sector LesboufsRan- court brachten den. vijand kleine voordee- len. Ten noordoosten van Morval en aan den noordelijken rand van het bosch St.- Pierre Vaast werden zij echter in hoofd zaak bloedig afgewezen. Onze troepen drongen tegenover den hardnekkigen tegen stand van de Franschen" in -het noordelijke gedeelte van Sailly. De vuurstrijd rechts van de Maas steeg meermalen tot eene groote hevigheid. In het bijzonder rjchtten de Franschen tot dus ver een zwaar vernielingsvuur tegen de reeds in den nacht, overeenkomstig beko men bevel en zonder door den vijand te worden gestoord, ontruimde fort Vaux. Te voren hadden wij gewichtige deelen daarvan in de lucht laten vliegen. Par ij s, 2 Nov. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Somme vervolgden wij, ondanks het aanhoudende slechte we der, gedurende den nacht onze voordeelen tusschen Lesboeufs en Sailly-Saillisel. Onze troepen versterkten ,het veroverd.e terrein, namen verscheidene steunpunten én verniet- den standplaatsen van Duitsche machinege weren. In den loop van deze operatien maak ten wij 186 gevangenen, waaronder 8 offi cieren, hetgeen het aantal sedert gisteren dor ons in dien sector gemaakte gevangenen op 536 brengt. Op den rechter Maasoever was de nacht betrekkelijk rustig. Van de rest van. het front is niets te berichten. Avondcommuniqué. Wij wonnen in den namiddag merkbaar grond tusschen Lesboeufs en Sailly en na men 200 gevangenen. Sedert gisteren is het totale aantal gevangenen in dezen sec tor 736, waaronder 20 officieren, gestegen. Wij maakten ook een dozijn machinegewe ren buit. Londen, 2 Nov. (R.). Avondcommu niqué van generaal Haig. De vijand beschoot ons front van Hebu- .terne tot Atrecht. Onze artillerie was werkzaam ten zuiden van Armentières en ten noorden van Ype- ren. Ons luchteskader bombardeerde gisteren een aantal vijandelijke batterijen. B e r 1 ij n, 2 Nov. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voormid- dag. Bij de legergroep von Linsingen bestorm den Westfaalsche en Oost-Friesche troe pen, onder aanvouering van generaal-majoor von Ditfarfh "bij en ten zuröen van Witoniez .op den linker TJtochotloever vaoruitge- brachte Russische stellingen. Behalve hooge bloedige verliezen verloor de vijand aan ge vangenen 22 officieren en 1508 manschap pen; hij liet 10 machinegeweren en 3 mijn- werpers in onze handen. Onze verliezen waren gering. Verder zuidelijk, bij Alexandrowka, brachten wij van een geslaagden verken ningstocht 60 gevangenen terug. Weenen, 2 Nov. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. De Duitsche troepen van het leger van Von Tersztyanski wierpen den vijand bij Witoniez (ten zuidoosten van Solowene) uit zijne zwaar verschanste stelling. 32 Rus sische officieren, 1500 man en 10 machine geweren zijn uitgeleverd. Petersburg, 2 Nov. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten ge- neralen staf. Aan de Stochod in de streek van Wito niez en bij de dorpen Michailovka en Alexandrovka duren de gevechten voort. De eerste vijandelijke aanvallen op Witonniez en de hoogten ten zuiden er van werden afgeslagen, maar omstreeks twee uur 's na middags viel de vijand na een hevig bom bardement opnieuw aan en veroverde onze vooruitgeschoven loopgraven op den Wes telijken oever van de Stochod ten Zuiden van Witoniez. Den 29en October werd kolonel Pozdni- ak, van een bataillon sappeurs, doodelijk gewond en stierf bijna onmiddellijk. In de Woud-Karpathen in de streek ten westen van den Kapul viel de vijann de stelling aan van één onzer regimenten. Hij was er bijna in geslaagd dit regiment terug te dringen, toen onze reserves aankwamen en den vijand terugwierpen. Weenen, 2Nov. (W.-B.). Officieel richt van heden middag. In de streek van Görz zijn de Italianen een offensief begonnen. Het tweede en derde Italiaansche legei^ die sedert de laatste groote slagen met nieuwe troepen aangevuld zijn, hebben be neden Görz aangevallen. De eerste alge-' mcene stormloop is, dank zij den helden-^ moed onzer troepen, afgeslagen. Nadat hef krachtige vijandelijke vuur in den loop van den voormiddag tot buitengewone hevigheid gestegen was, stormde de vijandelijke infan terie des middags in het Wippach-dal er op los; zij moesten de hoogten ten oosten van de Vertoibica (2 K.M. ten Z.O. van Görz) tot eiken prijs nemen. Zeven vijandelijke brigades, die over een kleinen afstand aanvielen, werden aanhou-' denc! afgeslagen. Op het Noordelijke gedeelte van hef Karstplateau zette de Italiaansche infante rie des voormiddags even na elf uur een massa-aanval in, die den vijand tijdelijk" voorbij onze in elkaar geschoten voorste liniën bracht. Op groote schaal onderno men tegenaanvallen wierpen de Italianen weer terug, doch Lokvica (3 K.M. ten N.O. van Doberdo) bleef in 's vijands handen. Acht Italiaansche divisiën namen aan de*' zen aanval deel. In het Zuidelijke gedeelte vna het pla teau hebben wij, ondanks verwoede aan vallen alle stellingen behouden. Aan de gisteren geleverde gevechten hebben het 27ste landweer-infanterie regi ment uit Krain en het beroemde 32ste land weer-infanterie régiment uit West-Galioië een belangrijk aandeel gehad. Zij sloegen 's vijands aanvallen af en wisten tegenover een groote overmacht stand te houden. Ook het 41ste en 11e regiment verdienen alle lof. Wij hebben meer dan 100 man gevan gen genomen en 7 machinegeweren buil* gemaakt. Rome, 2 Nov. (Stefani). Officieel con£ muniqué. Aan het Giulia-front hebben onze troepen gisteren sterke vijandelijke verdedigingswer ken op de hoogten, ten Oosten van Görz en een nieuwe linie, uit verschillende rijen verschansingen bestaande, ten Oo9ten van Vallon, op den Karst aangevallen. Geduren de den morgen maakte ons krachtig, wel gericht kanonvuur groote bressen in da vijandelijke liniën. Om elf uur ging onze infanterie tot den aar,val over. Ondanks hel door den regen doorweekte terrein en 's vijands hardnekkigen tegenstand, hebber ^Hoog staan zij, die nederig durven te zijn. Roman van ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door G. B. NORT AKKER. Die berden zou ik willen nemen, ze in «een aardige houding plaatsen. De moe der zag er lief uit tóen ze haar por tret kwam bestellen; haar baby kan niet an ders dan ook lief zijn. Kinderen zijn trou wens altijd lief. Misschien heeft Frederik geen zin ze te nemen, zal ik het hem eens vragen Nee, ik doe hefcniet.... Ik heb mezelf im mers heilig beloofd dat ik hem niet weer in den weg zou loopen, en ik heb immers Ook al een begin gemaakt, geen andere op- jfiamen gedaan, dan die hij mij voorgesla gen heeft, en door alleriel voorwendsels ge bracht die te ontloopen, om mij zoo lang zamerhand meer en meer terug te trekken, fóo, dat hij de bedoeling niét begrijpt en ruet uit edelmoedigheid kan protesteeren. Ik zal mijn goed aandoen, en weer naar !>apa gaan. - Daar een beetje retoucheeren, dat vindt hij ook prettig, dan helpt hij me weer zoo als den vorigen keer. 't Is niet onmogelijk dat hij de kunst kan leeren, daar hij er zich zoo voor te interesseert. En het zou zulk een aardige bezigheid voor hem zijn, arme, oude papa, hij heeft het zoo vervelend en triest sedert hij ge- pensionneerd werd. Daar komt Dagny aan; de lijst terug op tafel, maar ongemerkt. Ze heeft niet ge zien, dat ik die een oogenblik in handen had. 't Is gewoon belachelijk, maar ik geloof bijna dat ik bang voor haar ben, ze is als mijn slecht geweten. Als ik haar zie, vraag ik me zelf af, of ik niet meer zittingen had kunnen afslaan dan ik gedaan heb, of ik toch niet te veel gehecht ben aan dit werk. Het is Frederik's atelier, 't Is zijn werk. Hoe vaak moet Ik mij zelf dat zeggen? „Brita!" Frederik staat in de «leur, met zijn over jas aan. „Ga je uit?" „Ja, er is immers geen opname v<5ór twaalf uur, was jij van plan ook uit te gaan? „Ja, ik was het wel van plan, maar als jij gaat Hij heeft zich' vergist In den tijd, denkt dat het jonge mevrouwtje met haar jongen om twaalf uur komt. Zal ik hem zeggen hoe het is? Zal Ik....? Als hij niet thuis is, ben Ik het, die ze fotografeert. Maar moest ik het hem niet zeggen? Nee, waarom, 't is immers zijn plicht om de agenda goed te bestudseieiv^ „Je kunt wel meegaan, Bri'.a. Als er iemand komt, die geen tijd besproken heeft, kan Dagny wel zeggen, dat deze morgen be sproken is en op een anderen dag een tijd bepalen." Ik moest het hem zeggen, als ik het maar kon. „Nee, Frederik, vandaag niet, 't is beter dat ik thuis blijf." „Nu, adieu dan." Als ik nve haast, kan ik hem nog op de trap inhalen, hij behoort het toch te weten, nog is hij in mijn bereik nu nog ik kan hem nog op de tweede trop inhalen. Nee, ik zou me belachelijk maken, Indien ik hem achterna liep. Trouwend, wat betee- kent het als ik een enkele opname doe. Ja, nu is het te Iaat om hem in te halen. Dagny is weer met het retoucheeren be gonnen, maar ze kijkt op, zoodra ik in de nabijheid van haar kamertje kom. Heeft ze gehoord waarover Frederik en ik gesproken hebben? Ónmogelijk; toen we bij de deur ston den, was ze immers ver van ons bij de lijs ten. Maar misschien heeft ze gezien dat ik de agenda heb ingekeken, en vermoedt, wat Ik van plan was. Als het jonge me vrouwtje komt, en Frederik is niet thuis, vindt ze haar wantrouwen gegrond. Doch waarom zal ik mij daar druk over maken? Wat heeft zij met mijn aangelegenheden te maken, over mij een oordeel te vellen, om dat ik volgens haar meening Frederiks rechten van anderen. Maar, 't is waar, het niet altijd zulke strenge begrippen over de rechten van andeern. Maart Jj ig waar, hef huwelijk vindt ze boven alles heilig zooals ze zegt. En het is de plicht der vrouw in het huwelijk zich te onderwerpen, zich al tijd op te offeren, op te zien naar den man als hoofd van 't gezin, als dengeen, die haar meerdere is. Dagny heeft het oude, goede geloof, dat de vrouw zich nooit kan meten met den man op eenig gebied, behalve het huiselij ke, en dat het een brutaliteit is als ze tracht zijn gebied binnen te dringen. En al gaat het haar ook niet persoonlijk aan, ze kan niet nalaten zich te ergeren, en haar af keuring te toonen over zulk een indringerij; ik heb daardoor haar sympathie verloren. Maar ik bekommer mij niet om haar, ik geef er alleen om, straks een mooie opname te doen. V. Wat is de courant vervelendf Niets inte ressants. „Kunst en Wetenschappen" heb ik dat geleden? Een nieuwe debutante In de opera. Ja, dat weet ik, en de bankdief? is dat dezelfde die gisteren gesnapt is. Driehon derdduizend Ik heb Frederik gisteren bedrogen, het was slechts voor een opname maar die was even goed gestolen, en dus diefstal. Bah, waarom moet ik daar nu onophou delijk aan denken, ik zweeg immers slechts, en indien dat ook een soort v"n bedrog is, dan beteekent het toch niets. Ik behoefde toch slechts te zeggen c'at ik de opname wilde doen, dan was het in orde geweest. Spor{ tenniswedstrijd in het sportpark. Bizonder mooi en temperamentvol spel door.... En Frederik, die geen vermoeden had dat ik de agenda in had gekeken en het een buitengewoon tegenvallertje "vond dat hi) mij niet kon overhalen met hem mee uit te gaan. Ik zei geen woord en liet hem dal denken. Ben ik op weg valsch en slecht tf worden? Neen maar, wat een vervelende courant zonder eenigen inhoud, die krijg ik nooit uit. Nu nog de advertenties: „Een atelier voor een fotograaf ter over name aangeboden Malurshillnadsgatan....." Die advertentie heeft er reeds verschel* den dagen ingestaan, ik heb die tenminste gisteren en eergisteren gelezen. Wat is dat voor een klein atelier dat ik niet ken? O, nu weet ik het. Ljunger heet de man; geloof ik. Hij moet wel een knoeier zijn, dat hij de zaak niet kan doen marcheerertr Dat is anders een heel goede stand. Nief als van ons, natuurlijk, een beetje te ver, maar heelemaal niet slecht. Het zou prettig zijn een atelier over te nemen en geheel alleen te leiden, geheel alle«nf 't Is me of ik die gedachte al eens vroeger had, ja/ verscheiden malen, heel dikwijls, hoewel nooit volkomen uitgedacht. Groeien geJ dachten zoo stilletjes In je dat je het naif welijks merkt, tot ze op een gegeven oogen blik voor den dag schieten als ren openbai ring? Geheel alleen? Zou dat de oplossing zijn?- r r 4 ÜVordt yeryolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1