DE EEMLANDER". Vrijdag 17 November 1916. BUITENLAND. De Koningin. N* 119. 15de Jaargang. FEUILLETON. MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie: Mr> 0> j VAN SCHAARDENBURO Uitgevers: VALKHOFF ft Co. ABONNEMENTSPRIJS: *n 8 maanden root Amersfoort., f Wem franco per post.. J'JJ* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Afion-icrUjko nummer?0.O5. Weke!i;kficli bijvoegsel „De BollanJschê Hniiirowf' (onder redactie van Thérèae Heven) per 3 mnd, 50 els. WekeÜ kioh bijvoogsel «Fak me meS' por 8 mnd. 52 ets. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PK IJS DEK AU VERXEiNTIEN Van 1—5 rogolt.» f 0.80. Elko regel meer.. - 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. - 0.50# Grooto lotters naar plaatsruimte. Voor handel on bo-lrijl bestaan zeor v'ooidooligo bepalingen tot het herhaald «idvortèeron in dif Blad, bii abonnomont. Eene circulaire, bevattendo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezondon. Politiek Overzicht. Het herstel van Polen. ra. Rusland heeft op het besluit van de cen trale mogendheden om Polen als een zelf standige staat te doen herleven, geant woord met een protest, waarin deze daad verklaard wordt te zijn van nul en geener waarde. De diplomatieke vertegenwoordi gers van Rusland hebben opdracht gekre gen aan de regeeringen, waarbij zij geac crediteerd zijn, de verklaring af te leggen, dat de gewesten van het koninkrijk Polen ivei hebben opgehouden een integreerend- dcel te vormen van het Russische lijk en dat de bewoners van die gewesten door den eed van trouw, dien zij hebben afgelegd, verbonden zijn aan Zijne Majesteit den Czaar. Rusland handhaaft dus zijn recht op het gebied van Polen, dat in 1815 door nét congres te Weenen verklaard werd voor alle tijden met het Russische rijk verbon den te zijn. Maar door den loop, dien deze wereldstrijd tot dusver heeft genomen, heeft Rusland dit gebied verloren; de Duitsche en Oostenrijksche legers staan tot ver voor bij de oostelijke grens van Congres-Polen in het Russische gebied. Rusland zal Polen op nieuw moeten veroveren, en in den strijd, dien het daarvoor zal hebben te voe ren, vindt het tegenover zich, met de legers van de' centrale mogendheden vereenigd, de weerbare manschap van de bevolking van Polen. Die bevolking rekent zich'ontslagen van den eed van trouw aan den Czaar, dien de Russische regeering verklaart als bin dend te blijven beschouwen. Wie den eed van trouw aan zijn souve? rein breekt, pleegt te worden beschouwd als een opstandeling. Past die naam voor de bevolking van Russisch Polen? Kan zij in haar geheel als een volk van opstandelin gen, van landverraders worden aangemerkt? Laat ons de stemming tegenover Rusland, die leeft in het Poolsche volk, weergeven in de woorden van een van hare bevoegde woordvoerders. De hoogleeraar aan de uni versiteit te Krakau, graaf Rostworowski, die uit Russisch Polen afkomstig, sedert eeni- gen tijd in Zwitserland verblijf houdt, heeft in een open brief afscheid genomen van zijne Russische vrienden. Hij zegt daarin: „Men mag het heden met nadruk uitspre ken: In den loop van een eeuw is ef geen enkel oogenblik geweest, waarin uwe regee ring in ernst, eerlijk en beslist, ons volle levensrecht heeft erkend. Wanneer zij vijf tien jaren lang het bestaan van het ko ninkrijk Polen duldde, het congres te Weenen had bepaald, dat Polen zou heb ben een eigen leger, eigen belastingen, in voerrechten, munten, eigen staatsinrichtin gen, op vrijzinnige leest geschoeid en in Rusland onbekend dan geschiedde dit hierom, omdat het eene schepping was van Alexander I en het niet aanging dit werk van een czaar terstond brutaal stuk te slaan. Maar reeds in dien tijd leefde de geest van de Russische raadslieden, die vij andig gestemd waren tegen de Poolsche plannen van Alexander en die nooit de hoop opgaven, dat datgene wat heden werd geduld, morgen aan de vernietiging zou worden prijsgegeven, of moede werden het kruit in de sints lang gereed gemaakte mij nen droog te houden. Dit was de denkwijze, die in Petersburg heerschte; en daar de Russische agenten in Congres-Polen haar trouw dienden, kon de gelegenheid tot ver wezenlijking van de vernielingsplannen niet lang uitblijven. „Van een solidariteit der Poolsche en Russische aspiraliën was dus geen sprake. Warschau bleef vreemd aan Petersburg. In Petersburg echter zag men naar Congres- Polen met een misnoegd oog, zonder leven dige belangstelling, slechts met ongedul dige ergernis er over, dat onder de vleu gels van den Russischen adelaar zulk een zonderling misbaksel groeide. En dit gevoel is haast tot op den huidigen dag^wakker ge bleven. Voorbij gingen de oorlog van 1830 31 en de gruwelijke vergeldingsmaatrege len na dezen oorlog; voorbij ging het tijd perk-'Wielopolski, die in Warschau even eenzaam en verlaten was als de czaar in Petersburg; voorbij trokken in s'leepencl tempo de vele, lange, hopeloozo jaren, waarin het land in handen van de gouver neurs-generaal lag; maar uwe principieele opvatting van de Poolsche kwestie bleef on veranderd. Gij hebt nooit geleerd ons an ders te beschouwen dan als een „weerspan nig" element." De schrijver gewaagt van het bekende ma nifest, dat in Augustus 1014 grootvorst Nikolaas Njkolajewitsch heeft laten uitgaan. Dat manifest heeft in de Poolsche kringen eene zekere ontroering verwekt. „Het was niet de belofte van een „wat zijn geloof, zijne taal en zijn zelfbestuur betreft vrij Po len", die deze ontroering verwekte, want met deze belofte was een honderdjarig verleden evenzeer in tegenspraak, als weldra overal waar de macht van den czaar reikte en zoo lang zij ergens nog reikte, ook het heden er mee in strijd zou zijn. Maar inderdaad ging er eene rilling door onze natie, toen de opperbevelhebber uit de schatkamer van de Poolsche ideologie een van hare kost baarste juweelen te voorschijn haalde: het wachtwoord der hereenlging van de Pool sche landen. Heerlijk schitterde het klei nood en.... verblindde een deel der natie een tijdlang. De vraag van den bestaans vorm der Polen werd op den achtergrond gedrongen door de viaag der uitbreiding van Polen naar het noodden, zuiden en wes ten. Maar in dit opricht was de dreigende stam van den opperbevelhebber nog lang niet voldoende. Deze stem had bekrachti ging noo'dig door beslissende overwinnin gen; in plaats daarvan echter bezorgde het krijgsgeluk aan de Russen, na successen van korten duur, eeDe onafgebroken reeks nederlagen. En ziet de grenslijnen verdwe nen; maar met hen vielen ook de Russische vestingen aan de Weichsel, de Boeg, de Na- rew 'en de Njemen; met hen verdwenen ook de Russische legers, die een strategi- schen terugtocht naar het binnenland van Litauen en de Rutheensche landen uitvoer den. „Zoo doofde het Bengaalsche vuur uit, Taij welks licht men hed getracht een compromis bijeen te lijmen. Het fondement voor zulk een compromis was echter niet in de papie ren Petersfcurgsche conferentie-protokollen te zoeken, maar in onze harten; doch daar schitterden in vlammenschrift twee jaartal len: 1831 tot 1915; en deze twee jaartallen begrenzen het in zijne eenvormige hopeloos heid zoo vreeselijke tijdperk van uwe heer schappij. Nu het ten einde is en het oogen blik van de scheiding voor goed nadert, zult gij misschien gemakkelijker verslaan, dat wij van u. zonder leed of droefenis af scheid nemen, zij 't ook zonder haat. Wie echter kan den onverzadelijken haat besef fen, die uwen geheelen stelselmatigen ver- nielingsarbeid heeft bezield. Wanneer het gebeurde, dat wij u met gelijke munt be- taalden, zouden wij slechts vergelding uit oefenen voor het ons door u berokkende verlies van geliefde zaken. Thans echter zullen de nieuwe grenspalen aan uw scha delijk bedrijf perk stellen, en daarmee zal ook de bron van den haat opdrogen. En I wie kan weten of wij niet in de toekomst nog-eens vrij goede buurschap kunnen hou- 1 den?" Zoo klinkt het afscheidswoord, dat na mens het Poolsche volk aan Rusland wordt gebraoht. Ieder moge voor zich uitmaken of voor hen, die zoo spreken, de kwalificatie van opstandelingen past in der» slechten zin, die daaraan gewoonlijk wordt toegekend. De oorlog. B e r 1 ij n16 Nov. (W.-B.). Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Partieele aanvallen van de Engelschen aan den weg van Mailly naar Serre en ten oosten en zuidoosten van Beaumont mis lukten in den handgranaatstrijd. Sterke aan vallen tegen Grandcourt vielen ineen in ons vuur. Wij ontnamen aan de Fransohen het oostelijke gedeelte van Saillisei 'n ?en har den huizenstrijd. Des avonds b ïst/rmde het Hannoversche fuselier^regirnent no. 73 hardnekkig verdedigde Fransche loopgra ven aan de noordelijke helling van het bosch van Saint-Pierre Vaasl. 8 officieren, 324 man en 5 machinegeweren werden inge leverd. Bij de gevechtbn van gisteren in den sec tor AblaincourtPressoir is geene verande ring aan de wederzijdsche liniën ing-etreden. P a r ij s 16 Nov. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van de Somme hernieuwden de Duitschers niet hunne pogingen op het Fransche front. Ten zuiden van de Somme vielen da Franschen gedurende den nacht een gedeelte ten oosten van Pressoir aar, dat door de Duitschers bezet was. De Fren- schen boden daar tegenstand met eene be wonderenswaardige kracht. Dank zij deze hardnekkigheid en de slagvaardigheid van de Fransche troepen, werden de Duitschers buiten het dorp geworpen na een verwoed gevecht en onder een buitengewoon hevig bombardement. Pressoir is nu geheel in Frnnsch bezit en de winsten van 7 Novem ber zijn volledig door hen gehandhaafd. Volgens nadere'berichten leden de Duit schers, die gisteren den aanval deden en die tot drie verschillende divisiën behoor-, denf zware verliezen. Dit was de eénige uit komst van hun ernstige nederlaag. Ten westen van Reims mislukte een aan val, door de Duitschers beproefd op een Fransche loopgraaf, onder het Fransche spervuur. Van de rest van het front is niets te ver melden. Avondcommuniqué. Een schitterende Fransche tegenaanval wierp de Duitschers uit .de groep huizen in T noordoosten van Saillisei, waarin 't hun gelukt was voet te krijgen. In de str;e' vrti Ablaincourt hevig artillerieduel. Elders was de dag rustig. Londen, 16 Nov. (R.) Bericht van ge neraal Haig. Gedurende den nacht was er aanmerke lijk vijandelijk granaatvuur op ons gevechts- front ten noorden en ten zuiden van de An- cre. Overigens is er niets te berichten. Londen, I 6*^1 o v. (R.) Avondbericht van generaal Haig. Heden namiddag bombardeerde de vijand ons nieuw front ten noorden van de Ancre, speciaal in de buurt van Beaucourt. Onze artillerie veroorzaakte verscheidene ont ploffingen. Gedurende de laatste 24 uren namen wij 6 officieren en 29 manschappen gevangen. Ten zuiden van dp Ancre was aanmerke lijk vuur van den vijand tusschen Lesars en Gueudecourt. Onze artillerie bomba: deerde vijandelijke liniën bij Souchez en Armen- tières. Onze vliegtuigen deden gisteren verschei dene geslaagde raids. B e r 1 ij n, 16 Nov. (W. B.) Bericht uit het groote hoofdkwartier van heden voor middag. Aan het brughoofd Dünhof (ten zuidoos ten van Riga) werd een aanvallende Russi sche infanlerieafdeeling teruggeslagen. In het zuidoostelijk gedeelte van do Woud-Karpathcn leefde de wederzijctech» artillerie-arbeid weer op. Petersburg, 16 N o v. (Tel.-agenN schap). Communiqué van den grooten ge- neralen staf. Op het geheele front we rden schoten ge wisseld. Het vuur was meer intens in do streek vaan het Naroczmeer en in verschei dene sectoren van de Stochod. In de streek ten noorden van Sjelwow bombardeerd® orvze artillerie krachtdadig de kantonnen .en ten van den vijand met chemische bommen. Aan de Nerojowka, in de buurt var.' het dorp Lipitza Dolno, voerden de Duitschers- een krachtig offensief en trachtten een ge deelte van de loopgraven, die wij hun gis teren hadden ontnomen, te heroveren. Twee achtereenvolgende aanvallen van den vijand weiden in ons vuur teruggeslagen. W oenen, 16 Nov. (W, B.) Officieel bericht v^n heden middag. De gister gemelde onderneming ten oos ten van Görz voortzettende, veroverden onze troepen weer vijandelijke loopgraven; wij namen 60 Italianen gevangen en maakten twee machinegeweren buit. Een van on/'" Schreeuw geen moord en brand over de verdorvenheid der eeuw. Blusschen is beter dan ">nd roepen. Roman van ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door G. B. NORTAKKER. 20 Ja, ,oo moet het gaan. En ik moet beginnen de jacht naar de namen te onderdrukken; ik me iels beginnen, me met iets bezig houden. daar is immers de courant. Die is niel gc\ want daar staan ze tocli niet in. Ik ga bij de tafel zitten lezen tot papa thuis komt. ,.l n nieuwe wetenschappelijke proef!" Dat klinkt interessant. ,.Een merkwaardige opera tie m, i gelukkig resultaat werd onlangs door «c i'Uitschen chirurg Dr. Biester gedaan. Do. r een val had een jonge vrouw..." Nu hei) ik eeu heele regel gelezen, woord vooi >voord niet de cogen gevolgd, maar toch ,-wea ik met wat ik gelezen heb. Ik heb alleen aan mijn eigen .-.«lacht. Waar was ik I0*'- :k v afbrak? 'k Moet weer terug gaan* mol oogen. WaL.f Zijn naaml Daar naast tusschen het nieuws. En de bare! Daar heb ik ze. de namen, de namen! Gisleren trouwden de hoffolograaf Frcderik Eberlingen en Mejuffrouw Dagny Lind.1 O God, als er een God is in den hemel, help me toch. Iemand raakt me aan, iemand streelt mijn haar en wangen. - "t Is vad'er. Was ik bewusteloos, dat ik hem niet heb Jhooren komen? Ja weg, ver weg was ik. In een afgrond, een duizelingwekkende diepte met senrikvisioenen. 1 Wat heb ik toch gezien? Iets vreeselijks, het drukte op mijn hoofd en mijn borst. O. de namen, de namen! „Liefste kind. wat is er? Waf is er gebeurd? Zeg het me toch!" Mijn krachten komen terug. Ik kan mijn ge zicht op heffen. Kan wijzen en lachen. Ilij volgt mijn vinger bij het bericht, en leest het. „Verdoemde lummel, dat hij licl waagt, dat cr in te zetten 1" Daar ligt de courant tol een bal ineenge frommeld in een hoek. Mijn zachtmoedige vader, wal wordt hij boos om mijnentwil. Ilij kan niet lol bedaren komen/hij loopt heen en weer met gebalde vuisten. „Het moest toch gebeuren, vader, en ik moest hel toch eens hooren." Neemt hij de verknoeide courant tocli op? Ja. alleen oin_die te verscheuren, nog verder in elkaar te frommelen en van zich te gooien. En nu zit hij naast mij en legt mijn hoofd tegen zijn schouder, maar hij heeft mij niets K' zeggen. Iloe zou hij ook, hij weel immers, dat het nulleloos is, Voor mij is er geen troost, geen hoop. Ik was al tc zeer vastge groeid met Frcderik en toen wij van elkaar, gerukt werden, werd mijn hart uiteen gereten Wie belt daar? „Misschien een boodschap." Ja. papa heeft gelijk. Wie zou er anders komen op dezen tijd van den dag? Ik leg mijn hoofd weer neer. Ja, misschien kan het Annie zijn of een vriendin, die me wil (roesten en zien hoc ik het opneem. Annie was wel nieuwsgierig. Zij was hier een tijd geleden en beklaagde mij. Ze vond liet niet goed van haaf broer. Natuurlijk, ze staat- ook op zulk ecu hoog moreel standpunt. Maar ze kreeg dien keer geen dieper blik in mijn ziel, en dat zal ze nu ook niet krijgen als ze komt. Ja. er is bezoek. Ik hoor Hanna's stem, die is zoo beleefd. 't Licht aansteken, en bezig zijn met de copied:'. Ik moet aan het werk zijn. 't Kan niét meer. de deur wordt geopend. „O, Sigfried!" Ilij is immers nooit vrij op dezen tijd van den dag. Wat zou hij willen? Wat druk is hij cn wat haastig drukt hij mij" de hand. Is dit een gewoon namiddag bezoek? „Heb je gehoord dat er staking komt bij het trampersoneel, er staat zeker wat over in het avondblad." Zijn blik dwaalt door de kamer. Zoekt hij dc courant? Zag hij die verkreukeld en ver scheurd bp den grond liggen? Aan zijn scherpe oogen pleegt immers niets te ontgaan, hij her kent zc toch wel, hoe zeer zc ook in elkaar gefrommeld is. ttW'Ü hebben ze nog niet Jtelezen.'J Papa hoopt zeker dat Sigfried de krant niet gezien heeft. Hij trekt haar naar zich toe cn tracht ze onder een stoel te schuiven. „Och, cr staat ook niet zoo heel veel in. Maar onze redactie hoeft nadere inlichtingen, het schijnt een heusch oproer te'worden. ITet is den trammensehen gelukt een paar verde digers te vinden in professor Wnllelessen directeur Alm. Deze hebben hun zaak ter liartc genomen, cn nu zullen ze zien of ze iets kun nen uitrichten. Anders komt de staking over een paar weken toch weer, en dan zal je net publiek eens hooren. Öc mcnschen worden moe van al dip geschiedenissen, en meencn dal de kwestie hun ook aangaat. Eu men moet ook zeggen dat het onbillijk is dat..." Een heele voordracht, een overzicht van de zaak van verschillend standpunt, sociaal economisch en menschel ijk. XIct kan hem niets schelen dat wij er zwijgend bijzitten zonder cenige belangstelling. Anders wil hij altijd antwoord en discussie hebben, maar nu spreekt hij er even goed om door. Is hij hier gekomen om daarover te spreken? Dacht hij dat die tramslaking ons zoo bizonder aan het hart lag dat hij hier heen moest komen om ons precies dc toedracht te vertellen? Er is iets wonderlijks met hem. Hij begon met het avondblad le noemen. ,en vroeg of wij het gelezen hadden. Had hij het bericht gele zen en wilde hij welen of wij het ook gelezen hebben? Nu„ dan weet hij hel nu. Hij heeft de ver frommelde courant op den grond zien liggen, hij moest zc wel zien. En als hij ze niet reeds gezien had, dan moest hij ze wel opmerken ioeu papa ze trachtte onder den stoel tc schui len, Hij is overgesprongen naar het theater. Ge looft hij dal mij <Iil meer zal inlcivssceren? O, Sigfried, beste, goede, oudc vriend, nu begrijp ik waarom je hier bent. Je komt opdat ik me een klein beetje minder eenzaam /.al gevoelen in deze vreeselijke wereld. Nu behoef ik niet meer zoo pr'ech k t ge sprek bij te houden, hij eischt niet dat ik zal begrijpen .wat hij zegt. Hij praal maar. Daar voor is liij hier gekomen, óm mij le verhinde ren te diep tc denken aan wat in mijn ziel is gebrand. En zijn slem doet mij goed, die kalmeert als het geluid van een brui,schenden, stroom, en hij is tevreden als ik hem nu en dan eens antwoord met een glimlachje, al is dal mal, hij -ziel toch; in elk geval, dal ik hem versta. Beste goede vriend, ik dank je, ofschoon je liet niet weet. En van nacht als ik wakker lig en in het duisler staar, zal ik er aan denken,' dat cr tocli nog lichtpunten zijn in dien donkeren nacht. Ik zal er aan denken dat cr toch nog trouwe, goede mcnschen bestaan in deze vree selijke wereld. XV. Wat zijn ze vroolijk. Wat een lachbuien! Nils h dan ook een echte paljas, cp Sigfried vertelt anecdotes. Ik" lach even hartelijk als de anderen, misschien nog hartelijker, .'t Is goed cn gezond hartelijk te lachen. (Wordt vervolgd.1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1