„DE EEMLANDER". Woensdag 29 November 1916. BUITENLAND. BINNENLAND. De Koningin N° 129. 15-' Jaarqang. FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie! Mf Q f VAN SCHAARDENBURa Uitgevers: VALKHOF P Co. ABONNEMENTSPRIJS: '*yx s maanden voor Amersfoort 1 1.30. Idem tranco per postÏ.8JJ. Per week (met gratis verzokering togen ongelukken) e, IS». Afsonderliike nummers0.05. Wekelpksob bijvoegsel „Bi BMandsdu Huitrrotuo'' (onder redadie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 cis. TVekeliiksch bijvoegsel ,Pak itu per 3 mnd. 5B ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRUS DER AD VERTEN TI ÉN. Van 1—5 regel*f O.NO, Elke regel meer0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regola.. - O.:SO. Öröote lettere naar plaatsruimte. Voor handel en bedryt beataan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adrerteeren in dit Blad, oh abonnement Eene ciroulaire, bevattende de voorgaarden, wordt op aanvraag tooge zonden. Ket overlijden var» keizer Frait» Jozef. Weenen, 28 Nov. (W. B.) Het over brengen van het lijk van keizer Frans Jozef, van Schönbrunn naar de Hofburg, droeg het karakter van een aangrijpende betooging. Kon voor het om 10 uur 's avonds begon nen vervoer, werd het lijk ingezegend door de geestelijkheid van het hof, in het bijzijn van de leden van de keizerlijke familie en van personen uit de directe omgeving des overleden keizers, zooals de opper-ceremo- niemeester Montenuovo en beide adjudan ten Paar en Bolfras. Nadat <fe aanwezigen afscheid genomen hadden werd de kist op een met acht paar den bespannen lijkwagen geplaatst. De rouw stoet werd geopend door twee lakeien met lantaarns, gevolgd dooi een escodron cava lerie. Daarbij sloten zich aan in een hofrij- tuig de kamerdienaars van den keizer en in een hofrijtuig door zes paarden getrokken de opper-ceremoniemeester, de adjudanten en vleugel-adjudanten. Daarop volgde door twee rijknechten ge leid, de met acht paarden bespannen lijk wagen, waarnaast pages liepen mot branden de fakkels en Oostenrijksche en Hongaar- •che garde-soldaten. Zes bereden Oosten rijksche en zes Hongaarsche mannen van de lijfgarde reden achter den lijkwagen. Twee hofrijtuigen met het bedienden-personeel des keizers en een escadron cavalerie vormde 'het einde van den stoet. Onder de vensters van de vertrekken,.die de keizer sinds het uitbreken van den oor log niet verlaten hsd, langs, ging de stoet door de rijk met rouwfloers versierde Maria- hilfestrasse naar den Hofburg. Voor den in gang van den Hofburg stonden zwart .ge drapeerde obelisken uit welker branders of- fendammen opstegen. Langs den geheelen \yeg stonden duizenden menscheiv, die den voorbijtrekkenden dooden keizer zwijgend huldigden. Om elf uur des nachts lcwarn de Stoet in den Hofburg aan. In de kapel wacht ten de keizer met zijn gemalin en de leden van het keizerlijk huis. De kist werd naar de kapel gedragen. De koorzangers van de hof-muziekkapel liepen voorop, het Miserere zingend. Na de in zegening van het op een praalbed neerge zette lijk, werden de kerkdeuren gesloten. Weenen, 2 8 Nov. (Corr.-bureau). Na dat heden morgen de inzegening van het lijk van keizer Frans Jozef was geschied, werd aan het publiek toegang verleend in de hofburgkapel om afscheid te nemen van den dooden keizer. De kerk- draagt diepen rouwtooi. Voor het hoofdaltaar is de zwarte, garget. met goudversiersel uitgedoste, op een tapijt van goudbrocaat rustende kist op een groo- ten trappenbouw opgesteld. Aan den voet liggen kransen van de naaste familieleden. Ook aan de wanden zijn talrijke kransen ge rangschikt. De aandrang van het publiek is buitengewoon groot. In diep eerbiedig zwij gen trekken de scharen vol aandoening voor bij de baar om den dooden monarch stom een laalsten groet te brengen. Ook morgen en Donderdag in den voormiddag wordt hei publiek in de hofburgkapel toegelaten. Be r 1 ij n 2 O N o v. (\V.-B.). Officieel be richt. De keizer is gisteren in den voormiddag in Weenen aangekomen en is des avonds terugggegaan. De keizer heeft, omdat de gevolgen van eene kouvatting nog niet zijn overwonnen, op geneeskundig advies er van moeten afzien aan de groote rouwplechtig- heia deel te nemen, maar hij heeft zich niet willen ontzeggen van den overleden mo narch, iijn trouwen vriend en bondgenoot, persoonlijk en als „Oberster Kriegsherr" van de verbonden Duitschc strijdkrachten af scheid te nemen. Z. M. heeft in alle stilte aan de baar van den keizer in gebed ver toefd en een krans aan den voet neergelegd. Met het oog op den ernst van het tijdstip had hij uitdrukkelijk verzocht van elke ont vangst af te zien. De dag was geheel gewijd aan het aandenken van den overleden kei zer en aan vertrouwelijke gesprekken met het jonge keizerpaar. Het was de dringende wensch van den keizer in deze moeielijke dagen in hunne nabijheid te zijn. Ds oorlog. Uit Rumenië hebben wij ditmaal alleen vernomen, dat de bewegingen van de ver bonden troepen voorwaarts gaan. In de Karpathen hebben de Russen meer malen aanvallen gedaan; de gevechten zijn daar nog aan den gang. Misschien is die strijd eene uitwerkingvan de Russische hulp, 'waarvan de geallieerden, blijkens de hieronder opgenomen mededeeling van Reu ter uit Londen, Rumenië's uitredding blij ven verwachten. Van de andere fronten niets van belang. In den nacht van 27 op 28 November zijn Duitsche luchtschepen weer eens de Noord zee overgegaan en hebben bommen neerge worpen in Yorkshire en Durham. In denzelf den nacht is een Duitsch vliegtuig boven Londen verschenen en heeft een zestal bommen doen neerkomen. Volgens de En- gelsche berichten zijn op dezen tocht twee Zeppelins vergaan en hebben de neergewor pen bommen het waren er over de hon derd de beleefdheid gehad neer te komen op plaatsen, waar zij geen of weinig schade konden aanrichten. Er is maar één doode gevallen en die is gestorven van den schrik. Van Duitscne zijde wordt het verlies van de beide Zeppelins erkend en wordt gezegd, dat de maatregelen van tegenweer buiten gewoon krachtig waren. Stockholm, 29 Nov. (W. B.) Afton, bladet verneemt uit betrouwbare bron uit Helsingfors, 'lat in het laatst van October twee groote Russische transportschepen, die uit Helsingfors naar Reval onderw eg waren- en die het regiment no. 428 in volle oorlogs sterkte aan boord hadden, zijn vergaan. Het régiment had een tijdlang in Finland wacht dienst verricht. De oorzaak van het onccluk is waarschijnlijk eene mii rntploliing. Berlijn, 2 7 Nov. (V. 3.) De Duitsch- land vijandig gezinde pers heeft zich inder tijd zeer verontwaardigd geloond over het overbrenger, van burgers uit Rijssel en an dere Fransche plaatsen r.aar het land. Daarom ka:, het zijn nut hebben, mede te deelen, dat overeenkomstig de gegeven be lofte tot 1 Aug. 1916 1905 menschen, die of ongeschikt voor den arbeid waren, of wien de verwijdering van huis om de eene of andere reden bijzonder zwaar viel, terug geveerd' zijn: van het begin van October tot midden November 6671 personen, on der wie bijna al de vrouwen, wier hulp niet meer noodig was. De betrokken militaire autoriteiten heb ben bovendien bevel gekregen, iedere week een zoo root mogelijk aantal naar huis te laten terugkeeren. Kopenhagen. 28 Nor' (W. B.) Vol gens Ekslrabledet heeft het Engelsche ge zantschap aan de Deensche kolenfirma's een rondschrijven gericht, waarin hun wordt me degedeeld, dat zij in geen enkel opzicht Iets met Duitsche kolen te maken mogen heb ben, omdat 1. f niwïers ds levering ran En- gelscH kolen z-' orden ontnomen. Kameroverzicht. Eerste Kamer. Vergadering van Dinsdag 28 Nov., des avonds 834 uur. VoorzitterJ. J. G. baron van Voorst tot Voorst. Geni. Commissie voor de Stenografie. De Voorzitter deelt mede, dat tot voorzitter der gemengde commissie voor den stenografischen dienst is benoemd de heer De Savomin Lohman. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter stelt voor Woensdag morgen te elf uur in openbare vergadering te behandelen de wetsontwerpen tot wijzi ging der Successiewet, tot heffing van een statistiekwet en tot wijziging van het invoer recht en der accijnzen op bier en arijn. Aldus besloten. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdagochtend elf uur. Tweede Kamer. De heer Rutgers licht in de zitting van Dinsdag een door hem gisteren ingediend amendement toe, om de vijfde alinea te laten vervallen. De heer Van der Voort van Zijp licht een amendement toe, om ook het leer plan der bijzondere school niet aan de goed keuring te onderwerpen. Minister Cort van der Linden verklaart het amcndement-Rutgers onaan nemelijk en wijst ook het amendement-van der Voort van Zijp af. De heer Ter Laan (Den Haag) acht het artikel na de regeéringswijziging aan alle redelijke eischen van links te voldoen. De heer 011 o acht de nieuwe regeerlngs- redactie een groote verbetering, mnar de waarborgen tegen noodelooze oprichting van bijzondere scholen acht spr. te gering. Hij verklaart zich bereid tot intrekking van zijn amendement op alinea 5, indien de minister daarin inlescht„voldoende" gelegenheid tot ontvangen van openbaar onderwijs. Spr. verdedigt voorts zijn amendement, om ook de leerstellige begrippen te eerbiedigen. De heer Lohman ziet, in strijd met den heer Rutgers, geen tegenstelling tusschen de nieuwe alinea's 4 en 5, en bestrijdt het amendement-van der Voort van Zijp, zoor mede het amendementde Mirralt, ten aan zien van het leerplan, waaromtrent de Staatscommissie niet gedraald heeft. De Voorzitter deelt mede, dat het amendement-van Raalte is vei vallen. Spr. eindigt met hulde te brengen aan den Minister voor wat hij met geduld en volhar ding in het belang van het onderwijs tot stand bracht. De heer De M u r a 11 interpreteert de re- ge erings wijziging- aldus, dat de gewone wet gever het leerplan zal mogen en moeten on derwerpen aan de goedkeuring. De heer Visser van IJ zendoorn acht zijne bezwaren door de re ge erin gs wijzi ging voor een belangrijk deel weggenomen en zijn vrees, dat de uitwerking van artikel 192 door den gewonen wetgever tot onge- wenschte gevolgen zou leiden, is er belang rijk door verminderd. Hij trekt zijn amende ment op alinea 5 in. Wat alinea 7 betteft, is er nog wel verschil tusschen liet regee- ringsvoorstel en spr.'s amendement, maar dit is thans zeer gering. Hij trekt daarom ook dit amendement in. De heer Ketelaar ontkent tegenover den laatsten spreker dat het verband tu* schen de staatscommissie en het grondwets artikel thans geheel is doorgesneden, en be strijdt de door den heer Otte gehandhaafd^ amendementen. Hij trekke ze in. Spr. bestrijdt ook het amendement-V a n der Voort van Z Ij p, dat hij in strijd acht met het rapport van de staatscommis sie. De heer Van der Molen betoogt, dal de regeringswijziging de vrijheid van hel bijzonder onderwijs niet aantast. De heer Van Idslngn heeft bezwaren tegen de regeeringswijziging, maar zal he( herstel der oorspronkelijke redactie niet voorstellen. Artikel 192 aangenomen. De Tweede Kamer heeft het onderwij* artikel 192 (Grondwet) aangenomen met 81 tegen 1 stem. Alleen de heer LlefHnck stemde tegen. Berichten. De Staatscourant van 28 November bevat o.a. <le volgende Kon. besluiten i de Oost-Indische hoofdambtenaar dr. E. Moresco than6 waarnemend directeur van onderwijs en eeredienst in Ned.-Indië is be last met de waarneming van de betrekking van secretaris-generaal bij het departement van koloniën met ingang van den dag waar* op hij na aankomst uit Indië hier te land* met de wnameming aanvangt; bij hel departement van Landbouw op ver. zoek eervol ontslagen als commies mr. P. Ib Ritter Jr. en benoemd tot adjunct-commie* mr. F. L. Heinemann te den Haag. benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Purmerend J. J. Raiaig, thans te Boskoop. i> aan den rcserve-tweede-luiienant W, Levy van bet 15de regiment fatanlerie, ter zajfe van ongeschiktheid voor de verder» waarneming van den militairen dienst, we gens lichaamsgebreken, een eervol ontslag uit don militairen dienst verleend; is aan den eerste-Iultcnant-kwartlermeester Jhr. E. J. J. de Roy van Zuydewljn, van het regiment jagers, op het daartoe door hem ge. daan verzoek, een eervol ontslag nlt den mW« lairen dienst verleend; is met ingang van 15 December 1916, aan den met den rang van majoor gepensionncer. den ritmeester H. M. Werner met, als station*. commandant, den titulairen rang van luite nant-kolonel een eervol ontslag verleend uit zijne functie van slationscommandant; met ingang van 1 December 1916, benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, tot rcscrve-eerste-lultenant, bij hnn tegeuwoo' dig korps: De moedeloosheid baat niets; zii is niet snde.s dan de vertwijfeling eener gekwetste •fgenliefde. Roman van ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door G. B. NORTAKKER. sa !k weet, dat het hem verheugen zou, als dat liet geval was. En waarom zou hij die vreugde niet hebben, ik verheug me er immers zelf op, want ik voel werkelijk niet de minste ontroe ring, ofschoon ik zoo dicht bij het oude welbe kende thuis ben. Goddank ik ben weer gezond. Nu zijn we er, vlak voor de deur. Misschien goat Frederik daar boven en ziet op ons neer. fju, ook die gedachte ontroert me niet Ik ben absoluut koud en ongevoelig. Of ik kan blijven staan; een blik slaan In het loto-kastje Ja, ik doe het. „We moeten eens zien of er ook nieuwe por- Iretten bijgekomen zijn." Sigfried staart me aan, hij vermag zijn verras- ring niet te verbergen. En dat ik kan glimla- en fluisteren, precies als of we een kleine op touw zetten£ is zeker meer dan hij van mij gehoopt had. Maar het doet hem genoe gen, zijn gezicht straalt. Hij heeft de bevestiging van mijn genezing gekregen. Zoo, daar sta ik voor ons oud foto-kastje. Andere gezichten dan vroeger. Maar iets nieuws Nee, dezelfde weeke tonen, dezelfde artistieke afwerking. Maar iets zoekends, eenlg experiment, gelijk vroeger, kan ik niet vinden. Waar hij was toen we van el kaai- gingen, staat hij nog. „Zich zelf gelijk gebleven „Ja, tamelijk." „En zijn ander beroep, weet je of hij vorde ringen heeft gemaakt „Ik geloof het welhij moet wel gewaar deerd worden, zooals ik gehoord heb." De inspectie is afgeloopen, wij gaan de straat weer uit. „Maar hoe was die schets van de kerk Hoe vondt je die Nu zijn we weer naar kerken en algemecne dingen teruggekeerd. Frederik is verjaagd, hij kreeg slechts een vluchtige gedachte in het voorbijgaan. Een auto. Ja, nu heeft Sigfried ten slotte haast, dat is ook geen wonder zoo ver als hij mij gebracht heeft Als hij nu maar niet te laat komt. Zie zoo, daar heeft hij er een. „Adieu, dank voor je geleide." „Ook donk, adieu...." Ik ben ook in een heel andere buurt, dan waar ik moet zijn. Zoo gaat het als men praat, nu moet de bood schap maar wachten tot een anderen keer, ik heb geen tijd meer om terug te gaan,, 't is het beste dadelijk naar huis te gaan. Frederik schijnt dus gewaardeerd te worden. Hij is ijve rig, en voelt zich thuis in zijn nieuw beroep, het zakelijke en praktische. Misschien beter dan in zijn vroege - beroep. Er was iets stijfs en schabloonachtigs in zijn portretten. Misschien heeft hij iemand zijn manier van werken geleerd die zijn werk ver volgt, terwijl hij zich zelf aan zijn nieuw beroep wijdt. Zoodra ik hem verlaten had, heeft hij de belangstelling verloren in het werk, waarin we ons samen verdiepten, waarin we opgingen, waarvoor we zoo enthousiast waren, dat we bijna als een schoone kunst beschouwden. Toen ik niet langer naast hem was en hem met mijn ijver aanvuurde bleef hij staan en wendde zijn energie in een ondere richting. Was het omdat Dagny hem daarheen kon volgen Hij heeft behoefte aan aansporing. En zij begrijpt zeker zijn nieuwe beroep beter dan de fotografiekunst. Tenminste begrijpt ze de voordeelen die het haar geeft, een goed leven zonder inspanning, een omgang, die hoor past. Zij verstaat de beteekenis van zijn vooruitgang, verheugt zich met hem en is trotsch op hem. En dat is alles wat hij begeert. Hij heeft zich inge richt naar de nieuwe verhoudingen en bevindt zich daar goed bij. Was misschien wel daarvoor geschapen, daar hij zich nu tot een beter mensch heeft ontwikkeld. Annie beweerd© im mers al twee jaar geleden dat hij zelfstandiger, beslister was geworden en zijn humeur had lee- ren beheerschen. Dat is Dagny's verdienste, deze ontwikkeling. Zij en hij waren geschapen voor elkaar, niet ik en hij, zooals ik altijd gemeend had. Ik verbeeldde me altijd, dat het toeval en zijn mannelijke zwakheid hem naar haar hadden gedreven. Hij voelde zich verwaarloosd, in zeke ren zin door mij in de schaduw gesteld, en toen hij nu door een ander aangebeden en vergood werd, veelde hij zich daardoor aangetrokken. Maar ik dacht dot die aanterkkingskracht geen duurzaamheid kon bezitten, dat hij diep in zijn hart om mij zou treuren en mij zou missen. Ik meende dat zij hem naar beneden haalde dat hij dat spoedig merken en naar mij terug zou verlangen, naar mij, die hij nooit opgehouden had lief te hebben. Welk een ingebeeldheid l Ik was het immers die hem naar beneden haalde 't Was in mijn nabijheid, dat hij zich gedrukt gevoelde en beroofd van zijn rechtma tige meerderheid. En 't is zij, die hem die terug geeft, hem op een voetstuk zet en hem oanbidt. 't Is immers heel natuurlijk dat hij haar liefheeft en niet mij. Ja, dat is heel natuurlijk. En dat hij dat doet is ook een feit dat ik eindelijk moet erkennen zonder dat iets in mij zich daartegen verzet. Daar loop ik kalm en gelaten over hem, mij zelf en die andere le redeneeren. Ik ben die periode te hoven. De plaats in mijn hart is leeg, maar nu die toch leeg is, zou ik die niet aan een ander kunnen geven Sigfried was zoo blij vondeag. Hij, die anders zijn trekken zoo bchecrscht, kon niet verhinde ren dat zijn gezicht straalde. Hij vond het heer lijk, dat Ik in orvze oude straat kon Icopen en het portretkastje kon bekijken en dat ik zoo ongegeneerd over Frederik kon spreken. Hij heeft wel geen woord gesproken, maar ik weet dat hij wacht. En nu heeft hij gezien hoe datgeen wat mij vervulde samengekrompen, ver teerd en verdwenen is. Waarom zou niet iets anders daarvoor in de plaats kunnen komen, langzamerhand kunnen groeien Hij gelooft het en wacht. En waarom niet ik ben immers gelukkig hem tot 'vriend te hebben Zou die vriendschap nist versterkt en veranderd kunnen worden tot een warmer gevoel Mijn hart zegt niet ja, maar het zegt ook niet nee. Wie weet hoe alles zich kon veranderen, alles Is Immers onderhevig aan de wetten der verandering Even weinig als men van een ander kan zeggen dat hij morgen dezelfde zal zijn als vandaag, even weinig kan men dit van zich zelf zeggen. Niet veel daaraan denkon, de gevoelens, laten slapen en rusten, dan kunnen ze later ontwaken en zich wenden waarheen ze willen Iemand staat voor mijn deur, en bekijkt de portretten in mijn kastje. Ja, het is ook Iets nieuws, dot in hel oog valt. Is hij iemand, die zulke dingen begrijpt, of is hij een gewone nieuwsgierige wandelaar,die naar olies kijkt, zonder iets te zien Als hij maar blijft staan tot ik dichter bij kom, don kon ik' zijn gezicht zien. Wat bekijkt hij het aor.dachtig. En nu ga^t hij een stop achteruit om een overzicht te hel>« ben.... Maar die houding? die buiging van bel hoofd O, God, is het Frederik Het moet hem zijn Hij is het. Eerst bestudeerde Ik zijn werk, en nu bestu« deert hij het mijne. Op denzelfden dag, bijna op denzelfden tijd. Welk een merkwaardig toe- val I O, nee, geen toeval. Hij zag mij natuurlijk, toen ik zijn portretten stond te bekijken, en kreeg toen het idee ook eens te zien wat ik gepresteerd heb. Zal Ik een zijstraat inslaan vóór hij zich om* keert? Ik kan nog weg komen. Vluchten? Waarom? ik heb immers gewenscht hem te treffen en bevestiging te krijgen, dat ik genezen bon, en dat bij niet langer de macht hoeft gevoelotormen in mij te wekken. (Wordt vervolgd»)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1