I BINNENLAND. KOLONIËN. «en 2 3 K.M. breede moeras- en bosch- «trook bedekt is. De troepen van den vier bond bevinden zich nu reeds binnen het bereik van de vuurmonden van den buiten eten ïortengorde! van Bukorest. De vesting Bukarest is eene schepping van nog betrekkelijk jongen datum. Zij is in de |aren 1885—1896 gebouwd door den be kenden Belgischen vestingbouwkundige Brialmont, die zich deze wapenplaats voor stelde als het groote réduit van het land, het kruispunt van alle spoorwegen en groote .vegen en daardoor de verzamelplaats en het Steunpunt voor alle nieuw te vormen of te verplaatsen legers. Nu is de vraag of Buka rest in den tijd van zware beproeving, waar in Rumenië zich nu bevindt, aan deze be stemming zal kunnen beantwoorden. De INeue Preie Presse geeft hare meening daar over aldus weer „Wanneer men den toestand onbevan gen beoordeelt, dan komt het vraagstuk voor de Rumenlërs neer op de vraag of zij Buka rest zullen en kunnen handhaven of niet. Het is altijd een zwaarwichtig besluit, de hoofdstad te ontruimen, vooral voor Ru menië, dat door zijn geografischen vorm met het prijsgeven van de hoofdstad het grootste gedeelte van het land aan den in val van den vijand en daarmee alle hulp bronnen zou prijsgeven. Verder komt de vraag op, welke militaire waarde de vesting Bukarest voor de RumeniëTS bezit. Toen deze groote ringvesting gebouwd werd naar de plannen van Brialmont, kon naar den toenmaligen stand van de versterkings kunst, d. w. z. de kracht van de aanvals- en verdedigingsmiddelen, er eene groote waar de aan toegekend worden. Zij was blijkbaar gedacht als een groote wapenplaats, die zoo wel voor offensieve als ook voor defensieve doeleinden een factor van beteekenis zou «ijn. Echter zijn nooit de kritische stemmen verstomd, die meenden, dat dit vestingkamp met een fortengordel van 70 KM. omvang het nadeel bezit, al te veel mobiele strijd krachten te absorbeeren. Et zou inderdaad eene zeer groote bezetting gevorderd wor den om met kans op succes eene belege ring te kunnen uithouden. Ofschoon men mag aannemen, dat de versterkingen inmid dels gemoderniseerd zijn, springt toch het feit in het oog, dat de buitenste fortenring slechts 6 8 KM. van den rand van de stad verwijderd is. Dat is bij de draagwijdte van de tegenwoordige zware vestingartillerie een te geringe afstand. Er zijn in den wereld- strijd ervaringen opgedaan, die eene alge- heele omwenteling In de meeningen over de waarde van permanente versterkingen hebben teweeggebracht. De vesting Buka rest ligt eenzaam als een erratisch blok in de Walachijsche vlakte. Bt komt echter nog «ene tweede omstandigheid bij, die aan de waarde van Bukarest als vesting afbreuk doet. Eene op zich zelf staande vesting, al Is zij nog zoo sterk, kan als steunpunt van "beteekenis zijn, maar kan toch als beveiligd manoeuvreerterrein nooit van zoodanige be teekenis rijn als eene reeks of groep van versterkte plaatsen. Brialmont heeft nagela ten, zustervestingen te bouwen. „De beteekenis van Bukarest als vesting bepaalt zich dus hiertoe, dat rij als steun punt van een groot veldfront nuttige dien sten zou kunnen bewijzen. Wanneer echter het veldfront wordt teruggeworpen of door gebroken, dan blijft nog slechts de keus tus- schen snelle ontruiming van de vesting of belegering door den vijand." Aldus deze schrijver. Wat het lot is, dat Bukarest boven het hoofd hangt, is nu nog onzeker. Maar het oogenblik, waarop de be slissing zal vallen, kan niet veT meer ver wijderd rijn. De oorlog. In Rumenië blijven de legers van den rierbond aan de winnende hand. Ten zuid westen van Bukarest zijn rij over de Argesul heengekomen, ten noordoosten van de hoofdstad over den spoorweg Bukarest Tirgovista. In het grensgebied van Zeven bergen en Moldavië werden den Russo-Ru- menen verschillende plaatselijke successen, in den strijd der laatste dagen behaald, weer ontnomen. Op de overige oorlogstooneelen is niets bijzonders gebeurd. Londen, 5 Dec. (R.) In het hoogerhuis verklaarde lord Crewe in antwoord op een vraag betreffende den toestand in Grieken land, dat uit een telegram van den Britschen gezant te Athene gebleken was, dat de orde in zekere mate was hersteld. De benden reservisten, die voor zoover kan worden nagegaan, min of meer direct bij de aan vallen op geallieerde troepen en bij de wreedheden tegen Venizelisten betrokken waren, rijn ontbonden en de stad wordt thans door Grieksche geregelde troepen be waakt. Ondertusschen heeft de Britsche ge rant den Britschen onderdanen aangeraden naar Piraeus te vertrekken, waar rij in vei ligheid verkeeren. Hoewel er geen onmiddellijk gevaar voor 'de veiligheid van de levens en eigendom men van Britsche onderdanen te Athene te vreezen is, vervolgde lord Crewe, wenschen wij hiermee geenszins te kennen te geven, dat de regeering den toestand van minder ernstig karakter acht of dat de regeering op «enigerlei wijze minder vast besloten is, om «de verantwoordelijkheid voor de gebeurte nissen op 1 Dec. vast te stellen en zekerheid 'Ie krijgen, dat zulke overtredingen niet weer 'Voorkomen. De geheele kwestie moet beschouwd wor- Üen in verband met overwegingen van ma- idtiemen en militairen aard. Londen, 5 Dec. (R.) Bericht van Uoyds. De Noorweegsche stoomschepen Bossi en Drautner moeten in den grond geboord zijn. Óp regeeringskrisis in Engeland is nu vol- koiuen. Lloyd George heeft als minister van ontslag gevraagd, omdat Asquith niet vilde instemmen met zijn denkbeeld, dat de eerste minister uitgesloten moest blijven van den opnieuw samengestelden oorlogsraad. Asquith heeft ook zijn ontslag genomen. De koning heeft het verzoek om ontslag van Asquith aangenomen en Bonar Law, een der leden van het kabinet van wie bekend is dat zij met Lloyd George solidair rijn, bij zich ontboden. Kopenhagen, 5Dec. (W. B.) De Ber- lingske Tidende verneemt uit Bergen: Van de drie duizend ton koper, die reeds eenigen tijd geleden door Engeland voor Noorwe gen vrijgelaten zijn, is nog steeds niets aan gekomen. Er heerscht daardoor groot ge brek aan koper in de electrische bedrijven. De prijzen zijn met 100 procent gestegen. De Berl. Tid. verneemt uit Stockholm: Wegens het groote gebrek aan beter heeft de l^ensmiddelen-commissie de regeering voorgesteld om bij de boterfabrieken, die zich aan de voorschriften der commissie niet houden, alle voorraden in beslag te ne men. Augusta Caroline van &eoltlenbMrg Stretits. t N e u-S trelitz, 5 Dec. (W. B.) Een extranummer van de Landeszeitung voor de beide Mecklenburgen bericht, dat de groot- hertogin-weduwe Augusta Caroline van Mecklenburg Strelitz des ochtends om 2 uur zacht ontslenen is. Vereenlgde Staten. Washington, 5 Dec. (R.) Wilson's boodschap aan het congres is de kortste, die men tot dusver gekend heeft. Zij handelt uitsluitend over binnenlandsche aangele genheden, voornamelijk over de regeling van de kwestie der spoorwegarbeiders en den achturendag. De president bepleit een wijziging van de wet in dier voege, dat arbeidsgeschillen in volledige openbaarheid onderzocht moeten worden, alvorens staking of uitsluiting ge wettigd is. Het land kan, volgens den pre sident, niet blootgesteld blijven aan diep ingrijpende industrieele stoornissen wegens het ontbreken van verdere middelen van ar bitrage en bemiddeling, waarin, het congres gemakkelijk kan voorzien. Een voorstel, beoogende dat de arbeid in het land of op de spoorwegen niet door groepen georgani seerde personen gestaakt of belemmerd mag worden, voordat een openbaar onderzoek is* ingesteld, dat de geheele kwestie voor de publieke meening uiteen zet, sluit geen nieuw beginsel in zich. De president beveelt ook een wet aan, waarbij zij, die betrokken zijn bij het be vorderen van den buitenlandschen handel, grooter vrijheid van aaneensluiting krijgen dan de tegenwoordige wet tegen het mono polie toelaat. De gelegenheid hiertoe zou voorbij kunnen gaan als het congres de be slissing intTekt. Verspreide Berichten. Een goudinzameling. De Kölnische Ztg. is een goud-inzameling op groote schaal begonnen. Het blad ver leent 10 perc. reductie op advertenties, die in goud worden betaald. Een aantal firma's hebben zich reeds bij de beweging aangeslo ten. Zij geven 5 perc. reductie op met goud betaalde inkoopen. Men hoopt op die wijze den goudreserve der Bank weer eein flinken vloed van goud te bezorgen, hetgeen, trots de verdubbeling der goudreserve sedert het begin van den oorlog, dringend noodig is, om de waarde van het geld te handhaven en het crediet in het buitenland te verzekeren. Oost-IndlS Djambi. Aan een Djambi-correspondentie in de Loc. ontleenen wij: Omtrent dat „neerleggen" een paar woordjes, rij het dan ook een luguber praat je. De vernam, dat bij de inneming van Moe ara Tambesi onder commando van den over ste Gerlach drie brigades infanterie onder den kapitein Meeter ruim een honderd re bellen hebben neergelegd, maar dat de iden titeit der lijken niet is vastgesteld, ja zelfs werden rij niet allen gefouilleerd. De wa pens, die kapitein Meeter hun heeft afge nomen, waren van de gesneuvelden, die langs den weg lagen. Daarom werd oorspronkelijk „officieel" gerapporteerd: vijftig rebellen neergelegd, maar toen men eenige dagen later te Moe ara Tambesi verging van de lijkenlucht en het terrein werd afgezocht, vond men nog eens zooveel lijken er bij, doch hun wapens waren verdwenen! Welke hoofden nu ge sneuveld zijn, welke verzetsleiders, welke kampongs aan die klewangaanvallen hebben medegedaan bij die gelegenheid, kan men thans niet met zekerheid zeggen en men moet maar gelooven, wat deze of gene be vriende Djambiër ons zal verhalen. Ondanks de tegenspraak van enkelen blijkt, dat niet alleen de S. L op Sumatra debet is aan den opstand, thans ook in Pa- lembang, doch dat ook S. I.ers op Java de rebellen steunen met geld, meldt men aan het Soer. Hbld. De boomambtenaren ge lieven strenger te onderzoeken, of in de zendingen van z.g. mangga's van Cheribon en elders naar Palembang geen wapens en munitie zitten. De Palembangers aan de noordkust van Java zijn veelal afzenders van die vruchten. Volgens K. P. M.-employé's is nimmer een reclame bij de reederij in gekomen over het in bedorven toestand aan komen van mangga's. Dat ls zeer verdacht. Men moet weten, dat de spoor- en tranv- dir-ectie», die zich beijveren ladingen vruch ten zoo vlug mogelijk te doen vervoeren, toch veel last hebben van reclames over be derf daarvan. Waar het vervoer naar Pa lembang in het scheepsruim, waarin de hoo- gere temperatuur het bederf in de hand werkt, veel langer duurt, ls het uitblijven van reclames zeer zonderling en versterkt het 't vermoeden, dat het den geadresseer den in Palembang niet hoofdzakelijk te doen is om de mangga's zelf. Het manggavervoer was het vorige jaar grooter, maar het be wijst slechts, dat de afzenders nu voorzich tig zijn, omdat door den oorlogstoestand in Djambi en Palembang meer op hen gelet wordt. De uitvoer van wapens en munitie kan dus te voren grooter geweest zijn. De Staatscourant van 5 Dec. bevat o.m. de navolgende besluiten op verzoek eervol ontslagen H. Kühlman als referendaris aan het departement van Financiën tot wederopzegging toegelaten als pri vaat-docent in de letteren en wijsbegeerte aan de Rijks Universiteit te Leiden voor het onderwijs in de klassieke archeologie, dr. A. W. Bijvanck; benoemd tot lid van den Raad van Ne- derlandsch-Indië B. J. Swart, thans adviseur voor de decentralisatie; gesteld ter beschikking van den Gouver- neur-Geeraal van Ned.-Indië voor admini stratief ambtenaar voor Java en Madoera, J. D. Hoen, te Den Haag. H. M. de Koningoin heeft met ingang van 15 December 1916 benoemd: tot grootmeescter van Hs. Dr. Huis, om dienst te doen bij H. M. de Koningin-Moe der Haar kamerheer jhr. mr. R. E. W. van Weede, blijvende hij belast met de betrek king van hofmaarschalk van H. M. de Ko ningin-Moeder; tot kamerheer, om dienst te doen bij H. M. de Koningin-Moeder Hs. Dr. kamerheer in buitengewonen dienst jhr. mr. W. Röell benoemd tot Haren secretaris. Ca crisis aan Financiën. Met zekerheid kan thans worden me degedeeld dat de Minister van Financiën, mr. dr. Ant. van Gijn, zijn verzoek om ont slag aan H. M. de Koningin heeft ingetrok ken. De buitengewone missie, bestaande uit den hogmaarschalk van de Koningin Graaf van Bylandt, den adjudant i. b. d. generaal- majoor Tonnet en den ordonnance-officier le luit. von Heijden, die H. M. de Koningin heeft vertegenwoordigd bij de begrafenis van den keizer van Oostenrijk, is Maandag avond te 'sGravenhage teruggekeerd. De Amerikaansche gezant. Men schrijft ons uit 's Gravenhage: Wij vernamen op de Amerikaansche le gatie de bevestiging van het Reuter-bericht, dat de Amerikaanse**© gezant dr. Henry van Dyke zijn ontslag als zoodanig heeft ge vraagd, onder toevoeging dat hij zijn voor nemen daartoe reeds te kennen had gege- geven aan den president der Vereenigde Staten, toen hij in September j.l. zich in Amerika bevond. Hij heeft toen tevens ver klaard, bereid te zijn aan te blijven tot het begin van het volgende jaar of totdat zijn opvolger zal zijn benoemd en bevestigd. Dr. van Dyke trekt zich terug om particuliere re denen, hoofdzakelijk on\ zich te wijden aan zijn letterkundigen arbeid. Sinds 15 October 1913 was hij aan ons Hof geaccrediteerd. Dr. van Dyke, die doc tor was in de theologie, heeft tijdens zijn verblijf hier te lande meermalen predikbeur ten vervuld in de Engelsche kerk en lezin gen gehouden voor Christelijke jongeliëden- vereenigingen. Verschillende novellen van zijn hand zijn als feuilleton in Nederland- sche bladen verschenen. Hij was er trotsch op, af te stammen van een oud-Hollandsch geslacht en verheugde zich erin, den gezantschapspost in ons land te kunnen bekleeden. Ook was hij ver trouwd met de Nederlandsche taal en gaf daarvan o. m. blijk bij de onthulling van de buste voor William Stead in de bibliotheek der Carnegie-stichting, toen hij in de Neder landsche taal een korte toespraak hield, ge volgd door het reciteeren van een door hem vervaardigd gedicht, waarin hij hulde bracht aan de mannen van de „Titanic." Zijn ijverige werkzaamheid als vertegen woordiger der Amerikaansche republiek zal menigeen onder zijn hier vertoefd hebben de of nog vertoevende landgenooten zich met dankbaahheid herinneren. Vooral in het begin van den oorlog stond het in het ge bouw geen oogenblik stil. Van alle kanten werd door Amerikaansche onderdanen zijn hulp en raad ingeroepen. Talrijke personen, wier familieleden of betrekkingen door den oorlog in het buitenland verrast waren, rie pen zijn hulp en bemiddeling in om te zor gen dat dezen in de gelegenheid werden gesteld, terug te keeren. Ook nam de gezant later een werkzaam aandeel in de oprichting van het bekende Relief Committee, dat zoo veel voor de Belgische bevolking heeft ge daan. Met opoffering van zijn rust heeft hij in die dagen dag en nacht gearbeid. Het streven van dr. van Dyke was ge lijk hij zelf meermalen heeft verklaard er steeds op gericht, de vriendschappelijke be trekkingen tusschen ons land en de Ver eenigde Staten te onderhouden en te ver sterken. Zijn vertrek zal dan ook door velen in den lande met leedwezen worden vernomen. De ingestelde staatscommissie betref fende de dienstvoorwaarden enz. van het personeel der posterijen, telegrafie en tele fonie, zal Zaterdag 9 dezer door den minis ter van waterstaat in de Treves-zaal worden geïnstalleerd, Staatscommissie zalmvraag- stuk. Verschenen is het verslag van de staatscommissie voor het zalmvraagstuk. Nadat in het verslag uitvoerig is gememo reerd wat aanleiding gaf tot het instellen der commissie, worden daarin achtereenvolgens behandeld de volgende onderwerpen Levenswijze van den zalm is meer in het bijzonder met het oog op den Rijn. Wijze van uitoefening der zalmvisscherij op den Rijn en wettelijke regeling. Toestond op den Rijn. Toestand op de Maas. Toestand op de rivieren in het buitenland, behalve op den Rijn en de Maas. Het zalmtractaat. De kunstmatige teelt. Samenvattende hetgeen in dit verslag als bevorderlijk voor den zalmrijkdom der Nederlandsche rivieren wordt aangewezen, beveelt de commissie als slotsom van haar onderzoek het volgende aan lo. Samenwerking met de boven de Ne derlandsche grenzen gelegen oeverstaten, instandhouding in overleg met deze staten van nog aanwezige paaiplaatsen en bet op nieuw toegankelijk maken, voor zoover mo gelijk, van plaatsen, die als zoodanig vroe ger bekend waren; kunstmatige teelt als te genwicht van de schade, die de natuurlijke teelt door rivierwerken als anderszins moet ondervinden, en 2o. met name wat het laatste punt betreft, het uitzetten op niet te kleine schaal van zalmpjes in onze beken en rivieren. Mali voor Suriname. De directeur-generaal der posterijen en telegra fie brengt ter kennis van belanghebbenden, dat er gelegenheid bestaat tot verzending van correspondentie naar Suriname, vla En geland, vanwaar doorzending plaats heeft des Zaterdags om de 14 dagen (9.23 De cember e.k. enz.) In verband met de onge regelde data van afvaart der stoomschepen, waarmede de post uit Nederland naar En geland thans wordt vervoerd, kunnen de tijdstippen van verzending naar Suriname, via Engeland, niet vooraf bekend worden gemaakt. Indien belanghebbenden hunne corres pondentie langs den genoemden weg wen schen verzonden te zien, behoort dezelve van eene aanwijzing daartoe te worden voor zien. Het internationale port is hiervoor ver schuldigd. De nieuwbenoemde secretaris-gene raal van het departement van koloniën, dr. E. Maresco, is door ziekte verhinderd de reis naar Nederland te aanvaarden en heeft zijn vertrek uit Batavia tot begin Januari moeten uitstellen. De Staten van Groningen kozen gister tot Eerste Kamerlid J. B. Westerdijk (vrijz.- democraat), voorzitter van den Groninger Landbouwbond, oud-gedeputeerde, te Uit- huizermeede, met 23 van de 44 stemmen. Kamerverkiezing Tiel. In een Maandag te Tiel gehouden bijeenkomst van landbouwers, voorstanders der candida- tuur-mr. A. G. A. ridder van Rappard, en van de besturen der liberale kiesvereenigin- gen in dit district zijn partijen tot overeen stemming gekomen en is besloten den heer mr. H. G. Dresselhuys eenparig te stem men. Kamerverkiezing te Tiel. De omstandigheid, d-at in dit district bij de ze Kamerverkiezing twee candidaten van vrij-liberale richting zijn gesteld, zal leiden tot een reorganisatie van de Centrale Libe rale Kiesvereeniging, waardoor dit in de toekomst onmogelijk wordt. Kamerverkiezingen 1917. De liberale en vrijz. kiesvereenigingen in het district Emmen, aangesloten bij de centrale liberale kiesvereeniging Drenthina, hebben den heer mr. H. Goeman Borgesius candi- daat gesteld. Militair vaardigheids-di ploma. De opperbevelhebber heeft, naar de Avp. meldt, ter kennis van de auto riteiten gebracht, dat aan ongeveer 2100 officieren, onderofficieren, korporaals en manschappen het „militair vaardigheidsdi ploma", is uitgereikt, welk resultaat bevre digend kan worden genoemd. Aangezien bij meerdere deelneming aan lichaamsoefeningen nog beter resultaten kunnen worden verkregen en het van groot belang wordt geacht om de opgewektheid tot deelneming aan die oefeningen te blij ven bevorderen is bepaald, dat bij voortdu ring van de mobilisatie, in 1917 tweemaal gelegenheid zal worden gegeven om het diploma te verwerven, n.l. in Mei en Sep tember. Alle militairen, die een militair vaardig heidsdiploma verwerven, krijgen een extra verlof van vier dagen, waaraan vrij vervoer per spoor enz. wordt verbonden en rekening zal worden gehouden met de wenschen van belanghebbenden. Voor officieren, <iie zich aan het onder zoek tot verkrijging van het diploma onder werpen, is het reisbesluit 1916 van toepas sing. Kolonel Schelt us. t Te Breda is gisteren in den ouderdom van 80 jaren overleden de heer A. P. Scheltus, ge pensioneerd kolonel der infanterie. Sedert 2 Februari 1893 was kolonel Schel tus lid van den gemeenteraad van Breda en van 13 Juni 1896 tot Sept. 1915 wethouder dier gemeente. De overledene was ridder In de orde van den Nederlandschen Leeuw. Dr. J. W. J a c ob 1. Jn de Boerhaa- ve-kliniek te Amsterdam is overleden dr. J. W. Jacobi, directeur van de Provinciale Krankzinnigeninrichting ,,Duin en Bosch" te Castricum. Nederland en de oorlog. D - minir -.n Buiter.Iandsche' Zafc ken heeft aan de i weedc Kamer een schrift telijk antwoord ingezonden op hei reeds vei* melde viertal vragen van het Kamerlid Duys, betreffende het wegvoeren van Beft gen naar Diritschland. Door den minister wordt de toedracht He* zaak als volgt medegedeeld: Toen de Duitsche overheid in het bezet* te deel van België in October 1914 tot d* overtuiging was gekomen dat het tot herstel van het geregelde dagelijksch leven in hol bezette gebied wenschelijk was dat de bi| vele honderdduizenden naar het buiten* land gevluchte bevolking weder naar haan haardsteden terugkeerde, werd door hel college van burgemeesters en schepenen der stad Antwerpen 13 October 1914 een' proclamatie verspreid, waarin was opgeno men een verklaring van den Duitschen goix verneur van Antwerpen, generaal barort Von Huene, en den voorzitter der Intercom munale Commissie van Antwerpen, dert heer Louis Franck, houdende dat er geen sprake van was dat Belgische jonge mannen naar Duitschland zouden worden vervoerd of tot legerdienst zouden worden gedwon* gen. Tevens werd door de overheid de mede» werking van den consul-generaal der Ne derlanden te Antwerpen ingeroepen om van de goede bedoelingen van het Duitsche bestuur aan de in Nederland vertoevende Belgische vluchtelingen te doen blijken ten einde hen tot terugkeer naar hun vaderland te bewegen. In overleg met genoemden gouverneur baron Von Huene en den heer Franck werd daarop door den consul-generaal een be richt opgesteld, gedateerd 17 October 1914, waarvan de tekst gelijkluidend was met den door den heer Duys aaneehaalden. Den 20en October 1914 deelde de con sul-generaal aan baron Von Huene officieel mede, dat dit bericht met toestemming der Nederlandsche regeering in Nederland ven- spreid werd. Door tusschenkomst van het ministerie van Binnenlandsche Zaken, het welk op zijn beurt de bemiddeling inriep van de Commissarissen der Koningin en de bur gemeesters der verschillende gemeenten, werd daarop het bericht van den consul-ge neraal te Antwerpen ter kennis van de Bel gische vluchtelingen gebracht. In antwoord op de vierde vraag (welke stappen heeft de Regeering gedaan of denkt zij te doen naar aanleiding van deze zaak?) deelt de minister mede, dat hij naar aanlei ding van de bovenstaande feiten een schrif telijk vertoog tot de Duitsche regeering heeft gericht, houdende dat de Nederland sche regeering de wegvoering van de bevol king van een bezet gebied naar het land van de bezettende macht in strijd acht met de be palingen en den geest van het volkenrecht, zooals dit laatstelijk uitdrukking heeft ge vonden in de vierde Haagsche Conventie van 1907, dat zij evenwel, getrouw aan de sedert het begin van den oorlog door haar gevolgde gedragslijn, zich van bijzondere stoppen te dezer zake onthouden zou heb ben, ware het niet dat de bovenomschreven feiten een besliste verantwoordelijkheid op de Nederlandsche regeering gelegd hadden tegenover diegenen onder de thans wegge voerde Belgen die, aanvankelijk naar Nedep» landsch gebied uitgeweken, later naar Bel gië teruggekeerd waren, vertrouwende op de waarborgen, o.a. van niet-wegvoering naar Duitschland, welke hun door de hoog ste Duitsche overheid te Antwerpen, met medewerking der Nederlandsche regeering, uitdrukkelijk waren gegeven. Op dezen grond heeft de Nederlandsche regeering ten slotte de verwachting uitge sproken dat diegenen onder de naar Duitschland weggevoerde Belgen, welke in het voormeld geval mochten verkeeren, zou den worden teruggezonden naar hun haard steden. Naar aanleiding van de bewering, da! het vervoer van Belgische werklieden naar Duitschland in strijd is met de officieele Duitsche verzekeringen, dat de Duitsche autoriteiten fatsoenlijke jonge lieden niet zouden gevangen nemen en naar Duitschland vervoeren, ontkent de Nordd. Allg. Zeitung, dat hiér eene tegenstrijdigheid bestaat. De indertijd ge geven verzekering betrof slechts de vrees, dat de uit Nederland terugkeerende Belgen, als zij voor den dienst geschikt waren, bij het Duitsche leger konden worden ingelijfa en de ongeschikten naar Duitschland ge bracht. Deze toezegging is ten volle ge stand gedaan. Wat thans gebeurt is alleen, dat menschen, die sedert twee jaren werk loos zijn en openbaren onderstand genieten, om sociale redenen naar Duitschland ge bracht worden. Door de Engelsche afsluiting is de Belgische industrie afgesneden van hare onmisbare grondstoffen, waardoor hon derdduizenden werkloos werden, behoefte kregen aan onderstand, lediggangers en spe lers werden, degenereerden en hunne b&< kwaamheid om te werken geheel of ten deel© verloren. Slechts degene, die zonder vol doende reden weigert werk te verrichten, dat met zijne bekwaamheden overeenkomt, en armlastig wordt, wordt weggevoerd, en dit transport geschiedt op de zachtste ert meest verschoonende wijze. Distri butne van meel en bloem. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft aan de burgemeesters eene circulaire gericht, waarin hij ingevolge art. 9, eerste lid, der Distributiewet 1916, hunne medewerking inroept, ten einde hem de blij kens een ingesloten formulier vereischte op gaven te doen verstrekken door allen, die als detaillist in hunne gemeenten voor hun beroep of bedrijf meel of bloem behoeven! in de allereerste plaats komen daarvoor In aanmerking: a. de bakkers, banketbakkers, koeL- tl| beschuitfabrikanten:

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2