I BINNENLAND.
KOLONIËN.
«en 2 3 K.M. breede moeras- en bosch-
«trook bedekt is. De troepen van den vier
bond bevinden zich nu reeds binnen het
bereik van de vuurmonden van den buiten
eten ïortengorde! van Bukorest.
De vesting Bukarest is eene schepping van
nog betrekkelijk jongen datum. Zij is in de
|aren 1885—1896 gebouwd door den be
kenden Belgischen vestingbouwkundige
Brialmont, die zich deze wapenplaats voor
stelde als het groote réduit van het land, het
kruispunt van alle spoorwegen en groote
.vegen en daardoor de verzamelplaats en het
Steunpunt voor alle nieuw te vormen of te
verplaatsen legers. Nu is de vraag of Buka
rest in den tijd van zware beproeving, waar
in Rumenië zich nu bevindt, aan deze be
stemming zal kunnen beantwoorden. De
INeue Preie Presse geeft hare meening daar
over aldus weer
„Wanneer men den toestand onbevan
gen beoordeelt, dan komt het vraagstuk voor
de Rumenlërs neer op de vraag of zij Buka
rest zullen en kunnen handhaven of niet.
Het is altijd een zwaarwichtig besluit, de
hoofdstad te ontruimen, vooral voor Ru
menië, dat door zijn geografischen vorm
met het prijsgeven van de hoofdstad het
grootste gedeelte van het land aan den in
val van den vijand en daarmee alle hulp
bronnen zou prijsgeven. Verder komt de
vraag op, welke militaire waarde de vesting
Bukarest voor de RumeniëTS bezit. Toen
deze groote ringvesting gebouwd werd naar
de plannen van Brialmont, kon naar den
toenmaligen stand van de versterkings
kunst, d. w. z. de kracht van de aanvals- en
verdedigingsmiddelen, er eene groote waar
de aan toegekend worden. Zij was blijkbaar
gedacht als een groote wapenplaats, die zoo
wel voor offensieve als ook voor defensieve
doeleinden een factor van beteekenis zou
«ijn. Echter zijn nooit de kritische stemmen
verstomd, die meenden, dat dit vestingkamp
met een fortengordel van 70 KM. omvang
het nadeel bezit, al te veel mobiele strijd
krachten te absorbeeren. Et zou inderdaad
eene zeer groote bezetting gevorderd wor
den om met kans op succes eene belege
ring te kunnen uithouden. Ofschoon men
mag aannemen, dat de versterkingen inmid
dels gemoderniseerd zijn, springt toch het
feit in het oog, dat de buitenste fortenring
slechts 6 8 KM. van den rand van de stad
verwijderd is. Dat is bij de draagwijdte van
de tegenwoordige zware vestingartillerie een
te geringe afstand. Er zijn in den wereld-
strijd ervaringen opgedaan, die eene alge-
heele omwenteling In de meeningen over
de waarde van permanente versterkingen
hebben teweeggebracht. De vesting Buka
rest ligt eenzaam als een erratisch blok in
de Walachijsche vlakte. Bt komt echter nog
«ene tweede omstandigheid bij, die aan de
waarde van Bukarest als vesting afbreuk
doet. Eene op zich zelf staande vesting, al
Is zij nog zoo sterk, kan als steunpunt van
"beteekenis zijn, maar kan toch als beveiligd
manoeuvreerterrein nooit van zoodanige be
teekenis rijn als eene reeks of groep van
versterkte plaatsen. Brialmont heeft nagela
ten, zustervestingen te bouwen.
„De beteekenis van Bukarest als vesting
bepaalt zich dus hiertoe, dat rij als steun
punt van een groot veldfront nuttige dien
sten zou kunnen bewijzen. Wanneer echter
het veldfront wordt teruggeworpen of door
gebroken, dan blijft nog slechts de keus tus-
schen snelle ontruiming van de vesting of
belegering door den vijand."
Aldus deze schrijver. Wat het lot is, dat
Bukarest boven het hoofd hangt, is nu nog
onzeker. Maar het oogenblik, waarop de be
slissing zal vallen, kan niet veT meer ver
wijderd rijn.
De oorlog.
In Rumenië blijven de legers van den
rierbond aan de winnende hand. Ten zuid
westen van Bukarest zijn rij over de Argesul
heengekomen, ten noordoosten van de
hoofdstad over den spoorweg Bukarest
Tirgovista. In het grensgebied van Zeven
bergen en Moldavië werden den Russo-Ru-
menen verschillende plaatselijke successen,
in den strijd der laatste dagen behaald,
weer ontnomen.
Op de overige oorlogstooneelen is niets
bijzonders gebeurd.
Londen, 5 Dec. (R.) In het hoogerhuis
verklaarde lord Crewe in antwoord op een
vraag betreffende den toestand in Grieken
land, dat uit een telegram van den Britschen
gezant te Athene gebleken was, dat de orde
in zekere mate was hersteld. De benden
reservisten, die voor zoover kan worden
nagegaan, min of meer direct bij de aan
vallen op geallieerde troepen en bij de
wreedheden tegen Venizelisten betrokken
waren, rijn ontbonden en de stad wordt
thans door Grieksche geregelde troepen be
waakt. Ondertusschen heeft de Britsche ge
rant den Britschen onderdanen aangeraden
naar Piraeus te vertrekken, waar rij in vei
ligheid verkeeren.
Hoewel er geen onmiddellijk gevaar voor
'de veiligheid van de levens en eigendom
men van Britsche onderdanen te Athene te
vreezen is, vervolgde lord Crewe, wenschen
wij hiermee geenszins te kennen te geven,
dat de regeering den toestand van minder
ernstig karakter acht of dat de regeering op
«enigerlei wijze minder vast besloten is, om
«de verantwoordelijkheid voor de gebeurte
nissen op 1 Dec. vast te stellen en zekerheid
'Ie krijgen, dat zulke overtredingen niet weer
'Voorkomen.
De geheele kwestie moet beschouwd wor-
Üen in verband met overwegingen van ma-
idtiemen en militairen aard.
Londen, 5 Dec. (R.) Bericht van
Uoyds.
De Noorweegsche stoomschepen Bossi en
Drautner moeten in den grond geboord zijn.
Óp regeeringskrisis in Engeland is nu vol-
koiuen. Lloyd George heeft als minister van
ontslag gevraagd, omdat Asquith niet
vilde instemmen met zijn denkbeeld, dat de
eerste minister uitgesloten moest blijven van
den opnieuw samengestelden oorlogsraad.
Asquith heeft ook zijn ontslag genomen. De
koning heeft het verzoek om ontslag van
Asquith aangenomen en Bonar Law, een der
leden van het kabinet van wie bekend is dat
zij met Lloyd George solidair rijn, bij zich
ontboden.
Kopenhagen, 5Dec. (W. B.) De Ber-
lingske Tidende verneemt uit Bergen: Van
de drie duizend ton koper, die reeds eenigen
tijd geleden door Engeland voor Noorwe
gen vrijgelaten zijn, is nog steeds niets aan
gekomen. Er heerscht daardoor groot ge
brek aan koper in de electrische bedrijven.
De prijzen zijn met 100 procent gestegen.
De Berl. Tid. verneemt uit Stockholm:
Wegens het groote gebrek aan beter heeft
de l^ensmiddelen-commissie de regeering
voorgesteld om bij de boterfabrieken, die
zich aan de voorschriften der commissie
niet houden, alle voorraden in beslag te ne
men.
Augusta Caroline van &eoltlenbMrg
Stretits. t
N e u-S trelitz, 5 Dec. (W. B.) Een
extranummer van de Landeszeitung voor de
beide Mecklenburgen bericht, dat de groot-
hertogin-weduwe Augusta Caroline van
Mecklenburg Strelitz des ochtends om 2 uur
zacht ontslenen is.
Vereenlgde Staten.
Washington, 5 Dec. (R.) Wilson's
boodschap aan het congres is de kortste,
die men tot dusver gekend heeft. Zij handelt
uitsluitend over binnenlandsche aangele
genheden, voornamelijk over de regeling
van de kwestie der spoorwegarbeiders en
den achturendag.
De president bepleit een wijziging van de
wet in dier voege, dat arbeidsgeschillen in
volledige openbaarheid onderzocht moeten
worden, alvorens staking of uitsluiting ge
wettigd is. Het land kan, volgens den pre
sident, niet blootgesteld blijven aan diep
ingrijpende industrieele stoornissen wegens
het ontbreken van verdere middelen van ar
bitrage en bemiddeling, waarin, het congres
gemakkelijk kan voorzien. Een voorstel,
beoogende dat de arbeid in het land of op
de spoorwegen niet door groepen georgani
seerde personen gestaakt of belemmerd mag
worden, voordat een openbaar onderzoek
is* ingesteld, dat de geheele kwestie voor
de publieke meening uiteen zet, sluit geen
nieuw beginsel in zich.
De president beveelt ook een wet aan,
waarbij zij, die betrokken zijn bij het be
vorderen van den buitenlandschen handel,
grooter vrijheid van aaneensluiting krijgen
dan de tegenwoordige wet tegen het mono
polie toelaat. De gelegenheid hiertoe zou
voorbij kunnen gaan als het congres de be
slissing intTekt.
Verspreide Berichten.
Een goudinzameling.
De Kölnische Ztg. is een goud-inzameling
op groote schaal begonnen. Het blad ver
leent 10 perc. reductie op advertenties, die
in goud worden betaald. Een aantal firma's
hebben zich reeds bij de beweging aangeslo
ten. Zij geven 5 perc. reductie op met goud
betaalde inkoopen. Men hoopt op die wijze
den goudreserve der Bank weer eein flinken
vloed van goud te bezorgen, hetgeen, trots
de verdubbeling der goudreserve sedert het
begin van den oorlog, dringend noodig is,
om de waarde van het geld te handhaven en
het crediet in het buitenland te verzekeren.
Oost-IndlS
Djambi.
Aan een Djambi-correspondentie in de
Loc. ontleenen wij:
Omtrent dat „neerleggen" een paar
woordjes, rij het dan ook een luguber praat
je. De vernam, dat bij de inneming van Moe
ara Tambesi onder commando van den over
ste Gerlach drie brigades infanterie onder
den kapitein Meeter ruim een honderd re
bellen hebben neergelegd, maar dat de iden
titeit der lijken niet is vastgesteld, ja zelfs
werden rij niet allen gefouilleerd. De wa
pens, die kapitein Meeter hun heeft afge
nomen, waren van de gesneuvelden, die
langs den weg lagen.
Daarom werd oorspronkelijk „officieel"
gerapporteerd: vijftig rebellen neergelegd,
maar toen men eenige dagen later te Moe
ara Tambesi verging van de lijkenlucht en
het terrein werd afgezocht, vond men nog
eens zooveel lijken er bij, doch hun wapens
waren verdwenen! Welke hoofden nu ge
sneuveld zijn, welke verzetsleiders, welke
kampongs aan die klewangaanvallen hebben
medegedaan bij die gelegenheid, kan men
thans niet met zekerheid zeggen en men
moet maar gelooven, wat deze of gene be
vriende Djambiër ons zal verhalen.
Ondanks de tegenspraak van enkelen
blijkt, dat niet alleen de S. L op Sumatra
debet is aan den opstand, thans ook in Pa-
lembang, doch dat ook S. I.ers op Java
de rebellen steunen met geld, meldt men
aan het Soer. Hbld. De boomambtenaren ge
lieven strenger te onderzoeken, of in de
zendingen van z.g. mangga's van Cheribon
en elders naar Palembang geen wapens en
munitie zitten. De Palembangers aan de
noordkust van Java zijn veelal afzenders van
die vruchten. Volgens K. P. M.-employé's
is nimmer een reclame bij de reederij in
gekomen over het in bedorven toestand aan
komen van mangga's.
Dat ls zeer verdacht.
Men moet weten, dat de spoor- en tranv-
dir-ectie», die zich beijveren ladingen vruch
ten zoo vlug mogelijk te doen vervoeren,
toch veel last hebben van reclames over be
derf daarvan. Waar het vervoer naar Pa
lembang in het scheepsruim, waarin de hoo-
gere temperatuur het bederf in de hand
werkt, veel langer duurt, ls het uitblijven
van reclames zeer zonderling en versterkt
het 't vermoeden, dat het den geadresseer
den in Palembang niet hoofdzakelijk te doen
is om de mangga's zelf. Het manggavervoer
was het vorige jaar grooter, maar het be
wijst slechts, dat de afzenders nu voorzich
tig zijn, omdat door den oorlogstoestand in
Djambi en Palembang meer op hen gelet
wordt. De uitvoer van wapens en munitie
kan dus te voren grooter geweest zijn.
De Staatscourant van 5 Dec. bevat o.m.
de navolgende besluiten
op verzoek eervol ontslagen H. Kühlman
als referendaris aan het departement van
Financiën
tot wederopzegging toegelaten als pri
vaat-docent in de letteren en wijsbegeerte
aan de Rijks Universiteit te Leiden voor het
onderwijs in de klassieke archeologie, dr. A.
W. Bijvanck;
benoemd tot lid van den Raad van Ne-
derlandsch-Indië B. J. Swart, thans adviseur
voor de decentralisatie;
gesteld ter beschikking van den Gouver-
neur-Geeraal van Ned.-Indië voor admini
stratief ambtenaar voor Java en Madoera,
J. D. Hoen, te Den Haag.
H. M. de Koningoin heeft met ingang
van 15 December 1916 benoemd:
tot grootmeescter van Hs. Dr. Huis, om
dienst te doen bij H. M. de Koningin-Moe
der Haar kamerheer jhr. mr. R. E. W. van
Weede, blijvende hij belast met de betrek
king van hofmaarschalk van H. M. de Ko
ningin-Moeder;
tot kamerheer, om dienst te doen bij H.
M. de Koningin-Moeder Hs. Dr. kamerheer
in buitengewonen dienst jhr. mr. W. Röell
benoemd tot Haren secretaris.
Ca crisis aan Financiën.
Met zekerheid kan thans worden me
degedeeld dat de Minister van Financiën,
mr. dr. Ant. van Gijn, zijn verzoek om ont
slag aan H. M. de Koningin heeft ingetrok
ken.
De buitengewone missie, bestaande uit
den hogmaarschalk van de Koningin Graaf
van Bylandt, den adjudant i. b. d. generaal-
majoor Tonnet en den ordonnance-officier
le luit. von Heijden, die H. M. de Koningin
heeft vertegenwoordigd bij de begrafenis
van den keizer van Oostenrijk, is Maandag
avond te 'sGravenhage teruggekeerd.
De Amerikaansche gezant.
Men schrijft ons uit 's Gravenhage:
Wij vernamen op de Amerikaansche le
gatie de bevestiging van het Reuter-bericht,
dat de Amerikaanse**© gezant dr. Henry van
Dyke zijn ontslag als zoodanig heeft ge
vraagd, onder toevoeging dat hij zijn voor
nemen daartoe reeds te kennen had gege-
geven aan den president der Vereenigde
Staten, toen hij in September j.l. zich in
Amerika bevond. Hij heeft toen tevens ver
klaard, bereid te zijn aan te blijven tot het
begin van het volgende jaar of totdat zijn
opvolger zal zijn benoemd en bevestigd. Dr.
van Dyke trekt zich terug om particuliere re
denen, hoofdzakelijk on\ zich te wijden aan
zijn letterkundigen arbeid.
Sinds 15 October 1913 was hij aan ons
Hof geaccrediteerd. Dr. van Dyke, die doc
tor was in de theologie, heeft tijdens zijn
verblijf hier te lande meermalen predikbeur
ten vervuld in de Engelsche kerk en lezin
gen gehouden voor Christelijke jongeliëden-
vereenigingen. Verschillende novellen van
zijn hand zijn als feuilleton in Nederland-
sche bladen verschenen.
Hij was er trotsch op, af te stammen van
een oud-Hollandsch geslacht en verheugde
zich erin, den gezantschapspost in ons land
te kunnen bekleeden. Ook was hij ver
trouwd met de Nederlandsche taal en gaf
daarvan o. m. blijk bij de onthulling van de
buste voor William Stead in de bibliotheek
der Carnegie-stichting, toen hij in de Neder
landsche taal een korte toespraak hield, ge
volgd door het reciteeren van een door hem
vervaardigd gedicht, waarin hij hulde bracht
aan de mannen van de „Titanic."
Zijn ijverige werkzaamheid als vertegen
woordiger der Amerikaansche republiek zal
menigeen onder zijn hier vertoefd hebben
de of nog vertoevende landgenooten zich
met dankbaahheid herinneren. Vooral in het
begin van den oorlog stond het in het ge
bouw geen oogenblik stil. Van alle kanten
werd door Amerikaansche onderdanen zijn
hulp en raad ingeroepen. Talrijke personen,
wier familieleden of betrekkingen door den
oorlog in het buitenland verrast waren, rie
pen zijn hulp en bemiddeling in om te zor
gen dat dezen in de gelegenheid werden
gesteld, terug te keeren. Ook nam de gezant
later een werkzaam aandeel in de oprichting
van het bekende Relief Committee, dat zoo
veel voor de Belgische bevolking heeft ge
daan. Met opoffering van zijn rust heeft hij
in die dagen dag en nacht gearbeid.
Het streven van dr. van Dyke was ge
lijk hij zelf meermalen heeft verklaard er
steeds op gericht, de vriendschappelijke be
trekkingen tusschen ons land en de Ver
eenigde Staten te onderhouden en te ver
sterken.
Zijn vertrek zal dan ook door velen in den
lande met leedwezen worden vernomen.
De ingestelde staatscommissie betref
fende de dienstvoorwaarden enz. van het
personeel der posterijen, telegrafie en tele
fonie, zal Zaterdag 9 dezer door den minis
ter van waterstaat in de Treves-zaal worden
geïnstalleerd,
Staatscommissie zalmvraag-
stuk. Verschenen is het verslag van de
staatscommissie voor het zalmvraagstuk.
Nadat in het verslag uitvoerig is gememo
reerd wat aanleiding gaf tot het instellen der
commissie, worden daarin achtereenvolgens
behandeld de volgende onderwerpen
Levenswijze van den zalm is meer in het
bijzonder met het oog op den Rijn. Wijze
van uitoefening der zalmvisscherij op den
Rijn en wettelijke regeling. Toestond op den
Rijn. Toestand op de Maas. Toestand op de
rivieren in het buitenland, behalve op den
Rijn en de Maas. Het zalmtractaat. De
kunstmatige teelt. Samenvattende hetgeen
in dit verslag als bevorderlijk voor den
zalmrijkdom der Nederlandsche rivieren
wordt aangewezen, beveelt de commissie als
slotsom van haar onderzoek het volgende
aan
lo. Samenwerking met de boven de Ne
derlandsche grenzen gelegen oeverstaten,
instandhouding in overleg met deze staten
van nog aanwezige paaiplaatsen en bet op
nieuw toegankelijk maken, voor zoover mo
gelijk, van plaatsen, die als zoodanig vroe
ger bekend waren; kunstmatige teelt als te
genwicht van de schade, die de natuurlijke
teelt door rivierwerken als anderszins moet
ondervinden, en
2o. met name wat het laatste punt betreft,
het uitzetten op niet te kleine schaal van
zalmpjes in onze beken en rivieren.
Mali voor Suriname. De
directeur-generaal der posterijen en telegra
fie brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat er gelegenheid bestaat tot verzending
van correspondentie naar Suriname, vla En
geland, vanwaar doorzending plaats heeft
des Zaterdags om de 14 dagen (9.23 De
cember e.k. enz.) In verband met de onge
regelde data van afvaart der stoomschepen,
waarmede de post uit Nederland naar En
geland thans wordt vervoerd, kunnen de
tijdstippen van verzending naar Suriname,
via Engeland, niet vooraf bekend worden
gemaakt.
Indien belanghebbenden hunne corres
pondentie langs den genoemden weg wen
schen verzonden te zien, behoort dezelve
van eene aanwijzing daartoe te worden voor
zien. Het internationale port is hiervoor ver
schuldigd.
De nieuwbenoemde secretaris-gene
raal van het departement van koloniën, dr.
E. Maresco, is door ziekte verhinderd de
reis naar Nederland te aanvaarden en heeft
zijn vertrek uit Batavia tot begin Januari
moeten uitstellen.
De Staten van Groningen kozen gister
tot Eerste Kamerlid J. B. Westerdijk (vrijz.-
democraat), voorzitter van den Groninger
Landbouwbond, oud-gedeputeerde, te Uit-
huizermeede, met 23 van de 44 stemmen.
Kamerverkiezing Tiel. In
een Maandag te Tiel gehouden bijeenkomst
van landbouwers, voorstanders der candida-
tuur-mr. A. G. A. ridder van Rappard, en
van de besturen der liberale kiesvereenigin-
gen in dit district zijn partijen tot overeen
stemming gekomen en is besloten den heer
mr. H. G. Dresselhuys eenparig te stem
men.
Kamerverkiezing te Tiel.
De omstandigheid, d-at in dit district bij de
ze Kamerverkiezing twee candidaten van
vrij-liberale richting zijn gesteld, zal leiden
tot een reorganisatie van de Centrale Libe
rale Kiesvereeniging, waardoor dit in de
toekomst onmogelijk wordt.
Kamerverkiezingen 1917. De
liberale en vrijz. kiesvereenigingen in het
district Emmen, aangesloten bij de centrale
liberale kiesvereeniging Drenthina, hebben
den heer mr. H. Goeman Borgesius candi-
daat gesteld.
Militair vaardigheids-di
ploma. De opperbevelhebber heeft,
naar de Avp. meldt, ter kennis van de auto
riteiten gebracht, dat aan ongeveer 2100
officieren, onderofficieren, korporaals en
manschappen het „militair vaardigheidsdi
ploma", is uitgereikt, welk resultaat bevre
digend kan worden genoemd.
Aangezien bij meerdere deelneming aan
lichaamsoefeningen nog beter resultaten
kunnen worden verkregen en het van groot
belang wordt geacht om de opgewektheid
tot deelneming aan die oefeningen te blij
ven bevorderen is bepaald, dat bij voortdu
ring van de mobilisatie, in 1917 tweemaal
gelegenheid zal worden gegeven om het
diploma te verwerven, n.l. in Mei en Sep
tember.
Alle militairen, die een militair vaardig
heidsdiploma verwerven, krijgen een extra
verlof van vier dagen, waaraan vrij vervoer
per spoor enz. wordt verbonden en rekening
zal worden gehouden met de wenschen van
belanghebbenden.
Voor officieren, <iie zich aan het onder
zoek tot verkrijging van het diploma onder
werpen, is het reisbesluit 1916 van toepas
sing.
Kolonel Schelt us. t Te
Breda is gisteren in den ouderdom van 80
jaren overleden de heer A. P. Scheltus, ge
pensioneerd kolonel der infanterie.
Sedert 2 Februari 1893 was kolonel Schel
tus lid van den gemeenteraad van Breda en
van 13 Juni 1896 tot Sept. 1915 wethouder
dier gemeente.
De overledene was ridder In de orde van
den Nederlandschen Leeuw.
Dr. J. W. J a c ob 1. Jn de Boerhaa-
ve-kliniek te Amsterdam is overleden dr. J.
W. Jacobi, directeur van de Provinciale
Krankzinnigeninrichting ,,Duin en Bosch"
te Castricum.
Nederland en de oorlog.
D - minir -.n Buiter.Iandsche' Zafc
ken heeft aan de i weedc Kamer een schrift
telijk antwoord ingezonden op hei reeds vei*
melde viertal vragen van het Kamerlid
Duys, betreffende het wegvoeren van Beft
gen naar Diritschland.
Door den minister wordt de toedracht He*
zaak als volgt medegedeeld:
Toen de Duitsche overheid in het bezet*
te deel van België in October 1914 tot d*
overtuiging was gekomen dat het tot herstel
van het geregelde dagelijksch leven in hol
bezette gebied wenschelijk was dat de bi|
vele honderdduizenden naar het buiten*
land gevluchte bevolking weder naar haan
haardsteden terugkeerde, werd door hel
college van burgemeesters en schepenen
der stad Antwerpen 13 October 1914 een'
proclamatie verspreid, waarin was opgeno
men een verklaring van den Duitschen goix
verneur van Antwerpen, generaal barort
Von Huene, en den voorzitter der Intercom
munale Commissie van Antwerpen, dert
heer Louis Franck, houdende dat er geen
sprake van was dat Belgische jonge mannen
naar Duitschland zouden worden vervoerd
of tot legerdienst zouden worden gedwon*
gen.
Tevens werd door de overheid de mede»
werking van den consul-generaal der Ne
derlanden te Antwerpen ingeroepen om
van de goede bedoelingen van het Duitsche
bestuur aan de in Nederland vertoevende
Belgische vluchtelingen te doen blijken ten
einde hen tot terugkeer naar hun vaderland
te bewegen.
In overleg met genoemden gouverneur
baron Von Huene en den heer Franck werd
daarop door den consul-generaal een be
richt opgesteld, gedateerd 17 October 1914,
waarvan de tekst gelijkluidend was met den
door den heer Duys aaneehaalden.
Den 20en October 1914 deelde de con
sul-generaal aan baron Von Huene officieel
mede, dat dit bericht met toestemming der
Nederlandsche regeering in Nederland ven-
spreid werd. Door tusschenkomst van het
ministerie van Binnenlandsche Zaken, het
welk op zijn beurt de bemiddeling inriep van
de Commissarissen der Koningin en de bur
gemeesters der verschillende gemeenten,
werd daarop het bericht van den consul-ge
neraal te Antwerpen ter kennis van de Bel
gische vluchtelingen gebracht.
In antwoord op de vierde vraag (welke
stappen heeft de Regeering gedaan of denkt
zij te doen naar aanleiding van deze zaak?)
deelt de minister mede, dat hij naar aanlei
ding van de bovenstaande feiten een schrif
telijk vertoog tot de Duitsche regeering
heeft gericht, houdende dat de Nederland
sche regeering de wegvoering van de bevol
king van een bezet gebied naar het land van
de bezettende macht in strijd acht met de be
palingen en den geest van het volkenrecht,
zooals dit laatstelijk uitdrukking heeft ge
vonden in de vierde Haagsche Conventie
van 1907, dat zij evenwel, getrouw aan de
sedert het begin van den oorlog door haar
gevolgde gedragslijn, zich van bijzondere
stoppen te dezer zake onthouden zou heb
ben, ware het niet dat de bovenomschreven
feiten een besliste verantwoordelijkheid op
de Nederlandsche regeering gelegd hadden
tegenover diegenen onder de thans wegge
voerde Belgen die, aanvankelijk naar Nedep»
landsch gebied uitgeweken, later naar Bel
gië teruggekeerd waren, vertrouwende op
de waarborgen, o.a. van niet-wegvoering
naar Duitschland, welke hun door de hoog
ste Duitsche overheid te Antwerpen, met
medewerking der Nederlandsche regeering,
uitdrukkelijk waren gegeven.
Op dezen grond heeft de Nederlandsche
regeering ten slotte de verwachting uitge
sproken dat diegenen onder de naar
Duitschland weggevoerde Belgen, welke in
het voormeld geval mochten verkeeren, zou
den worden teruggezonden naar hun haard
steden.
Naar aanleiding van de bewering, da!
het vervoer van Belgische werklieden
naar Duitschland in strijd is met de
officieele Duitsche verzekeringen, dat de
Duitsche autoriteiten fatsoenlijke jonge
lieden niet zouden gevangen nemen en
naar Duitschland vervoeren, ontkent de
Nordd. Allg. Zeitung, dat hiér eene
tegenstrijdigheid bestaat. De indertijd ge
geven verzekering betrof slechts de vrees,
dat de uit Nederland terugkeerende Belgen,
als zij voor den dienst geschikt waren, bij
het Duitsche leger konden worden ingelijfa
en de ongeschikten naar Duitschland ge
bracht. Deze toezegging is ten volle ge
stand gedaan. Wat thans gebeurt is alleen,
dat menschen, die sedert twee jaren werk
loos zijn en openbaren onderstand genieten,
om sociale redenen naar Duitschland ge
bracht worden. Door de Engelsche afsluiting
is de Belgische industrie afgesneden van
hare onmisbare grondstoffen, waardoor hon
derdduizenden werkloos werden, behoefte
kregen aan onderstand, lediggangers en spe
lers werden, degenereerden en hunne b&<
kwaamheid om te werken geheel of ten deel©
verloren. Slechts degene, die zonder vol
doende reden weigert werk te verrichten,
dat met zijne bekwaamheden overeenkomt,
en armlastig wordt, wordt weggevoerd, en
dit transport geschiedt op de zachtste ert
meest verschoonende wijze.
Distri butne van meel en bloem.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft aan de burgemeesters eene
circulaire gericht, waarin hij ingevolge art.
9, eerste lid, der Distributiewet 1916, hunne
medewerking inroept, ten einde hem de blij
kens een ingesloten formulier vereischte op
gaven te doen verstrekken door allen, die
als detaillist in hunne gemeenten voor hun
beroep of bedrijf meel of bloem behoeven!
in de allereerste plaats komen daarvoor In
aanmerking:
a. de bakkers, banketbakkers, koeL- tl|
beschuitfabrikanten: