FONGERS RIJWIELEN
15da Jaaroang
„DE EEMLANDER".
Zaterdag 23 December 1916.
_B1NNENLAND._
ZONNEWEELDE
N' 150. Tweede Blad.
FEUILLETON.
j MARIE VAN VERSENDAAU
HooMredactlei Mr D VAN SCHAARDENBURa
ABONNEMENTSPRIJS:
s maand.n rooi Amersloortf
Per™ „MmertJratwvereekerinit 'tegen ongelukken)»
Af.onderltike nummer»
W.k.ltikMh bijroegMl „D. Bcllawttdi. Uu.nrouu (onder
redactie ran Théré«» Hoven) per 8 mnd. ÖO els.
Wekellikeeb bdToegeel ,fW> per 3 mnd. 89 cl«.
Bureaus UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFP Co.
ti
PRIJS DER ADVERIENTIËN
Van 1—5 regel».
Elke regel meor
Dienstaanbiedingen 1-5 r#«el9.,
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor haodol eu bedryl bestaan zeer voordoelige bepulinguu
tot hat herhaald odrerteeren ia dit Blad, by abonuomouL
Eeua circulaire, bevattende da voorwaarden, «vordt
aanvraag toegezonden.
f O.SO.
0.15<
- 0.50.
op
De Staatscourant van 22 December
bevat o.a. de volgende Kon. besluiten:
benoemd tot ontvanger der registratie
voor gerechtelijke akten en domeinen te
's Hertogenbosch B. J. de Leeuw, thans re
gistratieontvanger te Nijkerk;
tot gewoon hoogleeraar in de faculteit
der letteren en wijsbegeerte aan de Rijks
universiteit te Groningen voor het onderwijs
in de oude geschiedenis en de Romeinsche
antiquiteiten dr. A. G. Roos, thans biblio
thecaris en tijdelijk lector aldaar.
De Minister van Koloniën,
mr. Pleyte, begaf zioh gister voor eenigen
tijd naar Zwitserland.
De Minister wordt den 5en Januari e. k.
te 's-Gravenhage terugverwacht.
Heden geeft de Minister van Justitie,
mr. Ort, ten zijnen huize een afscheidsdiner
aan den vertrekkenden secretaris-generaal
van het Departement van Justitie, mr. Dres-
selhuys, waaraan de hoofdambtenaren van
het Departement van Justitie zullen aanzit
ten.
M r. M .J. M ij e r. f Op 63-jarigen
leeftijd is te 's Gravenhage overleden de
heer mr. M. J. Mijer, oud-president der
Wees- en Boedelkamer in N.-Indie
He crematie zal plaats hebben Dinsdag
ö.s. te Driehuizen om 12 uui.
M. M. C o u v e S r. Niet de heer
J. W. Couvée, zooals abusievelijk was ver
meld, doch de heer M. M. Couvée Sr., is
te 's Gravenhage in d^nou^erdom van 82
jaar
Nederland en de oorloa.
nu ar het
naelsche (-out
Naar wij vernemen, zal op uitnoodiging
Britsche regeering door een drietal ofli-
cieitn van het Nederlandsche leger een be
zoek aan het Englsche front worden ge
bracht. Daartoe zijn aangewezen de gene-
raal-majoor J. Burger, commandant der 2e
divisie, de luitenant-kolonel Jhr. J. H. Röell,
van den staf dera rtillerie en de kapitein der
infanterie J. W. van Oorschot, werkzaam
«en het departement van oorlog.
Deze officieren zullen daartoe in den aan-
van van Januari a. s. naar Londen vertrek
ken.
Buitensporige graan
prijzen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heelt onderstaande circulaire tot de
burgemeesters gericht
„Bc heb de eer U mede te deelen, dat mij
gebdleken is, dat graan van den oogst 1915,
al dan niet vermengd met graan van den
oogst 1916, tegen buitensporige prijzen Ir»
den vrijen handel wordt gebracht.
Om dit tegen te gaan, heb ik gemeend het
verbod van uitvoer uit eene gemeente, be
doeld in mijne circulaire van 9 Augustus j.L,
no. 19909/43, te moeten uitbreiden tot alle
rogge, tarwe, gerst, haver en boonen, in ge
malen of ongemalen toestand, en VI beleefd
te verzoeken den uitvoer van deze granen,
welke niet reeds door het Rijk zijn aange
kocht, te beleten, tenzij de eigenaren deze
elsnog door Uwe bemiddeling aen het Rijk
verkoopen tegen de prijzen, die zijn vastge
steld voor de granen van den oogst 1916.
Bij eventueele pogingen tot uitvoer, wei
gering tot verkoop aan het Rijk, of poging
tol verkoop aan derden, gelieve U zoo noo-
dig machtiging tot inbezitneming aan mij te
verzoeken."
Tuinbouwzaden.
De Minister van Landbouw, enz. heeft be
paald: aan exporteurs en producenten van
tuinbouwzaden, ingeschreven bij de Rijks
commissie van Toezicht op de Vereeniging
Zaadcentrale, zal vergunning worden ge-
gpvet. voor den uitvoer van bepaalde par
tijen augurken- en komkommerzaad, radijs
zaad, kropslazaad, pluksla- en snijslazaad
mangelwortelenzaad, voederbietenzaad, kro
tenzaad, veldslazaad, rammenaszaad en snij-
bietzaad van nader door genoemde Rijks
commissie van Toezicht aan te wijzen soor
ten.
Overleder.
De Echo van het Zuiden deelt mede, dat
de voorzitter van het Distributiebureau van
huiden en leder, de heer J. L. van Geyn te
Waalwijk, naar Engeland zal vertrekken om
daar o. a. besprekingen te houden betref
fende rationneering met overleder van ons
land ln 1917.
Belg. Roode Kruis.
Men meldt ons, dat ter vervanging van
baron De Royer de Dour de Fraula, sedert
overleden, benoemd is tot voorzitter van het
Belgisch Roode Kruis de heer Edgar de Pot
ter d'lndoye.
Het comité voor het Jaar 1917 is als volgt
samengesteld: voorzitter de heer E. de Pot
ter d'lndoye; onder-voorzitter de heer Leon-
Delhez; idem de heer dr. Dallemagne; secre
taris-generaal de heer Georges Henrijsan;
leden de heeren Mauroux-Hoyer, Maurice
Thibaut en Br. Wybauw.
Vrees voor burgerdienst
plicht.
Men schrijft aan het N. v. d. D. van
de oostelijke grenzen:
Vele Duitschevs komen met hun familie
leden in de laatste degen over de grens,
teneinde zich in Holland te vestigen uit
vrees, dat men in Duitschland den last van
den burgerlijken dienstplicht moet dragen
en in de munitiefabrieken werken.
Over de grens gekomen.
Woensdag morgen zijn te Winterswijk
drie Fransche krijgsgevangenen aangeko
men, die als burgérs gevangen genomen wa
ren in het bezette gebied van Frankrijk. Ze
behoorden tot het gevangenkamp van Holz-
minden, doch hadden in den laatsten tijd te
Brambauer bij Dortmund in de mijnen ge
werkt. Vijf nachten hadden ze geloopen.
Te Ambt-Delden is een deserteur aange
komen, Deventernaar van geboorte. Bij het
begin van den oorlog hadden zijn vader en
diens drie zoons zich als soldaat laten in
schrijven. Zijn vader sneuvelde spoedig. Hij
werd aan de Oostgrens gewond. Te Rheine
was hij verpleegd en was daar gevlucht.
Te Maastricht kwamen zeven ontvluchte
Russen aan, die op verschillende punten over
de Limburgsche grens waren gekomen.
Woensdag zijn te Winterswijk twee Duit-
sehe deserteurs aangekomen. Beiden hadden
ongeveer twee jaar aan het front gestaan.
Te Maastricht zijn 4 Russen aangeko
men, onder wie één officier. Deze laatste
had bij de Serviërs gevochten en was bij
Monastir gevangen genomen.
Te Herten zijn twee uit Duitsche krijgs
gevangenschap te Keulen ontvluchte Rus
sen over de grens gekomen.
„De Zeeuwsche spionage-
affair e." De Nieuwe Courant schrijft:
Met ons bericht over de Zeeuwsche spion-
nage-affaire, dat ons van zeer betrouwbare
zijde ter oore kwam, zijn wij er naar ons
blijkt leelijk ingevlogen. Een telegram van
onzen Middelburgschen correspondent, dat
ons bericht onjuist noemde, gaf ons aanlei-
ding tk 4oaV iwUr te omJcrzoelcen en nu
bleek ons, dat van eenige spionnage tegen
Nederland alleen bij één der gearresteerde
Belgen sprake moet zijn; hij is gevangen ge
houden en zal worden vervolgd. Alle an
deren, ook de heer P. F., waren toen ons
bericht gepubliceerd werd, zonder uitzon
dering reeds weer op vrije voeten, zoodat
hun blijkbaar niets ten laste kon worden ge
legd
Behandeling van vrouwendoor
soldaten aan de grens.
Aan de Nijm. Ct. wordt uit Mook gemeld,
dat door eenige bewoners der grensstreek
het volgende adres is verzonden aan de mi
nisters van Justitie, Financiën en Oorlog en
aan de leden der Eerste Kamer en Tweede
Kamer:
In naam der zedelijkheid, in naam der
veiligheid doen wij een beroep op uwe tus-
schenkomst.
Wij zijn sinds het begin van den oorlog
reeds onderworpen aan tallooze vrijheids
beperkingen, aan enorme lasten, waarvan
iemand buiten de grensstreek geen flauw be
grip heeft. Dit alles dragen we gaarne in het
belang van het vaderland, al zijn we ook
overtuigd, dat wij bij een eventueelen strijd
worden prijsgegeven. Maar zooals wij tegen
woordig zijn overgeleverd aan een terroris
me, druischt tegen alle begrippen van recht
en zedelijkheid in.
Ik geef slechts twee feiten uit de talrijke
en laat het oordeel dan aan u.
Moeten wij het duiden, dat de eerste de
beste soldaat-kommies onze vrouwen en
dochters gebieden kan op afgelegen plaat
sen in trein of tram te stoppen, om dan
in den avond met die heeren een wan
deling soms van een uur te maken naar een
visiteuse? Wie zou het dulden, dat zijn
vrouw, dochter of dienstbode door deugnie
ten vergezeld zoo'n tocht moet maken? En
dat er deugnieten onder zijn? Ter illustratie:
Onlangs werd een deftige dame, terugkee-
rende van een familieavond, genoodzaakt
naar een visiteuse te gaan, ofschoon een
sergeant verzekerde, dat de dame een hoogst
fatsoenlijk mensch was. Eerst te midder
nacht keerde zij bij haar angstige familie te
rug en.beviel dien nacht ontijdigf Zon
dag noodzaakte een soldaat-kommies uit Nij
megen een meisje in een aparte coupé door
visitatie aan den lijve te ondergaan door
hemf En publiek genoeg om te bewijzen, dat
dit visiteeren een zedenmisdrijf wasf Want
het meisje had aangeboden naar een visi
teuse te gaan.
Ik ken ouders, die hun schoolgaande doch
ters gewapend hebben om zich desnoods te
kunnen verdedigenl
Indien wij nog zedetykheidswetten heb
ben, laat al haar kracht dan gevoelen aan
zulke onverlaten en bescherm ons en onze
kinderen tegen deze geuniformde barbaren.
Wij lezen in Het Vaderland:
In die gedeelten des lands, welke in staat
van beleg zijn verklaard, wordt van militaire
zijde censuur uitgeoefend op het verkeer
per post en telegrafie.
Wettelijk volkomen in den haak en me
nigeen heeft reeds een brief ontvangen ge
sloten met een censuur-zegel. De militaire
autoriteit schijnt evenwel ten dezen haar
macht verder te gebruiken dan de wet toe-
laèt. We ontvangen ten minste klachten
over handelingen van de militaire censuur,
die we geneigd zouden zijn ongelooflijk te
achten, indien we onzen zegsman niet veis
trouwden.
Hij deelt ons mede, dat in den laatsten
tijd in zijn omgeving steen en been word!
geklaagd over wat hij, om een zacht woord
te gebruiken, als onbescheidenheid van de
militaire censuur besohouwt. Een voor-
beeld
Een zijner vrienden, koopman van be
roep, had een brief ontvangen over trans
acties met een Duitsche firma. Kort daar
op werden hem door een belastingambte
naar enkele uitdrukkingen uit zijn briel
onder den neus geduwd, waaruit hem ten
duidelijkste bleek, dat men den hem toege
zonden brief had gelezen. Hij onderzocht nu
de enveloppe, waarin de brief hem had be
reikt, en het bleek hem, dat de oorspron
kelijke gom was losgemaakt en de briel
later met lijm was dichtgeplakt.
Later bleek, uit uitlatingen van een offi
cier der censuur, die zichzelf niet genoeg
onder censuur had, dat bij het verrichten
van die taak niet altijd de kieschheid wordt
in acht genomen, die zij in ieder geval ook
al9 die censuur kwaad vermoedt, veeischt.
Zoo werden o.a. tegenover een militair quasi
grappige toespelingen gemaakt op uitdruk
kingen in een brief van zijn meisje. De min
nebrieven moesten het over het algemeen
nog al ontgelden.
Dat dit voor de betrokkenen hoogst er
gerlijk is, behoeft geen betoog. Het bleek
ook, dot lijsten van de manschappen werden
bijgehouden, met aanteekeningen als: „in
het oog houden, hij correspondeert te veel
met(waar zijn meisje woont), en met......
(waar zijn ouders gevestigd zijn).
Het feit, dat de brieven, zooals uit boven*
staand voorbeeld blijkt, soms geopend eni
weder gesloten zijn geworden, zonder dat
zij voorzien zijn van een censuur-strook of
-zegel, stempelt deze wijze van doen tot let#
achterbaks, dat niet er op berekend is een
góeden geest onder de betrokkenen aan te
kweeken.
Overtreding D i s tr i b u t i e w e t
De rechtbank te Middelburg heeft
twee landbouwers uit Ierseke ieder tot 100
boete of een maand hechtenis veroordeeld
en een derde tot 150 boete of zes weken,
hechtenis, wegens het vervoeren van rood#
star aardappelen, terwijl dit verboden wai|
Nog twee andere personen, onderscheidei*
lijk uit Wemeldmge en Koudekerke, wei*
den veroordeeld ieder tot 10 boete, suf*
sidiair 10 dagen hechtenis.
Een valstrik. Bij de politie t®
Amsterdam, vervoegde zich Vrijdag een
Duitsch deserteur, die zich kwam beklagen
over een ondergane mishandeling, welke ia
een café te Amsterdam had plaats gehadi
Walken prijR men voor een FOSGERS heelt beta»l«1 en welke zwnr* diensten men ook van «fat rijwiel heelt verlangd, de exploitatie
rekening loont steeds aan dat de FONGERS een TO«>R(»ECLIG rijwiel is. Bij aan«chatflng bevordert uien de Nederlandsche Industrie
en geelt blijk zijn eigen belang te begrepen.
nllclitlngen worden steeds gaarne verstrekt door A. 91. DEN HETER, Langesiraat 86. Reparatie-, Emailleer- en Fernikkel-Inrlclitfng voor rijwielen van elk labrikaut. Telefoon 5 g
De grootste van alle fouten is, er zich van
geen bewust te zijn.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
2
Daar het echter tot geen breuk tusschen
de echtgenooten kwam, en zoowel hot aan
zien van den graaf als zijn naam haar ten
Schild diende, wende Berlijn aan de buiten
sporigheden dezer vrouw en men maakte
haar zelfs het hof, toen men zag hoe hoog
haar echtgenoot bij den koning aangeschre
ven stond.
Zij was ternauwernood veertig jaren, toen
haar man voor de poorten van Parijs viel.
Een vriend des huizes bracht de treurmare
In het stille huis aan de Kupfergraben. Im
pulsief als altijd, zonder de draagkracht van
haar woorden te bedenken, trok zij haar
•oon hartstochtelijk ln haar armen en riep
•onder tranen met van toorn fonkelende
•ogen
r/Mijn bloed zullen de Pruisen tenmiiv-
•te niet meer optlokken."
Deze woorden wekten In hooge regionen
heel wat ontstemming en de gravin moest
zich een tijdlang den boycot der hofkrin
gen laten welgevallen. Nu dacht zij er ern
stig aan naar Parijs te verhuizen. Maar de
oorlog had de verhoudingen veranderd en
zelfs bij haar naaste vrienden stuitte de we
duwe van den Pruisischen generaal slechts
op wantrouwen. Daarom dong zij opnieuw
naar de gunst van de Berlijners, die zij vroe
ger zoo zeer had veracht en onderhield
daartoe meer dan vriendschappelijke be
trekkingen met een Pruisisohen minister die
haar behulpzaam moest zijn om haar ge
schokte positie weer te herstellen.
Er werd in de zeventiger jaren veel ge
mompeld over gravin van Oberwall, maar
men wachtte er zich voor haar te mishagen.
En toen de minister zijn portefeuille moest
neerleggen, was het salon in de Kupfergra
ben een macht geworden.
Graaf Andreas Oberwall zijn moeder
noemde hem nooit anders dan André
studeerde in de rechten. Bij de recepties,
die de gravin gaf, teekende zich zijn silhouet
fijn en slank af tegen een karmozijnroode
draperie, waartegen de groote, roode, met
brocaat overtrokken leunstoel met de ver
gulde armleuningen, els een kleine troon
-o--' oven. Twintig jaar lang trok men
uit de eerste Berlijnsche kringen naar dezen
brokaten zetel, twintig jaren lang raakten
verwelkte en frissohe lippen de van brillan-
ten fonkelende hand, welker geringste bewe-
ging bij machte was alle stemgerulsch tot
zwijgen te brengen.
Aan die jaren moest rij terugdenken,,
vijf en tachtig-jarige vrouw, terwijl zij daar
Kit in de geluidlooze stilte van haar „oude
vrouwekamer". En verder herdaoht zij veel
bitters in haar leven f
Zij was er in geslaagd haar zoon André
als gezantschapssecretaris te Parijs te doen
benoemen. Want hij was haar te Pruisisch,
zooals zij het noemde, te houterig. Zij ver
wachtte veel van het wufte Parijsche leven
zij lachte slechts, als de golven van den
Parijschen maalstroom over hem heen sloe
gen, betaalde zonder eenige verklaring te
vragen of eenige vermaning te geven de
enorme sommen, die zijn plotseling ont
waakte levenshonger verslond.
Haar hart sloeg warm en blij, toen zij r.a
eenige jaren uit zijn brieven vernam, dat
hij er over dacht zioh met een jong meisje
uit een der eerste Parijsche families te ver
loven. Den naam had hij haar nog niet ge
noemd. Eiken dag weer verwachtte zij den
brief te ontvangen, die haar geheele zeker
heid zou geven. Wat zou zij van haar hou
den, de dochter, die haar zoon in haar huis
zou brengen en die haar nu reeds dierbaar
was, omdat zij tot het volk behoorde, waar
mee zij zich zelf nog steeds één voelde.
Inplaats van een brief kwam een telegram,
dat haar aan het ziekebed van haar zoon
riep. Hij herkende haar niet, toen zij zich
over zijn verbonden hoofd hoog.
Maar toen zij in zijn van koorts gloeiende
oogen voor het eerst weer een schemering
van bewust leven zag, schro zij van een
sdhrijven dat zij nu ontving en dat haar
maar niet uit de gedachte wilde gaan. En
toen rijn verdorde Kppen. de eerste woor
den konden vormen toen wezen deze
woorden haar van den drempel zijner ka-
me»* en hard en onverbiddelijk
„Ik heb het koud, Mendel", zei de oude
gravin. De kamenier knikte en roerde den
dooier van een ei in den sterken portwijn,
dien haar meesteres placht te drinken, als
zij van het kerkhof kwam.
De gravin was bang voor den dood, zoo
als kleine kinderen den zwarten man vree
zen.
Den dood van een bekende mocht men
haar nooit mededeelen, nooit het woord
dood in hare tegenwoordigheid uitspreken.
En 't gebeurde, dat zij over lang gestorve
nen sprak alsof zij nog leefden, informeerde
hoe zij het maakten, groeten aan hen mee
gaf, zelfs dan als zij de werkelijkheid
vermoedde.
Sleohts op één dag van het jaar dacht zij
aan 't einde. Dat was op den dag, waarop
zij de voohtige koude van het kerkhof in
haar zwart crêpe kleed meebracht, den dag,
waarop zij het voorbeeld van haar moeder
volgde en den met rouwfloers overtrokken
leunstoel van haar echtgenoot voor zich liet
neerzetten en hem met de oogen groette,
alsof hij er nog in zat die haar, nu hij
niet meer onder de levenden vertoefde, zoo
dierbaar was.
En op dezen dag verdiepte zij zich in het
verleden, nam zij afscheid van de feestelijke
en droeve uren uit haar rijkbewogen leven.
De kamenier wist waaraan zij dacht en
stoorde haar niet. Rillend lagen haar kno
kige handen in haar schoot. Telkens weer
pookte 7Ü[ den gloed van d-n haard oo of
voegde er nog een houtblok bij, zoodat de
vonken opspatten en het opgeblazen,diep op
de borst gezonken gelaat van de gravin ver
lichtten. Met zijn diepe, door een wit crème
bestreken groeven, zag het er uit als een
door harde vingers samengedrukt gummi-ei.
En steeds weer moest gravin Oberwall er op
dezen dag aan denken, hoe zij in Parijs uil
de kamer van haar zoon naar buiten was
gewandelder aan denken, hoe die nacht,
terwijl zij in den exprestrein Parijs—Berlijn
bij het schijnsel van haar zilver reislampj*
de op het perron gekochte dagbladen door
vloog, haar tot oude vrouw gemaakt had.
Hoe had zij toen in machtelooze woed#
het blinde toeval gevloekt, dat het pad van
haar zoon André had laten kruisen door do
dochter van een man, dien zij eens door
den overmoed van haar succes zoo doode-
lijk had beleedigd.
.Dezè kleine, misvormde, ontzaglijk rijke
man had het in zijn hoofd gehaald de ge
vierde en niet pireutsche gravin Marie An
toinette te veroveren. Om van zijn liefdes
betuigingen ontslagen te zijn, had zij haafl
toevlucht tot een brutaal middel genomen.
Zij noodigde hem met veel anderen uit op
een diner in het salon van haar hotel en gat
hem als tafelgenoot een kleine dwerg, di#
juist onder een aangenomen, hoogdraven-
den naam ln do een of andere Variété waf
geëngageerd.
(Wordt vervolgd^