ZONNEWEELDS
Zaterdag 6 Januari 1917.
N* 159 Tweede Blad.
MM!He ^SSSSSSma. „DE EEMLANDER".
IS"- Jaargang.
_JJ IJ ITF.N LAN D.
FEUILLETON.
BINNENLAND.'
ABONNEMENTSPRIJS:
..**1 8 maanden voor Amersfoort 1.30»
Idem franco por postl-ÖO.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)* O.IZö.
Afzonderlijke oummera 0.05.
Wekel\]kscb b(jvoeg3e! „D* Rollondtchê Huifrottw' (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 cl8.
Wekeliikseh bijvoegsel *Fah hu mmT per 3 mnd, 52 Cifl.
Bureaui UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PK IJS DER 4DV ERXENTlÉN
Van 1—5 regelsf 9.80.
Elke regel moor0.15.
Dienstaanbiedingen 15 rogoh,. 0.30.
Qrooto lettors naar plaatsruimte.
Voor Imndel en bedrijf bestaan /.eer voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad. o\j abonnement.
Eeno circulaire, bevatlindo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
De begrafenis van presi
dent Steyn.
President Steyn heeft zijn laatste rust
plaats gevonden aan den voet van het Vrou
wenmonument bij Bloemfontein. De teraar
debestelling had met grooten eenvoud, doch
ook met groote plechtigheid plaats en aan
het graf zijn warme woorden gesproken door
«ijn vroegere medestanders: Botha, Reitz, de
Wet, de Villiers en Hertzog. Aan de „Volks
stem" wordt uit hun redevoeringen het vol
gende ontleend:
Botha \oerde het eerst het woord.
Woorden schijnen zinledig op 'n moment
als dit, zeide hij; toch was 't spreken plicht,
want hulde en eerbied waren verschuldigd
aan hem die zoo plotseling ontnomen was
aan 't volk dat hij liefhad zooals 'n vader
z'n kinderen. Geen opoffering was president
Steyn te groot en terwijl men gebukt ging
onder 't verlies, kon de Afrikaner er trots
op zijn dat zijn natie 'n man als Steyn had
voortgebracht, 'n Volk dat zoo'n man uit zijn
midden kon kweken had 'n grote toekomst.
Wijlen de President en wijlen Abraham Fi
scher deden hun uiterste best om de oorlog
af te wenden, maar toen de storm losbarstte
wierp de Pres. onversaagd alles in de waag
schaal voor de eer en grootheid van zijn
volk. Gebroken naar lichaam was zijn geest
werkzaam om de Unie te helpen maken. Be
treurenswaardig was 't dat de overledene
niet had kunnen meehelpen aan 't zetten
van dat gebouw waarvan hij de eerste steen
had. helpen leggen. Spr. had 'n groot vriend
verloren, diens nagedachtenis zoo steeds in
zijn hart voortleven als 'n heilig aandenken,
't Volk had 'n vader, 'n staatsman en 'n
vriend verloren, wiens afwezigheid in de toe
komst meer zou gevoeld worden dan tans
beseft werd. Spr. betuigde zijn sympathie
met de weduwe en verzekerde Lhaar-van 't
medegevoel der ganse natie. In gouden let
ters zou Pres. Steyn's naam worden geschre-
"ven in de geschiedboeken van Z.-A., het
volk ten voorbeeld en het nageslacht tot be
zieling!
Pres. Reitz sprak een aandoenlijk woord
en verzekerde dat, ook al verdwenen monu
menten van klip, zooals dat waaronder Pres.
Steyn begraven lag, zijn naam zou leven en
daarmee zijn invloed op de geschiedenis en
den volksaard van Zuid-Afrika. God had
steeds groote mannen gegeven aan onder
drukte volkeren. Wat Mozes was voor Is
raël, wat Willem de Zwijger was voor Hol
land, dat was Steyn voor Zuid-Afrika. Men
was dankbaar voor 't voorrecht zoo iemand
te hebben gekend en men behoorde zich
dst waardig te maken.
Generaal Christiaan de Wet sprak In de
zelfde geest en wees er op, dat Pres. Steyn
nog met zijn laatste ademtocht de wel/aart
van zijn volk had willen bevorderen. Steyn
wenschte van alle inwoners van Zuid-Afrika
van welke afkomst ook, mits ze hier hun
tehuis wilden maken een groot volk te
maken. Thans doorgingen allen in de Unie
Dikwijls begeeren wij iets, niet omdat het
goed is, maar wij noemen iets goed omdat
wij het begeeren.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
9
Zeer verlegen, en toch ook weer zeer he-
•list veroordeelde zij alles, wat hij slechts
feohiep door zijn meesterschap over de teoh-
riiek, maar haar kunstgevoel niet bevre
digde. En dit voelen was van een zulk een
digde. En dit voelen was van zulk een
eijn dochter zijn slrengsten criticus ja
fcijn eigen kunstgeweten zag.
Later gebeurde het, dat hij een werk van
vele^ weken eenvoudig vermonzelde, als
Lou s blikken er verlegen langs gleden. Het
was haar een verlichting, als hij haar
caarbij in ruwe woorden toesprak en de ver
nielende daad als het gevolg van een uit
barsting van drift voorstelde. Zij leed ook,
•li hij niets zei, maar het „door haor blik-
een ernstige crisis en uit den afloop zou
blijken of ze een groot volk zouden worden
den wel ophouden een eigen volksbestaan
te voeren. Men moest arbeiden, terwijl 't
nog dag was, aan de ontwikkeling des volks.
Rechter-president De Villiers, van Pre
toria, bracht eveneens hulde aan de groote
eigenschappen van President Steyn, als mqn
en als staatsman. Spr. vermaande het volk
om zich toch weer te vereenigen, want dat
was in het belang van Engelsch- zoowel als
Hollandschsprekenden. Zoodra men inzag,
dat beider belangen één waren, zou begre
pen worden hoe rampspoedig de gebeurte
nissen der jongste dagen moesten zijn.
Generaal Hertzog verklaarde, dat Presi
dent Steyn de hem door God toebedeelde
taak had tenuitvoergebracht met een toewij
ding, liefde, standvastigheid en waardigheid,
die de geheele wereld eerbied afdwongen.
Die eigenschappen hadden zijn volk tot natie
gemaakt. De liefde en achting van zijn volk
waren Steyn grootere belooning dnn wat
ook al, in weerwil van zijn lijden. Bij tijden
herinnerde de overledene eer aan een dier
groote helden van de Noorsche sages dan
aan iemand uit de nuchtere, hedendaagsche
wereld. Hij 'had een stempel gedrukt op zijn
volk, hij had dat volk bezield, hij had de
harten bezeten. De vrouwen en kinderen
had hij lief; hij werd weggenomen terwijl hij
hen toesprak. Geen grooter loon kon Presi
dent Steyn zich gewenscht hebben bij zijn
uiteinde dan de liefde en de achting der
vrouwen van zijn volk. Moge hij rusten in
vrede, besloot Spr., aan de voet van het
Vrouwenmonument.
Raspoetin vermoord. Vol
gens een bericht uit Petersburg aan de Daily
Chronicle is de bekende Russische, bij het
hof zoo invloedrijke, monnik Raspoetin ver
moord in den tuin van een huis aan het Moi-
ka-kanaal dat toebehoort aan prins Yoesoe-
pof. Zaterdag morgen hoorde een politiebe
ambte schoten en kreten. Hij riep lieden aan
die uit de tuinpoort kwamen, maar vernam
van dezen niets. Later werd het lijk in een
bontmantel gewikkeld en in een auto gezet,
die door twee jonge lieden uit de hoogste
kringen van Petrogad werd bestuurd. De
auto bracht het lijk naar de Newa-monding.
Hier werden in de sneeuw bloedsporen ge
vonden en werd ook een versch gekapte bijt
in het ijs ontdekt in de buurt van Petrowski-
eiland. Duikers hebben het lijk van den
monnik gevonden.
Beweerd wordt, dat er onder eenige aris
tocraten is gedobbeld, wie de daad zou ver
richten.
Een nieuwe kapitein Van
K p e n i c k
Tegen vier uur in den namiddag ver
scheen op den dag vóór Kerstmis in de ka
zerne van een af deeling telegrafisten te
Treptow bij Berlijn een officier en gelastte
een soldaat dadelijk een paard voor te bren
gen. De soldaat volgde het bevel van den
officier op, die onmiddellijk te paard steeg
en trotsch wegreed. Toen de chefs van den
soldaat van het voorgevallene hoorden, kre-
ken mishandelde werk" zooals hij het uit
drukte,. stil naar een hoek verbande of in
alle stilte vernietigde.
Zij leed ook, als hij werken moest „op
bestelling", vaak het resultaat van lang en
vurig aanhouden der vorstin en meestal een
voorwendsel voor allerhande kleine feeste
lijkheden en verhoogde uitgaven voor het
toilet.
In de laatste twee jaren was het dikwijls
voorgekomen, dat Hörselkamp deze op-
draohten kortweg afsloeg. Dan kuste Lou
hem soms in plotselinge opwelling de hand,
maar mevrouw Sina zette groote, zeer ver
baasde oogen op, beproefde het met vleien,
en sloeg als dat niet hielp, de een of
andere kostbare vaas of mooie bonbonnière
stuk, brak een waaier of scheurde een zak
doek.
Als zij zich dan doof voor alle woor
den in tranen badende in haar kamer
opsloot, sloop Lou in het atelier van haar
vader.
Vol sohuldbesef stond zij op het kleine
podurn, durfde haar vader ternauwernood
aankijken, die somber, met koude, zenuw
achtige handen zijn kunst diende, die hem
vervreemde van zijn vrouw.
Als hij haar dan barsch vroeg„Is mama
kalmer geworden?" dan glimlachte zij moe
dig en antwoordde „Ja zeker, Papa, zij wist
niet wat u juist onder handen hadt".
„Natuurlijk dat spreekt van zelf".
Lou hooréle hoe hij verlicht herademde.
En dan was hij na vier uur ingespannen
gewerkt te hebben dubbel teeder tegen zijn
vrouw, kwam avonds met haar op feesten»
gen ze onmiddellijk achterdocht. En hun
achterdocht bleek alras gerechtvaardigd. De
„luitenant" was spoorslags naar Baumschu-
lenweg gereden en had daar het paard aan
een kolenkoopman voor 1200 mark ver
kocht. Hij vertelde den koopman, dat hij
binnen weinige dagen den dienst zou verla
ten en daarom het paard niet meer noodig
had. De kolenhandelaar, die niets kwaads in
den koop zag sloeg toe. Hij had het geld
niet onmlddelijk bij de hand en verzocht
daarom den pseudo-olficier het den volgen
den dag te komen halen, mijnheer de luite
nant verscheen op den afgesproken tijd,
nam de 1200 mark in ontvangst en ver
dween toen zoo snel hij kon. Tot heden loe
is geen spoor van den slimmen gauwdief,
die zijn leermeester Herman Voigt van Kö-
penick alle eer aandoet, ontdekt.
Stagen-Generaal.
TWEEDE KAMER.
De brand im het Hasgsche
pestkantoor.
In zake den brand in het post- cn telegraaf
kantoor te 's Gravenhage, op 16 December j.l.,
heeft de heer Schaper d.d. 18 December 1916
de volgende vragen tot den Minister van Wa
terstaat gericht:
1. Is het juist, dat de brand in het telegraaf
kantoor in Den Haag, op Zaterdag 16 Decem
ber j.l. is veroorzaakt door het vlamvatten van
jute, aan het plafond of de muren aangebracht?
2. Zoo jo, was dan deze licht brandbare stof
niet onbrandbaar gemaakt met de bekende en
doorgaans aangewende middelen; en zoo neen,
waarom niet?
3. Indien de veronderstelling van vraag 1
juist is, wordt dan nu met spoed een onderzoek
ingesteld, of in andere Rijksgebouwen wellicht
soortgelijke gevaren aonwezig zijn?
De Minister van Waterstaat, de heer Lely,
heeft daarop, d.d. 4 Januari 1917, het volgende
geantwoord:
Ad% 1. Bij het onderzoek naar de oorzaak van
den brand in het post- en telegraafkantoor te
's Gravenhage op 16 Dcc. j.l. is vastgesteld
kunnen worden, dat dc oorzaak gezocht moet
worden in de handeling van een werkman van
een installatie-bureau, aan wien werkzaamheden
waren opgedragen aan de eleclrische lichtge-
leidingen, welke deze verricht heeft, staande op
een trapladder, met een spirituslamp. Als voor
zorgsmaatregel was tusschen den zolder, welke
ter vermindering van het resoneeren met doek
bespannen was, en de soldeerlamp een metalen
plaat aangebracht. Vermoedelijk is deze plaat
zóó warm geworden, dat het daarop rustende
doek is gaan schroeien en daarna in brand ge
raakte. Althans de vlam is eerst gezien, nadat
de werkman reeds weer van de ladder was af
gedaald. Door het doek, waarmede ook de
wanden bedekt waren, en de aanwezigheid van
verschillende dradenkokers met geïsoleerde ge
leiders, alsmede van betrekkelijk veel droog
hout van de toestellen, heeft de brand zich snel
ontwikkeld, zoodat de pogingen om deze met
behulp van een minimex-bluschepparaat te
stuiten, hebben gefaald.
Ad. 2. De wand- cn zolderbekleeding was niet
op eenige wijze tegen vlamvatten gevrijwaard,
omdat geen middel bekend was, dat, met be
hield haar sjaal vast en zei haar hoe mooi
zij was.
Het warme bloed der Poolsohe ontvlamde
opnieuw bij de vurige woorden. En haar nog
onverzadigde verliefdheid was de beste borg
voor haar trouw. De vroegere kindermeid
van Lou, die nu den titel had van „huis
houdster" en die aan het desolate huishou
den een schijn van uiterlijke orde gaf, was
de eenige, die oog 'had voor de moeielijke
positie van Lou.
„Wat zie je er uit. Haasje?" zei zij dik
wijls, als Lou zich na een inspannende zit
ting in tien minuten voor een feest moest
kappen en kleeden, of wat den laatsten tijd
dikwijls het geval was, rekeningen onder-
soheppen, die haar stiefmoeder er aan her
innerd zouden 'hebben, dat haar vader min
der verdiende, naarmate zijn artistieke ont
wikkeling grooter werd.
Den laatsten tijd waren de opgewonden
scènes talrijker en steeds bitterder en soher-
per van toon geworden.
De vorstin was er in geslaagd een rijken
Amerikaan voor het nieuwste werk van haar
man te interesseerenzij had juist dringend
geld noodig. En de dertig duizend mark, die
de Amerikaan in „Duitsohe Kunst" wilde
beleggen, besohouwde zij reeds zoo goed
als haar eigendom, nadat hij bij een bezoek
aan het atelier van Hörselkamp de Heksen-
9abbath „very smart" had genoemd.
De tegenstand van haar man bracht haar
tot wanhoop. Hij wilde van de groep niet
scheiden, zei hij. Die moest In Berlijn ten
toongesteld wonJen, en ln Berlijn blijven.
Hij wilde Ma plaats in het Museum hebben.
houd van de soepelheid der bekleeding, noodig
om het hinderb'jk resoneeren, waardoor de rich-
tige uitoefening van den telefoondienst niet
wel mogelijk was, een voldoende zekerheid te
gen vlamvatten waarborgt.
Ad. 3. Wandbekleedintren zijn voor het aan
geduide doel een tiental jaren geleden voor het
eerst toegepast in de interlocale tclcfoonzaal te
Amsterdam. Daarna heeft dit middel aanwen
ding gevonden in een der telefoonzalen tc Rot
terdam cn verder ln die te 's Gravenhage, te
Zwolle, Arnhem en Utrecht, gedeeltelijk met
uitbreiding van de bekleeding tot het plafond.
Intusschen is naai aanleiding van het gebeur
de opdracht verstrekt, een onderzoek in te stel
len naar de mogelijkheid dergelijke bekleedin
gen, welke in menig geval moeilijk ontbeerd
kunnen worden, brondvrij te maken.
Berichten.
De Staatscourant van 5 Januari bevat
o.a. de volgende Kon. Besluiten:
benoemd bij het reserve-personeel der
landmaoht bi] het personeel van den Ge
neeskundigen Dienst, tot reserve-officier van
gezondheid der 2de klasse, de heer A. F. J.
Beumer, arts;
de tijdelijk-militair-apotheker der 2de
klasse A. M. Frenkel op zijn aanvrage, on
der toekenning van een eervol ontslag uit
den militairen dienst, benoemd tot militair
apotheker der 2de klasse bij het personeel
van den Geneeskundigen Dienst der land
macht.
benoemd tot burgemeester van Stavoren
N. Nammensma; van Oudetonge P. van
Schouwen;
op verzoek eervol ontslagen met donkbe
tuiging dr. J. H. Gunning Wzn. als school
opziener in het district Amsterdam;
op verzoek eervol ontslagen mr. A. K. S.
Pastor als adjunct-commies bij het hoofd
bestuur der posterijen en telegrafie;
benoemd tot bibliothecaris^ bij de Rijks
veeartsenijschool te Utrecht J. B. Dubuy,
aldaar.
Donderdag II dezer komt de Com
missie van Rapporteurs betreffende het
wetsontwerp nopens vordering van schepen
in eene vergadering, waarschijnlijk tot vast
stelling van het eindverslag.
De heer P. Peereboom heeft te kennen
gegeven, dat hij tegen Juni a. s. zal bedan
ken als lid van Ged. Staten van Friesland.
Hij gaat zich te 's-Gravenhage vestigen.
Naar wij vernemen heeft de kapitein
ter zee I. T. van Slooten, inspecteur van het
loodswezen, de betonning, bebakening en
verlichting te Rotterdam, tegen 1 Mei e. k.
ontslag aangevraagd.
Te Rijswijk is, in den ouderdom van
ruim 50 jaar, overleden de heer P. Verzijl,
oud-majoor, der vesting-artillerie.
Nederland en de oorlog.
e naeuivo sfcac.s cc:?'.::;
Nader wordt vernomen dat op de
nieuwe 125 millioen staatsleening voor ruim
140 millioen is ingeschreven.
hij wilde professor worden. Dat was bela
chelijk. En dan werd hij nog grof tegen
haar, alsof hij zijn keukenmeid had ge
trouwd I Haar wierp hij de „vodden" voor
alsof zij een kruideniersvrouw was. Haar,
vorstin Sukewifcsch, die met de geiheele
Poolsohe aristocratie verwant en een aoh-
ternioht van den laatsten Koning van Polen
was I
Zij keek rillend in het groote, hooge ver
trek rond, dat aan een klein coquet atelier
grensde, waarin hij vroeger de busten van
mooie vrouwen uit de eerste kringen ont
wierp.
Zij wist, dat hij sinds jaar en dag ternau
wernood een voet in het mooie boudoir had
gezet, dat een kostbare copie was van zijn
atelier aan de Derfflingerstrasse. Toen zij
de groote werkplaats liet bouwen, had zij
meer aan atelierfeesten, dan aan atelier
werk gedacht en twee bals, die zij daarin
gaf, voerden haar op het toppunt van het
in de eerste kringen bereikbare succes. En
nu had deze man den moed haar uit dit ver
trek te verwijderen, alleen omdat zij eon
„praktische vrouw" was, die aan het huis
dacht dat de lasten van haar naam en van
zijn roem had te dragen.
„En aan je kind denk je in 't geheel niet?"
Nu speelde zij de grootste troef uit, dra
peerde zich ondanks haar vier en dertig ja
ren met de phraserv van moederlijke zorg
zaamheid.
Hörselkamp schoof met een heftige bewe
ging den ouden Doge-zetel ter zijde, steunde
zijn voet op het podium en boog zich voor
over.
De huurcommissiewet.
De besturen van den Amsterdamse!. cl\
Bestuurdersbond en van de Federatie Am
sterdam der Sociaal-Democratische Arbei
derspartij zonden een adres aan de Tweede
Kamer om er op te wijzen, dat sinds jaren
hier ter stede woningnood heerscht en in
verband daarmede de woninghuren schrik
barend zijn gestegen van jaar tot jaar; dat
door allerlei samenwerkende oorzaken deze
toestand van Augustus 1011 af is verer
gerd, niettegenstaande op het gebied der
volkshuisvesting het gemeer.ltbestuur ge
daan heeft, wat onder zijn bereik lag; tl op
goede gronden verwacht werd, dat het wets
ontwerp tot voorkoming van onredelijke op
drijving van de huurprijzen van woningen
van lagere huurwaarde aan deze onhoudba
re toestanden een einde zou hebben ge
maakt, doch dat de nadere wijziging van ar
tikel 1 ven het wetsontwerp, waardoor eene
verhoooging van 10 procent buiten beoor
deeling der huurcommissie valt, de waarde
aan de wet grootendeels zal ontnemen eni
thans hiertoe zullen overgaan, waardoor het
gevaar ontstaat, dat over de geheele linie
de huurprijzen zullen worden opgedreven en
dat bovendi'ón deze wijziging als gevolg kan
hebben, dat huiseigenaren, die den huurprijs
de noodtoestand derhalve zal worden ver
ergerd.
Loonsverhooging overheids
personeel.
Vanwege het salaris-comité uit dc bon
den van Overheidspersoneel, aangesloten
bij het Nederl. Verbond van Vakverenigin
gen, wordt het volgende medegedeeld:
Zaterdag 30 December 1016 verleende
de Minister van Financiën een audiëntie
aan het Salaris-Comité uit de 4 bonden van
Overheidspersoneel, aangesloten bij het Ne-
derlondsch Verbond van Vakverenigingen.
De Minister deelde mede, dat over 1917
opnieuw een duurte toeslag zou worden toe
gekend, thans echter tot een heel wat groo
ter bedrag 120) dan in 1916 en tot e.ïn
belangrijk hoogere loongrens 1900). Ook
de kindertoeslag zou worden verhoogd 13
tot een maximum van 120).
Wat de kwestie der loonsverhooging be
treft, lichtte de Minister nader zijn bedoe
lingen toe ten aanzien van het vormen van
reserven uit de overschotten der rijksmid
delen. De Minister had daarvoor (ie alge
heel dewerking der Tweede Kamer noo
dig, i niet al te sterk zou moeten aan
dring :n op een andere besteding de/er voor
schotten.
Met het denkbeeld i Staatscommissie
in te stellen ter bestudeering van de moge
lijkheid meer eenheid te brengen in de sterk
uiteenloopende salarisregelingen der on
derscheidene Departementen, bleek de Mi
nister wel ingenomen, al kon hij ten opzich
te hiervan geen beslissing nemen. Wel be
loofde de Minister deze zaak in don Minis
terraad ter sprake te brengen en de be
slissing van dat college nan het Salaris-Co
mité bekend te doen maken.
eVrtegenwoordiging der belanghebben-
„Hoezoo aan mijn kind? Wal heeft clat met
miin kind te maken
De trekken op zijn gebruind gelaat, met
het op zij gescheiden, aan de slapen al
eenigszins grijzend donker blonde haar,
spanden zich.
„Je bent vandaag niet geschoren", vfel
mevrouw Sina hem in de rede, en ontstemd
schudde zij haar mooi, goed gekant hoofd.
Wat konden die vrouwen iemands zenu
wen prikkelen 1 Hij stond op het punt los te
barsten. De dressuur zijner goede opvoeding
zegevierde.
„Ik heb den kerel gezegd, dat hij vanavond
terug moest komen. Vergeef me, ik was niet
voorbereid op ie bezoek
De vorstin glimlachte. Hij was een groote
beer, deze knappe Duitscher. Maar daar zij
nu eenmaal het ongeluk had hem lief te
hebben I Zij zuchtte, knielde voorzichtig
aan zijn voeten op het podium en legde haar
gezicht tegen zijn knie.
„Wat is er met Lou vroeg hij weer.
Ofschoon er nog eenige geprikkeldheid in
zijn stem lag, voelde hij de weldadige
warmte van haar lichaam tegen het zijne.
„Lou is twintig jaar, mijn beste. Wij moe
ten er aan denken haar uit te huwelijken."'
Hörselkamp werd onrustig, maar zij deed,
alsof zij het niet zag, en trok met haar vinger
kleine, sierlijke kringen op zijn knie.
„Waarom trouwen wien zij trou
wen
Mevrouw Sina lachte zacht en een beetje
spotten^
{Wordt wrrolgdj