„D E E EM LAN DER".
Vrijdag 19 Januari 1917.
BIJ ITF.NÏ.AN D.~
ZONNEWEELDE
ftl* 170
IS-* Jaargang»
FEUILLETON.
FOORISCH
Êjt .j—».. MARIE VAN VERSENDAAU
Heotdredactiei Q VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFP ft Co,
ABON N EM ENT8PHUS:
I BMuuUn tooi f
Mom ireoo. p« pott
f« w»ti |Bii>t|tr»ti»v.rz«k»rina U»n onxolutkMl
Aiionrttrltikt nummer»
Wtktlukttb ku»o«iiMl ,Ot HoUmltJu Uu*rr-w tonde»
ndtóti* »»D Thérftt» Hoven» por 8 mud. SO «"to.
Wokotnktoh hhvoeatol ,fW> ou mm' por 8 mod 8»
Bureaui UTRBCHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 60.
AL) VERTENTIEN
PRUS DEK
Van L—5 roxoU
Elke regel moer
DieoeUanbiodingen 1—4 regelg..
Groote letters naar plaatsiuirate.
Voor handol en be Ir ft» bestaan zeer roordeeiige bepalingen
tot het herhaald idrurtearon m dit Blad. bij ibunoaraiBt.
Eeno circulaire, bevattende de ve^rwaarden. wordt op
aanvraag toegezonden.
f 0.NO.
- 0.15.
- 0.50.
ii.r. h. iiueman ouryesius. t
Slechts enkele dagen na z'n xeventigsten
teijaardag ia een der kopstukken van de
vrijzinnigen, mr. H. Goeman Borgesius,
voorzitter der Tweede Kamer, overleden.
Het if nog niet de tijd om de beteekenis
ran mr. Borgesius voor zijn land en volk,
den invloed welke hij gehad Neeft op de
po'itieke constellatie, thans reeds in vollen
omvang te overzien en te teekenen. Want
de arbeid van dezen staatsman is nog geen
geschiedenis geworden, staat nog midden
in het belangrijke gebeuren van dezen zoo
gewichtigen tijd. Maar wel kan nu reeds wor
den vastgesteld, dat mr. Goeman Borgesius
veel gedaan heeft in het belang van onze
bevolking, niet het minst in het belang van
de sociaal zwaksten, van de minst-bedeel
den ,van de jeugd niet minder. En tevens
mag worden geconstateerd, dat heel het
leven van dezen man, heel zijn arbeid, ges-
staan heeft in het teeken van gezond libera
lisme, van ware vrijzinnigheid.
Niet alleen zijn partijgenooten erkennen
dit, doch ook zijn geestverwanten uit andere
vrij/innige partijen. En zelfs zijn tegenstan
ders geven gul en gaarne de groots betee
kenis van dezen staatsman toe.
Het hoogtepunt van zijn arbeid viel in de
jaien 18971901, toen hij als Min. van
Binn. Zaken werkte, toen hij tot stand bracht
sociale wetten van zeer hooge beteekenis
voni ons volksleven Leerplichtwet, Woning
wet, enz. En welk een groote voldoening
moei het dezen, veel bestreden, vrijzinnigen
leider geweest zijn toen later uit socialisti-
schen mond het was de heer Spiekman,
die het verklaarde het ministerie, waar
van hij de leider mag heeten, genoemd
wercihet ministerie van sociale rechtvaar
digheid.
Dat Borgesius in deze richting arbeidde
behoeft niet te verbazen. Immers, geheel
xiin leven had deze staatsman van den tijd
af, dat hij in het openbare leven als jonge
man naar voren trad, zijn krachten gegeven
efrn de verbetering van maatschappelijke
misstanden, aan den opbouw van een ver
beterde maatschappij.
Het volksonderwijs, de uitbreiding en ver
betering ervan, had zijn liefdehij werkte
ervoor in „Volksonderwijs", in verschillen
de andere organisatieshij streed ervoor als
Kamerlid, verdedigde het als Minister.
Bestrijding van het drankmisbruik en daar-
pipe in het nauwste verband staande verbe
tering van de volkshuisvesting, had mr.
Goeman Borgesius zich tot taak gesteld. En
hij bereikte denken wij slechts aan de
Woningwet veel.
In 1915 werd mr. Goeman Borgesius ge
kozen tot voorzitter van de Tweede Kamer,
in welke de linkerzijde bij de verkiezingen
öe meerderheid had verkregen.
\\s voorzitter heeft de afgevaardigde van
Emmen uitnemend werk gedaan. Zijn groo
te ervaring maakte hem tot een bij uitstek
geschikt leider. Hij kent de Kamer in den
vr ken zin van het woord en de voortvarend
heid waarmee in deze oorlogsperiode door
de volksvertegenwoordiging is gewerkt, b.v.
hij de grondwetsherziening, mag voor een
belrngrijk deel gedankt worden aan den
voorzitter.
Hoe wist hij leden ervan terug te houden
het woord te voeren waar dit niet absoluut
r.ocdig was, hoe kon hij door uitdrukking
\an zijn gezicht, iloor het manend getik met
oe voorzittershamer een spreker tot beper
king dringen.
Maar dan had hij ook altijd na afloop der
behandeling van het ontwerp een dankend
woord voor de leden, die door zelfbeperking
♦reewerkten tot spoedig 8fdoen.
En gaarne schikten de leden zich naar
zijn aanwijzingen, al valt dit niet allen steeds
even gemakkelijk.
Ni is hij, te vroeg nog, ontvallen aan r/n
pertij aan het Parlement, aan het Nederland
se he volk, voor welks verheffing hij zoo ont
zaglijk veel gedaan heeft. Met hem verdwijnt
a'weer een van onze beste politici. Tydeman,
Bos en Talma gingen hem voor. Treub trok
7;ch terug uit het politieke leven. Troelstra
werkt nog met geknakte gezondheid, Loh-
man, v. Houten, Kuyper bereiken den 80-
iai.gen leeftijd. Opvolgers zullen zij wel
ndenmaar zullen het plaatsvervan
gers zijn?
P. D. A. C
De oorlog.
Voor het eerst sedert vele weken is er
een bericht verschenen van het Rumeensche
hoofdkwartier. De Entente-bladen begroeten
dit els een gunstig teeken en zijn geneigd
daarin een voorbode te zien, dat de strijd in
Rumenië een voor de Entente gunstigen
keer ral nemen.' De feitelijke toestand is,
«bat het nu tamelijk stil is op dit oorlogs-
tooneel. Wat van daar gemeld wordt, is klein
werk.
Hetzelfde geldt van de andere oorlogstoo-
neelen.
B e r 1 ij n, 17 Jan. (W. B.) Officieel be
richt.
De Engelsche admiraliteit heeft verklaard,
dat de Westminster op 14 Dec. 1916 door
een Duitsche duikboot zonder voorafgaande
waarschuwing in den grond is geboord,
zulks door twee, snel achter elkaar afge
vuurde, torpedo's.
Door de ontploffing werden vier man ge
dood; officieren en bemanning zouden, toen
zij in het zinkend schip trachtten weg te
komen, op een afstand van 2700 M. be
schoten zijn, waardoor de kapitein en de
eerste machinist werden gedood en de boot,
waarin zij zich bevonden, was gezonken.
Ondertusschen is nu het rapport van den
duikboot-commandant ontvangen, waaruit
blijkt: lo. dat slechts één torpedo is afge
schoten; 2o. dat een kanon in 't geheel niet
I is afgevuurd; 3o. dat de Westminster reeds
was gezonken toen de duikboot, na het af-
schieten der torpedo, weer opdook, zoodat de
I bewering, dat de "bemanning bij het verlaten
van het schip beschoten zou zijn, een ver
zinsel is; 4o. dat de duikboot, toen de West
minster gezonken was, getracht heeft, de
reddingbooten te naderen. Zij moest zich
echter terugtrekken voor de komst van een
vijandelijk wachtschip. Bovendien scheen het
vrij wel zeker, dat dit de bemanning der
Westminster zou opnemen.
Londen, 18 Jan. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het Britsche stoomschip Auchencraf, het
Deensche stoomschip Omsk en het Britsche
zeilschip Kinpumey zijn in den grond ge
boord.
Er is bevestiging ontvangen, dot het Noor-
weegsche stoomschip City of Tempico in den
grond geboord is. Ook het stoomschip Han-
se, van Bergen, heeft dit lot ondergaan; de
bemanning is gered.
Het Engelsche stoomschip Garfield is in
den grond geboord.
19 Jan. De Britsche stoomschepen
Manchester, Inventor en Wragby zijn in den
grond geboord.
P a r ij s, 1 7 Jan. (Havas). Gisteren heeft
de ministerraad zich beziggehouden met de
kwestie van afgekeurde en vrijgestelde
dienstplichtigen. Het plan om deze mannen
aan een algemecne herkeuring te onder
werpen, welk plan.door het vorige ministe
rie van oorlog was uitgewerkt, zal opgege
ven worden en vervangen door een een-
voudigen maatregel, die weldra zal worden
bekend gemaakt.
Ook behandelden de ministers de stakin
gen in de munitiefabrieken. Twee belang
rijke besluiten zijn genomen, teneinde sta
kingen in de toekomst te vermijden: 1. is
er een minimum loonstandaard vastgesteld
voor Parijs en het Seine-departement,
waarbij rekening is gehouden met de duur
te, en 2. is een scheidsrechterlijke uitspraak
verplichtend gesteld. Indien de fabrieken
weigeren zich daaraan te onderwerpen,
worden de aanwezige voorraden in beslag
genomen.
Petersburg, 18 Jan. (R.) Men be
richt, dat de oud-minister van buitenland-
sche zaken Sazonow tot ambassadeur te Lon
den is benoemd.
Warschau* 17 Jan. (W. B.) De voor-
loopige staatsraad heeft een oproep aan
Polen gericht, waarin o. a. gezegd wordt:
Dóór de eeuwig gedenkwaardige daad van
5 Nov. 1916, hebben de monarchen van het
Duitsche rijk en van Oostenrijk-Hongarije
de onafhankelijkheid van het Poolsche rijk
geproclameerd en gewaarborgd. De weder
opleving van dit rijk, zijn werkelijke opbouw
en de uitbreiding van het in dit stuk ver
kondigde onafhankelijk staatswezen van de
aan Rusland ontrukte en naar Polen over
hellende landen, dit is de groote wereld
historische taak van ons volk.
Het streven van den staatsraad zal ge
richt zijn op een zoo spoedig mogelijke
voorbereiding van den wetgevenden land
dag op uitwerking- van de constitutioneele
inrichting van het rijk.
Het scheppen van een talrijk, slagvaar
dig en goed-gedisciplineerd Poolsch leger
vormt de eerste voorwaarde voor een on
afhankelijk staatswezen. Het zal er toe bij
dragen dat het Poolsche rijk de noodzake
lijke grenzen erlangt.
Tegelijk zal de staatsraad de organisee
ring van het Poolsche bestuur, voornamelijk
ook van het Poolsche financiewezen ter
hand nemen en streven naar 't trapsgewijs
inrichten en overnemen van enkele deelen
van de openbare diensten. Zijn bijzondere
en belangrijke taak ziet de staatsraad in de
aanwending van doeltreffende middelen
voor de economische opleving ven het land.
De vervulling ven de groote taak van het
tegenwoordige oogenblik eischt van de
volksgemeenschap groote offers, opdat de
oorlog gunstig voor Polen verloopt.
De arbeid van den staatsraad zal des te
gunstiger resultaten opleveren, naarmate hij
zich in grooteren steun en medewerking van'
j de natie zal verheugen. Tot deze medewer
king roepen wij u op, waarbij wij tegelijk
constateeren, dat wij het Poolsche staats
wezen vertegenwoordigen en eene met re-
geeringsbevoegdheden uitgerust lichaam
vormen. Het vaderland heeft behoefte aan
al zijne zonen. Het is aan niemand toege-
I staan zich aan den dienst voor het vader-
I land te onttrekken.
B e r 1 ij n, 18 Jan. (W. B.) Uit Londen
wordt een bericht verspreid, dat de Duit-
schers een groot aantal gedeporteerde Bel
gen hebben teruggezonden omdat deze niet
in staat waren bij de tegenwoordige levens
middelen-omstandigheden in Duitschland te
werken; velen zouden later ten gevolge van
uitputting gestorven zijn.
De Nordd. Allg. Zeitung constateert, dat
I van dit bericht slechts dit ééne juist is, dat
de Duitsche regeering met allen spoed de
j klachten onderzoekt, die men in een aantal
gevallen tegen de deportatie heeft inge
bracht. In alle gevallen, waarin dit maar
eenigszins gerechtvaardigd scheen, werd de
vergunning om naar België, terug te keeren,
verleend.
B e r 1 ij n, 1 8 J a n. (W. B.) Onder de in
Duitschland .verblijf houdenden in het ko
ninkrijk Polen thuis behoovende Poolsche
werklieden is veelvuldig de meening ver
spreid, dat het voornemen bestaat hen door
dwang bij het Poolsche leger dienst te doen
nemen. Dit voornemen bestaat niet. Er
wordt nadruk op gelegd, dat het Poolsche
leger uit vrijwilligers zal worden aangevuld.
Alle geruchten over inlijving door middel
van dwang steunen op verzinsel of kwaad
willige verspreiding.
Weenen, 18 Jan. (Corr.-bureau.) In de
zitting van heden van den algemeenen raad
van ue Oostenrijksch-Hongaarsche bank
werd de afsluiting der rekening ter tafel ge
bracht en besloten uit de netto-winst van
het jaar 1916 eene nieuwe uitkeering op het
dividend van dit jaar van 100 kronen te
doen. Daar den len Juli reeds 28 kronen is
uitgekeerd, werd de uitkeering voorshands
bepaald op 128 kronen of 9.143 van het
aandeelenkapitaal.
B e r 1 Ij n, 1 8 J a n. (W. B.) De minister».
president van Oostenrijk en Hongarije,
graaf Clam Martfnitz en graaf Tisza, de Oos-
tenrijksche minister generaal Hoefer, de
Hongaarsche minister ven landbouw Chi-
lany, de president van den Hongaorschen
landsvoedingsdienst Kuerthy, de consul*
generaal Jeannovice, vertegenwoordiger*
van het ministerie van oorlog en van het op
perbevel en verscheidene referendarissen
zijn heden voormiddag h'er aangekomen.
N e w-Y o r k, 1 8 J a n. (R.) liet huis Mor*
gt.n kondigt de uitgifte aan van eene Brit
sche leening van 250 millioen dollars in den
vorm van 5% pets. aflosbare stukken geda
teerd 1 Pebruari 1917. 100 millioen vervat
len over een jaar, de rest over twee jaar.
Londen, 17 Jan. (R.) Kellaway, da
parlementaire secretaris van den minister
van munitie, schrijft over een te Londen go-
houden tentoonstelling van 300 photogra-
phieën, die een beeld moeten geven van het
werk der vrouwen in de munitiefabrieken.
,.In zeker opzicht", zegt hii, „is het waar,
dat onze legers te velde gered zijn door hel
werk der vrouwen."
Kellaway zegt verder: „Thans werken In
de staatsfabrieken deg en nacht bijnu een
half millioen vrouwen, die even hard wer
ken om hun huis en land te beschermen al»
de mannen, die sioutmoedi de Duitsche
stellingen bestormen. Maar nog veel groo-
tere inspanning Is noodig, willen wij niet den
voorsprong verliezen, dien onze legers thans
hebben verkregen.
Opnieuw doet Duitschland enorme pogin
gen om ons voor te komen bij de vervaar»
diging van oorlogsmaterieel. Het trekt een
groot aantal geschoolde arbeiders uit de
strijdmacht te velde, nu de „levée cn masse"*
het de beschikking over een groote hoeveel
heid nieuwe arbeidskrachten heeft gegeven.
Dit is een feit van ernstige beteekenis. Als
de tijd voor een uitgebreid offensief zal zijn
gekomen, zal Duitschland grootendeels r#-
kenen op arbeidsdwang.
„Slagen wij er in, Duitschland in den
aanmaak van munitie te overtreffen, dan
danken wij dit aan de vrouwen, die bereid
waren te werken door de zaak waar haaf
mannen hun lever.1 bedden."
Verspreide Berichten.
De moord op Rospoetin.
Over den moord, op Raspoetin gepleegd,
ontleent de corr. van de „l.okal-Anzeiger1
te Stockholm nog eenige bijzonderheden
aan de „Oetra Rossya". Raspoetin zou vroe
ger, in tegenwoordigheid van prins Joessoe
pof, diens vrouw eens ongepast bejegend
hebben, en daar deze dame een nicht van
den Tsaar is (dit „daar" is teekenend) waa
I Joessoepof door deze beleediging in woed#
ontstoken. Hij verlangde, dat Raspoetin zijn
verontschuldiging zou aanbieden. Maar
Raspoettin weigerde, en verklaarde kort en
i bondig, dat hij alle vrouwen op dezelfde ma-
I nier behandelde, onverschillig tot welken
j stand zij behoorden, en dat dit zijn go©/
recht was.
Vleiers zijn de dienaars van het gunstig
toeval.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBROCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
20 - -
Hij noemde de som. Noemde ze met zulk
een luide stem, dat hij zelf voor den klank
van het cijfer schrok.
Graaf Oberwall herhaalde
„Vijftienduizend mark? Verspeeld? Tot
twee uur 's nachts in mijn club verspeeld
Weer drukte hij zijn armen zeer dicht
tegen zijn bovenlijf, weer kwam de uitdruk
king van dégout zich om zijn mondhoeken
leggen.
"De he eren zullen mij, dat spreekt van
*eJf, revanche geven," zei Gerhard haastig
en schoof met onvaste hand vouwbeen en
weer" °P schriiftafel en
„Waarop ge hun misschien overmorgen
•eer revanche moet geven Het spijt mij.
mijn beste. Onze club is geen speelolub.
En ons reglement verbiedt gasten, die zich
schuldig hebben gemaakt aan een overtre
ding, als lid op te nemen. De heeren mogen
je revanche geven of niet voor het lid
maatschap kom je niet meer in aanmerking
en van het recht om je weer als gast te
introduceeren, kan ik tot mijn spijt in 't
vervolg geen gebruik meer maken. Als je
spelen wilt, mijn waarde, doe me een ge
noegen. Daartoe staan je genoeg lokalen in
Berlijn ter beschikking."
Gerhard was aschgrauw geworden. Zijn
knieën trildenhij moest zich aan de tafel
vasthouden. Hoe sprak zijn vader tegen hem?
Hij was toch geen speler. Hij had zich toch
maar een keer laten meesleepen. Maar een
keer I Waarom Zijn vader wist waarom. Hij
wist het precies hij I
„Waarom heeft u mij meegesleept, Papa
Ik was bij de Hörselkamps Daar had ik het
goed. De verheugde mij op den avond. U
heeft mij daar niet willen laten. Daarover
was ik boos. Dat moet u toch begrijpen. Ik
was geprikkeld. Bc zou nog heel iets
anders
Met bijna bovenmenschelijke Inspanning
bedwong hij zich.
De elastische, mooie briefopnemer met
het Toledoschc lemmet hield hij vormloos
verbogen in zijn hand. De aderen op zijn
hleeke, smalle slapen waren tot blauwe
koorden gezwollen. In het leelijke, gelé licht
zag zijn gelaat vaal en verwrongen.
„Wij zullen de kwestie Hörselkamp niet
aanroeren," zei graaf Ober H koud en
hooghartig. Daarn# liep hi] op de schrijfta-
fel toe en schreef een wissel met zijn zeer
stijl en spits handschrift.
„Hier."
Hij reikte hem het papier over zonder
hem aan te zien, de wenkbrauwen lichtelijk
opgetrokken en omlaag getrokken mondhoe
ken.
Gerhard hield het papier titsschen zijn
vingers, alsof hij niet wist wat hij er mede
moest beginnen. Het gleed uit zijn hand,
en hij moest zich bukken om net op te ra
pen. Toen hij zich oprichtte, zag hij hoe zijn
vader aandachtig verder las in zijn boek, als
of hij niet meer in de kamer was.
„Vriendelijk dank," prevelde hij, moeite
doende zich te beheerschen.
„Wat wat zeg je? o, zoo behoeft
niet."
Het leek Gerhard, alsof de stem van zijn
vader nu even geel en koud was als het
licht in zijn kamer. Een koude rilling liep
'hem over den rug. Akelig kroop de kilte
door zijn klee en in zijn lichaam, zijn smalle
lippen blauw kleurend.
En toen was hij in zijn kamer. In zijn
groote, mooie kamer met de vele boeken
en wapens, de kleine bronzen en gekleurde
ivoren beelden, met etsen van Rembraudt
tegen de wanden en oude Italiaansche mas
kers. Ook een kleurige arenaplaat uit Pro
vence, die zijn moeder hem verscheidene
jaren geleden had gezonden, hing boven
het rustbed in een helblauwe lijst Uit een
artistiek oogpunt gezien een gruwelstuk,
niets anders dan iets origineels, door de
hand van een dilettant geschapen, maar zo o
warm en schitterend, dat ais de zon er op
scheen de kamer als verlicht was, door
den kleureruglans van deze plaat, welker
van zonlicht overzadigde lucht naar het hem
toescheen meer warmte uitstraalde dan de
zon zelf, die op de zeldzame heldere win
terdagen enkele oogenblikken door de witte
konten der gordijnen sloop.
Maar vandaag was ook de plant hard%en
dood als een bont beschilderd stuk lood. En
loodzwaar leg de koele, grijze lucht op de
opengeslagen boeken, op de krulletters van
de opgestapelde bladen manuscript, die hem
in kleine, grillige hiërogliefen aanstaarden.
Hij had het koud tot op zijn beenderen.
Zijn tanden klapperden op elkaar. Alles wot
hij.aanvatte, scheen dezelfde natte koude
uit te stralen.
Zeker had hij gisteren kou gevat. Hij her
innerde zich nu hoe ontstuiming zijn dunne
avondjas door den wind was opgeblazen,
toen hij verhit en opgewonden uit de club
op straat was gekomen. En daarna, toen hij'
de villa van Hörselkamp had verlaten en met
Bruno Taysen fangzaam in het schemer
achtig ochtendlicht door plassen en longs
door regen doorweekte wegen van den Tier-
garten liep, hadden de koude windstooten
weer zijn jas opgebdderd.
Uitgeput viel hij op een bruin leeren leu
ningstoel, die voor de groote kachel naast
een rooktafeltje van ingelegd en gesneden
hout stond. De kachel was koud, sedert de
centrale verwarming was ingericht. De glad
de, groene tegels er van leken hem even
vochtig ola het leer van zijn stoel.
Hij sprong op en ging naar zijn aangren
zende slaapkamer. Daar stonden de ramen.
zooals sedert zijn jeugd gewoonte was, wijcl
open. Over zijn bleek, mager gezicht trok
een smartelijke zenuwachtige trekking. Hij
belde. Twee, drie maal.
„De verwarming aanzetten' riep hij den
knecht toe. ,,'t Is te koud. Je hebt stellig j#
verstand verloren, dat je de ramen openr
laat I"
De knecht trok een verlegen gezicht. Een
kachel was niet in de kamer en de verwar-
ming was hier nooit in orde geweest, daar
men nooit had gedocht een slaapkamer t#
moeten verwarmen.
„Ijskoud is het in het geheel© huis, ner
gens een warm hoekje.'
Als zijn vader zestien graden beval, werd
het met een ais om verontschuldiging vra-
genden glimlach.
„Dat heeft mijnheer de graaf eens en
voor altijd zoo bepaald.
Zoo ja 1 mijn vader I"
Gerhard kon er op aan, dut het zoo was.
Ais zijn vader zestien graden beval, werd
het geen graad meer of minder. Evenals bij
de baden, die hij els kind hadgekregenvier
en twintig graden R'amur geen streep
er boven, geen er ondereens had hij den
knecht willen Dmkoopen om de temperatuur
tot 28 te verboogen. Dat was hem niet mee-
gevallen. Wat dacht graaf Gerhard, dan
wel! De jonge mijnheer zijn Papa maakt,
niet veel complimenten. Dat zou hem r'ïn
bterekking kunnen kosten hij dacht er
niet aan! Wat was caaf Gerhard een otv.
deugende, kleine jouden —I Poe
'Wordt verzoLtdi