DE E EM LAN DER". Woensdag 7 Februari 1917. ZONNEWEELDE N* 186 15"* Jaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie) Mr D j VAN SCHAARDENBURa Uitgevers: VALKHOFF Co. AB0NNEMENT3PKU& a imi Anwnloort1 J ld«D Irene© Mf postJJt P#z wnJi pnet gratis verzekering Ug#n ongeluk*») Afeondorib** nummer» ■W.k.ltjkcai bijvoegi»! BMandut» ndkoti» tui Thérto» Horen) per a mod, SO «I». VekelttkMk bljToegeet Wn.ldrnm" per 8 mnd. O» cto. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. O.80W - o.is. - «.so. PRIJ3 DER ADVERXENTIEN Van 1—5 regels.. Elke regol meer i)ieiutajmbio<inigen 1—5 regels.. tiroote lettors naar plaatsrut in be. Voor lt*n<1ol on bedrijf bestaan A«or voordoeligo bo pal no* tot het herhaald advorteuren in dit Blad. by abontiomeuL, Eenu «circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Meditaties Houdt maar eens bespiegelingen al* Je "fcersens vastgevroren rijn door Noordpool- •ohe kou, xet je maar eens tot mediteeren •Is 't vriest om steenen te doen splijten. Zoo iets doet men dan ook bij voorkeur Éi t Oosten. Het haordvuur, al is het dan maar van een Ifoarsma-vuïhaard, is weer tot zijn oude aan- aien gestegen, maar den rechten sin tot urinteravondvertellingen, waar een opa en «en lange pijp bij te pas komen, hébben we Riet. We praten serieus. En 't is ook geen temperatuur en geen tijd om zich te verliezen in abstracties. We •preken hoogstens over den winter van 1890, toen alle rivieren waren dichtgevro ren en rware wagenvrachten kalmpjes over het gestolde water rolden. En die koude had •'«rel tot,Maart geduurd. v Mogen we voor de herhaling bewaard blijven I Het vuur is een kostbaar, een zeldzaam Iets geworden in den tijd van kolennood, nu iwe zelf met een zakje op den rug naar 't •tation moeten om 120 turfbrfketten als een trofee naar huis te kunnen sleepen. We hou den nu slechts bespiegelingen over eierkolen ruzieën om een zakje cokes en, omdat we 't gas zoo bespaard hebben, zitten we nu zon- *er petroleum. We mopperen hevig over de istributie en redeneeren „verstandig" over iden verscherpten duikbootenoorlog en mo- elijke gevolgen ervan voor ons dierbaar raderland en voor onze dierbare magen. Een beetje minder „r o n d" zou overigens de schoonheid van 't Hollandsche ras wel ten goede komen.. Holland heeft zijn reputatie aan gene zijde der grenzen van „een land, waar 's winters de boeren op klompen schaatsen rijden" op- gehouden. 't Is een vroolijk bewegen en glijden en 1 dwarrelen op de ijsbaan, racen en krullen en glijdansen en draaien, maar ook krabbelen. Sierlijk is 't niet altijd, dat slungelen en slieren, met kromme ruggen optornen tegen *en wind, hoeden, die wippen boven een rood gestriemd gezicht; en dan nog dat pperen van jaspanden en mantelslippen 1st altijd in een andere richting als de reek van de schaats op dat moment zich richt Maar 't i» zoo vroolijk en 't staat zoo fiks 'die schaatsensport, want 't is zoo'n gezond :®cht volksvermaak, 't Is zoo heerlijk demo- cratisch, zoö echt gemengd op 't ijs en klein- ïieligheid en aanstellerij zijn zoo veFre. Ja, •er is zoo onzegbaar veel moois in die natio nale wintersport. Er is muziek in 't klepperen der schaatsen *«n in de rinkelende belletjes der arrenslee, f gehudjes, die pittig tinkelen door de strakke lucht; pluimen en kleuren, die te feller doen >tegen het egale wit van de sneeuw. - Is 't niet een sprookje, geeft het niet een - «temming te mooi, om lang te duren? - - Want plots worden we er dan weer aan HHjherinherd, dat we leven in oorlogstijd Kinderen hadden glijbaantjes gemaakt op de „SpoorslooT een voor „heen" en een voor „terug" en achter elkaar in lange rij schoven ze op en neer; ze hadden uitbun dige pret en hel op klonk hun schaterlach. Een vrouwtje met een antieke doorwerkte sjaal om, stond aan den kant en keek als wij naar 't kinderspel. „Konden we ook maar mee doen", vroe gen wij. Toen barstte ze los: „'t Is me wat moois, zooals die blagen daar moedwillig d'r dure schoenen vernielen; zooien zijn haast niet te betalen en kinder klompjes, die vroeger zestig cent kosten, moet je nu met een gulden vijf en twirftig betalen. En dat wordt daar nu baldadig ka pot gemaakt. 't Is een schandaal. Je zou ze van 't ijs trappen". We zeiden niets. Van haar standpunt had 't vrouwtje ge lijk. Maar 't was toch zoo aardig, dat glij baantje en die vroolijke kindersnuitjes in de winterkou. Er gaat een frissche kracht uit van ons aanvaarden van den winter. Sneeuw en ijs zijn heerlijk, als de kou, die er nu eenmaal aan verbonden is, maar niet op zoo'n onge legen tijd was gekomen. Hoe frisscher de koude lucht builen, hoe beter. Maar in onze huizen moet het warin zijn. Griezelige verhalen dringen tot ons door van stadgenooten, die de appelboomen uit hun tuin opstoken en anderen die in dekens gerold hun uitgedoofde vuren be jammeren. We zouden weer als iri voor-christelijke tijden het vuur vereeren als een godheid, van wie wij weldaden en ongenade verwach ten te weten, als de distributie niet goed functioneert. We herinneren ons een zinne tje uit een schoolboekje over het vuur „Volgens de Grieksche fabelleer was het vuur aan de aardbewoners onbekend, totdat Prometheus aan den vuurgod wat van zijn vuur ontsta) en zoodoende deze hemelsche kracht aan nietige stervelingen bekend malkte. Vulcanus was woedend. De schuldi ge ontging zijn straf niet. Maar de menschen kenden het vuur en lieten het zich niet meer ontnemen". KJinkt dat laatste niet als ironie. Had je me maar 't Is mogelijk riat deze beschouwingen wat koud zijn uitgevallen, 't Is niet onze schuld. De oorlog. Londen, 6 Pebr. (R.) Wij vernemen, dat graal Bernstorff en het personeel van de Duitschè ambassade te Washington en alle Duitsche consuls in de Vereenigde Sta ten Maandag New-York zullen verlaten. Zij zullen hun weg nemen over Denemarken. W a s h i n g t o n, 6 Pebr. (R De secre taris van het oorlogsdepartement heeft be vel gegeven tot aankoop van alle voorraden voor zoover de beschikbare credieten toerei kend zijn. Alle stations voor draadlooze tele grafie staan nu onder militair toezicht. Washington,© Febr. (R.) Een tele gram uit Manilla bericht, dat drie Duitsche stoomschepen in Cuba in beslag genomen zijn, waaronder de Prlnzessin AUce, en even eens drie in Zamboanga. De beslaglegging is geschied door marine-officieren, op ver zoek van d* belasting-autoriteiten, die de pogingen tot vernieling van Duitsche sche pen in «ie havens van de Philippijnen be schouwen als lichtzinnig en onwettig. In den Hongaarschen rijksdag is de ver scherpte duikbootoorlogvoering verdedigd dc minister-president Tlsza, die instem ming vond bij alle sprekers uit den boezem der vergadering, behalve bij gTaaf Karolyl, die de verscherping van den strijd betreur- d.e an menschelijk standpunt en ook uit pa cifistisch oogpunt en de vrees uitdrukte, dat 's het tot een oorlog met Amerika kwam, het lot van de 2 millioen Hongaren, die in Amerika leven, kritiek zou kunnen worden. Bern, 6 Febr. (W. B.) Over de uitnoo- diging van Wilson om zich aan te sluiten bij zijne handelwijze, schrijft de Bund: Vol gens onze opvatting, welke zeker die van het geheele Zwitsersche volk is, zal de bonds raad niet vón de stipte neutraliteit afstap pen, die het grondbeginsel en de levens vraag van de Zwitsersche politiek is. De Basler Nachrichten: Over den inhoud van de antwoordnota van den bondsraad kan geen twijfel bestaan. Wanneer Wilson van Zwitserland verlangt uit de onzijdigheid te treden dan is dat slechts verklaarbaar uit eene volkomen miskenning van de factoren, die onze onzijdigheid tot dusver bepaalden De Nationalzeitung: Onze onzijdigheid is op geschiedenis en traditie opgebouwd en in de gTondwet neergelegd. Daarom mftg Zwitserland zich bij de handelwijze van Wil son niet aansluiten. De Neue Zürcher Zeltung: Voor den vre de gingen wij gaarne samen met Amerika. Wanneer echter zijn optreden een vijandig karakter tegen eene oorlogvoerende partij aanneemt, verbiedt de traditioneel© onzij digheid van Zwitserland hem op dezen weg te volgen. Wanneer Zwitserland de uitnoo- diging volgde om de diplomatieke betrek kingen af te breken, zou het zich van eene gewichtige functie beroofd hebben: namelijk van de mogelijkheid om verder te bemidde len ten gunste van den vrede. Andere Zwitsersche bladen zeggen, dat de - toestand van Zwitserland geheel ver schilt van dien van Amerika en dat de bondsraad moet volharden bij zijne stipte onzijdigheid. Rio de Janeira, 6 Pebr. (Havas). De president hééft in den ministerraad eene i protestnota voorgelezen. Alle leden van het kabinet kwamen lot overeenstemming over de bewoordingen v8n dit protest, dat in ge matigden m8ar krochtigen toon de houding van Brazilië preciseert en zijne rechten en belangen in bescherming iveemt tegen de bedreigingen van de duikbootcampagne. De tekst van deze protestnota zal worden bekend gemaakt nadat zij aan de kansela rijen is medegedeeld. Londen, 6 Febr. (R.). Bericht van Lloyds. Het Engelsche zeilschip Belford en het Engelsche stoomschip Hurstwood zijn in den grond geboord. Van de Hurstwood zijn drie man van de bemanning gedood etn twee gewond; de overlevenden zijn aan land ge bracht. De Noorweegsche bark Tamara moet tot zinken gebracht zijn. Londen, 6 Febr. (R.) Berioht van Lloyds. De Engelsche schepen Woiley Pickering en Ploridian zijn in den grond geboord. Van laatstgenoemd schip zijn zestien matro zen gered. Het Britsche stoomschip Port Adelaide is gezonken; 96 personen van de bemanning en de passagiers werden in zee opgepikt door den stoomtreiler Resolute. Men gelooft, dat het Russische stoom schip Cerera gezonken is. Hetzelfde wordt gevreesd van het Engelsche stoomschip Warlenfels. Christiania, 6 Febr. (W. B.) Vol gens een telegrany aan het ministerie van buitenlandsche zaken is het in Bergen thuis behoorende stoomschip Odin Barry, op zijne reis n°ar Lissabon den 2en Februari om 4 uur 20 mijjen ten noordwesten van Ouessant zonder waarschuwing in den grond geboord. Een machinist en een sto ker, beiden uit Bergen, zijn gedood. Londen, 7 Febr. (R.) De volgende schepen zijn vermoedelijk gezonken, alle Noorwegers: stoomschip Regel, 22 van de bemanning gered op zee; bark Wasdale, 19 van de bemanning op zee opgepikt; bark Sungdal, 25 van de bemanning op zee op gepikt. Het Zweedsche stoomschip Bravalla is in den grond geboord door een duikboot, die op de bemanning schoot, terwijl zij in de booten ging. Londen, 7 Febr. (R.) De admiraliteit bericht, dat de kapitein van het Amerikaan- sche stoomschip Westwego bericht, dat den 31en Januari de Duitsche duikboot U 45 vijf schoten afvuurde op zijn schip. De ka pitein stopte en zond een boot met zijne papieren. De Duitsche duikboot vroeg toen olie van de Westwege, welke vraag verge zeld ging van dreigementen, dat het schip in* den grond zou worden geboord als het verlangde geweigerd werd. VI go, 6 Febr. (R.) Het Nederlandsche stoomschip Samarinda, van Rotterdam, dat gisteravond is aangekomen, heeft de over levenden aan land gebracht van de volgen de tot zinken gebrachte schepen: 89 be manning en 7 passagiers van het Britsche stoomschip Port Adelaide, 27 van het Noor weegsche schip Norgsangdo, 17 van de Noorweegsche bark Wasdale, 22 van het Noorweegsche schip Regel. De Samarinda had deze menschen in verschillende havens aan boord genomen. (N.B. Met betrekking tot het bovenstaan» de spreekt de Britsche admiraliteit het be richt tegen, dat deze schepen ter hoogte van dë Braziliaansche kust tot zinken wer den gebracht.) Op alle oorlogstooneelen heerscht be trekkelijke rust. B e r I ij n, 6 Pebr. (W. B.) In sommig* Duitsche steden werd in de laatste dagen een zeker kolengebrek gevoeld. Om. ver» keerde opvattingen uit den weg te ruimen, zij er op-gewezen, dat dit gebrek slechts van voorbijgaanden aard is. Br zijn ruimschoots kolen in Dultschland aanwezig en zij wor den in klimmende hoeveelheid gewonnen. De kolenschaarschte in eenige steden van Duitschland heeft uitsluitend haren gronc! in tijdelijke transportbezworen. In de toon gevende kringen is men vol vertrouwen, dal deze moeielijkheden, aan welker wegrui ming thans met alle krachten wórdt e- werkt, binnen korten tijd. zullen worden overwonnen, zoodat ook het buitenland, voor zoover het op den Duitschen kolen- aanvoer is aangewezen, onbe""--*d kan rijn. P a r ij s, 5 Febr. (Havas). De minister van handel Clementel heeft bij den miniv terraad ingediend een plan van eene burger lijke mobilisatie, waarvan de hoofdlijnen reeds zijn vastgesteld. Men denkt óór den 15en Februari daarpvee gereed te komen. Er schijnt reeds besloten te zijn, dat dez# dienstplicht zal worden opgelegd aan alle mannen, die niet in de militaire mobilisatie begrepen rijn, tot aan den leeftijd van 60 jaar. Londen, 6 Febr. (R.) In eene gaoot# vergadering ten gunste van den nationalen hulpdienst die heden namiddag gehouden werd in de Central Hall te Westminster met minister Arthur Henderson als voorzit ter, werd het woord gevoerd door »»erst# minister Lloyd George, den directeur-gene raal van den notionalen hylpdienst Neville Chamberlain, den minister van arbeid Hodge, en aartsbisschop van Canterbury en den lord mayor van Londen. Chamberlain verklaarde, dat Duitschlanda daad algemeen en terecht was uitgelegd als een teeken, dat het zelf den toestand wan hopig vond. Als men de overwinning wilde behalen, was het noodig, het leger van jonge, phy- siek geschikte mannen te voorzien, di# alleen bestand zijn tegen de vreeselijke inspanning van den modernen oorlog. Deze mannen konden slechts gevonden worden in bedrijven, die onontbeerlijk rijn voor het leven der natie en dus moest er snel naar plaatsvervangers worden uitgezien, om d# industrieën niet te laten kwijnen. Er moesten zich dadelijk vrijwilligers aan melden. Er zouden hun werkzaamheden won den toegewezen, waarvoor zij het best ge schikt waren.* Ieder mannelijk persoon tus- schen 18 en 61 jaar kan zich voor den na- tionalen dienst opgeven, hoewel dit hera niet vrij zal stellen van militairen dienst. Chamberlain voegde er aan toe, dat het sy— 3 Zoo lang er nog goed is te doen en kwaad te herstellen, is het" leven nog van belang en te leven een plicht. ROMAN VAN OLGA WOHLBROCK met autorisatie vertaald door Hevr. L P. WESSELINK-VAN ROSSUM. •5 Lom moest zijn vrouw worden. Dat sprak l ^an zelf. Maar hij had zich eigenlijk nog niet jjmrtllen verklaren. Hij mocht het nog niet. Eerst j moest hij trachten de toestemming van zijn Éehj^k tC veririjgcn- n*et 100 gemak- Die had ontzettend strenge denkbeelden. Bern wachtte nog een harde slrijd voor "X,7v[j staan aan tiw zijde," viel mevrouw JMDa hem in de rede. «ik dank u Gerhard voelde eich verplicht rich over laar hand te buigen, uit beleefdheid en om- iat haar *armbloedige hartelijkheid hem fteedt weer de door opvoeding verkregen terughouding deed vergeten. Hórielkamp streek zenuwachtig door het lichte, grazende haar. „De dochter van Hörselkamp behoeft zich niet in een familie te dringen. Daartoe zal ik nimmer meewerken. Alle achling voor uw naam, jonge man de mijne is ook niet van de slechtste." „Mijnheer Hörselkamp, het zal mij een eer zijn wierp Gerhard haastig in het midden. „U misschien. Maar uw familie? Stille ver lovingen, mijn waarde, die verbroken worden als het ernst dreigt te worden daarvoor zijn genoeg meisjes in Berlijn." Mevrouw Sina sloeg de handen In elkaar. „Maar beste, wat praat je!" Met den man viel eenvoudig niet te redenee ren. Verbeeldde hij zich. dat men zijn dochter in een galakoets naar het Pruisische hof zou halen? Ontbrak het hem nu aan alle besef van verhoudingen en afmetingen? Hörselkamp liep omgewonden door de kamer, met rood gelaat, de zware wenkbrau wen boven den neuswortel saamgetrokken. Het was toch zooals hij zei en zijn lieve vrouw was er met al haar groote en voorname con necties en groote woorden toch niet in ge slaagd iets anders tot stand te brengen dan een kleine hofmakerij, die men graag .wilde omhangen met een legitiem manteltje. Dat noemde zij voor het kind zorgen. Mooie ver zorging. De jongen zag er niet naar uit, of hij zijn vrouw een positie in het vaderlijk huis zou kunnen aanbieden. Hij was verliefd en had het meisje allerlei grillen in het hoofd ge praat „Weet u wat mijn waarde, wij zullen doen, alsof er niets gebeurd is", zei hij plotseling en klonïe Gerhard Oberwall met een zekere g cdhs igheid op den schouder Gerhard Oberwall stond zeer recht, zee: 8Uil yoan den kunstenaar, De slappe manier waarop de zaak nu dreigde afgedaan le wor den. stuitte hem tegen de borst. „Het is ook in het geheel niets geweest, mijnheer Hörselkamp. Wij hebben elkaar ge zegd. dat wij elkaar liefhebben en wij zullen het bewijzen: ik. door uw dochter te trouwen. Lon door met mij de gevolgen van dit be sluit op zich te nemen." „Aha!" zei mevrouw Sina zeer tevreden. Gerhard doelde wel, dat hij zeer ver was gegaan. Maar de onverwachte tegenstand van den kant van den kunstenaar had zijn bloed verhit. En als zijn bloed sprak zweeg elke bedenking. Het was hem oi nu pas de ware liefde voor Lou In hem was ontwaakt. De strijd, die hem wachtte schrikte hem niet af. Hij benijdde de minnaars van vroegere tijden, die hun ge liefde met den degen in de hand aan de ouderlijke macht onttrokken. Zijn oogen fon kelden, de spieren van zijn armen spanden zich. „Welk een hartstocht" dacht mevrouw Sina. en verbaasde zich in stilte dat Lou in staat was een ..passion" op te wekken. Zij voelde zich zeer onbehaaglijk in de ver kreukelde kiel, met de bloote, ingewikkelde voeten. Zij voelde zich er als verlamd door, beroofd van de fijne gracieuse bekoring harer bewegingen, wat haar beste hulpmiddel was, als zij haar man moest veroveren. „Het zal het beste zijn, Gerhard, als wij alles bij het oude laten en gij voorloopig niet anders dan als vriend in ons huis komt, tot dat „Mag ik weten tot wat?*1 Zeer wijdbeens plaatste Hörselkamp zich midden in de kamer, zeer grof, haast opzette lijk ruw. klonk zijn waajfe „Totdat de menschen zich den mond over de geschiedenis vaneen gescheurd hebben, tot dat het meisje gecompromitteerd is? Niets daarvan Nu wordt klare wijn geschonken. Of het een of het ander. Wilt ge u formeel met Lou verloven; geheel coram publico met medeweten van uw familie?" ^.Nu dadelijk, neen dat zou ik niet kun nen. dat Hörselkamp haalde de schouders op. Natuurlijk. Het was toch ook nog maar een domme jongen, die daar voor hem stond. En liever ja waarachtig, hij gaf Lou nog liever aan zijn Italiaanschen beeldhouwer, die voor twaalf mark daags bij hem in het atelier werkte, als hij een model in marmer uitvoer de dan dat hij haar aan een onrijpen Jon gen gaf. „Dan waarde heer, is er niets te doen. Kom terug, als u zoo ver is -dan hartelijk wel kom. Maar tot zoolang „Ilc heb dc eer, mijnheer Hörselkamp." Zeer stijf, vol ingehouden verontwaardiging, boog Gerhard Oberwall. De man was werkelijk een proleet. Maar juist nu! Juist nu iou hij Lou veroveren haar aan zijn klauwen ontrukken. Hörselkamp glimlachte goedhartig. „Ik heb dc eer, mijn waarde." Deze kleine was hij kwijt. Zoo veel was zeker. Lou bleef in huis. Dar moest er nog bij komen, dat elke groene jongeman de hand maar nóar haar had uit te strekken. Dan kon den er velen komen 1 Zijn lieve vrouw legde het er op aan. Nu hij paste goddank op. „Mevrouw Gerhard Oberwall bracht de hand van Sina •an zijn lippen. Zij zuchtte, hief de oaaen tea hemel, tikte tegen haar voorhoofd, glimlacht# daarna vertrouwelijk. „Ik zen tot weerziens, beste Gerhard! Hij antwoordde niet, pakte zijn papieren bij elkaar, boog nog eens er. vertrok zonder om te kijken. „Je bent krankzinnig," zei mevrouw Sin# voor den zoovcólslen keer tegen haar man. Hij lachte, blijkbaar heel goed geluimd. „Ala hij haar niet haalt behoeven we niet t# zeggen, dat het jammer om hem is." In stilte hoopte hij hem voor goed kwijt to zijn, maar dat zei hij niet. Hij was zeer in zijn schik. Hij voelde zich buitengewoon opgelucht. Luister eens wal zou je er van zeggep, zouden we nu niet een beetje kunnen werken. Niet lang. Maar één uur. Vandaag vorder ik' flink. Hij wond heur haar om zijn yinger, kust# haar op haar oorlelletje. Zij knikte. „Wat heb je je weer opgewonden dat ge beurde met Lou nooit." Na een poosje antwoordde hij: „Neen met Lou kwam dat nooit voor." Toen het eerste derde deel van zijn'werk klaar was, gebeurde het, dat hij al aan het volgende dacht. Ën zoo zag hij nu reeds het werk, dat hierop moest volgen. Iets stils, dat teer en kujsch was. Dan zou hij uitrusten weer de oude worden oplettend en be dachtzaam. Daar had hij Lou dan voor noo dig. Daarom was het goed dat zij bleef, zeef goed was het (Wordt vervolfd.|

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1