«"'JLTHÏKS™». „DE EEMLANDER".
15" Jaarpang.
Maandag i9 Februari 19i7.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 4ó.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
l BUITFNI.AND.
Politiek Overzicht
FEUILLETON.
ZOfcNEWEELDE
B
AB0NNKMENISPKU8:
l?#i maan de ij vooi Amersiourt f 1-30.
Idem trnnco pei poat
Pei week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - w. t
^tionderliike nummers <MH.
Wekelykaoh bijvoegsel Hollandses* huvrrou* (onder
redactie van '1 hérèse Hoven) per mod, ÖO cl».
WekeJiiksoh bjivoefi&el nWereldr*m«' per 8 mnd. 52 Cis.
PHLJsi ÜEU AU VKHXKNTIEN
Van 1—6 regels., f o.8().
Elke rogel meert 't - IKl.il
Hienstaanbiedingen 1—6 regels.»
Grootu lettors naar plaalatuimte.
Voor liaiidol en bedrijt bestaan /.eor voordoelige bepatingen
tot liet herhaald advertoeren in dil Blad, bi( abonnement.
Eene irculaire. bevattondo Ue voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezoudeu.
Het Amerikaansche
oorlogsgevaar. -
In de laatstverloopen dagen is van Dult-
tche zijde de verklaring, dat men wil vol
harden in het voeren van den duikboot
oorlog op eene wijze, die niets en niemand
ontziet, nog eenige malen herhaald. Men
Is bereid tot concessiën, juister gezegd tot
faciliteiten in de .uitvoering, die voor de
onzijdigen den last eenigszins verzachten,
mits de blokkade tegen Engeland daardoor
niet wordt oangetast. De Nordd. Allg. Zei-
tung drukt het Duitsche standpunt aldus
uit: „In het vastberaden doorzetten van on
zen U-boot-oorlog tegen den geheelen over-
seeschen aanvoer van onze vijanden is er
voor ons geen terug." Daarvan wil men zich
niet laten afbrengen; men zet zich over de
vertoogen en protesten van de onzijdigen
heen en riskeert zelfs het gevaar, dat men
daardoor in oorlog zal geraken met de Ver-
«enigde Staten.
De opgaven, die zijn medegedeeld over
den toestand van de Amerikaansche strijd
macht, stellen ons in staat het Duitsche
standpunt te bezien in het licht, waarin het
moet bekeken worden. Men ziet daaruit, dat
de kans, dat Amerika in den oorlog zal gaan,
Duitschland's militaire positie niet beïn
vloedt in ongunstigen zin. Het Amerikaan
sche landleger is vooreerst niet in staat deel
te nemen aan den strijd en de Amerikaan
sche vloot is op den zeestrijd, zooals hij nu
moet worden gevoerd, niet ingericht. Er zal
een geruime tijd moeten verloopeh voor
dat Amerika een werkzaam aandeel zal
kunnen nemen in den strijd. Tot zoolang
,zal Amerika toeschouwer moeten blijven.
Maar inmiddels kunnen de groote beslissin
gen gevallen zijn.
Zeker komt bij een oorlog tusschen
Duitscliland en Amerika niet de militaire
kwestie alleen in aanmerking. Wie kan wa
gen de economische nadeelen te schatten,
die Duitschland zou lijden door een oorlog
met Amerika! Om een enkel cijfer te noe
men: drie Duitsche stoomvaartmaatschap
pijen, de Hamburg—Amerika-lijn, de Nord-
deuj'che Lloyd en de Duitsch-Amerikaan-
sche pe:roleum-maatschappij hebben stoom
schepen in de Amerikaansche havens lig
gen met eene gezamenlijke tonnage van
444.916 ton. Maar op economisch gebied
gedragen alle oorlogvoerenden zich naar
den stelregel: „Après nous le déluge". Het
militaire belang primeert. Daarvoor moeten
alle andere overwegingen zwichten.
Er is één verlangen, dat alles over-
heerscht: de wensch naar het einde van den
Strijd. Uit Italië en uit Frankrijk zijn stem
men opgegaan, die uitdrukking geven aan
den wensch naar eene snelle beëindiging
van den oorlog. In Engeland heeft de mi
nister van arbeid Hod^e in eene rede ge
zegd, dat het legerbestuur van de Entente-
■mogendheden den oorlog zoozeer wenscht
te verhaasten, dat men hem aan het einde
van dezen zomer zal kunnen besluiten.
Duitschland verklaart zijnerzijds, dat het
hoofdmotief waardoor bet zich heeft laten
leiden bij zijn besluit tot verscherping van
de duikboo^oorlogvoering, is de hoop om
den duur vah den strijd daardoor te bekor
ten. Men denkt dat te kunnen bereiken door
middel van de U-bootvIoot, omdat in de tij
dens den oorlog gebouwde duikbooten aan
houdend verbeteringen zijn aangebracht, die
dit geduchte wapen tot een steeds hoogeren
graad van volkomenheid hebben gebracht.
Daarbij komt, dat iedere week nieuwe U-
booten gereed komen en de toeneming de
geleden verliezen belangrijk overtreft. Het
arbeidsveld van de U-booten heeft eene
enorme uitbreiding ondergaan, zooals hun
ne daden in het zuidelijke deel van den
Atlantischen oceaan en aan de Noord-Ame-
rikaansche kust bewijzen, evenals het feit,
dat onlangs een U-boot zich 55 dagen bui
ten de haven heeft opgehouden. In Decem
ber 1916, toen de U-boof-oorlog slech!s in
de vormen van den kruiseroorlog werd ge
voerd, bedroeg de buit aan vernielde ton
nage 415,000 ton. In het voorjaar en den
zomer zijn de omstandigheden voor het
voeren van dezen oorlog veel gunstiger. Met
het wegnemen van de beperkingen, die men
zich vroeger moest opleggen in het gebrui
ken van dit wapen, is ér met eene belang
rijke toeneming van de uitwerking van. den
duikbootoorlog te rekenen, waartegen de
versterkte afweermaatrfcgelen van de tegen
standers niet kunnen opwegen.
Niet zonder grond wordt dus de verwach
ting gekoesterd, dat de verscherpte duik
bootoorlogvoering een gewichtigen invloed
zal uitoefenen op den verderen loop van
den strijd. Men voelt dat ook aan de andere
zijde, zooals blijkt uit de verklaring van de
Morning Post, dat het niet waarschijnlijk is,
dat de rijkskanselier eene ijdele bedreiging
heeft uitgesproken, en dat het veeleer ze
ker Is, dat geen handelsschip der onzijdi
gen of oorlogvoerenden meer in zee kan
steken, zonder met mogelijke vernietiging
te rekenen. Het blad knoopt daaraan deze
opmerkingen vast:
„Wij moeten dus aannemen, dat feitelijk
eene vernietiging van handelsschepen in
grooteren omvang zal intreden. Duitschland
berekent bovendien ongetwijfeld de mpree-
le uitwerking van zijne verklaring van zee
roof en rekent er op, dat neutrale schepen
niet zullen uitgaan en dat, als de druk
slechts eenige weken aanhoudt, de geal
lieerden daaronder zóó zwaar zullen hebben
te lijdenr dat op de knieën geworpen zullen
worden. De regeerders van Duitschland zijn
niet lichtzinnig en hebben het effect van
hunne verklaring op de onzijdigen vooruit
gezien. Duitschland behoeft niet de vloot
van de Vereenigde Staten te vreezen, want
die kan tegen de duikbooten niets uitrichten
en de Duitsche vloot niet benaderen. Te
land behoeft Duitschland niets te yreezen,
want de Vereenigde Staten zullen geene
troepen overbrengen en Nederland en
Skandinavië worden door Duitschland's wa
pengeweld in schaak gehouden. Wanneer
het Duitschland gelukt Engeland "ter zee af
te sluiten en geen rekening te moeten hou
den met de stemmen van (de onzijdigen, dan
zal het den oorlog winnen."
De oorlog.
Berlijn, 18 Febr. (W.-B.). In de ant
woordnota van den minister van buiten-
landsche zaken van Spanje op de Duitsche
mededeeling der vérscherping in het voe
ren van den duikbootoorlog wordt gezegd
Ik moet zeggen., dat de inhoud dezer
mededeeling de koninklijke regeering zeer
pijnlijk treft. De correcte neutrale houding,
die Spanje van den begine af heeft ingeno
men en die het met onwrikbare vastheid en
loyouteit heeft weten te handhaven, geeft
haar recht te verlangen, dat het leven van
hare op zee handeldrijvende onderdanen
niet in zoo ernstig gevaar gebracht wordt.
Zij geeft haar ook recht te verlangen, dat
deze handel noch gestoord noch gekort
wordt op het geheelè ge-bied, waarop de kei
zerlijke regeering zich genoodzaakt ziet
overeenkomstig hare aankondiging tot het
bereiken van haar doe! alle wapenen aan
te wenden en alle beperkingen buiten aan
merking te laten, die zij zich tot dusver in
de toepassing van hare zeeoorlogsmiddelen
oplegde.
Reeds voordat de keizerlijke regeering
deze beperkingen heeft prijsgegeven, heeft
o'e koninklijke regeering geprotesteerd, om
dat zij deze beperkingen niet als voldoende
beschouwde om de inachtneming der bepa
lingen van het internationale zeeoorlogs
recht buiten aanmerking te laten. Daar
echter de door Duitschland aangekondigde
oorlogvoering op een onverwacht peil,
waarvan geen voorbeeld bestaat, gebracht
wordt, moet de Spaansche regeering met het
oog op de plichten en eisohen van hare on
zijdigheid met nog groot^r rechtmatigheid
haar even wel overwogen als nadrukkelijk
protest tot de keizerlijke regeering richten,
waarbij zij tegelijk reserves maakt en er op
wijst, dat de keizerlijke regeering een onaf
wijsbare verantwoordelijkheid op zich neemt
voor de verliezen aan menschenlevens, die
mogelijk zullen veroorzaakt worden.
De koninklijke regeering grondt haar pro
test hierop, dat de volkomen sluiting van
den toegang tot zekere wateren en de ver
vanging van het onder zekere omstandig
heden onloochenbaar bestaande recht van
wegneming door een op ieder geval toepas
selijk beweerd recht van vernietiging onver-
eenigbaar is met de erkende beginselen van
het internationale leven. Vooral echter
grondt zij haar protest inzonderheid hierop,
dat de uitbreiding van deze rechtsopvatting
ojvde aangekondigde wijze op de vernieling
van het leven van niet-strijdenden en op de
onderdanen van een neutralen staat, zooals
Spanje, indruischt tegen de beginselen, die
door alle natiën, zelfs in de meest benarde
tijden in acht genomen zijn.
Wanneer de Duitsche regeering, zooals zij
zegt, vertrouwt, dat het Spaansche volk en
zijne regeering het oor niet zullen sluiten
voor de motieven voor haar besluit en hoopt
dat dezen hunnerzijds zullen medewerken om
verdefe ellende en verdere offers aan men
schenlevens te verhoeden, dan zal zij even
eens verstaan, dat de Spaansche regeering,
die bereid is op het geschikte tijdstip het
initiatief te nemen tot en haren steun te
verleenen aan iedere poging, welke kan
leiden tot den vrede, waarnaar iederen dag
vuriger wordt verlangd, aan den anderen
kant een buitengewoon oorlogsrecht niet als
wettig kan toelaten, waardoor, ondanks de
rechten van Spanje als onzijdige staat en de
nauwgezetheid waarmee het zijne daaruit
voortvloeiende plichten vervult, niet alleen
Spanje's zeehandel, maar tegelijk het leven
van zijne onderdanen aan ernstige gevarerw
wordt blootgesteld.
De koninklijke regeering vertrouwt meer
dan ooit op de haar ter zijde staande ge
rechtigheid. Zij betwijfelt niet, dat de. keizer
lijke regeering zich door de gevoelens van
de vriendschap, die de beide landen ver
bindt, zal laten leiden en dot zij verder bin
nen de harde noodzakelijkheden van den
modernen oorlog de middelen zal vinden
om aan de bedenkingen van Spanje tege
moet te komen. Deze bedenkingen berusten
op den onafwijsbaren plicht van de regee
ring om het leven van hare onderdanen te
beschermen en hare souvereiniteit in den
vollen omvang te handhaven, opdat Spanje's
nationaal bestaan niet in gevaar worde ge
bracht. De regeering weet, dat daarbij de ge
rechtigheid aan hare zijde is.
Londen, 17 Febr. (R.) Bericht van
Lloyds.
De Engelsche stoomschepen Marie Daw
son, Queen Mood en Marie Leonhardt zijn
in den grond geSoord. Van de beide eerst
genoemde schepen is de bemanning gered-
De Friendship, van Brixham, en de Leven
zijn tót zinken gebracht.
B er I ij n, 17 Febr. (W. B.) Den T5en
werd bericht, dat een U-boot schepen van
in 't geheel 35.000 ton in den grond ge
boord had. Daaronder waren het Engelsche
stoomschip Grammo, het Italiaansche zeil
schip Marie en het Zweedsche zeilschip
Hin/o Hamilton, die nog niet genoemd zijn.
Een aantal van de uit de Noord-zee terug
gekeerde duikbooten hèeft gemeld, dat zij In
de Noordzee geen verkeer van handels
schepen hebben aangetroffen.
Christian ia, 18 Febr. (W.-B.). Het
Noorweeo'sche gezantschap te Parijs seint,
dot het Noorwegsche stoomschip Nordkap,
groot 322 ton, dat van Bilbao naar Nantes
onderweg was met eene lading hoefijzer,
den I2en Februari zonder waarschuwing in
den grond geboord is op twaalf mijlen af
stand van het land. Van de bemanning van
elf man ziin den 13en vier in Falmouth ge
land. Hot lot van de anderen is onbekend.
B e r 1 ij n, 17 Febi (W. B.) Avóndbe-
richt uit het groote hoofdkwartier.
Aan de -Ancre hebben zich heden voor
middag bij sterk artillerievuur nieuwe infaiv-
teriegevechten ontwikkeld.
In het oosten geene bijzondere gcbeurte*
nissen.
P a r ij s, 17 Febr. (Havas). Namiddag*
communiqué.
In Champagne wederzfldsche artillerie»
actie in den sector van Malsons-de-Chonv
pagne.
In de streek van Eparges mislukte een
Duitsche overval door ons vuur.
In den Elzas drong gisteren bij het vallen
van den avond, na een levendige beschie
ting, een Fransche ofdeeling in een vooruit
springend gedeelte van het Duitsche front
tusschen Amertz on Wilier, dat totooi ont
redderd werd. Wij brachten gevangenen-
terug. Overal elders was de nacht rustig.
Gisteren schoot een Fransche vlieger een
Duitschen kabelballon in de buurt van Man»
vaux (streek van Vouziers) neer
18 Febr. Namiddagcomrauniqué.
In den loop van den nacht patrouillege
vechten op verschillende punten, met noma
in de sectoren Troyon, de Chambrettes en
ten noordwesten van Bndonvillers.
het Bois Le Hétre drong eene ofdee
ling in de Duitsche loopgraven cn vernielde
de werken en onderstonden van den tegerv
stander.
Avondcommuniqué.
Niets van belang te berichten.
P a r ij s, 17 Febr. (Havas). Sedert 13
Februari waren de Duitschers in den sector,
gevormd door de voormalige Duitsche looj>
graven, door ons in den slag in Champagne
op het einde van 1915 veroverd, tot een
krachtige beschieting met zware artillerie
overgegaan, welk vuur ln den middag van 13
Februari de uiterste hevigheid bereikte. Na
dat het vuur meer naar achteren was ge
bracht, verlieten de Duitsche troepen over
een front van 2300 meter hunne loopgraven,
om op de Fransche liniën tusschen de Butte
du Mesnfl' en Maisons-de-Chompagne een
aanval te doen.
De zware mijnen aan den voet van de hel
ling van hoogte 185, waar het Franscha
front tamelijk ver vooruitsprong, werden door
de Duitschers tot springen gebracht. Onza
werken werden, ontredderd, waardoor enkele
afdeelingen van den vijand er voet kregen.
Voor de rest, d. w. z. op bijna het geheela
aanvalsfront, mislukte de aanval. Ons sper
vuur bracht hun hooge verliezen toe. Boven
dien kwam de vijand onder het flankvuur der
battèrijen, die achter Main de Mossige®
waren opgesteld en onderging daar een let
terlijke slachting, hetgeen de aanvallers
noodzaakte iedere poging om verder voor
waarts te rukken op te geven.
Slechts de noordwestelijke hoek van hel
uitspringend frontgedeelte werd ons ontno
men. Hij wordt door hoogte 199 beheerscht
en het zal niet minder kosten hem bezet ta
houden, dan het kostte om hem te veroveren.
L o_n den, 17 Febr. (R.) Maarschalk
Hüig bericht geslaagde operatiën aan beide
oevers van de Ancre. De vijandelijke stel
lingen tegenover Miramont^ werden genomen
Een man begint een dwaasheideen
Wouw heeft de dwaasheid haar te willen be
stendigen.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
Het was niet denkbaar, dat Hörselkamp
van een officieel diner kwam in zijn een.
ver,dig buist das en boord waren gekreu
keld, zijn haren lagen verward om slapen
en voorhoofd. Zijn gezicht had een gTOene
tint, zijn oogen zwaar gezwollen, en de
woorden kwamen, al waren ze duidelijk,
toch zwaar van zijn lippen. Hij liep eer
recht bijna wijdbeens, als iemand, die op
moet letten,^ waar hij zijn beenen zet.
„Papa klonk het met verstikte stem
uit een hoek van de zaal.
Hörselkamp glimlachte, spottend keek hij
op, met een ekeligen glans in de oogen.
„Het verheugt mij mijne heeren en dames,
■f1 'k u nog allen «antref. Goeden avond,
■s heb de eer."
Hij deelde rechts en links hartelijke hand.
drukken uit, boog overdreven diep over een
paar dameshanden. Daarna fixeerde hij den
Handelsraad en stelde zich zelf voor:
„Hörselkamp."
Hij maakte een afwerende beweging, toen
de verblufte handelaar in paarden ook zijn
naam wilde noemen.
„Niets noodig, mijn waardehier is ieder
een welkom. Iedereen. Wij gev§n niets om
namen. Wij zijn niet trotsch. Zie maar naar
mijn vrouw een vorstin Sukewitsch
heeft toch een eenvoudigen Hörselkamp ge
trouwd."
Zijn oogen kregen iets kouds. Iets glazigs.
„Waar ben je zoo lang geweest?"
Mevrouw Sina beproefde een vriendelij
ken klank in haar stem te brengen, het
lachje, waarmede zij placht te zeggen
„Kunstenaarsgrillen," en zij nam met een
enkele beweging allen tot getuige van haar
vroolijkheid. Want het was toch alles maar
een grap, het kon slechts een gTap zijn.
En lachend klonk het antwoord
„Ik was in de kroeg. Ja, mijn waarde
heeren en dames, in zoo'n echte artisten>-
kroegergens aan het water. Daar zit
men bij elkaar en drinkt. Inplaats van thee
drinkt men bier of wijn. Maar verder is het
't zelfde als in de uitgaande wereld."
Een beleefd lachen, een onderdrukt ge-
giegel volgde.
Het bloed steeg Hörselkamp naar de sla
pen, een lichte roes omnevel do het laatste
restje van xijn helder verstand.
„Je benrt dronken," fluisterde mevrouw
Sina hem achter haar waaier toe*
Xeer luid riep Hörtelkamp
„Mijn lieve vrouw is van oordeel, dat ik
van het goede te veel heb genoten vindt
u dat werkelijk Mijn vrouw is zeer gevoe
lig. Dat mogen vrouwen van kunstenaars
niet zijn. Weet je met wien ik er op uit
geweest ben? Met Wachmann."
Zij verbleekte.
„Hoe zoo met Wachmann, met welken
Wachmann
Hij lachte goedig.'
Wachmann is mijn Maecenas. Stelt u voor,
mijn dames en heeren een man, die mij
jarenlang crediet geeft zonder dat ik eriiets
van weet Ongelooflijk niet waar! Tja
natuurlijk moet zoo iets beloond worden. Elke
liefde wordt beloond moest haar loon vin
den. Vandaag beloon ik haar."
Hij legde zijn arm om den schouder zijner
vrouw. Over zijn nu weer vaal geworden ge
laat gleed een verwrongen lach.^Zijn hond be
tastte den snoer parelen zijner vrouw, zijn
vingers drukten op bet slot. De ketting gleed
zacht over den blanken boezem.
„Wat doe je?" riep Mevrouw Sina uit
maar nog voordat zij dc parélen kon grijpen
zwaaide Hörselkamp den collier hoog in
de lucht.
„Niets/' zei- hij kalm. „Het slot houdt niet
goed. Ik zal mijn Maecenas verzoeken het te
late^maken."
Met deze woorden liet hij den ketting in den
zak van zijnb uis glijden en wendde zich af.
Men wist niet, wat men van dit alles moest
denken. Eenigen keken verbluft anderen
vol belangstelling. Een dame lachte verlegen.
Mevrouw Sina wankelde; zij was doodsbleek
geworden.
„Geef mij mijn parelen terug geef mij
mijn parelen
Zopder naar haar om te kijken, heel lang
zaam, met als het ware een op zijn gelaat ge
vroren lach liep Hörselkamp naar de deur.
.Mevrouw Sina-viel op haar knieën.
„Hout hem! mijn parelen hij heeft mijn
parelen gestolen."
Haar stem had niets menschelijks. Het
klonk als het steunen van een doodclijk ge
wond dier. Haar nagels klemden zich in de
zijden van den stoel, die over den gladden
parketvloer heen en weer rolde, én zonder te
weten wat zij deed, gleed zij hem op haar
knieën na.
„Mijn parelen Lou hij heeft mijn pare
len houd hem toch hij is krankzinnig
houd hem."
Spookachtig stil was het in het door licht
en geur overstroomd vertrek. Niemand be
woog zich. Als verstijfd keken allen naar de
vrouw, die builen zich zelf was en snikkende
haar man volgde.
„U zult een grap toch niet tragisch opne
men, mevrouw," zei plotseling een harde
stem, en de bruine hand van Taysen legde
zich zwaar op de schokkende schoudrs van
vorstin Sukewitsch. Zij stiet de hand terug,
haar blik dwaalde als van een krankzinnige
over de om haar heen staande menschcn.
„Ik heb hem alles gegeven alles mijn
liefde, mijn geld, alles wat ik ben. Alles wat
ik bezit. Het laatste heeft hij mij ontnomen.
Ik geef hem aan ik zweer het bij God Gij
zijt mijn getuigen Gij allen
Zij schreeuwde het uit,'omdat Taysen haar
pols bijna verpletterde tn krachtigcn greep.
„Het is een grap, verstaat u," riep hij hard
tegen haar, zoo hard, dat men het moest hoo
renden goot een glas water, dat een dame hem
aanreikte, over haar hals. Zij kermde.
„Neen neen ik weet hij heeft ze mij
ontnomen hij heeft ze mij ontstolen ont
stolen ontstolen
Zij gilde het de zaal In; zij was zich zelf
niet meer. Iemand was naar de piano gegaan
en sloeg volle accoorden aan, om haar woor
den te overstemmen, een onder had dc phone-
graaf opgewonden.
Allen riepen en maakten geraas door elkaar.
Nadat de eerste sensatie voorbij was, wilde
niemand g'clooven, dat een vorstin Sukewitsch
zich zoo kon vergeten. Een dame, bij wie men
in huis kwam...
De vestibule werd gevuld met vrouwen, die
bleek en bevend haar mantels vroegen, met
dienstboden, die inplaats van te helpen dc ver»
warring nog grooter maakten.
De oude Seraphine met een wit nachtmutsje
op het hoofd, in kortén, donkeren onderrok
en bombózijn jakje snelde de trap af. Haar
lippen bewogen zich in zinlooze korte uitroe
pen.
„Is zij nu eindelijk daartoe gekomen heeft
zij het Waar is Loiitie? Waar Is het kind
dat vermoordt zij nog."
Rijtuigen en automobielen reden voor. Ovei^
haast verdwenen de gasten, met losse man
tels. fladderende doeken ln de hand.
Na enkele oogenblikkep, was er niemand
meer.
„Juffrouw Lou Lou riep Taysen door
het gcheele huis.
En de oude Seraphine strompelde hem han
denwringend na.
„Haasje, mijn Haasje, luister toch..."
Zij brak af. sloeg tkh met de vuist lege*
haar voorhoofd.
(Wordt vervolgd.)