1B,Ul «jaaraang. „DE E EM LAN DER". Dinsdag 20 Februari 1917. 7 BUITENLAND. ZONNÈWEELDE N* 197 FEUILLETON. u* AMERSFOORTSCH J MARIE VAN VERSENDAAU Hoofdredactie» Mf D j VAN SCHAARDENBURG. Uilgever»: VALKHOFF 6 Cc abonnementsprijs Foz c maanden vooi AmerBlooct f L8R» pros der advertentien Per week (met grstii verzekering tegen ongelukken) - Jkisonderlijke nummers •- 0.03. Wekelykech bijvoegsel „Ü4 Holland^ Huisvrouw' (onder redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. ÖO el»- Wekeliikseh bjjvoegeel mW*r€ldrtv*4" per 8 mnd. 5» Cf». Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. .Telefoonnummer 66. Dienetaunbiudingen 1—6 regels., O.ftO* Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedril bostaan zoor vnordoelige bopalingoa tot het herhaald advertuoron in dit Blad, bu abonnement Bene «ürculaire, bevattende de vuorwaardou, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Buigen.Oc.ster von Amersiooit, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer *en\eente, dat de door den Directeur van Rijks directe belaötinjen, enz. te Utrecht exe cutoir verklaarde kohieren Nas. ld en 14 van da Personee*e Belasting, over i-et dienstjaar 1916 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier zi^n ter hemd gesteld, aan trien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedean en op de daarvoor gebruikelijke ttaatsen aangeplakt te Amersfoort den 19den Februari 1917. 1 De Burgemeester voornoemd, VAN RANDW1JCK. HJNDcR\VET. Burgemeester en Wethoucers van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 9 Februari 1917 aan de Fa. H. S. M. Hotke en hexo rechtverKrijgenden voorwaarde lijk vergunning is verleend tot liet uitbreiden Tan eene vleeschwarenfabriek door het plaatsen Tan een electromotor van 20 P.K., een van 12 P.K^' een ven 3 PiC., een van li P.K. en een Ton i P.K., gedreven door gemeenteelectrici- teit tot het in beweging brengen van de reeds •'bestaande vleeschware-unacliines, verder een ^compressor, centrifugaalpomp en ventilator in.het perceel alhier gelegen aan drn Soester- Weg, kadastraal bekend sectie D. No. 3506. Amersfoort, 13 Februari 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secreten De Burgemeester, A. R. 1 .wlxot v. d. WAL Kz., I -Burg. Politiek Overzicht Het Amerikaansche oorlogsgevaar. (Slot). De Civil Lord der Britsche admiraliteit Sir Edward Carson heeft tot een medewerker van de Petit Parisien zich aldus over den duikbootoorlog uitgelaten, dien Duitschland •edert 1 Februari voert op eene wijze, die niets en niemand ontziet„De kan u het 'gTOOte gevaar van den U-bootveldtocht niet verhelen. Deze barbaarsche aanvallen stel len ons voor een moeielijk, allerernstigst vraagstuk. Er is op zee geen enkele Britsche zeeman, en in de admiraliteit geen enkel lid van den admiraalstaf, die niet dag en nacht werkzaam is met de hoop het te zullen op lossen. Onze zorgen dienen slechts om ons tot voortdurende inspanning aan té*sporen." Het is moeielijk in klemmender bewoor dingen uit te drukken hoe groot de-bezorgd heid is, die de duikbootoorlog aan de En- gelsche regeering inboezemt, dan wij hier van den minister van marine zelf vernemen Men houdt zich dag en nacht met dit vraag stuk bezig met de hoop er eene oplossing voor te vinden. Maar inmiddels gaat het vreeselijke wapenmeedogenloos gehan teerd, voort zijne werking uit te oefenen. Welke uitkomsten er van worden verwacht, wordt ons door het lid van den Duitschen rijksdag Gothein in deze woorden geschetst: „Wanneer van de tonnage van omstreeks 7 millioen tonnen, die ter beschikking van onze vijanden staan voor hunne economi sche verzorging, maandelijks slechts 600,000 tonnen vernietigd worden, dan zouden na zes maanden slechts 3 4 milli oen tonnen tot hunne beschikking staan, hetgeen absoluut onvoldoende is voor de behoefte. Het gebrek aan vrachtruimte leidt reeds nu in Engeland, en nog meer in Frankrijk en Italië, tot ernstige economische noodtoestanden. Ook wanneer een be langrijke nieuwe aanbouw plaats had, dan zou dat toch niet verhinderen, dat de nood zich tot eene krisis ontwikkelt. De graanoogsten van Engeland en Frank rijk in het jaar 1916 waren zeer ongunstig en ook de maisoogst in Italië. Maar ook Capada, de Vereenigde Staten van Noord- Amerika en Argentinië hadden slechte oog sten en Argentinië een zeer matigen. In de Entente-staten (ongerekend Rusland, dat van het verkeer is afgesneden) en in de lan den die in aanmerking komen voor verzor ging door de Entente, is de graanoogst, mais inbegrepen, met rond 50,000 tonnen (a 1000 K.G.) achtergebleven bij d?en van het vorige jaar. Engeland kan, ondanks de reus achtige prijzen die worden besteed, zijne graanvoorraden op verre na niet op de hoogte van vroegere jaren houden. Sedert November 1916 blijven ook de aanvoeren over zee sterk ten achter en met iedere maand meer. Nog dreigender is de toestand voor Frankrijk en voor Italië. Ook de invoer van boter en andere vetten blijft in Enge land met de helft bij vToeger ten achterdie van vleesch eveneens. Engeland kan, om zijne ijzerproductie te handhaven op de hoogte, die thans noodig is voor de oorlogstoerustingen, den aanvoer van de 7 millioen tonnen Zweedsche en Spaansche ertsen niet missen. Te minder omdat het ook het ijzer moet leveren voor Frankrijk, welks voornaamste productiege bied gedeeltelijk door de Duitscher» bezet, gedeeltelijk strijdgebied is, en ook voor Italië, dat slechts in geringe mate ijzer pro duceert. Zijne eigen ertsen hebben bijmen ging noodig van de veel meer ijzerhoudende vreemde' ertsen, omdat anders het cokesver- bruik buitensporig wordt verhoogd. Wanneer de aanvoer van vreemde ertsen ook maar eene aanmerkelijke beperking ondergaat, dan wordt de Engelsche ijzerproductie beden kelijk ingekrompen. Bovenal echter heeft hët voor zijn kolen- en ook voor zijn ertsmijn- bouw het Noorweegsche en Zweedsche mijn- hout noodig. Zonder dat 'moet het aan bos- schen arme land zijn mijnbouw ten zeerste beperken en kan het noch aan Frankrijk, noch aan Italië de dringend noodige kolen leveren. En hoe zeer deze landen nu reeds onder de gebrekkige kolenverzorging lijden, kan men dagelijks vernemen. Reeds eene inkrimping van den koleninvoer tot de helft moet hunne industrie voor de oorlogsbe hoeften in de grootste ongelegenheid bren gen, ook al wordt voor de bevolking en de verdere industrie niets afgestaan. Aan het beschikbaar stellen van kolen en ijzer is dan natuurlijk in 't geheel niet te denken, en daarmee moet het gebrek aan vrachtruimte wederom nijpender worden." Men ziet hieruit hoezeer Duitschland door de wijze, waarop het nu den duikboot oorlog voèrt, voor zijne vijanden den strijd ver zwaart. Het ongeluk is echter, dat die vorm van oorlogvoering, waarbij alle schepen, die in het spergebied worden aangetroffen, vijandelijke en neutrale, naar denzelfden maatstaf worden behandeld, ook voor de on- zijdigen de bezwaren, die de oorlogstoe stand meebrengt, weer in bedenkelijke mate verzwaart. En wanneer de spanning, die daardoor tusschen de Vereenigde Staten en Duitschland is ontstaan, verder doorwerkt, dan zal wederom de kans toenemen op eene uitbreiding van het gebied, dat in den oorlog betrokken is, waardoor de strijd ook in let terlijken zin zal worden een wereldstrijd. Het is alsof alles samer spant om dezen reuzen strijd tot den vreeselijksten te maken, die ooit is beleefd. De oorlog. Londen, 19Febr. (R.) De Manchester Guardian brengt cijfers, die strekken om aan te toonen, dat de verliezen, die de scheep vaart heeft geleden, In de derde week van den nieuwen dufkbootveldtocht, blijven be neden het gemiddelde weekcijfer in De cember. B e r 1 ij n, 1 9 F e b r. (K. N.) Het te Ko penhagen verschijnende blad Politiken schrijft, dat wanneer de duikbooten het ver nielingswerk in hetzelfde tempo voortzetten, waarin het begonnen is, men In maritieme kringen aldaar van meening is, dat met einde Februari minstens 1.500.000 bruto register- tonnen zullen zijn vernield. De tonnage, die vroeger door de Duitschers In het tijdperk van 2X jaar vernield werd, zal bij het tegen woordige tempo In drie maanden vernield kunnen worden. B e r 1 ij n, 2 0 Febr. (W. B.) Lord Be- resford heeft volgens de Morning Post in eene rede, die hij hield in de Automobile Club, gezegd, dat hij vreest, dat het land nog volstrekt niet weet hoe ernstig de toe stand is. Men behoeft slechts de getallen van de verloren tonnage te zien om ontzet te zijn over den omvang van de tegenwoor dige verliezen van Engeland. Het zal moeie lijk zijn het land van levensmiddelen te voor zien. Zonder handelsmorine is geene pro viandeering mogelijk. Wanneer men aftrekt de voor leger, vloot en regeeringswerk ge reserveerde stoomschepen, dan blijven slechts zeer weinige schepen voor den han del over. Christiania, 19 Febr. (W. B.) De Verdensgang bericht, dat het Noorweegsche stoomschip Stralsund van 510 ton, met visch van IJsland op reis naar Italië, door een Duit- sche duikboot in den grond is geboord. De bemanning is door een Engelsche partouille- boot opgenomen en in Stornoway aan land gebracht. B e r 1 ij n, 1 9 Febr. (W. B.) In het sper gebied in de Middellandsche zee hebben in de laatste dagen duikbooten een vrij groot aantal vijandelijke schepen van groote waar de in den grond geboord. Daaronder zijn: een volledig bezet groot Itoliaansch troepen- transportschip, twee bewapende stoomsche pen van 3000 en 4500 ton met gewichtige lading voor Saloniki, het Itoliaansche stoom schip Oceana van 4217 ton.ihet Fransche stoomschip Vantaux van 3233 ton en het Fransche zeilschip Aphrodite van 600 ton, bestemd voor Italië#» Londen, 18 Febr. (R.) Het stoom schip Valdes, van Liverpool, -is zonder waar schuwing getorpedeerd. De kapitein en vier man van de bemanning zijn aan land ge bracht. Twee man zijn dood, negen worden vermist. Het stoomschip Worcestershire van de maatschappij Bibby moet in den grond ge boord zijn. Londen, 19 Febr. (R.) De Engelsche stoomschepen Okemerüfen Iolo zijn in den grond geooord. 2 0 Febr. Het Engelsche zeilschip No» therton en de Engelsche treiler 111 zijn dooi een duikboot In den grond geboorc^ Kopenhagen, 18 Febr. (W. B.) Hel Deensche stoomschip United States, dal klaar was om uit te varen, moesten zijn rei» uitstellen, omdat geene stokers en matrozen konden worden aangemonsterd. Om dezelfde reden hebben drie stoomschepen met levene middelen voor Engeland, die naar Berge» wilden uitloopen, de reis uitgesteld. N e w-Y ork, 19 Febr. (R.) Een van de correspondenten van de Associated Press, die tot voor korten tijd in Duitschland was, seint uit Genève, dot in eene vroegere periode van den slrijd, toen de Iuchtraidi pas waren begonnen, president Wilson op dracht heeft gegeven om als zijne persoon lijke en niet officieele meening aan den keizer en de Duitsche regeering over te bren gen, dat de raids van Zeppelins en vliegtui gen op bevolkte plaatsen met leedwezen door het Amerikaansche volk werden gezien en veel bijdroegen om de openbare meening in de Vereenigde Staten tegen Duitschland in te nemen, waarom hij in overweging gaf daarmee niet voort te gaan. Op alle oorlogstooneelen is*gistereiv,niet» te doen geweest. W e e n e n, 1 8 F e b v. (Corr.-burenu). De vice-admlraal Njegovjar is benoemd tot com mandant van de oorlogsvloot en de schout bij nacht Kaden tot hoofd van de marine- afdeeling van het departement van oorlog. P a r ij s 19 Febr. (1 lavas). Het wets ontwerp, strekkende om de vóór den oorlog vrijgestelde en afgekeurde manschappen van de lichtingen 1896 tot 1914 aan eene nieuwe keuring te onderwerpen, is gisteren door den Senaat er genomen en is du» voor afkondiging gereed. Londen, lQFebr. (R.) Minister Bonar Law deelde in het lagerhuis mede, dat ver scheidene honderdduizenden inschrijvingen op de leening nog niet behandeld zijn. Het nieuwe geld, dat is ingeschreven zal echter zeker een bedrag zijn van 700 millioen ponden sterling. Londen, 1 9 P e b r. (R.)Berste minister Lloyd George zal den 22en in het lagerhui» eene mededeeling doen over de beperking van de invoeren. Melbourne, T9Pebr. (R.) De regee- ring van Australië is afgetreden en er is een coalitie-kabinet gevormd door Hughes, dal bekend staat als het „Commonwealth War Government". Het hoofd van dit kabine* Vaak leven, menschen, die de liefde niet kon binden, in scheiding wereenigd door den haat. ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie vertaald dcor Mevr. I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM 48 "Z?> Zal in mijn kamer zijn, luitenant, daar altijd als het hier als in een gekkenhuis v toegaal. Niet zoo gauw, luitenant, ik kan niet meekomen. Taysen, die aen weg niet kende, trok en nutte de oude vrouw met moeite de treden op. \orslin Sukewitsch was alleen In de ver- acute feestzaal. Nog steeds kwekte de gramophoon, zijn laatste knarsende tonen vermengden zich met haar woest gesteun; kreunend viel zij op een Moei neer en stond weer op met doodsbleek gelaat Maar haar oogen gloeiden en haar lip pen rood en gesprongen, brandden ais ge wond v eesch. Opwindend klonk het getoeter en gesuis van de automobielen voor het huis, on het langgerekt geroep: Lou - Lou - Zijgreep naar haar hals. Een bloeddruppel kleurde ha ar lange rose nagels. Waar was de man nu baar man. die zich had bedronken, die haar bestolen hadjis eerr straatroover. In het atelier was hij, daar had hij zich opgesloten... spotlachend^.! Daar speelde hij met haar parelen, die hij morgen aan den eersten den besten zou verknopen. Aan Wachmann of een ander. Wie er hem maar geld voor zou willen geven een ellen dige tienduizend mark. En die zou ze niet teruggeven. Die zou het in zekerheid brengen en er een goed zaakje mee doen. Zestig dui zend mark waren deze parelen waard, waar aan zij gehecht was als aan haar leven, die jij stuk voor stuk had verzameld met hartstochtclijken ijver... Zij moest naar haar man. Als het noodig was. zou zij zich aan zijn voeten werpen. In 't bijzijn van Lou, van de dienstboden. Haar parelen mochten het huis niet uit... voor niets ter wereld mochten zc het huis uit. Zij wankelde naar de deur. De vestibule was leeg. Alsof zij dronken was, zoo strom pelde zij de trap af, de gang door. Zij stiet tegen de muren, omdat zij vergeten had het licht aan te knippen. En nu stond zij voor de deur. ,.Ik ben het... ik.'' Bevend kwamen de woorden van haar lip pen. Zij glimlachte, ofschoon niemand haar kon zien. Zij was bereid hem te kussen, totdat de adem hem benomen zou zijn. Zij wilde zijn handen kussen, zich door hem laten slaan. Haar briljanten knoppen wilde zij verkoopen, maar de parelen moest hij teruggeven. Zij klopte. „Ik ben het.. Daarna drukte zij op den knop. De deur gaf toe. Zij rukte de portière terzijde. En tyeer met haar laatste hoop; „Ik ben het." Haar hand tastte naar den knop van het electrisch licht. Een ruk het werd licht. Leeg. Het atelier was leeg. Zij rukte het scherm om, het tafeltje met den Turkschen tnbakzak. Haar sleep bleef aan een houten lijst hangen. Achteloos rukte zij los. De glinsterende flar den veegden over den vloer, verwarden zich in de leeuwenklauwen van den dogezetel. Zij viel neer met het hoofd op het podium. Daar lag een scherp instrument, zij greep het, sneed zonder zich te bedenken de kostbare stof mid den door, en stond wankelend op. Haar knieën begaven haar, haar vingers zochten steun en klemden zich in een natten doek. En zij rukte aan den doek, totdat die in haar hand bleef, en zij zich zelf zag, groot en grijs, met den blijzinnelijken lach van gelukkige dagen, den lokkenden blik van baar gróole oogen. Een teugellooze, krankzinnige woede maak te zich van haar meester. Nooit meer zou hij haar met zijn blikken beroeren, nooit zou ook meer een atoom van haar lichaam hem dienen in zijn kunst nooit nooit! En zij wierp zich op haar grijs, dood even beeld, greep den ed-elgevormden hals met beide handen, alsof zij haar eigen levenden adem er in wilde verworgen, boorde haar vin gers in de oogholten, rukte de teer gewelfde lippen van elkaar, zoodal de mond als een huiveringwekkende reusachtig groote wonde vaneenspleet. Als dik bloed pakte de klei onder haar lange, sterke nagels samen. En daar haar handen te zwak waren om het werk der ver nieling te voltooien, greep zij naar het mes, dat-de farden van haar sleep had doorgesne den en stak het met gillenden lach in do lede maten van de „Heilige Eva", in haar eigen afgebeelde ledematen, die haar lot slavin had den vernederd; zij slak 't in de vochtige, koude borst, daar, waar bij haar zelf het hart klopte met waanzinnige schokkende stootcn. En alsof zij het nog niet genoeg misvormd had. rende zij in haar razende, Aziatische woede als een Maecana door het atelier-? tol zij den grooten hamer vond, die, gelijk Hörsclkamp placht te zeggen, „blokken marmer tot leven wekte". Dezen keer zou hij' dood brengen. Dood en vernietiging. Suizend kletterden de met bovennatuur lijke kracht toegebrachte slagen op het ver minkte hoofd van de „Heilige Eva", op haar gekorven romp, haar opengescheurde lede maten. Rammelend in duizend stukken, vielen de klompen vormloos neer, rolden op de aarde, vulden de lucht met zware, grijze slof en. dof geraas... ...Langzaam, uitgeput, sleepte zich Lou langs het hek van de straat naar huis terug. Zij had haar vader niet kunnen inhalen. Hij had den angstig smeekenden roep, waarmede zij hem was nagesneld, niet gehoord, niet wil len hooren. En zij was hem achterna gesneld, zoolang haar hart en adem haar niet begraven. Toen was zij teruggekeerd. Met vochtige, verwarde haren en hijgenden adem. Rijtuigen kwamen haar tegen en automobielen. Zij drukte zich schuw tegen de huizen, verborg haar gelaat in den donkeren sluier, dien zij van den haak had genomen, zonder te vragen, aan wie hij behoorde. Weldra werd het stil in de straat. De oude Seraphine en Taysen stonden voor het hek en keken naar alle kanten uit „Daar is zij,'' riep Taysen en ving haar op ln zijn armen. „Lief Haasje" riep de oude vrouw. „Waarom bent u weggeloopen, dat was toch' nergens goed voor," zei Taysen. „Neen, het dient nergeas toe," herhaalde zj) toonloos. Maar dadelijk daarop rukte zij zich van hem los, strekte haar arm uil, stijf, onbeweeg lijk. „Daar...'* Zij wees naar het heldere witte licht, dat uit de breede ramen van het atelier stroomde. Onbeweeglijk staarden zij alle drie naar het witte schijnsel en onwillekeurig drukten zij zich tegen elkaar, vast en zonder gaping al» een muur als verwachtten zij een catastro phe, die nog ontzellender kon zijn, dan alle» wat zij tot nu toe beleefd hadden. En toen verbrak een korte kreet de koela, donkere nachtlucht; een gebroken, vi.cmde stem stamelde: „Zij zij is daar binnen." En voordat Taysen nog tot bezinning was gekomen, rende Lou met wijd uitgespreide armen, doffe onsamenhangende klanken uit- stootende, de stoep op, het huis in. Enkele oogenblikken later vonden zij haar bewusteloos midden op het kleed, onder do klompen klei van de „Heilige Eva". In de saamgebalde hand hield zij een Harde van de japon met pailletten van vorstin Sukewitsch. Men had Gerhard Oberwall uit zijn slaap kamer naar het groote statiesalon gedragen en een bed voor hem opgeslagen, daar, waar gravin Marie Antoinette, na haar dood op ccü baar wilde neergelegd worden. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1