•V
N° 203
I5rte J**roang.
„DE E EM LAN DER".
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Dinsdag 27 Februari 1917.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercoipm. Telefoonnummer 66.
Kennisgeving.
bimtfni-andT
Politiek Overzicht
-
FEUILLETON.
ZONNEWEELDE
Hoofdredacties
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
jfor it maanden vooi Amersloort f l-3(k
Idem tranco per post..
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlek» nummers
Wekeieksch bijvoegsel -O# HoUoncttch* Hu*vrtm»
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mod. 50 cl».
Wekeliikach bflvoogsel WtreldnvUi' per 3 mnd. 53 ets.
1.8».
- 0.13*.
0.05.
flutifrow' (onder
PRUS DER A L) V ERTENTi EN
ï*n 1-5 ro«.l«f O.HO.
Elbe regel moer|t «o.l5^
D.unstaunbimlmft.n 1-6 regei
öroote lettors naar pl.^.Varuimto.
Voor handel on bedril bestaan zeer voordoeligo bepaimgu»
tot het herhaald udverteeren in dit Blad. bu abonnoniout»
tone oirculait'j, bevattende do voorwoardou, wordt op
aanvraag too^ezdaden.
De Burgemeester der Gemeente Amersfoort
Knakt bekend, dat de Minister van Landbouw,
Niiverheid en Handel
'Gezien de artikelen 6 en 8 der Distributiewet
1916:
heeft goedgevonden:
te bepalen, dat met ingang van heden zal zijn
verboden
het marineeren van maatjes- en van volle
ha' ing zonder staart, anders dan voor eigen ge-
br ik
if. het leveren, verkoopen of te koop aanbie
den van haring, gemarineerd in strijd met het
sub I bepaalde
m. het leveren, verkoopen of te koop aan
bieden van maatjes- en van volle haring zonder
staart (al of niet gerookt) en van gemarineerde
haring zonder kop, voor zoover deze niet in
oorspronkelijken of bewerkten toestand door be
middeling der Regepring is verstrekt.
L Amersfoort, 26 rebruari 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
De wereldstrijd in
Mesopotamië.
Er is ons reeds dikwijls aangekondigd,
dat het voorjaar, dat wij tegemoet gaan, ons
zal brengen in <le laatste phase van den
voorlog. Lord Derby, de Engelsche minister
van oorlog, heeft dat ook verzekerd. Hij
verwachtte, dat men in de eerstvolgende
aanden den kritieken tijd van den oorlog
zien. Hij heeft echter tevens eene waar
schuwing laten hooren, dat men zich dien
tijd niet als gemakkelijk moest voorstellen.
Men mocht optimistisch zijn over den eind
uitslag, maar moest zich niet laten verlei
den te meenen, dat het einde nabij is, of dat
het gemakkelijk zal worden gewonnen. Er
■zijn menschen, die gaarne hooren, dat
Duitschland op het uiterste ligt, maai* hij
vv?or zich geloofde niet, dat het waar was.
Hij meende, dat het Duitsche volk, hoezeer
n het ook leed, toch nog eene enorme reserve
jaan kracht heeft en dat het nog ééne po-
v >jging zal doen om zich in de stelling van den
irWpoverwinnaar te plaatsen.
Wanneer die poging zal worden onder
nomen en in welken vorm zij zal geschie
den, daarvan is op dit oogenblik nog niets
te zeggen. Evenmin weet men voorshands
og iets over de nieuwe groote actie, die
reeds voor langen tijd is aangekondigd aan
de zijde van de Entente. Het is mogelijk,
dat men zich daarop voorbereidt; men moet
dat zelfs aannemen als waarschijnlijk. Maar
dat gebeurt achter de schermen. Wat men
op de verschillende oorlogstooneelen ziet
gebeuren, zou haast doen denken, dat de
hoofdactie is verlegd naar een ander ge
bied en dat de hongerkrijg de eigenlijke
militaire actie op den achtergrond dringt.
Nergens op de tooneelen van den land- en
zee-oorlog is in de laatste weken iets van
ook maar de geringste beteekenis gebeurd;
men markeert eenvoudig den strijd. De dit
maal buitengewoon strenge winterkoude
heeft lang als verklaring daarvoor dienst ge
daan en doet dat ten deele nog; gister werd
nog gemeld, dat in het oosten de tempera
tuur soms daalde tot 38 .graden. Maar el
ders Is de weersgesteldheid zachter gewor
den, en toch blijft ook daar de werkloosheid
op het strijdfront aanhouden.
Slechts één strijdtooneel maakt eene uit
zondering: dat in het uiterste oosten, in Me
sopotamië. In het gebied van Koet-el-Ama-
ra, waar de Engelschen den 29en April 1916
een zware nederlaag hebben geleden, waar
bij 11,000 man in krijgsgevangenschap zijn
geraakt, is een nieuwe strijd ontbrand,
waarvan het verloop niet zonder beteeke
nis is. De Engelschen hebben, met het doel
deze nederlaag uit te wisschen, in de afge-
loopen wintermaanden sterke krachten bij
eengebracht Uit Egypte en Indië, ook uit
Groot-Brittonnië, werden aanzienlijke krach
ten ontboden, want men wilde den misslag
v§n de eerste poging vermijden en ter ge
legener tijd met de noodige overmacht op
rukken.
Nu is de strijd in vollen gang. Hef1
heeft langen tijd eenige moeite gekost
uij de berichten zich een duidelijk
beeld te maken van 't geen er eigenlijk
voorviel. De Engelsche berichten gaven een
poosje geleden den indruk, dat de Turken
ten zuiden van Koet-el-Amara in een hache-
lijken toestand verkeerden met den vijand
voor zich en de rivier in den rug. Het lot
van de Turken scheen bezegeld te zijn; maar
ten slotte kwam het bericht, dat het gevaar,
dat hen dreigde, was afgewend. Nu is er
een nieuwe strijd aan den gang bij San-
na-i-Jat de stelling op den noordelijken
oever van de Tigris, 15 mijlen beneden Koet,
waar de Turken vroeger de Britsche strijd
macht hebben tegengehouden, die was uit
gezonden om Koet te ontzetten. Wederom
z'jn Engelsche overwinningsberichten ge
meld, waarmee de tijdingen van het Turk-
sche hoofdkwartier in tegenspraak waren.
De Frankf. Ztg. heeft haar oordeel over den
stand van dezen strijd aldus doen kennen:
„Feitelijk is aan de Engelschen tot dus
ver geen succes van eenige beteekenis toe
te schrijven. De strategische toestand is
voor de Turken buitengewoon gunstig. Be
neden Koet-el-Amara houden zij de hoofd
stelling van Es-Sinn aan de Tigris in de
hand, die ongeveer 10 K.M. van Koet-el-
Amara verwijderd is. Verder stroomafwaarts
bevindt zich de Turksche vóórstelling bij
Fellahier aan de Tigris, op 20 K.M. afstand
van Es-Sinn. De Turksche linkervleugel is
dooi de Suwekie-moerassen ^beschermd. 5
K.M. ten oosten van Fellahie maakt de Tigris
een bocht naar het zuiden. De Engelschen
hadden nu het plan opgevat de op den zui
delijken oever van de Tigris met de rivier in
Hen rug opereerende Turken in te sluiten
en te vernietigen. De Turken echter ont
ruimden tijdig deze bedreigde stelling, om
den vijand te voorkomen, gingen zelf tot den
aanval over en brachten hem zware verlie
zen toe^ Nadat de Engelschen aanvankelijk
verscheidene partieele successen bereikt en
die reeds als het begin van eene groote
erwinning uitgebazuind hadden, hebben
zij nu een zweren tegenslag ondervonden,
die niet zonder beteekenis is. De paar loop
graven, die zij vroeger veroverd hadden,
waren zuiver plaatselijke successen, die
door hunne nederlaag weer geheel verloren
gingen. In een Engelsch bericht is mede
gedeeld, dat de Engelschen genoodzaakt
zijn geweest, hunne liniën bij Sanna-l-Jat
een weinig terug te nemen, naar gezegd
wordt om voor de ovennacht van de Turken
uit te wijken. Inderdaad bevindt zich ech
ter de overmacht in getalsterkte bij de En
gelschen en is het Turksche wapensucces
terug te brengen tot het betere gehalte der
manschappen en de bekwame aanvoering.
Sanna-i-Jat ligt tusschen Fellahie en de uit
gebreide moerassen aan den linker Tigris-
oever. De stellingen van de Turken bij Fel
lahie konden volledig gehandhaafd worden."
Men ziet hieruit, dat de Engelschen in
dezen strijd het voordeel van de overmacht
aan hunne zijde hebben. Dit heeft de over
winning teweeg gebracht, die gisteren door
de Engelsche regeering in het lagerhuis
werd medegedeeld. Het geheel van de stel
lingen van Sanna-UJat tot Koet-el-Amara is
nu in de macht van de Engelschen. Daar
mee is Koet, het gewichtige strategische
ii nt aan de samenvloeiing der Tigris en de
Hai, voor de Turken onhoudbaar geworden
en valt automatisch den Engelschen in han
den.
Men is nu teruggekomen tot den stand
van zaken op 3 December 1915, toen de
Engelschen in Koet-el-Amara halt maakten
na de mislukking van hunne onderneming
tegen Bagdad, de hoofdstad van Mesopota
mië, ten gevolge van de door hen bij KtesL
fon, op 18 mijlen afstand van Bagdad, gele
den nederlaag.
De oorlog.
Londen, 27 Febr. (R.) Wilson viaagt
heden in eene boodschap aan het congres
machtiging om de koopvaardijschepen te
voorzien van wapenen tot verdediging, als
dat noodig is, en om andere middelen of
methodes te gr iken, die noodig zijn tot
bescherming van de Amerikaansche sche
pen en het Amerikaansche volk op hunne
wettige vreedzame reizen op zee. Hij
vraagt ook een crediet, voldoende voor een
dergelijk doeL
B e r 1 ij n2 5 Febr. (W. B.) Officieel
bericht.
In Januari zijn 170 vijandelijke handels
schepen van in 't geheel 336,000 ton door
oorlogsmaatregelen van de centrale mo
gendheden verloren gegaan; daarvan waren
91 Engelschen met 245.500 ton. Verder
zijn 58 neutrale handelsschepen met
103,500 ton in den grond geboord wegens
het vervoeren van contrabande naar den
vijand.
Sedert het begin van den oorlog is
4.357.000 ton vijandelijke handelsscheeps-
ruimte verloren gegaan (waarvan 3.314.500
Engelsch) en zijn 459 neutrale schepen met
631.000 ton wegens vervoer van contra
bande in den grond geboord of als prijzen
veroordeeld.
Londen, 26 Febr. (R.) Officieel be
richt.
Het stoomschip Laconia, van de Cunard-
lijn, groot 18,000 ton en afkomstig van
New-York, is zonder waarschuwing getorpe
deerd.
Tweede telegram. Een .schlpf dat
270 overlevenden van de Laconia aan
brengt, waaronder een aantal passagiers, zal
omstreeks middernacht in de haven komen.
Derde telegram. De Cunard-
maatschappij bericht, dat allen, die aan
boord van de Laconia waren, gered zijn.
Bordeaux, 26 Febr. (R.) Het Ame
rikaansche stoomschip Orleans Is gesigna
leerd in den mond van de Gironde; het zal
morgen hier zijn.
P a r ij s, 2 6 Febr. (Havas). Door den
correspondent van de Matin ondervraagd,
verklaarde*de secretaris van Alberto Dode-
ro, den eigenaar van het stoomschip Or
leans, het volgende:
Wij hopen, dat de Orleans veiling
aankomen. Inderdaad is Alberto Dodero h&
denmorgen per auto uit Parijs naar Bon
deaux vertrokken. Hij wordt vergezeld dooi
een officieele persoonlijkheid, wiens naam
ik niet mag noemen, maar ik mag u wel vei*
tellen, dat hij tot de Amerikaansche diplo»
matia behoort. Dodero onderneemt de reft
om getuige te zijn vay de. aankomst van de
Orleans, die, naar wij met reden kunne»
veronderstellen. Zondagmorgen, den 25en,
moet amveeren/* als haar reis normaal if
geweest. Wij hebben onze berekeningen
gegrond op de snelheid van het schip, elf
knoopen. Door een telegram uit New-York
hebben wij vernomen, dat het den Hen Pe«
bruari de haven verliet. Het is dus voor ons
gemakkelijk ta^zeggen wanneer het zijn be
stemming moet bereiken. De heer Dodero
zal zijne bemanning, voor den door haai
betoonden moed, een diner aan boord van
de Orleans aanbieden.
Londen, 26 Febr. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het Engelsche vlsschensvaartuig Frolic Is
in den grond geboord.
2 7 Febr. In den grond geboord: hel
Engelsche stoomschip Algiers, het Malt©-
sische zeilschip Nostra Signora del Porto
Salvo en de beide visschersschepen Agnea
en George Benson.
N e w-Y ork, 25 Febr. (Draadloos tele
gram von W. B.) De Associated Press ver
neemt d.d. 20 Februari uit Halifax: De on
derbreking van de thuisreis van Bernstorff
en zijn gezelschap, die het gevolg is van de
doorzoeking van het Skandinavische passa
giersschip Frederik VIII, zal waarschijnlijk
langer dan een week duren. Het onderzoek
van de passagiers, dat den 17en Pebruarf
begon, zal hedenavond eerst voor de helft
beëindigd zijn. Men neemt aan, dat het
stoomschip den 24en Februari gereed zal
zijn om zijn reis te vervolgen.
Van eenige ambtenaren, die aan boord
van de Frederik VHI geweest waren, ven-
nam men, dat do Duitsche passagiers ven-
klaarden tevreden te zijn over de wijze waan-
op het onderzoek geleid werd. Het heet, dal
zij verbaasd zijn over de voorkomendheid
jegens hen aan den dag gelegd.
Ofschoon de passagiers van de Frederik
VIII ook aan de bepalingen onderworpen
zijn, die moeten dienen om ongeoorloofd#
mededeelingen tegen te houden, werden
korte telegrammen aan Bernstorff en de I&-
den van zijn gevolg uit verschillende plaat
sen van de Vereenlgde Staten aan boord
:Z •-..tfÊ'i
Verraad aan onszelf is veel dieper ramp-
H laligheid, dan eenzaamheid onder de men-
Mchen.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRGCK
met autorisatie vertaald
deor
Mevr. I. P. WESSELINK-VAN ROSSUM
52
„Ik weet alles, Mama. Den nacht, toen Men
del naar de apotheek moest, heeft zij een tele
gram weggebracht. Dat kwam den volgenden
Édag onbestelbaar terug. U hadt het adres dan
toch te... willekeurig afgekort".
„Zoo... je wist..."
De gravin nam haar zakdoek, streek daar-
raee langs haar slapen, veegde met de zweet
droppels het witte blanketsel at, zoodat de gele
pèrkaimentachtige huid in ronde vlekken zicht-
4 baar werd.
„Waarom heb Je het telegram dan nog eens
SjkenZ°ndtn7 Trroe® «onder hem aan te
„Omdat Ik nkt gewoon ben brieven te
onderscheppen," antwoordde hij norsch. „Ik
r ucc j u getelegrafeerd, dat het
ard beter ging en er geen reden tot onge
rustheid meer was. Dat heb lk gedaan. Ik heb
op haar gemakzucht gerekend, op haar
phlegma. Op de jaren, die ook moederlijke ge
voelens doen uitslijten."
Zij greep onzeker naar zijn hand, met een
plotseling gevoel van schuldbewuslheid.
„Zoo kan een oogenblik, een kleine reken
fout, den opbouv^van een leven vernietigen..."
Zij wierp een korten blik op hem, en zag,
dat hij daar kromgebogen stond, met oogen,
die als uitgcbluscht voor zich uitstaarden.
En daarna zaten zij gerulmen tijd* tegenover
elkaar, totdat het plotseling donker werd in
de kamer door een zware \$olk, die als een
reuzenvogel boven de huizen neerdaalde, om
ze met zijn vleugels te omklemmen.
Veel jaren doorleefden moeder en zoon ge
durende dit zwijgen en toen hun oogen elkaar
voor het eerst weer ontmoetten, voelden bei
den hoe verschillend de wegen waren, die zij
gegaan waren-
Zonder er met een woord op te doelen, ston
den zij op.
„Gerhard moet het toch hooren," fluisterde
de gravin.
„Ik was juist van plan het hem te zeggen..."
Zij liepen door een lange reeks kamers naar
den zieke en namen voor het eerst samen
plaats aan zijn bed. Beiden hielden zij zijn
handen vast en namen elkaar de woorden van
de lippen.
Gerhard Oberwall keek onbeweeglijk voor
zich en toen zij zwegen zei hij:
„Zoo...''
Alleen maar „zoo..." Maar zijn hand trok
aan hét hemd over zijn borst, alsof het lichte
weefsel hem benauwde. Niets vriendelijks
sprak in hem voor zijn moeder. Zij was voor
hem een vreemde vrouw en toch zou zij dui
zend gevoelens van hem verwachten, die hij
niet koesterde: liefde en goede woorden. En
dan zou zij zeker schreien, zooals zij in haar
brieven geweend had, en deze tranen zouden
niets in hem wakker roepen, dan vijandigheid
en wrokkend ongeduld.
De oude gravin schudde zijn hand boos
over deze strakke onverschilligheid.
„Luister toch jongen, je moeder komt
hoor je bet je moederl"
Maar graaf Oberwall wendde zich af om het
zegevierend lachje te verbergen, dat om zijn
lippen trok en zijn vingers legden zich met
vasten, dankbaren druk om de hand van zijn
zoon."
Het was zijn zoonl De moeder kon komen.
Hij was niet meer bang voor haar.
„Ik veronderstel, dat zij Gerhards slaap
kamer zal betrekken," zei hij gelaten»
De gravin knikte.
„En met mij zal zij eten."
„Dat wilde ik u voorstellen."
„Zij zal zeker wel een kamenier meebren
gen," zei de oude dame. „Die kan bij Mendel
In de kamer slapen."
„Zooals u wilt, Mama."
Zij stond op en graaf Oberwall vergezelde
haar tot óp het portaaL
„Wie haalt haar van den trein?" vroeg de
gravin plotseling.
Zij zag haar zoon daarbij niet r>^n, maar
keek belangstellend naar Mendel om.
„Ik natuurlijk," zei graaf Oberwall kalm.
„Je hadt toch je diner..."
„Het spreekt vanzelf, dat dat afgezegd
wordt."
„Ja... natuurlijk."
De kalmte van haar zoon had iets beangsti
gends voor de oude vrouw.
„Ik geloof, dat Gerhard roept...'* zei zij en
luisterde.
„Ik zal dadelijk gaan zien."
Graaf Oberwall ging haastig naar de kamer
van zijn zoon terug. De verpleger, die in een
leunstoel een courant las, stond op.
„Heb je geroepen, mijn jongen?"
„Neen, Papa
„Zoo ik dacht maar
Graaf Oberwall wist nu, dat zijn moeder
hem met opzet had weggezonden, omdat het
haar pijnlijk was nn met hem samen te zijn
De gravin had haar zoon door Mendel laten
verzoeken, om haar schoondochter, voordat
zij bij Gerhard werd gebracht, eerst bij haar
te laten komen.
Zij zat nu in een van haar zilvergrijze zwaar
zijd^ff japonnen, wijd uitgesneden en met
dichte tule omzoomd, voor den schoorsteen en
wachtte.
Zij had prachtige sieraden aangedaan en
haar handen met de glinsterende ringen zon
den vonkenspattende vuurschooven uiL Een
kleine, witte zakdoek met breede Alen^onkant
lag op de vergulde armleuning tusschen den
gouden flacon met vlugzout en de blauwe
Sèvresbonbonnière met de naar viooltjes rie
kende dropsjes.
Sedert een uur viel de regen In stroomen
neer en In de stilte van de kamer drongen de
klokkende tonen van de overvolle dakgoot
door.
Mendel stond voor hel raam; zij had hel gor
dijn terug geschoven en wachtte eveneens:
„De auto, mevrouw 1"
Gravin Marie Antoinette betastte alle voor-
werpen, die aan baar rechterhand lagen, trok j
haar breede schouders hoog op en zei:
„Je kunt gaan, Mendel, Uc heb je niet mee#
noodig."
Daarna bracht zij het vlugzout aan haar
neus en vouwde de handen.
„Hier Is mijn moeder," zei graaf Andrd
Oberwall.
Een nog jonge vrouw van middelmatig#
lengte en weelderige vormen, kwam over dea
drempel. Een slecht zittende, zeer gekreukt#
japon viel in plooien om het blijkbaar onge«
wone corset Wondervolle, donkere pogen^
een beetje rood geschreid, straalden bijna ta
groot uit het langwerpige, zeer bleeke gezicht*
Het donkerbruine, wat krullende haar lag in
zware vlechten als een kroon om het hoofd
gewonden.
„Nu, Susanne, zeg mijn moeder goedendag.11
Graaf Oberwall sprak met de koele, duide
lijke stem, die nooit iets verried van hetgee»
er in hem omging
Susanne wierp een snellen, angstigen blik
op haar man. liep toen op de gravin toe en
drukte haar lippen op de beringde hand, zon
der haar verder aan te raken.
„Vergeef mij, dat Ik In mijn relscosluura
kom. Ik ben heel vuil." Zij sprak Duitsch met
sterk Fransch Ifcccnt, maar grammaticaal
juist.
De gravin zei:
„Ge kunt Fransch met mij spreken, kind
lief Mijn moeder Is uit uw streek."
„O werkelijk? Dat verheugt mij zeer. Dat
wist lk niet. Frankrijk is zoo groot en overaJ
anders. Maar wij in de Provence van nni
vaderland spn keft, dan bedoelen wij ons Zui
den
(Wordt vervolgd.)