„DE EEMLANDER".
N* 209
Dinsdag 6 Maart 1917.
^bijitfni.and/
ZONNEWEELDE
i5*e Jaargang.
FEUILLETON.
MAR,E VAN VERSENDAAl.
Booiareaacne. Mf Q j VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers:
VALKHOFF ft Co*
AB0NNEMENT8PRUS.
$av o maanden vooi Ameraioort f l-3©«
idom franco per post1
Per week (met gratis vereekering tegen ongelukken)» 0.13*.
Jtfionderljjke nummers 0.05.
Wekelykaoh b^jvoegael mD* Bollandaehê Uwsvrou*' (onder
redactie ran Thérèae Hoven) per 8 mod. Cl8.
Wekelijkseh bijvoegsel Wereldr&vUsper 8 mnd. Ö5f Ct8«
Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PR US DER AÜVERTEN'i'IEN
Vm> 1—6 r«!oU f O.MA,
Elko regel moer O.IO^
Dienstaanbiedingen 1—6 regels.. O.ftO,
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjl bos taan zeer voordeelige bepaling.»*
tot hot herhaald adverteeren in dit Blad» bij abonnoraent.
Eeno circulaire, bevattende de voorwnardeu, wordt op
aanvraag toego zond en.
Kennisgeving.
Burgerneesier cn Wethouders van Amersfoort
Aarengen ter kennis, dal bij hen is ingekomen
een verzoek van Adrianus Antonius van Bekkum,
tapper, wonende te Amersfoort, om vergunning
voor den verkoop van sterken drank in het
klein, voor gebnrik ter plaatse van verkoop in
de beneden voor- en acht^rlocaliteit van het
perceel Groenmarkt no. 16 alhier
dat binnen twee weken na deze bekendmaking
iren ieder schriftelijke bezwaren tegen het ver-
Beenen der vergunning kan inbrengen.
Amersfoort, 5 Maart 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
Amerika en de duikboot-
oorloq.
Eergisteren is de tweede ambtstermijn van
Woodrow Wilson als president der Ver-
•eemgde Staten van Noord-Amerika be
gonnen. De laatste dagen van zijn eersten
■ambtstermijn hebben zich gekenmerkt door
«en hevigen strijd in het congres, die ver
band houdt met den duikboo:oorlog, dien de
centrale mogendheden sedert 1 Februari
voeren op de bekende niets en niemand ont
ziende wijze, waardoor in de door hen tot
spergebied verklaarde zeeën vijandelijke en
neutrale schepen gelijkelijk bloot staan aan
bet gevaar om zonder waarschuwing in den
grond te worden geBoorcl.
De president voelt zich geroepen daar
tegen op te komen niet alleen met het
woord, maar ook met de daad. Den 26en Fe
bruari is hij in het congres verschenen om
ie vragen, dat hem volmacht zou wor
den gegeven om, als dit noodig is,
daadwerkelijk op te treden tot bescher-,
ming van het recht der Amerikanen op
d« vrije vaart op zee. Hij heeft machtiging
gevraagd, om de Amerikaansche koopvaar
dijschepen van wapenen te voorzien, zoodat
*ii niet geheel weerloos zijn tegenover de
duücbooten, maar zich zoo noodig kunnen
verdedigen, en verder vroeg hij volmacht tot
aanwending van alle middelen, die hem noo
dig en voldoende mochten voorkomen om
de Amerikaansche schepen en het Ameri
kaansche volk te beschermen bij hun recht-
matigen en vreedzamen arbeid op zee.
Hp*. (jlTS het laatst van
zijne dagen voor de vraag gesteld of het
den president wilde steunen in zijne hou
ding tegenover Duitschlond, en zijn rug zou
dekken, als hij handelingen verrichte die
moesten leiden tot den oorlog. Misschien is
daarop niet zonder invloed geweest de over
weging, dat tegelijk met het begin van den
nieuwen ambtstermijn van den president
ook voor net congres eene nieuwe periode
begint te loopen. Het mandaat van het oude
congres liep op 3 Maart 1917 af; den 4en
Maart is een nieuw congres in het leven ge
treden, waarin het huis van vertegenwoordi
gers geheel en de Senaat voor een derde
vernieuwd is. De samenstelling van het oude
en het nieuwe congres verschilt aanmerke
lijk. In het oude congres hadden in den Se
naat zitting 5G democraten, 39 republikei
nen en 1 progressist, in het huis van ver
tegenwoordigers 229 democraten, 195 re
publikeinen, 9 progressisten, 1 onafhanke
lijke ei\ 1 socialist. In de beide huizen had
den dus de democraten, Wilson's politieke
geestverwanten, de meerderheid. Het niei>
we congres, dat verleden najaar gelijktijdig
met Wilson gekozen is en dat tot 3 Maart
1919 het volk van de Unie vertegenwoor
digt, heeft deze samenstelling: In den Se
naat zitten 53 democraten, 42 republikeinen
en 1 progressist; de democratische meerder
heid is dus iets «wakker geworden. Maar in
het huis van vertegenwoordigers hebben
thans zitting 216 republikeinen, 210 demo
craten, 4 progressisten, 1 onafhankelijke en
1 socialist; drie plaatsen zijn onbezet. Hiei
■is dus de democratische meerderheid ver
dwenen.
Daaruit volgt, dat de president het nieuwe
congres minder goed in de hand heeft dan
het oude. Dat kan voor hem eene aanspo
ring zijn geweest om zich tot het oude con
gres te wenden met de vraag, dat hem tegen
over de centrale mogendheden eene vol
macht zou worden gegeven van zoo vijde
strekking, dat hij volledige vrijheid van han
delen zou bezitten in een g'eval, waarin het
gaat om oorlog of vrede. Dat is hem intus-
schen niet gelukt. Het huis van vertegen
woordigers is hem ter wille geweest, maar
slechts in beperkten zin. Hef heefr met
oveigroote meerderheid (403 tegen 13 stem
men) volmacht verleend tot bewapening van
handelsschepen. Maar het heeft uitdrukke
lijk schepen, die munitie of andere contra
bande vervoeren, daarvan uitgezonderd
en de bepaling in het wetsontwerp
die volmacht verleende .tot het nemen
van nog andere niet speciaal genoem
de maatregelen een blanco-volmacht
dus is geschrapt. In den Senaat is
het niet tot eene stemming gekomen. Het
reglement van orde van die vergadering
kent niet het midel om door sluiting van het
debat eene beslissing te bespoedigen. De
tegenstanders van het wetsontwerp hebben
zich dat ten nutte gemaaktzij hebben de
debatten zoo lang gerekt, totdat de levens
tijd van het oude congres verstreken was,
waarmee dus de mogelijkheid was vervallen
om het wetsontwerp ,-ot wet te maken.
De stand van zaken is nu zoo, dat het
nieuwe congres zich in het volle bezit be
vindt van de rechten betreffende den oor
log, die de grondwet het toekent, namelijk
oorlog te verklaren, kaperbrieven uit te
geven en regelen vast te stellen over buit
te land en te water. De volmachten, die de
president van het oude congres niet heeft
kunnen krijgen, zal hij van het nieuwe con
gres moeten vragen, dat daartoe tot eene
buitengewone zitting zal moeten worden bij
eengeroepen, want de gewone zitting begint
eerst over negen maanden, in December.
D:t ligt ook in de bedoeling van den presi
dent. Het nieuwe congres zal weldra bijeen
komen tot behandeling van deze zaak. Voor
af wordt echter de Senaat afzonderlijk opge
roepen om te beraadslagen over eene wijzi
ging van het reglement van orde, opdat de
ditnrmal opgedane ervaring zich niet meer
zal kunnen herhalen
'De oorloti*
Washington, 5 Maart. (R.) Presi
dent Wilson hefcft heden middag, tQt ope
ning van den tweeden termijn van zijne
ambtsvervulling, eene rede gehouden in het
Capitaol, die door eene groote menigte
werd bijgewoond.
Washingtor „5 Maart; (R.) Wilson
geeft in eene Zondagavond uitgegeven
mededeeling aan het land kennis, dat het
kan zijn, dat hij niet in staat is koopvaar
dijschepen te bewapenen of andere stappen
te doen om het dreigend duikbootgevaar
tegen te gaan bij gebreke van machtiging
van het congres.
De president zegt, dat eene buitengewone
zitting van het congres noodig is om hem
de vereischte bevoegdheid te verleenen,
maar het is nutteloos eene buitengewone
zitting bijeen te roepen «oolangs de senaat
moet werken onder het tegenwoordige
reglement van orde, dat eene kleine min
derheid in staat stelt de overwegende meer
derheid schaakmat te zetten. De president
stelt zich voor eene bijzondere zitting van
den Senaat te beleggen, die heden zal wor
den bijeengeroepen tot herziening van bet
reglement van orde met het doel de mid
delen aan de hand te doen om het land van
eene ramp te redden.
Londen, 5 Maart. (R.) De verklaring,
die Wilson Zondagavond heeft laten uit
gaan, luidt als volgt:
De laatste zitting van het 64e congres
heeft door het einde, dat de grondwet voor
zijn levensduur heeft bepaald, een toestand
geschapen, die 'ongeëvenaard is in de ge
schiedenis van ons land, ja, misschien in de
geschiedenis van elke moderne regeering,
en zulks terwijl wij tegenover' een crisis staan
die^footere gevaren voor ons land kan op
leveren, don eenige regeering in de geschie
denis harer internationale betrekkingen ooit
gekend heeft. Het congres is niet in staat
geweest maatregelen voor de veiligheid van
het land te nemen, of voor de elementaire
rechten der burgers op te komen.
Meer dan 500 van de 531 leden van beide
huizen verlangen handelend op te treden.
Het huis van afgevaardigden heeft zich
met overweldigende meerderheid uitgespro
ken, maar de senaat kon geen besluit nemen,
omdat een kleine groep van elf senatoren
besloten had, dat dit niet zou geschieden. De
senaat heeft in zijn reglement van orde geen
bepalingen, krachtens welke de debatten be
perkt of ten einde gebraoht kunnen worden,
en waardoor eene taktiek van dwarsboomen
kan worden tegengegaan. Een enkel lid kan
beletten, dot er wordt gehandeld, als hij
maar over het physieke uithoudingsvermo
gen beschikt.
In dit geval is het resultaat een volkomen
verlamming van de wetgevende en de uit
voerende machl dei*, regeering tegelijk. De
onbekwaamheid van den Senaat tot hande
len heeft het onmogelijk gemaakt, eenige
wetten van den meest dringenden aard uit
te vaardigen op een tijdstip, waarop deze,
zooals duidelijk is, onmisbaar zijn.
Na een schets van de maatregelen, die de
wettelijke sanctie niet hebben kunnen krij
gen, vervolgt de presidentDe zou de moeie-
üjkheid niet kunnen uit den weg ruimen
door het 65e congres bijeen te roepen in
buitengewone zitting. De verlamming van
den senaat zou blijven bestaan. Het voorne
men en de wil tot handelen ontbreekt niet.
In het congres bestaat op dit oogenblik, waf
gedachten en wil betreft, een grootere eens«
gezindheid dan, ik durf wel zeggen, een de#
thans levende leden zich kan herinneren.
De meezt vaderlandslievende stemming
heerscht. Het doel, dat de leden voor oogen
hebben, is volkomen duidelijk en scherp on*,
lijnd, maar de senaat kan niet handelen*
tenzij met toestemming van al zijne Iederv
De meerderheid is machteloos en hulpe
loos. Te midden van een hoogst gevaarlijke
crisis, >vaarin alleen welbewust, vastberaden
optreden, de natie kan beveiligen of zelfs
voor oorlog door aanvallend optreden van
anderen te beschermen, is het onmogelijk
te handelen.
Ofschoon het een uitgemaakte zaak is, dal
de natie en de vertegenwoordigers der notie
met ongekende eensgezindheid achter de
regeering staan, moet het buitenland niette*
min den indruk krijgen, dat dit niet zoo is
en dat andere regeeringen onbevreesd kun
nen handelen naar willekeur, zonder dat deze
regeering daartegen iets kan doen.
Wij kunnen ops dit niet verklaren. Het
klinkt ongelooflijk. De Senaat der Ver-
eenigde Staten is het eenige wetgevenda
lichaam ter wereld, dat geen besluit kan ne
men, al is de meerderheid er voor. Een
kleine groep van kwaadwillige mannen, die
slechts hun eigen meening vertegenwoordi
gen, heeft de groote regeering der Ver-
eenigde Staten hulpeloos en verachtelijk ge
maakt.
Daartegen bestaat slechts één redmiddel,
n.l. dat het reglement van orde van den Se
naat zoo wordt gewijzigd, dat dit lichaam
kan handelen.
Het land zal hieruit ongetwijfeld een mo
raal putten. Ik geloof, dat er op kan worden
vertrouwd, dat de Senaat de middelen zafl
verschaffen, om dergelijke toestanden te
voorkomen en het land voor een ramp te be
waren.
Wilson verklaarde verder nog, -dat de too.
stand nog ernstiger is dan men aanvankelijk
dacht, omdat is gebleken, dat, terwijl de pre*
sident krachtens zijn algemeene constitution
neele bevoegdheid veel kan doen van dat*
gene, waartoe hij van het congres machti
ging vroeg, er zekere oude, niet afgeschafte
wetten bestaan, die onoverkomelijke hinde#*
palen voor handelend optTeden kunnen wo#»
den en de macht van den president vernieti
gen. De oude wet, waarop gedoeld word^.
werd in 1819 aangenomen en handelde ovey
het verzet van Amerikaansche koopvaarder#
De geldzak noch de bedelzak hangen
honderd jaar voor hetzelfde huis.
0
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie uertaald
dcor
ffevr. 1. P. WESSELINK- VAN ROSSUM.
68
Gravin Marie Antoinette hield haar hoofd;
scheef en haar donkere oogen fonkelden haar
•ehoondochter tegen.
„Maak het later in orde bij uw heiligen, uw
biechtvader en den herder Kas-per als ge
dat noodig vindt. Maar doe op het oogenblik
%at ik u zeg. Ik ken mijn zoon. Hij heeft den
•trijd bijna opgegeven. Dwingen laat hij zich
Biel."
Suzan na Oberwall ging op het bankje zit
ten, dat naast den rood brocaten stoel stond
•n steunde het hoofd in de hand. Haar wit,
mooi gelaat met de mooie oogen hield zij diep
rver haar schoot gebogen. De knokige vin
gers der oude vrouw groefden diep in baar
Behouders.
„Doe geen dwaasheden, lief kind. Ziet ge, ik
#r«s altijd meer vrouw dan moeder, maar gij
lljt meer moeder dan vrouw. Bij dat alles is j
ét ^rme André te kort gekomen. En als aile
teekcuen inij.uiet bedriegen dan is er maar
een woord van u noodig cn alles Is zóoals het
tusschen echtgenooten moet zijn, zoodat dit
huis.zijn vrouw des huizes en Lk mijn doch
ter krijg." t
Suzan na antwoordde niet. Zeer- hartelijk
kuste zij de hand dier oude vrouw en stond
op. Haar mooie oogen straalden.
„Wat een moeder voor haar kind kan doen
dal zal ik doen."
Een plotseling gevoel van angst snoerde de
keel der oude vrouw toe.
„Suzanna..."
„Ja, Mama..."
Vol lieBde boog Suzanna haar mooi hoofd.
De oude vrouw greep haar bij beide armen,
keek haar in de oogen en schudde haar
zooals men een droomerig ldnd wakker
schudt.
André laat zich niet^Tyedriegen hoort
gij?-
Suzanna Oberwall glimlachte kalm.
„Tk zal hem niet 'riegen. Ik zal het hem
zeggen ik zal er hem om vragen."
De gravin knikte en haar handen vielen in
haar schoot.
„Een vrouw, >dfle wat vraagt, moet mooi zijn
denk daaraaivkind
Toen Suzanne daarna In de kamer van Ger
hard kwam, vond zij hem in een leunstoel aan
het raam zitten. Een plaid lag over zijn
knieèn, een ^ndere was om zijn schouders
geslagen. Voor hem op een tafeltje stond een
cassette van gedreven zilver.
„Ik wilde u de sieraden laten zien, Mama,
die Grootmama mij gegeven heeft voor mijn
aanstaande vromy."
„Och ja, lieveling, laat ze mij zien
Belangstellend schoof Suzanna Oberwall een
als zij met groote bewegingen de steencn in
den grondi sloegen. Hel was mij vaak alsof
alles aan mij vergroeide..."
„En jij wou een geleerde worden, mijn
groote. domme jongen! Om gelukkig te zijn
om te kunnen leven zijn geen boeken noo
dig. Bij ons buiten vindt je ternauwernood
tien boeken in het geheele huis. Alleen een
gebedenboek, een kookboek en een paar
«kalenders. In dén zomer hebben wij geen tijd
om te lezen; en 's winters lezen wij dé tijd
schriften, die wij bewaard hebben. Wan» men
behoeft niet zoo heel en al te verhoerschen...
Je kunt niet gelooven, hoe goed verstandige
•mensohen en de natuur boeken 'runnen
vervangen. Kijk maar weer naar onzen
blauwen hemel op! Grijp maar weer het zui
vere zonnegoud!"
Zij schoof heel -dicht naai' hem toé en drulcte
haar wang tegen de zijne.
..En als je maar eerst je lieve, blonde vrouw
hebt en kinderen en een paar flinke paaiden
uit de Camargue, wal zul je dan lachen om je
dómane boeken!...''
Het was hem altijd alsof hij sprookjes hoor
de, als zijn moeder tegen he-m sprak verre,
lieve sprookjes.
Boven in zijn lichte, prachtige werkkamer
lie]) graaf André rusteloos op en neer. De inkt
verdroogde in den mooien malachleten koker,
de boeken lagen opengeslagen, maar ongele
zen, op tafels en stoelen. De laatste weken,
waarin de cène opwinding op de andere volg
de, hadden diepe sporen op zijn gelaat achter
gelalen. Zijn oogen keken treurig en somber.
Soms bleef hij midden in de kamer staan,
luisterde met Ingehouden adem, ving een
zach'.en kkink op, en gedempt gelach, het rui-
scken van een uitstaande zijden japon; dan
stoel bij. Gerhard haalde een prachtigen pare
len halssnoer te voorschijn, kostbare, fonke
lende ringen, en een kruis van prachtige
«robijnen. Suzanna Oberwall speelde als een
kind met al die dingen, en herhaalde steeds
weer:
„Wat zal zij blij zijnJe moest haar dade
lijk wat laten zenden En de parelen moet zij
op haar bruidsjapon dragen neen, niet de
parelen. Die beteekenen tranen. Ik geef haar
mijn collier van brillaraten. Zij wordt toch ook
eer. Oberwall het is haar goed recht Je
zegt, dat zij blond is? Ja? Zij zal op<zier. wek
ken bij ons. Een blonde vrouw 1 Men zal haar
voor de fee Estrella houden, die in de Pro
vence leeft, en daar liefde en vruchtbaarheid
geeft."
Gerhard bracht de handen zijner moeder
•aan zijn lippen.
„Sedert u er bent, Mama, voel lk nieuw
leven onv mij heen", fluisterde hij. „Waarom
bent u zoo laat gekomen?!"
„Je hebt mij immers nooit geroepen, jij
'ondeugende jongen."
Hij lachte zacht en gelukkig.
Ik was vergeten, hoe u er uit zag. Ik was
alles vergeten, onder den kou'den, grijzen
hemel. Ik was nooit gelukkig nooit had ik
het warm. Nooit voelde ik mij blij! Alleen als
ik Lou zag, als ik met haar sprak. En zoo
leefde ik, met mijn boeken en met mijn vage
"hoop, van den eenen dag in den anderen
voort, zonder vreugde in het leven."
Suaarane Oberwall werd bleek, terwijl zij de
handen van haar zoon tussóhen de hare hield.
„Mijn lieve, arme jongen
Gerhard leunde met het hoofd tegen den
lciming en staarde door het raam.
„Soms heb ik de arbeiders op straat benijd,
steeg Jet bloed hem naar het hoofd en Hep
hij naar het raam, rukte het open, haalde mefl
zware, diepe zuchten dc ludht op, vervuld med
het bonte, schrille,1 grootsteedsche geraa%
sloot het raam weer, cn ging aan zijn schrijf»
iiafel zitten en bleef onbeweeglijk In zijn sch*«
mcrachtigen hoek, totdat de knecht met een
brief, een boodschap of zijn middagmaal bh*
nenkwam.
En het gebeurde wel, dat hij op één dag
twee, drie maal de trap naar de vertrekloe#
zijner moeder opging en zonder een woord t#
zeggen plaats nam tegenover de oude vrouw
in den rooden brocaten stoeL
Dan gebeurde het. dat de oude gravin hef
hoofd scheef hield en zse»f: „Ga toch naaf
vrouw en kind beneden."
Graaf André Oberwall antwoordde niaB
Slechts eens zei hij:
„Weet u, d<at Gerhard de laatste OberwaB
Is als hij kinderloos sterft?"
„Dat is alleen je eigen schuld", antwoordd*
do oude vrouw hard. „Je hebt een vrouw, di#
je tien kin^ren geschonken zou hebben, al#
je bij haar waart gebleven!"
„Daarom ontneemt zij het mij nu dit een«
kina
Iels in den toon van haar koelen en zich
zelf beheerschenden zoon trof haar. Zóó zeer,
dat haar oud, traag hart begon te beven én
zij haar knokige, glinsterende handen bevend
en aarzelend naar hem toestak.
„Wij beiden zijn toch heyl eenzaam,' zei té
zacht.
(Wordt vervolgd.)