„DE EEMLANDER". 15"' Jaargang, Maandag 12, Maart 1917. ZONNEWEÈLDE N* 214 De Gemeente en de Crisis. FEUILLETON. MARIE VAN VERSENDAAl. H®orawiactie« Mf D f VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Ci t 1.30. l.NO. ABONNEMENTSPB1J8: maanden vooi Ameraloort Idem tranoo per post.. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.12*» ^Izonderlijke nummers O.wo. Wekelijksoh bijvoegsel „D* BoUondschs Huisvrouw' (onder redactie van 'l'hérèse Hoven) pei^ mnd. cl». Wekeli.iksch bijvoegsel WtreldrevHe per 8 mnd. 52 ctau »S Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT Intercomm. Telefoonnummer 68. 45. PRIJS DER ADVERTENIIEN Van 1—regels.. f O.NO. Elke regel meertt M m o. 15. Dionstatinbiodingon 1—6 regeltM o.SO. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bodrijt bestaan zeer voordoelige bepalingon tot het herhaald advorteeron in dit Blad, b\\ abonnement. Eono circulair©, bovattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezondpn. n. Br is in den laatsten tijd, aldus gaat de heer VeenstTa voort, met kracht gewerkt aan het versterken van 's rijks finantiën. Maar moet er ook niet iets voor de gemeenten ge daan worden? Ook het rijksbelang zelf eischt dat de gemeenten de noodige kracht blijven behouden. Toen de crisis uitbrak bleek al heel spoe dig dat de finantiën der meeste gemeenten Ï^een extra uitgaven toelieten. Er werden öf eeningen gesloten op korten termijn öf de inkomstenbelasting werd verhoogd. Het ge lukkig toeval wilde dat vele gemeenten pro fiteerden van de gegevens verstrekt door den rijksfiscus, zoodat de inkomsten kon den vermeerderen zonder verhooging van het percentage der belastingen. Bij de tweede crisisbegTOOting waren de moeilijkheden al minder gemakkelijk op te lossen. Tal van plaatsen moesten de belas ting verhoogen. De hooge kolenprijzen de den zich duchtig gevoelen en om de uitkee- ringen uit de bedrijven te kunnen behouden werd in vele gevallen de prijs van het pro duct verhoogd. Vaak ook werd geteerd op vroeger gemaakte reserves. De aangewende middelen waren bij het derde bedrijf niet meer toereikend. In vrij wel alle gemeenten van eenige beteekenis moést de belastingsohroef worden aange draaid en nog waren niet overal die eindjes bij elkaar te krijgen. De te verwachten uit gaven ten gevolge van de distributie wet, hoe laag ook geraamd, beliepen zooveel dat er geen uitkomst meer mogelijk was. Amster dam en andere steden maakten de begroo ting sluitend door 'n deel der genoemde uitgaven naar buitengewoon te doen verhui zen en 'n wissel te trekken op den staat als «and eel in de opbrengst van de oorlogs- ''wins tbel a s ti ng. Sinds dien heeft de kolennood het nood zakelijk gemaakt dat bezuinigd wordt op gas en electriciteit en daardoor zal de laatste kans om steun te krijgen uit de bedrijven weggenomen zijn. Maar clan zal het straks ook onmogelijk zijn de begrooting voor 1918 kloppend te krijgen, tenzij maatregelen van hoogerhand voorziening treffen. Tegen 'n nog sterkere verhooging van de inkomstenbelasting heeft de heer Veenstra in rweeledige bedenking (trouwens het Rijk zelf zal daartegen langzamerhand wel be zwaar krijgen). Eerstens wordt het bij het steeds maar verhoogen van deze belasting nog moeilij ker 'n progressie in de heffing te brengen, die eenigszins met de billijkheid overeen- komte- Hierbij valt ook rekening te houden met den verhoogden levensstandaard, waar voor dan ook reeds hier en daar verhooging van het bedrag voor het noodzakelijk levens onderhoud plaats vond. In de tweede plaats is 'n bezwaar dat de vaar is groot, dat, wanneer deze uitgaven verminderen, de opbrengst zal behouden blijven.en aangewend worden voor minder noodzakelijke zaken. Daarom moest de wetgever aan de ge meenten het recht geven te doen wat het zelï ook doethet heffen van bestemmings belastingen. Zoo zouden de kosten van de distributiewet gedekt kunnen worden door 'n tijdelijke speciale belasting, die verdwijnen zou als het doel heeft opgehouden te be staan en bovendien meer dan de ink.-bel. rekening kon houden met de draagkracht. - Daarnaast moeten nieuwe bronnen worden aangewezen. Het vraagstuk is moeielijk, maar 'n oplossing, althans 'n tijdelijke zou misschien kunnen worden gevonden zoo de min. van finantiën zich liet voorlichten door een commissie bestaande uit slechts enkele mannen die met de gem.-fin. door de prak tijk geheel bekend zijn. Bezuiniging in de keuken. v. Besparing van brandstof door 't gebruik van hooikist en kranten. Er zijn van die uitvindingen, die doen den ken aan het beroemde „ei van Columbus": men slooft zich uil om 'de ingewikkelde mo gelijkheden uit elkaar te pluizen en plotse ling komt de praktïcus, wiens hersenen nog niet door denken vermoeid zijn, en hij lost de kwestie op, als het ware bij toeval. Zoo is het dunkt me, gegaan in lréel waf ge vallen, waarin de natuurkunde gewichlig spreekt van de wetten der warmtegelekting, terwijl de eenvoudige opmerker zonder voor afgaande studie aan den lijve reeds had waar genomen, hoe stroo in de klompen of een laag krantenpapier in de schoenen hem warme voeten bezorgt; hoc een paar kranten, onder jas of mantel gedragen, op een snerpend kou den dag beschutting geven en hoe de hooi berg zoo n slechte slaapplaats nog niet is in koele zomernachten. Ook de huisvrouw kent vele van dergelijke middeltjes, wier toepassing als het wa're van moeder op dochter zijn overgegaan. Zij om wikkelt haar pomp (en ook haar rozestruiken) met stroo, ze kiest haar winterpantoffels van vilt en ze weet, hoe een gewasschen wollen deken, zóó opgemaakt, dal de wol weer plui zig en vlokkig is geworden, zich gunstig onderscheidt van den plankerigen lap wol óók eens vóór 't wasschen een „warme" wol len deken die door verkeerde behandeling zijn wolligheid en daarmee zijn „warmte" heeft ingeboet Zijn „warmte"? "Wat drukken we ons soms grappig onjuist uit; want die eerste deken is geen ziertje „warmer" dan de tweede: als we ze op ons bed leggen, zijn beide precies even „koud". Maar wij, die in bed stappen, zijn warm; we bezitten onze eigen lichaamswarmte en geven daarvan een kleinere hoeveelheid af al naar mate we omringd zijn door stoffen die moel- i lijk <le warmte van ons overnemen. opbrengst voor 'n deel wordt aangewend tot i En dat zijn juist die pluizige> vlokkige, luch- fcestrijding van tijdelijke uitgaven. Het ge-tige, poreuse stoffen, zooals wol, watten, kapok, dons, vilt, bont, stroo, hooi, ongeglansd papier, houtwol enz. Die stoffen geven geen warmte, maar z e houden de warmte b i n u en. Daarom weet ook moeder de vrouw wel, hoe ze een pannetje eten warm kan houden voor een laat-komer: zoo goed als een mcnscli in bed behagelijk zijn warmte bewaart, even goed zal ook het heetc pannetje, „warmpjes ingestopt", zijn temperatuur langen tijd be houden. Jammer alleen, dat de methode wel wat onfrisch is! Even goed, neen veel heter, doet de boerin, die vóór haar kerkgang Zondags de pan met warme rijstepap in den hooiberg z,et, om ze er na ecnigc uren lekker warm uit te nemen. Warm èn gaar; want zelfs al had de rijst met de melk niet eens zoo héél lang gekookt vóór z<r in 't hooi werd gepakt, dan zal ten slotte, als hel maar lang genoeg blijft inge pakt, het gerecht even goed gaar worden als wanneer men het gedurende k o r l e r e u tijd op gas, petroleum of fornuis liet staan. Twee hoofdzaken moeten we dus in 'l oog houden, als we voor dé spijsbereiding een praktisch gebruik willen maken van hooi, papier of dergelijke sloffen: a. we moeten zorgc:i, dat de warmte zoo zorgvuldig mogelijk in de pan-bewaard blijft; b. we moeten cr aan denkén, dal de pan vóél langer blijft ingepakt dan voor de gewone bereiding op 't vuur noodig zou zijn. Hoe verzorgen we nu, in verband daarmee, onze pan zoogoed mogelijk! We kunnen twee werkwijzen volgen, n.l. het „nestje" van te voren geheel gereed maken, zoodat de pan cr eenvoudig maar' in gezet behoeft te worden; öf wel de pan ach tereenvolgens omwikkelen met verschillende losse vellen krantenpapier of iels dergelijks. De eerste manier is verreweg de meest practisehe. Ze wordt ons In de klaar-gekochle hooikist en in den „zulf-koker" zeker wei op de mooiste, maai* daarentegen niet cp de goedkoopste wijze oond. De hooikist (kleinste soort met pan van V/t L. inhoud ongeveer 6,50)""en de z e 1 f k o 1c e r (gewoon lijk nóg duurder) bezitten.een dikke voering van hetzij hooi hetzij andere slecht-warmte geleidende sloffen (asbest, slakkenwol of iets dergelijks); ze worden secuur met een deksel gesloten en bieden ruimte voor een pan, die precies in de vrijgelaten holte past. Misschien minder mooi, maar zeker niet minder'praktisch en véél goedkoopcr, kan men een dergelijk hulpmiddel zelf in elkaar zetten. Een kistje, een stevige doos, een mand, een lekke emmer, één van die alle leent zich uit stekend om van binnen met een dikke, stevige laag hooi of krantenpapier te worden gevoerd; er blijff in 't midden een holte voor de pan, en de afsluiting wordt wanneer geen werke lijk deksel beschikbaar is gevormd door een kussentje (gefrommeld papier of hooi, in een lap katoen genaaid b.v V dat boven de pan zoo stevig mogelijk in de holte wordt gedrukt. Van dit gronddenkbeeld uitgaande, kan men de „kist" zoo mooi maken, alsnnen zelf maar wil: een handige knutselaar (of knulselaarster) kan er heel wat eer aan behalen! En men behoeft ook niet bepaald vast te een onbruikbaar geworden koffer, die van bin nen flink met hooi was volgestopt, en waarin nu nestjes gegraven waren voor verschillende pannen, elk weer afgedekt dooi; een goed passendi, met hooi gevuld kussentje. Ook hoorde ik onlangs van een zeer prakti sche oplossing, waarbij in een arbeiders woning een gedeelte van -den „aanrecht" in gericht was tot „hóoi-fornuis". Stel u de be wuste ruimte voor als een diepen, houten gool- steenbak, gevoerd alweer met een dikke laag hooi of papier en gedekt, met het bovenblad van den „aanrecht", waartegen vanbinnen een hooi- of papierkussen is gespijkerd. Praktisch nietwaar? Vooral ook met het oog op de weinig beschikbare ruimte in het zeer kleine keukentje. Ik vraag mij af, of niet dc huisvrouw, die een nieuwgebouwde woning gaat betrekken, in zooverre invloed kan uitoefenen op den bouwer, dal o.a. met zulke zeer gemakkelijk te vervullen wcnschen rekening wordt gehou den. (Alweer een mooi werkje om met „ver eende krachten" eens te beproeven; de kans van slagen wordt dan zeker grooter!' Wal eenvoudiger lijkt, maar in wcrkclijk- lieid toch bij de vorige mcthpdc van inpak ken achterstaat, is hel omwikkelen van de hecte pan met achtereenvolgens ccn achttal kranten, die kruisgewijs over elkaar gespreid klaar liggen en waarop in 't midden een paar inccngcfrommelde kranten zijn gelegd, als een kussentje om de pan op neer te zetten. Natuurlijk is het resultaat óók goed. Maar de methode is omslachtiger, vooral omdat men telkens de gebruikte kranten weer één voor één moet glad slrijken en opvouwen; ze is ook minder zuinig, omdat dc kranten bij het omwikkelen veel te lijden hebben en dus niet zooveel keeren achter elkaar dienst kun nen doen. Welke zijn nu de voorschriften, die we te volgen hebben, als we op één van 'de hier be schreven wijzen onze maatregelen gaan ne men tol besparing van brandstof? Allereerst zorgen we altijd, dal een zoo groot mogelijk deel van (Ie pan met de spijzen gevuld'isr een haifvollcn pan zal betrekkelijk vlug haar warmte verliezen. Verder brengen wc in die pan de spijzen aan de kook en laten zij (op gas b.v.) vóór- koken gedurende een z c s,'d c van den tijd, dien ze anders voor het gaar worden zouden noodig hebben; rijst b.v., die in ongeveer 20 minuten gaar is, zal nu V# van dien tijd 4 minuten dus moeten vóórkoken; bruine boonen, die V/z h 2 uur kooktijd vragen, zul len 15 i 20 minuten op gas (of petroleum) gc- kcokl moeten worden vóór te worden inge pakt, zoodat bij elk gerecht feitelijk s/o van de brandstof wordt uitgespaard. De pan wordt dan ingepakt op één van de daareven reeds aangeduide wijzen; goed in gepakt, zoodat b.v. als de pan kleiner mocht zijn dan het gereedgemaakte „nestje", de open ruimte wordt aangevuld met nog wat gefrom meld papier. Maar óók vlug ingepakt, want hoe minder warmte verloren gaat, des te zekerder kan men zijn van den goeden uitslag. Nu blijft de pan ingepakt slaan, zóó lang lot de spijzen den noodigen tijd hebben ge had om gaar te worden en dat is zooals de praktijk heeft geleerd gewoonlijk d r i e- houden aan het één-pans-systeem: ik zag een m a a l zoo lang als. op het vuur vercischt zou alleraardigste locpassing in den vorm van I worden. Een bezwaar kan men dit nooit noemen, wél dikwijls een voordeel; immers, men zet alleen wat vroeger do spijzen op en kookt ze vóór, terwijl men cr dan vorder ook niet meer naar hoeft om te zien. Bij -een afwezigheid van cenigon uren zelfs, kan men gerust ver trouwen, dat dc spijzen cr niel niiud n op worden: zc branden niet aan, koken niet droog, worden zelfs niel „Ie gaar", want wat wo „te gaar" noemen bei- okent „uil elkaar gekookt", en dat kan hierbij nooit plaub .icb- bcn, omdat eenvoudig, geen kóken, go en tegen elkaar botsen van dc besla iïtTdce Ion mo gelijk is. Denk verder aan 'l groole gemak van 's avonds vóór 't naar bed gaan dé ontbijt- pap (havermout niet melk b.v., 5 minuten samen vóórgekookl) in te kunnen pakken, ojn zc er 's ochtends 8 uur later ongev. zonder verdere moeite gaar uit te ncmcu. Geschikt voor dc bereiding in iioof «>i in kranten zijn vooral zulke levensmiddelen die hot omringende vocht (melk of water) 1 u;g- zaara in zicli moeten opnemen; erwten ch boonen dus, rijst, gort. havermout, godi gde vruchten. Is liet dc bedoeling, dal liet g<ebt een bepaalde graad van weekheid ol' vast heid moet bézitten men donkc aan „ilr-, ge" rijst tegenover „rijstepap dan dwi de hoeveelheid vocht in verband jdaarmci Ie worden berekend. Men gebruikt in zoo n ge val m i n d err v o c h t o f m c c r vaste stof dan men zou nemen voor de boroidin van hetzelfde gerecht op het yhiv. Dro echt „Indische" rijst b.v. zal men in hooikist «u in kranten slechts twec ix twee en ccn half maal zooveel water geven als de hoeveel heid rijst bedraagt; havermoutpap, die mon gewoonlijk op 't vuur zal koken van 1 L. melk met 80 a 100.G. havermout, zal men in h,noi;;ist of kranten bereiden van 1 I. melk met 100 a 120 G. havermout of van 9 d.L. melk met de gewone 80 100 G. mout. Ileel natuurlijk waut er verdampt in hooi of in kranten veel einder vocht dan cr bij dc bereiding op het vuur verloren zou gaan. Zulke kleine wijzigingen loert men na CiikHr proefnemingen vanzelf wel aanbrengen; ook zak naarmate de huisvrouw zich meer op dc studie van dc hooikist toelegt, de lijst' vaP gorcehtcn, 'die ze cr in kan klaarmaken, zich' uitbreiden; het bereiden zelfs van zoo iels ia* gewikkelds als een stamppot is met migs oefening zeer goed mogelijk. Toch moeten wc aan den anderen kap' ook weer niet te véél van dc hooilast cisehen: enkele dingen kan zc niet. Ze "kan b.v. geen lekkere, kruimige aardappelen op lafel hel pen brengen cn ze kan niet zorgen Voor oen" mooi gebonden erwten- of boonensoep. Geeirf wonder, want de aardappelen liggen te lan# in 't warme water, worden glazig en pappig en zijn dus enkel voor purée of In een slarapV pot te gebruiken, en de soep kookt nietu borrelt niet op, en is dus niet in staat zich aid het ware zelf te roeren, zoodat het onderligt gende dikke gedeelte met dc waterachtig* bovenlaag één geheel kan vormen. 't Meeste gas-bcsparlng geven natuurlijk die gerechben, die anders een langen 3<ooktlJ<f vragen: erwten, boonen, gekookt vlecsctf (bcuilli), rijstenbrlj, een stamppot Men zou dus voor 't gevat dat erwfei> c§* boonensoep bereid moesten worden, uitsteken» perst de peulvruchten kunnen gaar makeitf Men moet zijn leven geven, om het W€kjt te bewaren ten onder te gaan. ROMAN VAN OLGA WOHLBRÜCK met autorisatie "ertaald door JKévr. 1. P. WESSELINK- VAN ROSSUM. 63 -• - Bruno Taysen kwam niet alleen.-Proestend frn hijgend, met hoogrood hoofd liep Seraphine naast hem. „Daar ben*ik, Haasje ik breng je wat mee om aan te trekken daar ben ik. Huil niet, Haasje Lou schreide niet. Zij trok haar oude kin dermeid in het prieel van seringen, en hield Wet brandende handen de hare omvat. „Vertel mij alles, wat er verder gebeurd Is," Wiet zij uit. Er was mei veel te vertellen. De vorstin was ttaen morgen met zes groote koffers over (München naar Venetië gereisd. De vorstiri fcad twee honderd Mark achter gelaten en het «lires van een advocaat. Die zou verder alles regelen. Daarbij gaf Seraphine het jonge meisje een brief. Het waren maar enkele regels: „Lieve Lou, na alles wat je vader mij heeft aangedaan voel ik mij niet in staat dit ver nederend leven naast hem verder voort le zet ten. Indien je wilt, kun je naar mij toe komen. Ik zal de onrechtvaardige manier, waarop je altijd partij koos. niet aan je wreken en voor je toekomst zorgen. Maar je mag dén naam van je vader in mijn bijzijn nooit uitspreken. Ik hen het aan mijn waardigheid verschuldigd je vader als dood te beschouwen." Sinaida, Vorstin Sukewitsch." Lou haalde haar schouders op. Zij wist, beter nog dan haar stiefmoeider, hoe onzinnig deze woorden waren. Zij wist, dat vorstin Sukewitsch ook nu nog, als haar toorn wat gezakt zou zijn, op het eerste teeken van haar vader klaar zou staan om het ..vernederende leven" opnieuw voort te zetten. Maar zou haar vader ooit het teeken 'geven? Seraphine wist niet, waadbaar vader was. Ilii had zich niet laten zien en geen letter gé schreven. De dienstboden waren van uur tol uur brutaler gewordend Zij had ten slotte alles afgesloten en was met den luitenant naar huiten gekomen. ïnlusschen sprak Bruno met zijn ouders; uit liefde voor hem moesten zij Lou Hörselkamp bij zich houden, totdat zij een ander onder dak vond. k Hij had vergeefs beproefd het verblijf van Hörselkamp uit te vinden. Het meisje stond volkomen alleen, zonder eenige bescherming. Zijn vader knikte bezorgd. „Ja mijn zoon, natuurlijk Dat is christenplicht. Jij hebt ook gastvrijheid in het huis genoten. Het spreekt van zelf, maak je J geen zorg." Nu ging hij naar zijn moeder, die in de keu ken een schotel met kleine koekjes uit den 1 oven haalde, die zij voor den namdddag had gebakken. „Wees goed voor Lou Hörselkamp, moeder, hoort u?" Mevrouw Taysen schikte inet groole aan dacht de kleine koekjes op bet bord. Zij had haar donkerblauwe Zoiulagsche japon aan en* om die te beschermen ccn keukemboezelaar voorgebonden. „Waarom zou ik niet goed voor haar zijn," antwoordde zij zonder haar zoon aan te zien. Hij kruiste zijn armen op zijn rug en zette zijn voet op de tweede sport van de kleine keukentrap. „Ik bedoel het zoo, moeder: u moet op het oogenblik de plaats van haar ouders bij Lou innemen. Het is een moeilijke lijtl voor haar. Zij heeft niet alleen haai- tehuis, maar ook haar positie in de maatschappij verlóren. Misschien ook nog meer." Mevrouw Taysen lelde inlussschen zacht de koekjes: Twee zes acht tien twaalf veertien je bedoelt eer. hu lijk? „Mogelijk." Zij knikte: „Nu. dan is het goed. En zij lelde verder. Bruno Taysen wendde zich af. Zijn e>ra klonk ruw. toen hij zei; „Als ik hier bleef, zou ik alles doen om haar te helpen." „Daar jij er niet bent behoef je dat niet te doen." „Als ik overtuigd was, dat zij gelukkiger met Gerhard zou worden dan met mij..." Het kwam er zecrriiapercnd uit. Met een heftigen ruik :cleed zij haar boeze laar -af. „Dat-is toch niet waar, jongen! En al werd i zij tienmaal gelukkiger Nu. proef eens van dc koekjes! En nu zullen wij koffie gaan drin ken Zij had nooit veel lijd voor diepgaande ge sprekken. Haar bezigheden waren haar alles cn elke minuut was bezet. Dat en nog veel meer had haar zoon van haar. En daarom Qiad zij hem op haar gesloten, harde manier, lief en daarom was Gerhard Oberwall haar steeds vreemd gebleven met zijn zonderlinge droomerigheid en onverwachte heftige uit barstingen. Alleen dominee Taysen miste vaak zijn vrocgeren leerling en voor hem hield de geleerde een hoekje open in zijn oude hart. En hij voelde het heel anders dan zijn vrouw als een kostelijke vergoeding van het leven, dat hij op Lou Hörselkamp een deel van zijn genegenheid voor Gerhard Oberwall kon over dragen. Het fijne, teere, aanvallige had hij steeds onbewust gemist. En het gebeurde dikwijls, dat hij zijn studeerkamer verliet, om te zien, waar Lou Hörselkamp was, naast haar te gaan zitten en met haar ovel* Gerhard Ober wall te spreken. Voorzichtig, zoekend cn tastend beproefde hij haar vertrouwen te '..'in nen cn sterkte hij haar in haar gevoelens. Mevrouw Taysen merkte in haar bezigheden in het geheel niet, hoe haar man dc verwach tingen en wcnschen van zijn-eigen zoon tegen werkte; zij was blij, dat Lou zonder haar veel van haar tijd te nemen, zich stil en gedwee in haar toestand schikte en afleiding en troost in de gesprekken met haar man vond. Alleen 's nachts schreide Lou urenlang in haar kussen dan voelde zij den afstand, die haar van het huis Oberwall schekLde, nu er zoo n zwarte schaduw 'op -den naam Hörsel kamp was gevallen. Den dag voor zijn afreis - ub had Bruno Taysen graaf André Oberwall gezocht. In elk woord, dat de oe6» diplomat* sprak, bemerkte hij het protest ts^en een vei»? dere, zij het ook nog zoo'n vluchtige toenoidto^ ring tot de dochter van den man, wiens naafl) met een Berlijnsch schandaal verbonden wa&' En daarom hield hij de handen van Lou Höa* selkaanp in de zijne cn zei: „Gij hebt niets te wachten van GeéhoriH vader; ge moet lecren u daarbij neer te Icggea. En ge moet wachten, totdat Gerhard hersteld is om le weten, of hij uw liefde waard is." Hij wilde er nog iets aan toevoegen, maa* hij onderdrukte het. want Lou mocht niet* voor hem zijn, zoolang Gerhard zelf niet bald gesproken. liet was voor haar bijna een verlichting» toen hij haar bij zijn vertrek voor het laats* de hand drukte. Door het kinderlijk naïf ge* loof in dominee Taysen kon zij zich eerder op richten. dan door den steun, dien 'de zoon me* zijn scherpe, misschien zelfs harde manier bood. Na. zijn vertrek was het de predikapl. di« per brief naar Gcrbards toestand informeer* de. Graaf André Oberwall beantwoordde elke* brief. Maar zijn koele, vormelijke beleefdheid had iéts" terughoudends, zoodat al de goedge* loovighcid van den ouden man noodig was om Lou in haar verwachtingen niet te ontmocdf'' gen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1