„DE EEMLANDER".
15"' Jaargang,
Maandag 12, Maart 1917.
ZONNEWEÈLDE
N* 214
De Gemeente en de Crisis.
FEUILLETON.
MARIE VAN VERSENDAAl.
H®orawiactie« Mf D f VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Ci
t 1.30.
l.NO.
ABONNEMENTSPB1J8:
maanden vooi Ameraloort
Idem tranoo per post..
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.12*»
^Izonderlijke nummers O.wo.
Wekelijksoh bijvoegsel „D* BoUondschs Huisvrouw' (onder
redactie van 'l'hérèse Hoven) pei^ mnd. cl».
Wekeli.iksch bijvoegsel WtreldrevHe per 8 mnd. 52 ctau
»S
Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT
Intercomm. Telefoonnummer 68.
45.
PRIJS DER ADVERTENIIEN
Van 1—regels.. f O.NO.
Elke regel meertt M m o. 15.
Dionstatinbiodingon 1—6 regeltM o.SO.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bodrijt bestaan zeer voordoelige bepalingon
tot het herhaald advorteeron in dit Blad, b\\ abonnement.
Eono circulair©, bovattendo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondpn.
n.
Br is in den laatsten tijd, aldus gaat de
heer VeenstTa voort, met kracht gewerkt aan
het versterken van 's rijks finantiën. Maar
moet er ook niet iets voor de gemeenten ge
daan worden? Ook het rijksbelang zelf eischt
dat de gemeenten de noodige kracht blijven
behouden.
Toen de crisis uitbrak bleek al heel spoe
dig dat de finantiën der meeste gemeenten
Ï^een extra uitgaven toelieten. Er werden öf
eeningen gesloten op korten termijn öf de
inkomstenbelasting werd verhoogd. Het ge
lukkig toeval wilde dat vele gemeenten pro
fiteerden van de gegevens verstrekt door
den rijksfiscus, zoodat de inkomsten kon
den vermeerderen zonder verhooging van
het percentage der belastingen.
Bij de tweede crisisbegTOOting waren de
moeilijkheden al minder gemakkelijk op te
lossen. Tal van plaatsen moesten de belas
ting verhoogen. De hooge kolenprijzen de
den zich duchtig gevoelen en om de uitkee-
ringen uit de bedrijven te kunnen behouden
werd in vele gevallen de prijs van het pro
duct verhoogd. Vaak ook werd geteerd op
vroeger gemaakte reserves.
De aangewende middelen waren bij het
derde bedrijf niet meer toereikend. In vrij
wel alle gemeenten van eenige beteekenis
moést de belastingsohroef worden aange
draaid en nog waren niet overal die eindjes
bij elkaar te krijgen. De te verwachten uit
gaven ten gevolge van de distributie wet, hoe
laag ook geraamd, beliepen zooveel dat er
geen uitkomst meer mogelijk was. Amster
dam en andere steden maakten de begroo
ting sluitend door 'n deel der genoemde
uitgaven naar buitengewoon te doen verhui
zen en 'n wissel te trekken op den staat als
«and eel in de opbrengst van de oorlogs-
''wins tbel a s ti ng.
Sinds dien heeft de kolennood het nood
zakelijk gemaakt dat bezuinigd wordt op
gas en electriciteit en daardoor zal de laatste
kans om steun te krijgen uit de bedrijven
weggenomen zijn.
Maar clan zal het straks ook onmogelijk
zijn de begrooting voor 1918 kloppend te
krijgen, tenzij maatregelen van hoogerhand
voorziening treffen.
Tegen 'n nog sterkere verhooging van de
inkomstenbelasting heeft de heer Veenstra
in rweeledige bedenking (trouwens het Rijk
zelf zal daartegen langzamerhand wel be
zwaar krijgen).
Eerstens wordt het bij het steeds maar
verhoogen van deze belasting nog moeilij
ker 'n progressie in de heffing te brengen,
die eenigszins met de billijkheid overeen-
komte- Hierbij valt ook rekening te houden
met den verhoogden levensstandaard, waar
voor dan ook reeds hier en daar verhooging
van het bedrag voor het noodzakelijk levens
onderhoud plaats vond.
In de tweede plaats is 'n bezwaar dat de
vaar is groot, dat, wanneer deze uitgaven
verminderen, de opbrengst zal behouden
blijven.en aangewend worden voor minder
noodzakelijke zaken.
Daarom moest de wetgever aan de ge
meenten het recht geven te doen wat het
zelï ook doethet heffen van bestemmings
belastingen. Zoo zouden de kosten van de
distributiewet gedekt kunnen worden door 'n
tijdelijke speciale belasting, die verdwijnen
zou als het doel heeft opgehouden te be
staan en bovendien meer dan de ink.-bel.
rekening kon houden met de draagkracht.
- Daarnaast moeten nieuwe bronnen worden
aangewezen. Het vraagstuk is moeielijk,
maar 'n oplossing, althans 'n tijdelijke zou
misschien kunnen worden gevonden zoo de
min. van finantiën zich liet voorlichten door
een commissie bestaande uit slechts enkele
mannen die met de gem.-fin. door de prak
tijk geheel bekend zijn.
Bezuiniging in de keuken.
v.
Besparing van brandstof door
't gebruik van hooikist en
kranten.
Er zijn van die uitvindingen, die doen den
ken aan het beroemde „ei van Columbus":
men slooft zich uil om 'de ingewikkelde mo
gelijkheden uit elkaar te pluizen en plotse
ling komt de praktïcus, wiens hersenen nog
niet door denken vermoeid zijn, en hij lost de
kwestie op, als het ware bij toeval.
Zoo is het dunkt me, gegaan in lréel waf ge
vallen, waarin de natuurkunde gewichlig
spreekt van de wetten der warmtegelekting,
terwijl de eenvoudige opmerker zonder voor
afgaande studie aan den lijve reeds had waar
genomen, hoe stroo in de klompen of een laag
krantenpapier in de schoenen hem warme
voeten bezorgt; hoc een paar kranten, onder
jas of mantel gedragen, op een snerpend kou
den dag beschutting geven en hoe de hooi
berg zoo n slechte slaapplaats nog niet is in
koele zomernachten.
Ook de huisvrouw kent vele van dergelijke
middeltjes, wier toepassing als het wa're van
moeder op dochter zijn overgegaan. Zij om
wikkelt haar pomp (en ook haar rozestruiken)
met stroo, ze kiest haar winterpantoffels van
vilt en ze weet, hoe een gewasschen wollen
deken, zóó opgemaakt, dal de wol weer plui
zig en vlokkig is geworden, zich gunstig
onderscheidt van den plankerigen lap wol
óók eens vóór 't wasschen een „warme" wol
len deken die door verkeerde behandeling
zijn wolligheid en daarmee zijn „warmte"
heeft ingeboet
Zijn „warmte"?
"Wat drukken we ons soms grappig onjuist
uit; want die eerste deken is geen ziertje
„warmer" dan de tweede: als we ze op ons
bed leggen, zijn beide precies even „koud".
Maar wij, die in bed stappen, zijn warm; we
bezitten onze eigen lichaamswarmte en geven
daarvan een kleinere hoeveelheid af al naar
mate we omringd zijn door stoffen die moel-
i lijk <le warmte van ons overnemen.
opbrengst voor 'n deel wordt aangewend tot i En dat zijn juist die pluizige> vlokkige, luch-
fcestrijding van tijdelijke uitgaven. Het ge-tige, poreuse stoffen, zooals wol, watten,
kapok, dons, vilt, bont, stroo, hooi, ongeglansd
papier, houtwol enz.
Die stoffen geven geen warmte, maar z e
houden de warmte b i n u en.
Daarom weet ook moeder de vrouw wel,
hoe ze een pannetje eten warm kan houden
voor een laat-komer: zoo goed als een mcnscli
in bed behagelijk zijn warmte bewaart, even
goed zal ook het heetc pannetje, „warmpjes
ingestopt", zijn temperatuur langen tijd be
houden.
Jammer alleen, dat de methode wel wat
onfrisch is!
Even goed, neen veel heter, doet de boerin,
die vóór haar kerkgang Zondags de pan met
warme rijstepap in den hooiberg z,et, om ze
er na ecnigc uren lekker warm uit te nemen.
Warm èn gaar; want zelfs al had de rijst
met de melk niet eens zoo héél lang gekookt
vóór z<r in 't hooi werd gepakt, dan zal ten
slotte, als hel maar lang genoeg blijft inge
pakt, het gerecht even goed gaar worden als
wanneer men het gedurende k o r l e r e u tijd
op gas, petroleum of fornuis liet staan.
Twee hoofdzaken moeten we dus in 'l oog
houden, als we voor dé spijsbereiding een
praktisch gebruik willen maken van hooi,
papier of dergelijke sloffen:
a. we moeten zorgc:i, dat de warmte zoo
zorgvuldig mogelijk in de pan-bewaard blijft;
b. we moeten cr aan denkén, dal de pan
vóél langer blijft ingepakt dan voor de gewone
bereiding op 't vuur noodig zou zijn.
Hoe verzorgen we nu, in verband daarmee,
onze pan zoogoed mogelijk!
We kunnen twee werkwijzen volgen, n.l.
het „nestje" van te voren geheel gereed
maken, zoodat de pan cr eenvoudig maar' in
gezet behoeft te worden; öf wel de pan ach
tereenvolgens omwikkelen met verschillende
losse vellen krantenpapier of iels dergelijks.
De eerste manier is verreweg de meest
practisehe. Ze wordt ons In de klaar-gekochle
hooikist en in den „zulf-koker" zeker wei op
de mooiste, maai* daarentegen niet cp de
goedkoopste wijze oond. De hooikist
(kleinste soort met pan van V/t L. inhoud
ongeveer 6,50)""en de z e 1 f k o 1c e r (gewoon
lijk nóg duurder) bezitten.een dikke voering
van hetzij hooi hetzij andere slecht-warmte
geleidende sloffen (asbest, slakkenwol of iets
dergelijks); ze worden secuur met een deksel
gesloten en bieden ruimte voor een pan, die
precies in de vrijgelaten holte past.
Misschien minder mooi, maar zeker niet
minder'praktisch en véél goedkoopcr,
kan men een dergelijk hulpmiddel zelf in
elkaar zetten.
Een kistje, een stevige doos, een mand, een
lekke emmer, één van die alle leent zich uit
stekend om van binnen met een dikke, stevige
laag hooi of krantenpapier te worden gevoerd;
er blijff in 't midden een holte voor de pan,
en de afsluiting wordt wanneer geen werke
lijk deksel beschikbaar is gevormd door een
kussentje (gefrommeld papier of hooi, in een
lap katoen genaaid b.v V dat boven de pan zoo
stevig mogelijk in de holte wordt gedrukt.
Van dit gronddenkbeeld uitgaande, kan men
de „kist" zoo mooi maken, alsnnen zelf maar
wil: een handige knutselaar (of knulselaarster)
kan er heel wat eer aan behalen!
En men behoeft ook niet bepaald vast te
een onbruikbaar geworden koffer, die van bin
nen flink met hooi was volgestopt, en waarin
nu nestjes gegraven waren voor verschillende
pannen, elk weer afgedekt dooi; een goed
passendi, met hooi gevuld kussentje.
Ook hoorde ik onlangs van een zeer prakti
sche oplossing, waarbij in een arbeiders
woning een gedeelte van -den „aanrecht" in
gericht was tot „hóoi-fornuis". Stel u de be
wuste ruimte voor als een diepen, houten gool-
steenbak, gevoerd alweer met een dikke laag
hooi of papier en gedekt, met het bovenblad
van den „aanrecht", waartegen vanbinnen een
hooi- of papierkussen is gespijkerd.
Praktisch nietwaar? Vooral ook met het oog
op de weinig beschikbare ruimte in het zeer
kleine keukentje.
Ik vraag mij af, of niet dc huisvrouw, die
een nieuwgebouwde woning gaat betrekken,
in zooverre invloed kan uitoefenen op den
bouwer, dal o.a. met zulke zeer gemakkelijk
te vervullen wcnschen rekening wordt gehou
den. (Alweer een mooi werkje om met „ver
eende krachten" eens te beproeven; de kans
van slagen wordt dan zeker grooter!'
Wal eenvoudiger lijkt, maar in wcrkclijk-
lieid toch bij de vorige mcthpdc van inpak
ken achterstaat, is hel omwikkelen van de
hecte pan met achtereenvolgens ccn achttal
kranten, die kruisgewijs over elkaar gespreid
klaar liggen en waarop in 't midden een paar
inccngcfrommelde kranten zijn gelegd, als een
kussentje om de pan op neer te zetten.
Natuurlijk is het resultaat óók goed. Maar
de methode is omslachtiger, vooral omdat
men telkens de gebruikte kranten weer één
voor één moet glad slrijken en opvouwen; ze
is ook minder zuinig, omdat dc kranten bij
het omwikkelen veel te lijden hebben en dus
niet zooveel keeren achter elkaar dienst kun
nen doen.
Welke zijn nu de voorschriften, die we te
volgen hebben, als we op één van 'de hier be
schreven wijzen onze maatregelen gaan ne
men tol besparing van brandstof?
Allereerst zorgen we altijd, dal een zoo
groot mogelijk deel van (Ie pan met de spijzen
gevuld'isr een haifvollcn pan zal betrekkelijk
vlug haar warmte verliezen.
Verder brengen wc in die pan de spijzen
aan de kook en laten zij (op gas b.v.) vóór-
koken gedurende een z c s,'d c van den tijd,
dien ze anders voor het gaar worden zouden
noodig hebben; rijst b.v., die in ongeveer 20
minuten gaar is, zal nu V# van dien tijd 4
minuten dus moeten vóórkoken; bruine
boonen, die V/z h 2 uur kooktijd vragen, zul
len 15 i 20 minuten op gas (of petroleum) gc-
kcokl moeten worden vóór te worden inge
pakt, zoodat bij elk gerecht feitelijk s/o van de
brandstof wordt uitgespaard.
De pan wordt dan ingepakt op één van de
daareven reeds aangeduide wijzen; goed in
gepakt, zoodat b.v. als de pan kleiner mocht
zijn dan het gereedgemaakte „nestje", de open
ruimte wordt aangevuld met nog wat gefrom
meld papier. Maar óók vlug ingepakt, want
hoe minder warmte verloren gaat, des te
zekerder kan men zijn van den goeden uitslag.
Nu blijft de pan ingepakt slaan, zóó lang
lot de spijzen den noodigen tijd hebben ge
had om gaar te worden en dat is zooals de
praktijk heeft geleerd gewoonlijk d r i e-
houden aan het één-pans-systeem: ik zag een m a a l zoo lang als. op het vuur vercischt zou
alleraardigste locpassing in den vorm van I worden.
Een bezwaar kan men dit nooit noemen,
wél dikwijls een voordeel; immers, men zet
alleen wat vroeger do spijzen op en kookt ze
vóór, terwijl men cr dan vorder ook niet meer
naar hoeft om te zien. Bij -een afwezigheid
van cenigon uren zelfs, kan men gerust ver
trouwen, dat dc spijzen cr niel niiud n op
worden: zc branden niet aan, koken niet
droog, worden zelfs niel „Ie gaar", want wat
wo „te gaar" noemen bei- okent „uil elkaar
gekookt", en dat kan hierbij nooit plaub .icb-
bcn, omdat eenvoudig, geen kóken, go en
tegen elkaar botsen van dc besla iïtTdce Ion mo
gelijk is.
Denk verder aan 'l groole gemak van
's avonds vóór 't naar bed gaan dé ontbijt-
pap (havermout niet melk b.v., 5 minuten
samen vóórgekookl) in te kunnen pakken, ojn
zc er 's ochtends 8 uur later ongev.
zonder verdere moeite gaar uit te ncmcu.
Geschikt voor dc bereiding in iioof «>i in
kranten zijn vooral zulke levensmiddelen die
hot omringende vocht (melk of water) 1 u;g-
zaara in zicli moeten opnemen; erwten ch
boonen dus, rijst, gort. havermout, godi gde
vruchten. Is liet dc bedoeling, dal liet g<ebt
een bepaalde graad van weekheid ol' vast
heid moet bézitten men donkc aan „ilr-, ge"
rijst tegenover „rijstepap dan dwi de
hoeveelheid vocht in verband jdaarmci Ie
worden berekend. Men gebruikt in zoo n ge
val m i n d err v o c h t o f m c c r vaste stof
dan men zou nemen voor de boroidin van
hetzelfde gerecht op het yhiv. Dro echt
„Indische" rijst b.v. zal men in hooikist «u in
kranten slechts twec ix twee en ccn half
maal zooveel water geven als de hoeveel
heid rijst bedraagt; havermoutpap, die mon
gewoonlijk op 't vuur zal koken van 1 L. melk
met 80 a 100.G. havermout, zal men in h,noi;;ist
of kranten bereiden van 1 I. melk met 100 a
120 G. havermout of van 9 d.L. melk met de
gewone 80 100 G. mout. Ileel natuurlijk waut
er verdampt in hooi of in kranten veel einder
vocht dan cr bij dc bereiding op het vuur
verloren zou gaan.
Zulke kleine wijzigingen loert men na CiikHr
proefnemingen vanzelf wel aanbrengen; ook
zak naarmate de huisvrouw zich meer op dc
studie van dc hooikist toelegt, de lijst' vaP
gorcehtcn, 'die ze cr in kan klaarmaken, zich'
uitbreiden; het bereiden zelfs van zoo iels ia*
gewikkelds als een stamppot is met migs
oefening zeer goed mogelijk.
Toch moeten wc aan den anderen kap' ook
weer niet te véél van dc hooilast cisehen:
enkele dingen kan zc niet. Ze "kan b.v. geen
lekkere, kruimige aardappelen op lafel hel
pen brengen cn ze kan niet zorgen Voor oen"
mooi gebonden erwten- of boonensoep. Geeirf
wonder, want de aardappelen liggen te lan#
in 't warme water, worden glazig en pappig
en zijn dus enkel voor purée of In een slarapV
pot te gebruiken, en de soep kookt nietu
borrelt niet op, en is dus niet in staat zich aid
het ware zelf te roeren, zoodat het onderligt
gende dikke gedeelte met dc waterachtig*
bovenlaag één geheel kan vormen.
't Meeste gas-bcsparlng geven natuurlijk die
gerechben, die anders een langen 3<ooktlJ<f
vragen: erwten, boonen, gekookt vlecsctf
(bcuilli), rijstenbrlj, een stamppot
Men zou dus voor 't gevat dat erwfei> c§*
boonensoep bereid moesten worden, uitsteken»
perst de peulvruchten kunnen gaar makeitf
Men moet zijn leven geven, om het
W€kjt te bewaren ten onder te gaan.
ROMAN VAN
OLGA WOHLBRÜCK
met autorisatie "ertaald
door
JKévr. 1. P. WESSELINK- VAN ROSSUM.
63 -• -
Bruno Taysen kwam niet alleen.-Proestend
frn hijgend, met hoogrood hoofd liep Seraphine
naast hem.
„Daar ben*ik, Haasje ik breng je wat mee
om aan te trekken daar ben ik. Huil niet,
Haasje
Lou schreide niet. Zij trok haar oude kin
dermeid in het prieel van seringen, en hield
Wet brandende handen de hare omvat.
„Vertel mij alles, wat er verder gebeurd Is,"
Wiet zij uit.
Er was mei veel te vertellen. De vorstin was
ttaen morgen met zes groote koffers over
(München naar Venetië gereisd. De vorstiri
fcad twee honderd Mark achter gelaten en het
«lires van een advocaat. Die zou verder alles
regelen.
Daarbij gaf Seraphine het jonge meisje een
brief. Het waren maar enkele regels:
„Lieve Lou, na alles wat je vader mij heeft
aangedaan voel ik mij niet in staat dit ver
nederend leven naast hem verder voort le zet
ten. Indien je wilt, kun je naar mij toe komen.
Ik zal de onrechtvaardige manier, waarop je
altijd partij koos. niet aan je wreken en voor
je toekomst zorgen. Maar je mag dén naam
van je vader in mijn bijzijn nooit uitspreken.
Ik hen het aan mijn waardigheid verschuldigd
je vader als dood te beschouwen."
Sinaida, Vorstin Sukewitsch."
Lou haalde haar schouders op. Zij wist,
beter nog dan haar stiefmoeider, hoe onzinnig
deze woorden waren. Zij wist, dat vorstin
Sukewitsch ook nu nog, als haar toorn wat
gezakt zou zijn, op het eerste teeken van haar
vader klaar zou staan om het ..vernederende
leven" opnieuw voort te zetten. Maar zou haar
vader ooit het teeken 'geven?
Seraphine wist niet, waadbaar vader was.
Ilii had zich niet laten zien en geen letter gé
schreven. De dienstboden waren van uur tol
uur brutaler gewordend Zij had ten slotte
alles afgesloten en was met den luitenant naar
huiten gekomen.
ïnlusschen sprak Bruno met zijn ouders; uit
liefde voor hem moesten zij Lou Hörselkamp
bij zich houden, totdat zij een ander onder
dak vond.
k Hij had vergeefs beproefd het verblijf van
Hörselkamp uit te vinden. Het meisje stond
volkomen alleen, zonder eenige bescherming.
Zijn vader knikte bezorgd.
„Ja mijn zoon, natuurlijk Dat is
christenplicht. Jij hebt ook gastvrijheid in het
huis genoten. Het spreekt van zelf, maak je J
geen zorg."
Nu ging hij naar zijn moeder, die in de keu
ken een schotel met kleine koekjes uit den 1
oven haalde, die zij voor den namdddag had
gebakken.
„Wees goed voor Lou Hörselkamp, moeder,
hoort u?"
Mevrouw Taysen schikte inet groole aan
dacht de kleine koekjes op bet bord. Zij had
haar donkerblauwe Zoiulagsche japon aan en*
om die te beschermen ccn keukemboezelaar
voorgebonden.
„Waarom zou ik niet goed voor haar zijn,"
antwoordde zij zonder haar zoon aan te zien.
Hij kruiste zijn armen op zijn rug en zette
zijn voet op de tweede sport van de kleine
keukentrap.
„Ik bedoel het zoo, moeder: u moet op het
oogenblik de plaats van haar ouders bij Lou
innemen. Het is een moeilijke lijtl voor haar.
Zij heeft niet alleen haai- tehuis, maar ook
haar positie in de maatschappij verlóren.
Misschien ook nog meer."
Mevrouw Taysen lelde inlussschen zacht de
koekjes: Twee zes acht tien
twaalf veertien je bedoelt eer. hu lijk?
„Mogelijk."
Zij knikte:
„Nu. dan is het goed.
En zij lelde verder.
Bruno Taysen wendde zich af. Zijn e>ra
klonk ruw. toen hij zei;
„Als ik hier bleef, zou ik alles doen om haar
te helpen."
„Daar jij er niet bent behoef je dat niet te
doen."
„Als ik overtuigd was, dat zij gelukkiger
met Gerhard zou worden dan met mij..."
Het kwam er zecrriiapercnd uit.
Met een heftigen ruik :cleed zij haar boeze
laar -af.
„Dat-is toch niet waar, jongen! En al werd i
zij tienmaal gelukkiger Nu. proef eens van
dc koekjes! En nu zullen wij koffie gaan drin
ken
Zij had nooit veel lijd voor diepgaande ge
sprekken. Haar bezigheden waren haar alles
cn elke minuut was bezet. Dat en nog veel
meer had haar zoon van haar. En daarom
Qiad zij hem op haar gesloten, harde manier,
lief en daarom was Gerhard Oberwall haar
steeds vreemd gebleven met zijn zonderlinge
droomerigheid en onverwachte heftige uit
barstingen. Alleen dominee Taysen miste vaak
zijn vrocgeren leerling en voor hem hield de
geleerde een hoekje open in zijn oude hart.
En hij voelde het heel anders dan zijn vrouw
als een kostelijke vergoeding van het leven,
dat hij op Lou Hörselkamp een deel van zijn
genegenheid voor Gerhard Oberwall kon over
dragen.
Het fijne, teere, aanvallige had hij steeds
onbewust gemist. En het gebeurde dikwijls,
dat hij zijn studeerkamer verliet, om te zien,
waar Lou Hörselkamp was, naast haar te
gaan zitten en met haar ovel* Gerhard Ober
wall te spreken. Voorzichtig, zoekend cn
tastend beproefde hij haar vertrouwen te '..'in
nen cn sterkte hij haar in haar gevoelens.
Mevrouw Taysen merkte in haar bezigheden
in het geheel niet, hoe haar man dc verwach
tingen en wcnschen van zijn-eigen zoon tegen
werkte; zij was blij, dat Lou zonder haar veel
van haar tijd te nemen, zich stil en gedwee
in haar toestand schikte en afleiding en troost
in de gesprekken met haar man vond.
Alleen 's nachts schreide Lou urenlang in
haar kussen dan voelde zij den afstand, die
haar van het huis Oberwall schekLde, nu er
zoo n zwarte schaduw 'op -den naam Hörsel
kamp was gevallen. Den dag voor zijn afreis
- ub
had Bruno Taysen graaf André Oberwall
gezocht. In elk woord, dat de oe6» diplomat*
sprak, bemerkte hij het protest ts^en een vei»?
dere, zij het ook nog zoo'n vluchtige toenoidto^
ring tot de dochter van den man, wiens naafl)
met een Berlijnsch schandaal verbonden wa&'
En daarom hield hij de handen van Lou Höa*
selkaanp in de zijne cn zei:
„Gij hebt niets te wachten van GeéhoriH
vader; ge moet lecren u daarbij neer te Icggea.
En ge moet wachten, totdat Gerhard hersteld
is om le weten, of hij uw liefde waard is."
Hij wilde er nog iets aan toevoegen, maa*
hij onderdrukte het. want Lou mocht niet*
voor hem zijn, zoolang Gerhard zelf niet bald
gesproken.
liet was voor haar bijna een verlichting»
toen hij haar bij zijn vertrek voor het laats*
de hand drukte. Door het kinderlijk naïf ge*
loof in dominee Taysen kon zij zich eerder op
richten. dan door den steun, dien 'de zoon me*
zijn scherpe, misschien zelfs harde manier
bood.
Na. zijn vertrek was het de predikapl. di«
per brief naar Gcrbards toestand informeer*
de. Graaf André Oberwall beantwoordde elke*
brief. Maar zijn koele, vormelijke beleefdheid
had iéts" terughoudends, zoodat al de goedge*
loovighcid van den ouden man noodig was om
Lou in haar verwachtingen niet te ontmocdf''
gen.
(Wordt vervolgd.)