Nacht-Veiligheidsdienst
15dc Jaargang.
Vrijdag 27 April 1917.
BUITENLAND.
ZONNEWEELDL
Export-Centrale.
Eerste Amersfoortsche Gecontroleerde
FEUILLETON.
N* 252
M n n fitrr rlnrtlr I MAR,E VAN VERSENDAAt.
Hoofdredac.ie: M|> Q j VaN SCHAARDENBURO.
„DE EEMLAPJ DER".
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
i> maanden voor Amersfoort f 1*®®*
'idem franco per post..
Per weok (met gratie verzekering tegen ongelukken) - O. 111®.
^feonderl^jko nummers
Wekelijk6eh b(jroegsel „D# HoUotxdaeh* Hubvtxuw" (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 8 mud. 50 ©ts«
Wekeiflksch bgvoegsel „WereJdrtvUa" per 8 mnd. 511 cUu
Buj.au: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER A 1)VEKTENTIEN
Van 1—5 regels.
Elke regel moor
Dienstaanbiedingen 15 regels.,
Groote letters naar plaatsruimte. 0
Voor handel ou bodrijl bostaan zoor voordoolige bepalingen
tot liet herhaald advortoorou in dit Blad, bij abonnoment.
Eouo circulaire, bevattondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondon.
f O.80.
- 0.13.
- O.öl*.
Kennisgeving.
De Burgemeester von Amersfoort,
Bxavgt tor kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat het door don Directeur van
's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe
cutoir verklaard kohier No. I en 4 van de Per-
soneele Belasting over het dienstjaar 1917, aan
jijen Ontvanger van 's Rijks directe belastingen
'Alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder ver
plicht is zijnen aanslag op de bij de wet bepaal
den voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat-
pen aangeplakt te Amersfoort, den 26. April
Ï917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWUCK.
De regeering heeft thans het oogenblik
gekomen geacht om over te gaan tot 'n
doelmatige organisatie en centralisatie van
Dnzen uitvoer. Dit zou geschieden door een
Jjxport-Centrale, 'n naamlooze vennootsohap
fnet monopolistisch karakter, welke den ge-
heelen uitvoer in handen krijgt en de winsten
aan de schatkist afdraagt na aftrek van een
loonenden productieprijs. Het uitgeven van
de uitvoer-consenten 'blijft aan den minister,
.doch de Export-Centrale zal hem daarhjj van
advies dienen.
Eén groot verzuim heeft de regeering bij
flezen opzet gepleegd. Zij heeft vergeten de
volksvertegenwoordiging er in te kennen.
Bij het heffen van uitvoerrechten moet deze
Wel te pas komen, en dan zou de monopoli-
Seering van den geheelen uitvoer zoo maar
éven op eigen houtje kunnen geschieden
Dat zal niet gaan, heeft de Eerste Kamer
gezegd, daar i's 'n speciale wet voor noodig-.
j Minister Posthuma heeft zich uitgeput in
Vi opsomming ven de argumenten-pro, welke
«eker niet weg te cijferen zijn.
In de eerste plaats moet er meer stelsel
komen in de uitgifte van consenten.
De concentratie van de export is verder
noodig in verband met de wijze van betaling,
we worden bedolven onder het credietpapier
van het buitenland, de credietmiddelen van
onze eigen bankinstellingen dienen voor bin-
nenlandsche doeleinden beschikbaar te zijn;
er zal dus 'n bank moeten komen die het
buitenlandsohe credietpapier aanneemt.
Dan is het niet billijk dat de lasten zoo on
regelmatig op de verschillende producten
drukkenop die welke niet meer uitgevoerd
worden moet de Staat thans te veel toeleg
gen. Dat kan gelijkmatiger verdeeld worden
en uitbreiding van de binnenlandsche dis
tributie bevorderen.
Ten slotte is het na den oorlog van groot
belang dat men den uitvoer in de hand heeft,
dear anders het land zou kunnen leegstroo-
men.
Voor al deze argumenten zal de Eerste
Kamer veel gevoeld hebben, maar gezwicht
is zij er niet voor; en met algemeene stem-
jmen nam zij 'n motie aan, waarin uitgespro
ken werd dat het in 't leven roepen van zulk
5i centraal lichaam bij de wet diende te ge
schieden.
Als de regeering met dezen wensoh der
Kamer rekening houdt, valt het nog te be
zien of deze zaak wel zoo glad van stapel
loopt, want thans reeds zijn er naast de for-
meele ook andere bezwaren geopperd. Er
wordt diep gegrepen in alle takken van het
bedrijfsleven. Men vreest dat de handel er
ernstige klappen door krijgen zal, onze jonge,
zich zoo verrassend ontplooiende industrie
bedreigd en de ondernemingsgeest, de ener
gie gedoofd zal worden.
Daarom te meer is het noodzakelijk dat
in de volksvertegenwoordiging over 'n zoo
belangrijke zaak opzettelijk van gedachten
gewisseld wordt, opdat, indien de omstan
digheden deze Export-Centrale eisohen, al
thans alle bezwaren goed onder oogen ge
zien en zoo mogelijk ondervangen worden.
Politiek Overzicht.
Spanje en de wereldstrijd.
I
Wij zijn in de laatste weken getuige ge
weest van eene groote uitbreiding van hef
gebied, dat rechtstreeks in den wereldstrijd
betrokken is. De Vereenigde Staten van
Noord-Amerika zijn in den oorlog getreden
en mogelijk zullen wij zien gebeuren, dot
geheel Midden- en Zuid-Amerika het voor
beeld volgt van den grooten Noord-Ameri-
kaanschen statenbond. En is in Europa de
kans op uitbreiding uitgesloten? Niemand
zal dat met stelligheid durven verzekeren.
Wat in Spanje juist in deze dagen is voor
gevallen, bewijst hoe onzeker in dit opzicht
de toestand is. -
Spanje heeft zien tot dusver buiten den
strijd gehouden. Met de drie Skandinavische
rijken, Nederland en Zwitserland vormt het
het neutraio deel van Europa en het ïs on
der de onzijdige staten wat oppervlakte en
bevolkingscijfer betreft de grootste. Maar ook
Spanje doorleeft thans een kritieken tijd
en de vraag of in de onzijdigheid moet wor
den volhard, is er ernstig aan de orde ge
weest. Niemand minder dan de minister
president graaf Romanones heeft die vraag
te berde gebracht in een 'schrijven aan den
koning, dat waard ls in zijn geheel gekend
te worden. Het stuk luidt aldus
„Doordrongen van de overtuiging, da£ de
verdediging van de Spaansche levens en
belangen niet op afdoende wijze kan worden
gevoerd, zoolang onze politiek met het oog
op den oorlog zich in dezelfde grenzen als
tot dtsver zal afspelen, voel Ik mij in mijn
geweten als vaderlander en minister-presi
dent gedrongen aan Uwe Majesteit en de
natie de tegenwoordige verklaringen af te
leggen en onherroepelijk het besluit te ne
men, dat mijne overtuiging mij oplegt. Het
was mijn voornemen deze vraag aan het par
lement voor te leggen, maar tot dit doel
had de regeering vooraf in hare beraadsla
gingen tot eene concrete oplossing moeten
komen, bij welker behandeling door het ka
Reclame.
Stel Uw perceel onder onze bewaking ter VOOliKO.HING
Tan ongeregeldheden.
Tarief I, per week 25 cent.
Speeiale bewaking billijk tarief.
Soesterweg 82, De Directie,
Hoek Stationsstraat. C. J. W. VAÜf EEHEKEX A Co.
Abonnementen per week* maand of kwartaal.
binet echter niet de onmisbare eenstemmig
heid is gebleken.
Ik was altijd overtuigd, dat de eenige in
ternationale politiek, die in staat is de wel
vaart van Spanje te verzekeren, diegene is,
die in het jaar 1902 door eene regeering,
waarvan ik lid was, werd ingeslagen en door
de vepdragen van 1904 en 1905 en de ver
klaring van Cartagena van 1907 en 1913
weder opgevat en versterkt werd. De oorlog
heeft de ontwikkeling van deze politiek on
derbroken, maar zij mocht en kon mijns in
ziens zich niet wijzigen. De loop van de ge
beurtenissen heeft mij in ityijne opvatting
versterkt.
Eenige weken geleden, toen ik in het par
lement rekenschap gaf van de laatste nota
over de duikboot-blokkade, zeide ik, dat het
leven van Spanje niet zou stilstaan. Ik ver
klaar thans, dat ondanks de bemoeiingen
de? regeering, het leven van Spanje dreigt
stil te staan. Ik heb de oonmstootelijke
overtuiging gewonnen, dat de vraagstukken,
die de vrede.voor d? toekomst van iedere
natie zal openen, van Spanje verlangèn, dat
hel zich met verwijdert van den in het jaar
1912 ingeslagen weg, zonder dat deze poli
tiek eenigszins eene interventie zou hebben
te beteekenen.
Nog éene andere overweging dringt zich
bij mij op. Spanje is de beheerder van het
geestelijke erfdeel van een groot ras. Het
streeft er naar aan het hoofd te staan van
de moreele federatie van alle natiën van
ons bloed, en deze rol zal het voor goed ont
gaan, wanneer Spanje en de uit Spanje
voortgekomen rassen in een zoo beslissend
uur gescheiden zouden schijnen. Daar mijn
gevoelen mij dit voorschrijft ten aanzien van
de toekomst van mijn vaderland, kan ik niet
regeeren, zonder mijne handelingen daar
mee in overeenstemming te brengen.
Uwe Majesteit heeft mij met eerbewijzen
overladen en mij gemachtigd naar mijne
overtuiging voor het welzijn des lands te
handelen. Maar als loyaal man en nadat ik
van de uitingen van de openbare meening
en gedeeltelijk van mijne eigen partij kennis
heb genomen, erken ik, dat een groot deel
van de openbare meening mijne overtuigin
gen niet deelt en dat er eene moreel# on
mogelijkheid bestaat, die mij verhindert te
gen de openbare meening te regeeren, het
geen ik evenmin mag als wil. Dientenge
volge overhandig ik aan Uwe Majesteit het
verzoek om mijn ontslag."
De korte zin van dit merkwaardige stuk
is, dat graaf Romanones voor zich tot de
overtuiging is gekomen, dat Spanje den weg
van volstrekte onzijdigheid tegenover de oor
logvoerenden moet verlaten. Waarheen zijne
sympathieën gaan, blijkt uit de door hem
genoemde data, die allen wijzen op met
Frankrijk en Engeland gesloten overeen
komsten en gemaakte afspraken. Maar hij
is zioh er van bewust, dat zijne overtuiging
niet gedeeld wordt door een gTOot deel van
de openbare meening in Spanje, en treedt
daarom terug van de regeering.
De koning heeft óp dit schrijven geant
woord, dat hij de meening van de toonge
vende staatslieden heeft ingewonnen en op
hun raad heeft besloten het ontslag aan te
nemen en den voorzitter van den Senaat
Garcia Prieto met de samenstelling ven eene
nieuwe regeering te belasten. De bedoeling
hiervan is duidelijk, de koning laat Roma
nones gaan en geeft daarmee te kennen,
dat hij de door dezen voorgestane ideeën
niet deelt. Spanje blijft dus trouw aan de on
zijdigheid, die het tot dusver in den wereld
strijd in acht heeft genomen. De vraag is
echter, of hiermee Spanje's onzijdigheid
voor goed is zeker gesteld.
De oorlog.
Weenen, 26 April. (Corr.-bureau).
Onder het opschrift: „Een antwoord aan de
sociaal-democraten", brengt het Fremden-
blatt een artikel, waarin wordt gezegd:
Zooals uit de dagbladen is te zien, zijn
de Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche
sociaal-democraten, door den wensch ge
leid om tot beëindiging van den vreeselij-
ken wereldstrijd het hunne bij te dragen,
uit eigen beweging samengekomen, om van
gedaohten te wisselen over de vraag of door
eene internationale socialistische beraadsla
ging de zaak van den vrede kan worden
bevorderd en de weg naar den vrede kan
worden geëffend.
In aanstuiting aan deze in Berlijn gehou
den besprekingen heeft de Duitsche sociaal,
democratie in de Internationale Korrespon-
denz de vraag tot de regeering gericht, of
zij bereid zou zijn officieel tc verklaren, da*
zij afziet van gebiedsinlijvingen, en in een
besluit, dat in Berlijn onHer toestemming
van vertegenwoordigers uit Oostenrijk en
Hongarije genomen werd, is als de gewich
tigste plicht van de part ij-aangeduid, dot de
regeeringen er toe moeten worden gebracht
duidelijk afstand te doen van elke verove
ringspolitiek.
Eene verklaring over dit punt zou eigen-
lijk overbodig zijn, omdat verscheidene
uitingen van den Oostenrijksch-Hongaarsche
regeering het gewenschte antwoord reeds
bevatten. Wanneer het publiek echter eene
hernieuwde verklaring mocht v.illen hooren,
dan kan gezegd worden, dat onze
monarchie volstrekt geene ag-
gressieve plannen tegen Rus-
land heeft en ook niet beoogt
haar gebied op Ruslnnd's kos
ten uit te breiden.
Van. sociaal-democratische en van iedere
andere zijde zal men zeker erkennen, dat
de regeering van Oostenrijk-Hongarije daar
mee op volkomen openhartige en vrijmoe
dige wijze 'en zonder omwegen heeft ge
sproken
Het buitenland mag in dit positie nemen
van de Oostenrijksch-Hongaarsche regee
ring geen teeken van xwaktégevoel zien,
zooals hiermee uitdrukkelijk moet worden
geconstateerd, omdat de vijandelijke pers,
om de uitwerking van onze vredesverkla-
ïirigen te niet te doen en hunne bedoeling
verkeerd voor te stellen, er op uit is ze aan
het publiek van de Entente-landen op te
disschen als bewijzen van ons weerstands
vermogen. De tegen ons strijdende volken
zouden zich, wanneer zij aan zulke voorstel
lingen geloof schonken, in eene noodlot
tige dwaling bevinden. Wij hebben telkens
weer er nadruk op gelegd, dat wij een
verdedigingsoorlog voeren en
hem zóó lang zullen voortzetten, totdat wij
ons doel hebben bereikt, dat hierin bestaat,
dat u ij o n s zekerheid verschaf
fen voor ons toekomstig be
staan.
Met krachtige, overtuigende woorden be
toogt het Fremdenblatt, dat wij Diet alleen
besloten zijn vol te houden, maar dat wij
ons ook militair en economisch sterk -ge
noeg voelen om den strijd uit te vechten en
de vijanden, die ons hiertoe noodzaken, op
den grond te brengen. Wanneer zij ons be
reid vonden vredesaanbiedingen te doen,
dan is dit geschied, omdat wij het nutteloo-
ze menschenslachten willen verhinderen en
alles in T werk willen stellen om de kost
bare menschenlevens, die de voortzetting
van den oorlog moet verslinden, te behou
den.
Door ons werd aan de socioal-democra-,
ten geen beletsel in den weg gelegd, om op^
een internationalen partijdag over den vredef
te spreken. Integendeel, wij hebben voor
zoover dit aan ons lag, de wegen geëffend^
om tot deze bespreking te komen. Het
Wij zijn licht bereid ons zelve afkeurend
fe beoordeelen mits niemand met dat
oordeel instemt.
ROMAN VAN
OLGA WÓHLBRÜCK
met autorisatie vertaald
door
Mevr. I. P. WESSELINK- -VAN ROSSUM.
100
„Genoeg," zei zij plotseling. „Je hebt mij
Dat gemaakt."
Zij üel haar banden afdrogen en haar ge
zicht; cn gedroeg zicli daarbij stil als een
atlcin kind.
„Misschien ga je weer uaar beneden", zei zij.
Het klonk bijna verlegen. Mendel ant
woordde niet. „Ik bedoel over tien minu
ien Men del of over vijf. Ik heb je nu
Wet noodig."
Zij streek over haar arm, smeekend ver
dokken haar lippen, het leek haast of zij
lachte.
1 „Ja. mevrouw."
Mendel verliet de kamer met gebogen
d^ofd en stijve ledematen als een vermoeid
Werkpaard.
Het haardvuur knetterde, de edelsleenen
-fonkelden in het rose licht.
„Hoo kwam dat?" vroeg Bruno Taysen.
Hij voelde, dal hij de oude vrouw tijd moest
laten om le bekomen.
Zij keek hem aan, voor het eerst. Haar
mondhoeken trilden, alsof zij op het punt
stond om te weenen. Maar dat was maar een
oogenblik.
„Mijn zoon heeft gereisd u weel dat
hij is overal geweest, in Japan en in
China en in Spanje en Portugal. Hij krijgt
veel couranten uit alle landen. Als hij de
taal niet kent, dan is het om de platen. Hij
bekijkt ze, herinnert zich dan schrijft hij
het op hij heeft boekdeelen geschreven.
Memoiren, u weet —1"
Zij raakte den draad kwijt. Hij kwam haar
te hulp.
„Ja, en diè tijdschriften
Zij schudde het hoofd en wikkelde zich in
haar sjaal.
„Gisteren kwam dan het Spaansche tijd
schrift. Daarin slond een groot artikel over
een stierenvechter ik weet niet, hoe hij
heet. Daarin slond, dal hij een diner liad ge
geven aan een graaf Oberwall en zijn.-jonge
vrouw en een plaatje stond op de andere
bladzijde. Dezen man op het balkon en
naast hem Gerhards vrouw en hij houdt
haar hand vast en hel lijkt liaast, of hij liaar
kussen zal. En Gerhard aan de andere
zijde, maar met afgewend gelaat en daar
onder de namen alle namen, met groote
letters cn onder het balcon ziet men men-
schen den eenen hoed naast den anderen.
Toen is mijn zoon bij mij gekomen met
het blad heel langzaam is hij naar Loven
gekropen heeft mij liet blad in den schoot
geworpen en heeft geroepen. „Ziet u dat
komt er van, als men zijn vrouw uit de
Bohème haalt cn toen heeft hij nog wal
gezegd en daarna is lilj in den leunstoel
neergevallen cn men heeft hem naar bene
den moeten dragen. En de dokter zegt, dat
hij niet weet. of hij er weer bovenop komt
„U heelt Gerhard natuurlijk dadelijk gete
legrafeerd, mevrouw?"
„Hij heeft het niet toegestaan hij wil de
vrouw niet in zijn huis toelaten de vrouw,
de geboren Ilörsclkamp en bij wil Ger
hard niet beleedigen. Ik zil hier en wacht,
wacht, totdat lnj een beslissing nemen zal.
Maar hij zegt niets En ik kan niet naar bene
den... Misschien, als ik in mijn stoel gedra
gen werd maar de menschen zijn bang
voor de trappen en ik ben ook bang ik
moet hier zitten cn wachten".
„U zult dien angst wel te boven komen,
mevrouw," zei hij met beslistheid „Ilc zal
helpen u naar beneden te dragen; er zal u
niets overkomen. U moet met den graaf spre
ken. Jlet is allemaal heel anders dmi u ge
looft. Lou Hörselkamp heeft geen schuld aan
dit alles. Zij niet. Zij heeft mijn vader geschre
ven. Leest u den brief. Leest u den brief van
hel begin tot het einde. Ik zal zoolang wach
ten
Er kwam beweging in de plooien van hel
gewaad der oude vrouw. Haar oogen gloei
den plotseling.
„Geef hier
Zij greep naar haar bril en naar den brief
Taysen ging voor hel raam staan, cn haalde
dc lucht op, die door de nauwe open kier
naar binnendrong. Hij zag er uil, of hij door
het water gehaald was, hier in die ldeine,
warme geparfumeerde kamer. Hij keek op
de klolc. Die liceren en dames hadden allen
lijd. Voor hem was elk uur vcrloreu yoor
zijn werk. AiIeéu door uiterste krachtsinspan
ning en zclfbt'hccrsching was het hem gelukt
zich in enkele maanden een positie te ver
overen. Nu, op hel beslissende oogenblik had
liij zijn krachten, zijn overleg meer dan ooit
noodig. En toch was het hem nu reeds
duidelijk, dat hij alleen in staat zou zijn Lou
te redden Op haar ouders kon zij niet reke
nen graaf Oberwall was ziek hier boven
zat een half verlamde, oude vrouw. Twee,
drie, misschien vier dagen moest hij nog hier
blijven. Op zijn laatst zou hij in acht dagen
ginds zijn om haar zelf mede te brengen. En
al zou zij ook. hier geen tehuis vinden, dan
zou zij l et in liet huis zijner ouders vinden.
Op zijn ouders kon hij zicli verlaten. Wat er
later gebeuren moest, daaraan wilde hij niet
denken, dat deed er nu ook niets toe. Hij
had eens tot Lou gezegd:
„Lk zal altijd gereed slaan, nis ge mij noo
dig hebt," en hij zou er zijn. Helpen! Nu was
hij met zich zelf in hel reine.
„O God o God klonk liet steunend
uit den ouden brocatcn stoel.
„Ja, mevrouw nu ziet dc gchecle zaak
er toch werkelijk anders uit."
Ilij sprak onwillekeurig harder dan zijn
bedoeling was.
De oude gravin stamelde:
„Ilij is een Rey een Rey geen Vidal.
De Vidals zijn boeren."
Zij keek verwezen voor zich. 'Al haar gevoel
kwam er tegen in opstand, dat haar klein
zoon, dc kleinzoon van generaal Rey, een
boer zou zijn geworden. Dat begreep zij er
alleen van.
„De Rey's waren revolulionnairen, woeste,
verschrikkelijke menschen maar ze bleven
markiezen ouder huil Jacobiinenmutsen; zij
hadden idealen, dc Rey's een politiek pro
gramma en zij legden hun hoofd moedig op
hel schavot, als het op betalen aankwam. Zij
waren helden!
Ilij fluisterde:
„Zulke helden zijn er bij dozijnen in hel
vree indelingen-legioen."
Wal wat zegt u vroeg de oude gra
vin. Vreemdelingenlegioen Wat moet hij
daar?
„Uitrazen,antwoordde Taysen.
„Het bloed der Rey's cn der Vidals uitrazen!
Anders niets. Daarvoor is het vreemdclingenM
legioen bij uitstek geschikt, evengoed als ecu
revolutie,..."
Gravin Marie Antoinette Oberwall boog Het
Hoofd diep op de borst.
Zij zette geen ronden rug meer, en legde
het hoofd ook niet meer scheef terzijde, oirt
haar snibbige woorden uit te stooten. Er was
iels In haar gebroken. Dc trots op haar
onstuimig bloed, de trots op het geboorteland
harer moeder, de trots op de Rey's uit de
vurige Languedoc...
„Mijn zoon is een oud man Gerhanl if
dc laatste Oberwall dc laatste Oberwall."
De tranen druppelden uil haar donkere
oogen over de wille, geblankclte wangen*
langzaam en zwaar en ijzig koud.
„De laatste Oberwall."
Zij snikte opeens stil als een oud vrouwtje*
wat zij eigenlijk ook was, en als een mocdeaV
die haar zoon, haar laalsten roon beweent.
(Wordt vervolgd.J