H° 2®ö
IS'" Jaargang,
„DE EEMLANDER".
Uilgevers: VALKHOFF Co.
Maandag 7 Mei 19lt.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 40.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
nabetrachting over de
Raadsvergadering.
BUITFNI.A ND.
Politiek Overzicht
F ËÖ8LL ETON]-
Een Tooiieel-voorstelllng
m een liratags&h dorp.
AMERSFOORTSCH
MARIE VAN VERSENDAAU
Hoofdredactie. Mf D j, VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
maanden voot Amoreloort f 1-30.
Ido&i franco per post.. *'^2*
Per vroek (met gratis verzekering tegon angel ukken) O.I2»5*
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijkacli bijvoegsel nDt Hollandacha Huisvrouw (onder
redactie van Thérèse Hoven) por 3 zand. 50 ets*
Wekelv.ksoh bijvoegsel n W er aldra vüi" per 3 mnd. 52 ct®*
PEIJS DER ADVERT EN TIEN
Van 1—5 regels.. f 0.8D.
Elke rogol moer«0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 rogels.. 0.5t>«
Grooto lettors naar plaatsruimto.
Voor liandol en bodrijl bestaan /.oor voordoeligo bepalingen
tot het herhaald ndvoftooren iu dit Blad, b\j Abonnement.
Eene circulaire, bovaltondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toogerondon.
Nauwelijks waven de deuren voer de
raadsvergadering' van Vrijdagmiddag ge
opend, ofze werden weer gesloten voor
'n geheime zitting van niet veel minder dan
2 uren. Ên het moet daar gespookt hebben,
■want toen wij weer binnentraden verliet wet
houder Jorissen juist de zaal, zóó schor ge
praat dat hij niet meer terugkeerde.
Maar de andere heer en waren goed bij
stem gebleven. Ais er bij 'n punt van de
agenda maar iets tc zeggen viel, lieten zij
dat niet na. Toch 'hadden B. en W. 'n goeden
middag, al hun voorstellen zagen zij aange
nomen op slechts één na.
Het betrof de weduwe van 'n gem. werk
man dia uitbetaling van 3 maanden salaris
vroeg. In dergelijke gevallen zal bij de a.s.
herziening van de salarisregeling voorzien
worden beloofden B. en W., maar nu zulks
nog niet geschied was, adviseerden zij om
afwijzend te beschikken.
Volgens de letter stond zulks den Raad
vrij, doch met de nieuwe regeling in het
vooruitzicht zou 'het onbillijk zijn de weduwe
niet reeds thans te doen deelachtig worden
wat straks haar recht zou geweest zijn.
De heeren Hofland, Nijnatten en Lein-
weber kwamen, voor de weduwe op het juri
disch element was in z'n element toen hij als
advocaat van B. en W. kon optreden. Ook hij
voelde veel voor de weduwe, doch hij liet
zich door z'n goede hart niet verleiden tot
trouwbreuk aan het verleden. Daarom leve
de verordening I
Maar dé verordening voorziet juist niet in
dit geval, wierp de 'heer Hofland tegen. En
de heer Van Nijnatten vroeg of wij, die nu
eenmaal sociaal anders voelen dan vroeger
en de onbiHijfcheRl inzien; deze toch moes
ten begaan, alleen omdat wij tot dusver al
tijd onbillijk gehandeld hadden.
„Neen, meneer Stadig, zei Hofland
je valt me niet mee I"
Och, meneer Hofland, u viel ook niet mee,
toen u hielp om den zetel van den democraat
Van Achterbergt niet voor-den democraat
Bonk, doch voor den heer Stadig aan te
schuiven.
Intusschen, het eenige raadslid dat de
heer Stadig overreden kon om voor het ad
vies van B. en W. te stemmen, washij
zelf
Voor de belangen van de erfgenamen van
wijlen de Amersf. Tram sprong de heer
Nieuwendijk in de bres. B. en W. wenschten
het hun ïechtens toevallend waarborgfonds
niet aan de aandeelhouders terug te geven,
de gemeente had de paardetram, hoewel deze
uit den tijd was, krachtig gesteund en voort
zetting der exploitatie mogelijk gemaakt, doch
waarom nu voort te gaan met weldaden, de
aandeelhouders zijn toch geen filantropische
instelling
Weldaden, grapjast de heer Nieuwendijk,
gij hebt met al uw weldaden de tram nog
verder in de sloot geholpen. Want was de
exploitatie eerder gestaakt, dan zou het ka
pitaal niet dermate ingeteerd zijnl
Maar de burgemeester bleef het antwoord
niet schuldig. Was de exploitatie veel eer
der gestaakt dan zou bijv. het terrein van de
remise nooit zoo in waarde gestegen zijn.
En zoo kregen B. en W. hun zin.
Vier bewoners achter aan den Heiligen-
bergerweg hadden aansluiting aan de gas
leiding gevraagd. Aan dit verzoek zal de
petroieumnood wel niet vréémd zijn. Maar
B. en W. zagen deze klanten liever niet
komen, de aanleg zou 'n bom duitèn kosten
en er bestond niet het minste uitzicht dat
het aantal aansluitingen in die richting ver
meerderen zou.
Het juridisch element dacht dat dit nu
juist het voordeel van gemeentelijke exploi
tatie dat minder op finantieel voordeel, dah
wel op het belang der gemeentenaren gelet
werd.
Dat was zeer scherpzinnig opgemerkt,
maar wethouder Veis Heyn was er gansch
niet door overbluftde gemeente moet zoo
tegemoetkomend mogelijk zijn, doch mag
niet de grens van roekeloosheid overschrij
den.
Moeten de mertscben dezen winter dan
maar in donker en kou zitten? vroeg het me
degevoel van den heer Houbaer. Het zijn
toch ook gemeentennren?
Maar, was het antwoord, moet de gemeen
te dan alle inwoners tot in de uiterste uit
hoeken aansluiting aon de gasleiding ver
schaffen?
Daar had de heer Houbaer niet van terug.
(Misschien is het om alle praatjes te voor
komen nuttig hier even te memöreeren dat
de aansluiting van Randenbroek geschiedt
op kosten en onder garantie van den eige
naar).
Bij 'n volgend punt verzeilden wij in het
rhet mijnen versperde' gebied van de gasbe
sparing. Vooralsnog kon de wethouder niet
de minste verandering in de werking der
maatregelen voor lichtbesparing toezeggen
de besparing is nog niet wat zij wezen moet,
bedroeg in April slechts 27
Aan beantwoording van de pertinente
vraag of 'n winkelier 'n winkellicht zoo dicht
naar de etalage mag verplaatsen dat be
halve de winkel ook de etalage er door ver^'
licht wordt, waagde de wethouder zich niet.
Dat moet de strafrechter maar uitmaken, zei
hij. Maar deze zou stellig z'n nut er mee ge
daan hebben, zoo de wetgever z'n eigen be
doeling hier had willen interpreteeren.
De doopplechtigheid van de nieuwe wegen
in het Leusderkwartfer had plaats. De heer
v. Nijnatten kon zich niet vereenigen met al
die bloembolnamen als Tulplaan, Crocuslaan
enz., die herinneren aan achterbuurten van
groote steden en aan het gemankeerde
tuindorp. Want het sfaat nu wel vast, dat
hier geen 'heu^ch tuindorp, komen zal. De
Ver. Tuindorp heeft klaarblijkelijk 'n ander
doel voor oogen gehad en nu dat bereikt
is, gaat ze 'haar terreinen weer verkoo-
pen. In plaats van 'n tuindorp zal er 'n ka
zernedorp komen.
De heer Van Nijnatten sleepte den raad
mee en B. en W. loopen thans over nieuwe
namen te peinzen. Heel makkelijk zal dat
niet zijn, want de voorraad Amersfoortsche
beroemdheden is uitgeput en onze eigen
raadsleden zijn te bescheiden om zelf als
doopvader te fungeeren.
Het eerste deel van den Soësterweg zal
niet Lindelaan gaan heeten, doch
Snouckaartlaen. Zulks op verzoek van de be
woners als wier tolk de heer Tromp van
Holst optrad, tevens er aan 'herinnerend, dat
het baron Snouchaert was die door z'n tact
vol optreden op 28 Nov. 1814 de muitende
Fransche troepen uit de Utrechtsche poort
wist te loozen en aldus 'n herhaling van den
moord van Woerden te Amersfoort voor
kwam.
Bij de rondvraag ging het nog 'n oogen-
blik Hoeksch en Kabeljauwsch toe tusschen
den Voorz. en den heer Hofland. Deze laat
ste kwam met eenige opzienbarende onthul
lingen het distributiebureau zou 'bij de con
trole tegen overtredingen er 'n agent pro
vocateur op na houden,die juist overtre
dingen uitlokte. Terecht sprak de heer Hof
land daarover z'n weerzin uit, al deefl hij d^
in zoo krasse termen dat hij ten slotte zelf
verklaarde geen woorden meer te kunnen
vinden om dat bedrijf te qualificeeren. Nu,
en men weet dat z'n woordenschat niet gauw
uitgeput is 1
De heer Hofland praat echier meermalen
mank aan het euvel 'dat hij de dingen niet
voldoende voorbereidt en onderzoekt. Met
één enkel woord kan de voorzitter hem dan
in de hoek zetten.
Zoo cok nu. Hebt gij de zaak onderzocht,
zijt ge bij den direóteur geweest, hebt ge den
persoon zelf ondervraagd? vroeg de burge
meester.
Neen, moest de heer LWland antwoorden.
En daar zat hij weer geschoren.
De heele zaak zou hiermee afgeloopen zijn
als niet de heer v. Nijnatten zich er in ge
mengd had om te trachten althans eenig re
sultaat te krijgen.
Dat bleek echter heel moeilijk. De geheele
distributie hangt er nóg zoo zonderling bij,
dat het bijna onmogelijk is den verantwoor
delijken persoon te pakken te krijgen.
De burgemeester kon met volle recht ant
woorden dat bedoeld vereischt systeem niet
van hem uitging en deze zaak niet onder zijn
competentie ressorteerde. In z'n oordeel zelf
was hij zeer gereserveerd, maar hij stookte
den heer Hofland de hel ter dege heet, om
dat deze zonder voldoende onderzoek der
feiten, iemand die zich hier niet verdedigen
kon op zoo beleedigen-de wijze aan de kaak
gesteld had.
De heer Hofland foeterde nog wat en de
heer v. Nijnatten sprak de hoop uit dat de
burgemeester niet te enge opvattingen van
het gezag zou huldigen en in 'n volgende
vergadering, ook al moge hij dan geen ver
antwoording schuldig zijn, in deze zaak
eenige opheldering geven.
Dat zou 'n mooi gebaar zijn 1
Ten slotte zij gememoreerd dat wederom
'n paar flinke lappen grond verkocht werden,
w.o. 'n groot fabrieksterrein voor de confec
tiefabriek der firma Cohen, welke, gelijk wij
reeds meldden, van Amsterdam naar hier
verplaatst wordt. Wij zien hier gaarne njeu-
wer industrieën vestigenmaar onze huis
vrouwen speuren reeds terstond achter deze
confectiefabriek, welke 'n paar honderd
meisjes aan het werk zal zetten, het dreigend
spook van dienstbodennood.
Rusland en de vredes-
strooming.
I.
Onder de Entenlelanden neemt Rusland
sedert de revolutie, die het czarisme heelt
weggevaagd, eene geheel bijzondere plaats
in. Wat zal Rusland doen? Zal het trouw
blijven aan de Entente? Of zal het de stroo-
ming ten gunste van den vrede volgen, die
zich van de. eerste dagen der revolutie af
heeft doen gelden? Op die vragen is nog
geen afdoend antwoord te geven. Maar dat
zij het onderwerp zijn van een voortdurenden
strijd, hebben wij juist in deze dagen nog
eens weer vernomen. De bewindsman in de
Russische voorloopige regeering, die onn
het hoofd staat van het departement van
buitenlandsche zaken, Miljoekow, heeft in
eene nota, die hij aan de diplomatieke verte
genwoordigers van Rusland bij de Entenle-
mogendheden heeft gezonden, hen opge
dragen de gezindheid van de Russische re
geering wederom te doen kennen. Hij komt
op tegen de geruchten, die aan Rusland
het voornemen toeschreven tot het sluiten
van een afzonderlijken vrede met de cen
trale mogendheden, en verklaart, dat Rus
land zijne verbintenissen tegenover zijne
bondgenooten stipt zal eerbiedigen.
Miljoekow heeft hiermee weer getuigenis
afgelegd van zijne bekende gezindheid, die
het bondgenootschap van de Entente 'on
wankelbaar trouw blijft. Maar de mededee-
ling van deze nota is bijna op den voet
gevolgd door het bericht, dat in Petersburg
revolutionaire soldatentroepen zijn versche
nen voor het gebouw, waar de voorloopige
regeering gezeteld is, en het ontslag van
Miljoekow hebben geëischt. En ook onder
Miljoekow's ambtgenooten in de voorloopige
regeering zijn er, die alles behalve met hem
sympathiseeren. Het orgaan van Kerenski,
den minister van justitie, valt hem voortdu
rend met groote heftigheid aon en heeft nog
dezer dagen geschreven, dat de Russische
democratie wel is waar bereid is de voor
loopige regeering te ondersteunen, maar
dat de ondersteuning zich niet uitstrekt tot
Miljoekow.
Het schijnt dus, dat de daad, die Miljoe
kow heeft verricht tot geruststelling van
Ruslands bondgenooten, niet is ee.ne daad,
waarvoor de Russische regeering in baar
geheel de verantwoordelijkheid draagt, maar
veeleer een symptoom in den strijd, dieft
Miljoekow genoopt is te voeren om het be»
houd van zijne portefeuille. Die strijd is
reeds sedert het optreden van dc voorloo*
pige regeering gaande; hij woedt nog voorl
met onverzwakte hevigheid. Prof. Hans
Uebersberger, die aan de universiteit te
Weenen den leerstoel voor de geschiedenis
van Oost-Europa bekleedt, heeft aan dien
strijd zijne aandacht gewijd; hij schrijft:
„Wie staat in Rusland achter dc oorlogs
politiek van Miljoekow? Naar 't schijnt alleen
de minister van oorlog Goetschkow, de mi
nister voor Finland Roditschew, misschien
ook dc opperprocureur van de synode Wla-
dimir Nicolajewitsch Lwow, de minister van
landbouw Schingarew en de minister van
handel KonowalOw. In ieder geval heeft hij
in de tegenwoordige samenstelling van d-e
voorloopige regeering nog den sterksten
steun. Men mag intussehen niet vergeten,
dat de voorloopige regeering ontleend is
aan het doemoblok en dat de op den staats
greep von Stolypin van 3/16 Juni 1907 be
rustende rijksdoema slechts eene vertegen
woordiging der bezitrende klassen van hei
Russische volk is.
Tegenover Miljoekow staat echter de
raad van de arbeiders- en soldaten-afge
vaardigden, de partij der Trudowiken met
Kerenski, die van de Menschewistischc so
ciaal-democraten met Tscheidsc en Tzere-
tilli, eindelijk ook de Bojschewiki met Lenin
aan het hoofd, die op bijzonder scherpe
wijze tegen de oorlogspolitiek van Miljoe
kow en zijne Engelsche en Fransche draad
trekkers stelling neemt. Wij willen hier van
Lenin en den invloed van zijne persoonlijk
heid niet spreken. Maar ook zijne tegen
standers willen den vrede, ook Kerenski,
Tscheids-e en Tzeretelli dringen aan op
den vrede, slechts met dit onderscheid, dat
zij streven naar een algemeenen vrede qq
den door Lenin gewenschten afzond rlijken
vrede afwijzen. Daarbij zijn zij zich volko
men bewust van de moeielijkheclen door de
arglistigheid van de Engelsche politiek; zij
verlangen daarom uitdrukkelijk, dat de voor
loopige regeering de bondgenooten tot toe
gevendheid dwingt.
Zoo staat dus de partij. De overwegend®
massa's van hel Russische volk verlangen
naar vrede en de voorloopige regeering
staat tusscben den hamer van het volkson-
geduld en het aambeeld van Engelsche taai
heid en berekening. Wanneer zij zich nie(
bevrijdt uit dezen neteligen toestand, don
wordt zij er het slachtoffer van. De binnen-
landsche moeielijkheden in Rusland, gebrek
aan levensmiddelen, agrarische onlusten,
reactionaire tegenstroomingen en de ver
scherping van den partijstrijd eischén een
snellen vrede. De wittebroodsweken van de
Russische revolutie zijn voorbij; nu komt een
ernstige lijd, waarin de nieuwe toestand zijn
proefstuk van duurzaamheid moet afleggen.
Met een tegenstander in het aangezicht kan
men echter evenmin aan het verder opbow
wen van den staat denken als aan een zege
vierenden veroveringsoorlog met de revo
lutie en hare gevolgen in den rug."
'n Beetje geluk is veel ongeluk waard1.
door
mr. L. II. J. Lamberts Hu rrclbri nek.
Jaren, jaren geleden.
Ik was student te Leiden en studeerde te
Roosdaal, waar ik in liet gezellig, ouderlijk
huis, steeds mijne vacanLies doorbracht.
Eens op een güren Septembermorgen het
onverwacht bezoek van een viertal mijner
studie-genooten, die, na gedurende enkele
weken deel tc hebben genomen aan het
drukke wereldleven tc Brussel en te Luik,
rust en ontspanning waren komen zoeken in
mijn vredig, stil dorpje.
Blijde hen te zien, mijn vrienden Hugo,
Arie, Koos en Herman, vier pootige, jonge
kerels mei den jeugdlabh steeds om de be-
knevckle lippen, met de zorgelooze ,,'t kan
me niet bommen" levenslol in dc heldere
©ogen.
Blijde verrassing, maar ook levens bittere
teleurstelling.
Wat zou ik hun tot ontspanning kunnen
aanbieden in dit eenzaam, ver van het wereld
verkeer gelegen dorpje; welke afleiding, welk
genot hen te verschaffen?
Een wandeling over onze bergen of langs
de oevers van de Geul? Onmogelijk, dc regen
gudste in stroomen neder. Kaarten? Geen
van ons allen bizondere liefhebbers van het
spel. Een paar goede flesschen Bourgogne uit
bel aparte zoogenaamde pastoors-keldertje
van mijn vader? Wij waren nog te jong om
de buitengewone eigenschappen van dien
„lait des vieillards" op den waren prijs te
kunnen stellen.
Plots Koos voor den knetterenden, flikke
renden haard, wijd achterover leunend in
schommelstoel met een verkreukeld door hem
werktuigelijk gladgestreken papier in dc
hand: „Verd... kerel, ik wist niet, dat jelui
hier in Limburg ook nog zulke schilterendc
tooneelvoorstellingen te bewonderen kreegt."
Verwonderd kijk ik hem aan.
„Je schijnt het niet eens te weten", met
lichten spot.
„Ronduit gezegd, neen; ik heb er zelfs
nooit van gehoord."
,,IIeb je dit dan niet gelezen," terwijl hij mij
het vierkante stukje rost* papier overreikt,
dal ik straks zonder lezen tot prop verfrom
meld in het vuur 'heb willen werpen.
En nu slaat voor mijn oogen in vette zwarte
letters;
- KERMIS TE EMMIKHOVEN.
Groote Tooneelvoorstelling in den Rooden
Leeuw.
GENOVEVA VAN BRABANT
of de deugd beloond, de ondeugd gestraft.
BEROEMD DRAMA IN VIJF BEDRIJVEN.
Eerste Bedrijf Het huwelijk.
Tweede Bedrijf Ten oorlog.
Derde Bedfijf De onschuld belaagd.
Vierde Bedrijf Ilasdrubal's wraak.
Vijfde Bedrijf Gerechtigheid.
PERSONEN: r-.
Hadamar, koning van Brabant do heer W.
Ilasdrubal, raadsman v. <1. koi\ing dc heer G.
Harold gcncr. v. h. leger v. Brabant de heer K.
Arnulf en Roderik hoofdlieden
dc heeren L. en M.
Gcnoveva, vrouw van Hadamar Mejuffr. L
Ottomar, page van Genoveva de 'heer D.
Evelijn, zoontje v. Genoveva de jongenheer W.
Officieren, soldalen, jagers, boeren en
boerinnen.
Dc prachtige costumes zijn uit het magazijn
van den heer Behrends uit Aken.
Aanvang ten zeven uur.
Prijzen 1ste rang Een Mark.
2de rang Vijftig pfennig.
3de rang Dertig pfennig.
ZEGT IIET VOORT. ZEGT HET VOORT.
v,Is dat ver hier vandaan, dal Emmik-
hovcn", vraagt Herman.
„Neen, niet precies, een uurtje met den
wagen/'
„Zou je er verschrikkelijk veel op tegén heb
ben om ons dat beroemd drama met eigen
oogen te laten aanschouwen?"
„Integendeel, 't zal mij bizonder veel plezier
doen", blijde gevonden tc hebben de oplos
sing van het raadsel, dat ik mij zeiven heb
gesteld, „maar" als waarschuwing tegen
hunne misschien al tc hoog gespannen ver
wachtingen, „ik hen bang, dat het jelui niet
erg zal meevallen: groot kunstgenot zullen
jelui niet smaken 't zijn geen acteurs van
beroep, maar gewone Emmikhovenschc boe
ren en boerinnen, die spelen."
„Dat zal juist het leuke zijn: de kunst op
j klompen."
Bij ondervinding bekend met de eigenschap,
zoowel der professoren als der Limburgers
om den brui te geven aan elke tijdsbepaling,
ontbied ik eerst ten ongeveer zes uur onzen
koetsier, tevens tuinier en keldermeester.
Een reusachtige bonkkerel, onze Drikus,
met brecden spierennek op de vierkante for-
sche schouders; een voormalige bierbrou-
werslcnecht.
„Zek Drikus, in wie veul tied kins te us
nao Emmikhoven varen"vraag ik hem.
„Je hier, dat zei waal e haaf eurke langer
doore es angers mit dè drek9 op de weeg."
„Zou's te kans zien us um haaf ach dao Ic
bringc?"
„Dct zal wel goon mit de twie blessc."
„Allé dan mèr, spooi dich mèr get."
„Good hier."
Drikus heeft woord gehouden; ongeveer op
het^door hem bepaalde uur doen wij onze
intrede in den Rooden Leeuw, het voor
naamste koffiehuis in Emmikhoven.
Tal van wazige schimmen, omhuld door
dichten nevel van stinkenden tabakswalm, die
ons schier doet slikken bij ons binnentreden.
Luid, kuchend en hoestend baan ik mij/ge
volgd door mijn vrienden, een weg door die
verpestende wolkenmassa, tot bij het buffet,
waarachter dc waard zichtbaar door zijn
hemdsmouwen, witte beweegbare plekken in
het grijsdonker rondom.
„Zoe hier, kump geer ouoh ins kiëk'e" als
hij mij heeft herkend, ,,'t zal alevel schoen
zien van aovend: de bovenmeister heet et hun
gelierd geer3) kinl cm wel, dè lès nog roe
sdhoen hij uch4) in Roosdaal heet gesproke
4) Rijden.
9) Modder.- N
3) Gij.
VU, -
euvel' de bevruchting van hol land,mit ver
kensmes 'l moot erg gelierd zien gewês>
wie lui oei Roosdaal niich zclvcrs hobbe ver-
tcld^
Geer zult dan auch get zien van aovend;
geer zult gein chagrijn d'r van liöbbe, -dat
geer gek om me zoet, dat ver assereer ich uch/*-
„Zal et gauw beginne" vraag ik weer.
„Det zei nog wel e tiedsje doore-, de keu-»
ningin kin neet in d'r Idcid; ze is tc dik en
noe is me vrouw bezig init e slijk d'r in tc
zette."
„In de keuningin?"
„Och hè, in d'r kleid natuurlik, verduld®
wuiles,6) dat geer zeet."
„En wee speull vcur dc keuningin?"
„Marianne Lamcrs, geer wèt wel oet d<
spekwinkcl op d'n hook van et gatske."
„En de Leuning, wè is dat?"
„Wullcm Wakkers, dc knech van den hoer
op d'n Leienhoof, ouch ene fiene ca-dé, dc
moot zich speüie of er z'n ganzc leve niks
angers es ene keuning of zoe get groctsigs is
gcwès, wie de meisier zeet; 't is mè allcin
jaomer, dat de stievcl7) die de costumier heel
geschik em te klein zien dao kin er neet
op loupen; er zal zich noc mooie contcnteer©
mit die van de boer afijn, doa is noe cimaoi
niks an te doen; dc costumes zien anders
magnifiek, van onder tol bove mit velocrsl
en goud.
B) Grappenmaker.
Steegje.
Laarzen.
Fluweel.
(Wordt vervolgd.J