WD E E EM LAN DER".
Vrijdag 25 Mei 1917.
N° 275
15de Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
RSFOORT
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFP Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
uu&adea too» Ameraioort
f
1 fhmco par post
Parwaek (mot gr*tiflV#rtA?korm^ togsn cmgelukkan) - 0.10s.
Aiionderlyko nummers 0.05.
Wek»H)kt«h biWoogssl ,0» BoU<md*tht Buinrouw" (onder
redseti» v»n Thérbss Horen) par tt mnd. 50 oU.
5ffakHgksob b|jToog*l Wftldmiu" p.r 8 mod. 5» cl».
Bureau. UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
f 0.80.
- 0.15<
- o.5o;
PRIJS DER AD VERTEN TI EN:
Van 15 regels.#
Elko rogol moer,.
Dienstaanbiedingen 1—6 regels.,
Qrooto lettors naar plaatsruimte.
Yoor handel en bodr\Jt bestaan zeor voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertooron in dit Blad, bQ abonnomout.1
Eene oirculaire, bevattende do Yoorwaordon, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
De weg naar den vrede
in Rusland.
I.
Het is een merkwaardig verschijnsel, ken
schetsend voor den toestand waarin het
land zich bevindt aan het einde van het
derde oorlogsjaar, dat iedereen in Rusland
naar het einde van den oorlog verlangt. Al
len spreken over den vrede en verzekeren,
<lat niets hun meer ter harte gaat dan het
spoedige herstel van den vrede. Het ver
schil loopt alleen over de vraag hoe men
tot dpn vrede moet komen. Verschillende
•wegen kunnen daartoe worden ingeslagen.
Rusland kan, in het verbond van de En
tente blijvende, daar zijn invloed aanwend
den ten gunste van de vredesgedachte en
trachten zijne medeleden van het bondge
nootschap daarvoor te winnen. Het kan ook
zich losmaken uit het verbond en voor zich
zelf vrede sluiten met den vierbond, zonder
zich te storen aan wat anderen doen.
Naar deh in de tweede plaats genoemden
weg wijzen .de verklaringen, die zijn afge
legd door de voor het politieke beleid der
centrale mogendheden verantwoordelijke
personen. Zoowel graaf Czarnin als de Duit-
sche rijkskanselier hebben er voor gezorgd,
dat elke twijfel is weggenomen omtrent hun
ne gezindheid tegenover Rusland. Wat de
rijkskanselier daarover heeft gezegd in de
zitting van 15 Mei, laat voor misverstand
geen ruimte. Het is volkomen duidelijk,
wanneer de rijkskanselier zegt: „Het schijnt
alsof het nieuwe Rusland voor zich de vroe
gere veroveringsplannen heeft afgewezen.
Of Rusland in denzelfden zin bij zijne bond-
genooten werken wil en werken kon, ver
mag ik niet te overzien. Zonder twijfel is
Engeland onder den bijstand van zijne ove
rige bondgenooten met alle middelen er op
uit, Rusland ook verder voor den Engel-
schen oorlogswagen te spannen, en de Rus
sische wenschen naar spoedig herstel van
den wereldvrede te dwarsboomen. Wanneer
het van alle gewelddadige veroveringsplan
nen voor zich afziet, wanneer 't blijvend een
vreedzaam naast elkaar leven met ons ver
langt, dan is het toch iets wat van zelf
spreekt, dat wij, die dezen wensch deelen,
de duurzame verhouding van de toèkomst
niet zullen verwoesten en hare ontwikkeling
niet onmogelijk zullen maken door eischen,
die zich niet verdragen met de vrijheid en
3en wil der volken zelf, en dre in het Rus
sische volk kiemen tot nieuwe vijandschap
zouden leggen. Ik twijfel er niet aan, dat er
overeenstemming zou zijn te vinden, uit
sluitend hierop gegrond, dat men zich met
elkaar verstaat, die elke gedachte aan ge
weldpleging uitsluit en die geen doom, geen
geweldpleging achterlaat."
Hiermee werd aan Rusland de hand toege
stoken, en uit het debat, dat op de rede van
den rijkskanselier volgde, is gebleken, dat
de rijksdag hier achter de regeering stond?
De rijkskanselier drukte zich voorzichtig uit
en noemde niet direct het woord „afzonder
lijke vrede met Rusland", al trok hij eene
scherpe grens tussehen „onzen buurman
Rusland" en „onze westelijke vijanden". Wat
de rijkskanselier slechts had aangeduid,
werd door Spahn, den woordvoerder van het
centrum, uitgesproken, die uitdrukkelijk ver
klaarde het goed te keuren, als de rijksre-
geering zich gereed hield ten allen tijde met
Rusland te komen tot het sluiten van een
vrede, die duurzaam goede betrekkingen van
nabuurschap mogelijk maakt. Hij verklaarde
dit niet alleen in naam van zijne eigen
fractie, maar sprak ook namens de linker
zijde van de nationaal-liberalen. Die drie par
tijen maken samen de meerderheid van den
rijksdag uit, en dat verhoogt de waarde nog
van de door Spahn afgelegde verklaring,
want zij schenkt den rijkskanselier de zeker
heid, dat hij'kan rekenen op den steun van
den rijksdag bij al zijne pogingen, die den
vrede ,en de verzoening met Rusland ten
doel hebben.
Om tot het sluiten van den vrede te ko
men, is echter de eenzijdige wil van één der
partijen niet voldoende. De wil daartoe moet
bij beiden aanwezig zijn. Of nu in Rusland
het verlangen naar vrede op dit oogenblik
reeds zóó sterk zich kan doen gelden, dat
men met verbreking van de banden, die tot
dusver het bondgenootschap der Entente
samenhielden, voor eigen rekening bereid
zal zijn vredesonderhandelingen te openen,
is nog eene vraag. Zeker bestaat er geneigd
heid om naar de lokstem uit Duitschland te
luisteren. Aan de Russische pers is toege
staan de rede van den Duitschen rijkskan
selier af te drukken en er beschouwingen
aan vast te knoopen. De gedachte kan zich
dus verder verspreiden en ontwikkelen. Van
gewicht is ook, dat in Petersburg met tel
kens klimmenden aandrang de wensch
wordt kenbaar gemaakt, dat de door de
vroegere Russische regeering met de geal
lieerden gesloten verdragen zullen worden
bekend gemaakt. Die verdragen zijn tot dus
ver geheim gebleven; men wil ze aan het
licht brengen. Over de beteekenis van de
zen wensch schrijft de Neue Züriche Zei-
tung onder opmerking, dat het onderzoek
van de met de geallieerden gesloten verdra
gen de eenvoudige consequentie is van den
nieuwen koers, dien men nu in Rusland op
gaat: „Wanneer het inzicht zich baan Breekt,
dat de tegenwoordige Rftesische regeering
hoogere en heiliger plichten heeft tegenover
haar zwaar lijdend, zich verbloedend volk,
dan de blinde eerbiediging van noodlottige
slechte verdragen, die onder geheel andere
omstandigheden gesloten zijn, wie mag l^aar
dan verraad verwijten? De geschiedenis, het
wereldgerecht, zal eenmafd oordeelen wie
de werkelijke schuldigen zijn: zij, die voor
een ijdelen droom geluk, gezondheid en
leven van de onderdanen opofferden, of zij
die het komende in den weg treden en alles
willen prijsgeven wat blijkens de ondervin
ding tot nieuwe oorlogen leidt. De eigen
prijsgeve geeft hun het recht van andere vol
ken, bevriende en vijandige, hetzelfde te
verlangen en daarin zien wij het eerste tee-
ken van een spoedigen vreue."
De oorlog,
Washington, 2 4 Mei. (R.) Een brief
van president Wilson aan het lid van het
huis van vertegenwoordigers Pou bevat eene
opheldering over eenige opmerkingen, die
door den president zijn gemaakt in zijne
toespraak tot het Amerikaansche Roode
Kruis op den 12en Mei, welke zijn misver
staan als beteekenende, dat de Vereenigde
Staten geen grief hadden tegen Duitschland.
De president schrijft: „Ik bedoelde, dat onze
grief dezelfde was als die- van andere onzij
dige natiën, misschien verergerd door het
feit, dat Duitschland or.s bijzondere beloften
had gedaan, die het ernstig heeft verwaar
loosd."
Londen, 24 Mei. (R.) De Morning
Post heeft door bemiddeling van Spanje aan
Berlijn de vraag gericht of de tegenwoordige
politiek van de Duitsche regeering om Ame
rikanen qls gijzelaars in Duitschland en
België te houden, zat worden voortgezet.
President Wilson is persoonlijk tegen ver
geldingsmaatregelen; maar zijn kabinet zal,
wanneer Amerikanen te kort. worden gedaan,
overwegen, of vergeldingsmaatregelen zul
len worden toegepast. In aanmerking komen
maatregelen tegen Duitsche eigendommen,
die hier tot een enorm bedrog aanwezig zijn.
Bern, 24 Mei (W. B.) In de haven von Bor-
deau staat de scheepvaart bijna geheel stiL
Er liggen' omstreeks 60 stoomschepen, die uit
vrees voor de U-booten niet uitloopen De
troepentransporten worden slechts over Mar
seille geleid.
B e r 1 ij n, '2 4 M e-i. (W. B.) Naar aanlei
ding van de berichten der Noorweegsche
bladen over eene voorgenomen beperking
van het Duitsche spergebied in de noorde
lijke IJszee vernemen wij van bevoegde
zijde, dat het spergebied niet is ingekrom
pen. Wel zijn er onderhandelingen gaande
met het doel de visscherij in een deel van
het spergebied te ontzien.
Berlijn, 24 Mei. (W.-B.). Uit Helsing-
fors wordt bericht, dat de uitwerking van het
Duitsche spergebied hierin is te bespeuren,
dat een Finsche kapitein, wien was opge
dragen zich naar Engeland te begeven, in
een Noorweegsche hav^n vruchteloos wacht
op de gelegenheid tot den overtocht. Geen
stoomschip waagt hel de Noordzee te be
varen uit angst voor de -Ubooten.
Londen, 24 Mei. (R.) De admiraliteit
bericht, dat door het in den grond boren
van het transportschip Transylvania, dat den
Aen Mei in de Middellandscne zee in den
grohd is geboord, 29 officieren en 375 man
van andere rangen/ en voorts de kapitein,
een officier en negen man van de beman
ning het leven hebben verloren.
B e r 1 ij n, 2 4 Mei. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
Bij Wytschaete en op de beide oevers
van de Sca^pe was de vuuractie tot in den
nacht levendig. Ook ten zuiden van den weg
KamerijkBapaume en bij Saint-Quentin
nam zij tijdelijk toe. Aan den Chemin des
Daipes bereikte de artilleriestrijd bij Braye
en Craonelle in den namiddag eene groote
sterkte.
Voor het invallen van de duisternis vielen
de Franschen ten westen van de hoeve
Froidmont aan en ongeveer gelijktijdig ook
bij den molen van Vaucterc. Aan beide zij
den werden zij met verlies, afgeslagen.
Aan den jj'interberg verijdelde ons ver-
nielingsvuur de uitvoering van pen zich
voorbereidenden aanval.
In Champagne was de strijdactie van vle
artillerie tussehen Nauroy en het Suippedal
in de avonduren toegenomen.
In het bosch van Apremont braken storm
troepen van een Rijnlandsch regiment in
eene Fransche stelling en keerden met 2o
gevangenen en drie mijnwerpers terug.
Gisteren werden 10 vijandelijke vliegtui
gen en een kabelballon neergeveld. Den
21 en en 22en Mei verloren de Engelschen
en Franschen vijf vliegtuigen in den lucht-
strijd en door het afweervuur.
Parijs, 24 Mei. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Bij Vauclere- is gisteravond om hajf negen
een Duitschen aanval, volgende op een
hevig bombardement, onmiddellijk gestuit en
terug geworpen in de uitgangsloopgraven,
na zware verliezen te hebben geleden. De
gevangenen, die wij in die streek maakten
in den loop der operntien van 22 Mei, be-
hopren tot zes verschillende regimenten van
vier divisiën. Van 1 Mei af gerekend, zijn
8600 Duitsche gevangenenen gemaakt door
de Fransche troepen tussehen Soissons en
Auberive.
In Champagne was een vrij levendigen ar
tilleriestrijd in fcet massief van MoronviL
liers. Op de rest van het front paliouille-
schermutselingen en kanonvuur bij tus-
schenpoozen.
Avond-communiqué.
Er is niets te berichten behalve een he
vige artilleriestrijd op het Vauclerc- en het
California-plateau en bij Chevreux.
Fransche vliegtuigen bombardeerden he
vig de spoorwegstations in het district Re-
thel, waar branden werden waargenomen.
Londen, 24 Mei. (R.) Bericht van
maarschalk Haig*
Wij maakten eenige gevangenen geduren
de den nacht als resultaat van patruillege-
vechten ten oosten van Leverquiez.
Avondbericht.
Een voorgenomen raid bij Armentières
werd gisteren met verlies teruggeslagen. Elf
Duitsche vliegtuigen werden gisteren naar
beneden gebracht; drie van de onzen wor
den vermist.
Londen, 4 Mei. (R.) Officieel bericht.
Vier vijf luchtschepen naderden gister
nacht de kust van Oost-Engeland. Een dikke
regenwolk bemoeieüjkte de waarneming.
Vier drongen door in de oostelijke graaf
schappen; zij voeren eenigszins op goed ge
luk enTieten een aantal bommen neervallen
in landelijke districten, blijkbaar niet in staat
om hunne stellingen te bepalen. Onze vlieg
tuigen vrvolgden de raiders, maar de wolken
stelden hen in staat te ontkomen. Er is één
man gedood; men gelooft, dat de schade
verwaarloosd kon worden.
W e e n e n, 2 4 Mei. (Corr.-bur.) Offi-*»
cieel bericht vaiuheden middag.
Sedert gisternyddag is de tiende Isonzo-
slag opnieuw met buitengewone hevigheid
ontbrand. De vijandelijke aanval is nu tegen
het geheele 40 kilometer br^ede front van
Plova tot aan de zee gericht.
Op vele plaatsen werden de gevechten
ook in den nacht niet onderbroken.
In den sector van den Kuk bij Vodice en
tegen den Monte Santo wierp de vijand
's namiddags zijne stormcollonnes in den
strijd. De afdeelingen, die ten oosten van
den Kuk oprukten, werden door ons vuur
vernietigd.
Bij den Vodice werden de vijandelijke
stormaanvallen door onze infanterie-regi-
menten no. 24 en 41, die voor een deel zijn
aangevuld met troepen uit Oost-Galicië en
Bukowina, tot staan "gebracht.
Bij het klooster van Monte Santo slaagde
de vijand er in voorbij onze door zijn trom
melvuur platgeschoten loopgraven te drin
gen, maar werd door onze onverwijld aange
rukte versterkingen gegrepen, op zijne re
serves teruggeworpen en gezamenlijk met
dezen door ons geschutvuur van de helling
ve» dreven.
In hetzelfde uur mislukten ten oosten van
Görz twee krachtige stormaanvallen der Ita
lianen, gedeeltelijk reeds in het vuur van
onze artillerie en gedeeltelijk in inianterie-
gevechten op korten afstand.
Bijzonder verbitterd en hardnekkig werd
gestreden op het Karst-ploteau, dat reeds
het tooneel was van zoo menigen strijd. Bij
het aanbreken van oen dag lagen hier onze
stellingen en het daarachter gelegen terrein
aan het vuur van vijandelijke kanonnen van
elk kaliber blootgesteld.
Tegen den middag kwam bij Costanjevitza
de eerste vijandelijke stormgolf in het rol
len; hij werd door ons terug geslagen. In den
namiddag bezette, een machtige Italiaansche
aanval het geheele front \an het Karstpla-
teau. De eene aanval volgde op den ande
ren tegen onze liniën tussehen den Foiti
Hrib en de zee. Wanneer eene vijandelijke
colonne in elkaar was gezakt, kwam een
nieuwe in hare plaats. Aanval en tegenaan
val volgden elkander snel op. Zoo houdt de
worstling tot op dit uur aan in onvei minder
de kracht. De vijand vermocht slechts ter
rein te winnen in den sector van Jamiano/
waar wij onze troepen één kilometer moes
ten terugnemen. Overal elders handhaafden
wij ons met succes in onze stellingen in al
hunne uitgestrektheid.
De Hongaarsche regimenten 39 en 61 en
de Honvedtroepen hebben zich bijzonder on
derscheiden.
Uit Karinthië en Tirol is niets van be
lang te berichten.
De meest gehate man is hij, die altijd
gelijk heeft.
I
O
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het NoorscK
door
A M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
Harald zat dien avond in zijn eigen kamer
te werken terwijl hij op Ragnhild wachtte.
Het zou dadelijk tien uur slaan, dus kon zij
spoedig komen. Hij had de groote lamp uit
de huiskamer aangestoken cn die'op haar
schrijftafel gezet met een rooden kap er over
heen. Er brandde een lekker vuurtje in den
kleinen haard. Van avond wilde hij eens geen
sigaar rooken, zooals hij anders gevVoon was
Ragnhild kon geen tabaksrook verdragen
en er moest nu niets zijn wat haar kon hin
deren want hij begreep w«l, dat het een
'groote teleurstelling voor haar geweest moest
*ijn, dat zij alleen had moeten gaan.
Ragnhild kon maar niet begrijpen dat een
man in zijn werk moest opgaan dat hij,
jhoe graag hij ook wilde, niet altijd tot haar
(beschikking kon zijn... Och, zij was ook nog
too jong...
En Iiarald begon weer te schrijven. Hij was
fegzig aan een redevoering, die hjj in de volks-
1 hoogeschool zou houden en die nu klaar m«Bst
1 komen.
Maar het werk vlotte niet. Hij was afge
trokken en luisterde voortdurend naar het ge
luid van bellen builen, en nu en dan gleed
er een trekje van misnoegen over zijn gelaat.
Ragnhild was in den laatsten tijd zoo moeic-
lijk en prikkelbaar geweest er kon zoo
weinig zijn of zij was ontstemd.
Daar was het rijtuig even daarna werd
er gebeld. Iiij haastte zich om open te doen en
Ragnhild in de warme kamer te brengen.
„Ben je niet koud, mijn liefste? Wat is het
vanavond koud, echt Januari-w:eer ga nu
eens hier zitten en warm je en vertel mij
eens, hoe je het hebt gehad.''
Hij hielp haar mantel afdoen en schoof een
lage, gemakkelijke stoel bij Jict vuur.
Ragnhild antwoordde niet. Zij zag er bleek
cn vermoeid uit en er lag een koude, sombere
uitdrukking in haar oogen en een misnoegde
trek om haar mond. Zij ltet zich in de stoel
neervallen en begon langzaam haar lichte
handschoenen uit te trekken.
„Je begrijpt, hoe vervelend ik 't vond, je op
het laatste oogenblik te moeten teleurstellen,"
ging Iiarald op vricndelijken loon voort
„maar zeg nu eens, heb je je goed geamu
seerd? En wat ziet mijn vrouwtje er vandaag
mooi en elegant uit!"
Hij stond achter haar stoel en streek haar
liefkozend over het blonde, kroesige haar, dat
over haar voorhoofd viel.
Met een ongeduldige beweging trok zij liaar
hoofd weg.
„Me geamuseerd! Neen, dat heb ik «iet-
het was zoo vervelend om alleen te komen en
met zoo'n dwaze verontschuldiging allen
dachten natuurlijk, dal hel een voorwendsel
was."
„Neen, liefste dal zal niemand gedacht
hebben; zulke dingen kunnen zoo licht - ge
beuren cn verhinderen dal...
Maar Ragnhild luisterde niet. Zij zal aan
haar handschoenen te trekken, vouwde ze
samen en trok ze weer van elkaar. Toen zei
ze op een kouden toon:
„Ik werd ongesteld aan tafel."
„Maar Ragnhild licfsle."
Hij wilde naar haar toe gaan. Maar zij
stond op en liep de kamer 'op en neer. Zij
hield nog allijd haar handschoenen in de
hand en bleef er op dezelfde zenuwachtige
manier aan plukken, alsóf zij niet wist wrat zij
doen zou.
„Ik zal aan tafel naast Winslöf en aan de
andere zijde had ik kapitein Nyholm. Op eens
werd het donker voor mijn oogen, de heele
kamer draaide rond cn ik was op het punt
om flauw te vnlJen. Wat een drukteik
moest naar de slaapkamer gebracht worden,
water drinken en op het bed gaan liggen. En
loen ik heel gauw weer bijgekomen was, was
het natuurlijk den geheelen avond door een
gevraag en een deelneming van alle kanten.
Och zoo lief! Zit u niel op dc lócht zij
deed de verschillende stemmen na wilt u
geen gemakkelijker stoel hebben wilt u niet
wat rusten? Iloe gaat het, mijn lief mevrouw
tje?" Zij wond zich steeds meer op „Bah,
't was zoo vervelend! En dan die oudere
dames! Ja, ik za g ze tegen elkaar glimlachen
Sigrid en ik reden samen terug Richard
bleef nog om kaart te spelen en zij zei...
„Ja, ik heb het in den laatsten tijd wel ge
dacht." Nu, ik heb mij ook dikwijls niet wel
gevoeld eu ia, ik geloof wel dat..J-
Zij brak ineens af. frommelde dc han#dschoc-.
nc.ii ineen, gooide ze met ccn di'iflige bewe-_
ging op de schrijftafel en ging weer, als in
stille berusting, zillcn. Zij kneep haar han
den samen en keek met een donkeren blik iu
het vuur.
..Ragnhild!"
Iiarald ha/l zich voor haar op de knieën ge
legd. Bij haar laatste wotftden had de ontroe
ring het bloed naar zijn gelaat gedreven;
maar nu was hij zeer bleek en zijn oogen ston
den vol tranen. Voorzichtig en tcedcr nam
hij haar handen in heide dc zijnen:
„Ragnhild mijn eigen mijn liefste!"
Iedere zenuw in hem trilde. En de lecdcr-
stc namen, de liefste woorden die hij wist,
stroomden haar tegemoet cn legden zich om
haar heen, liefkozend en warm als zachte
armen.
„Voel je je ook zoo gelukkig? Ragnhild....
ons kind! Is dat niet heerlijk cn verwonder
lijk? Ach. wat zal ik je nu liefhebben nog
meer dan vroeger en ik zal je zoo dank
baar zijn, zoo innig dankbaar. Kijk mij eens
aan cn zeg dal je ook gelukkig bent, Ragn
hild..."
Hij dwong haar om hem in de oogen te "zien.
Maar fi&f was een onwillige, vreemde blik,
dien hij onlmoelle en zij wcnddc*Zich dadelijk
af... Toen zat zij weer heel stil en keek voor
zich uit met een voorgewende onverschillig
heid. Geen woord kwam over haar lippen. Hij
keek haar bezorgd aan en er bekroop hém
een wonderlijke angst. Een seconde lang had
hij er een vaag besef van dat er op dit oogen
blik hoog spel tussehen hen wérd gespeeld...
misschien met het verlies of den winst van
een geheele levensverhouding lot inzeW
Hij .was opgestaan en liep de kamer een
paar maal op cn neer, bleef voor haar slaaii
als om iels te zeggen maar zij zat nog allijd
onbewegelijk en hield dc eene hand vooiydc
oogen.
Weer liep hij heen eri weer, nu en dan liet
haar van zijn ^oorhoofd wegstrijkend. Op
eens verhelderde zijn gelaat. Iiij lag weer
voor haar op zijn knieën cn hield haar beide
handen voor zijn oogen, zonder er op te lel-,
ten, hoe zij er zich tegen verzette.
„Ragnhild!" zei hij innig, „er is iels dat ilc
je gaarne wilde zeggen ik kan het nu niet
lalen ik heb er vroeger dikwijls aan ge
dacht maar je hebt nooit gevraagd cn ik
vond het zoo moeilijk maar nu. Niet
waar, Ragnhild, je weet wel, wij mannen
leven in onze jeugd dikwijls, zooals het niet
moest, er is in den laatsten tijd genoeg over
gesproken cn geschreven... Maar, toen ik nog
heel johg was van den tijd dal ik over die
dingen begon te denken heb ik bel be-,
schouwd al* bet eenige mcnschwaardige, dat
een h u w e 1 ij k moet zijn, één man cn één
vrouw beidc^nTiven rein beiden hand aan
hand slaande voor het Ongekende voor dat
gene, wat hen hel geluk en tegelijkertijd de
volle ontwikkeling van hun wasdom als me 11-
s clie n zal geven... En ik heb die belofte kuil-:
neu houden, die ik mij zelf eenmaal gaf. Ik
kan jou en mijn kind in mijn armen nemen,
beiden, gerust en veilig binnen deze vier.
muren, waar al het mijne bijeen is... "Weet jö,
nog in „Peer Gynl", Ragnhild!.;. waar hij niet
in dc hut van'Solveig durft gaan:
„Hel is Allerheiligenavond, cn ora samen 14
komen
XWordl vervolgd^.