„de eemlander".
buiTfnlandT
N° 276 Eerste Blad.
15d* Jaarpang.
Zaterdag 26 Mei 1917.
Een liedfe van vele Bloemen.
BINNENLAND.""
AMERSFO
(toófdredBctl**
MARIE VAN VERSENDAAl.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFP ft Co.
a o
ABONNEMENTSPBXJ8:
f^MT V maanden voo» Amersfoortf 1.30.
^i^^^et^£rLiwMag Ugsii óng»hiii»a) O.ia».
fcf*>D<l«rltjke nmnmen 0.05.
Wftkftltikaoh bijvoegsel „D# HoUondtch* Euinrouw" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd* ÖO els.
%eke]tjksch tyjvoegsel wW$r*1dnvU9" per 8 mnd. 5»
1 y -1
Bureau» UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intesoomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DBR AD VERTENTIËN.
Yao 1—6 regels.. f O.»O»
Elko tegel moer 0.15*
Dienstaanbiedingen 1—6 revel*.O..10$
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijl bestaan zeer voordeeligo Uepaiingea
tot het herhaald advertoeron in dit Blad, b\j abonnement.
Bene oiroulaire, bovattende de voorwaardoo, wordt op
aanvraag toegezonden.
door Mevr. E. H. du Quesne
Van Gogh.
Nu is de lieve bloemenpracht
Weêr ongedacht aan 't licht gebracht,
Sen ware sohoonheidszegen
Is 't van die allen aan te zien,
Hoe zij haar geur en kleuren biên,
In tuinen en langs wegen.
.Viooltjes hier.
Een iris daar,
Gerezen fier en wonderbaar;
•De roode tulp, de hiacint
Met blaad'ren als gevouwen lint.
Ze waren daarde keizerskroon
Wat was die vreemd, zij bloeide schoon,
En verder heel een bonte rij
Der blijde kind'ren van de Mei.
Het maaksel van elk bloempje is
Voor mènschen een geheimenis,
Maar Hij die d'arbeid nimmer staakt.
Weet hoe hij 't kleinste bloempje maakt.
Politiek Overzicht.
De weg naar den vrede
In Rusland.
n (Slot).
De centrale mogendheden zijn geneigd,
aan het uit de revolutie tot een nieuw leven
opgestane Rusland den weg* naar den vrede
zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Zij hou-
'den de vredeshand uitgestrekt; Rusland be
hoeft slechts toe te slaan en alles is in orde.
Maar aan de andere zijde is de weg
naar den vrede nog met voetangels en
klemmen bezet, en het laat zich voors
hands niet aanzien, dat die kunnen
worden opgeruimd. In de eerste ver
klaring, bestemd voor het publiek, die na
de reconstructie van de vgorloopige regee
ring in Rusland door den minister-president
prins Lwow werd afgelegd, wordt gesproken
van eene verschrikkelijke beleediging, die
'de tegenstanders de Russische regeering
hebben aangedaan, door op de mogelijkheid
van een afzonderlijken vrede te zinspelen.
Rusland wil dus zijne bondgenooten niet" af
vallen; het wil gezamenlijk met hen blijven
werken. De nieuwe minister van oorlog Ke
renski heeft uitdrukkelijk gezegd: „Het we
zen van onze nieuwe regeering is de volko
men eensgezindheid met onze bondgenoo
ten."
Nu wordt in één adem hiermee gezegd,
dat de Russische regeering met alle kracht,
die in haar is, werkzaam zal zijn voor het her
stel van den vrede. De minister van buiten-
landsche zaken Terestjenko heeft tot de ver
tegenwoordigers van de Russische pers zich
aldus uitgedrukt: „Gij vraagt naar mijn pro
gramma. Dat kunt gij lezen in de verklaring
van de nieuwe voorloopige regeering, die
tot de macht geroepen is. Het programma
is kort maar vol beteekenis, namelijkhet
herstel zoo spoedig mogelijk van een alge-
mennen vrede die noch het doel heeft andere
natiën te beheerschen, noch hen van hun
erfdeel te berooven, noch ook met geweld
vreemd gebied weg te nemen, een vrede
zonder inlijvingen en schadevergoedingen,
die zich op het zelfbepalingsrecht van de
volken grondt, een vrede die bereikt wordt
in nauwe, onverbrekelijke vereeniging van
de democraten der geallieerden."
Dit is eene verklaring, die aan duidelijk
heid veel, zoo niet alles te wenschen over
laat. Ieder van de partijen kan er iets in
vinden wat haar aangenaam aandoet. Wan
neer men leest van een vrede „zonder in
lijvingen en schadevergoedingen", dan geeft
dat den indruk, dat Rusland zich heeft los
gemaakt van zijne bondgenooten, die nog
geen enkel bewijs hebben gegeven, dat zij
hunne zoowel op annexatie als op schade
vergoeding doelende oorlogsoogmerken
hebben prijs gegeven. Maar de verzekering,
Bat de vrede moet worden bereikt „in nau
we, onverbrekelijke vereeniging van de de
mocraten der geallieerden", kan de Entente
geruststellen. Men heeft daar voor de for
mule „geen inlijving en schadevergoeding"
eene uitlegging gevonden, die maakt, dat
men haar kan aanpassen bij wat men zelf
üvil. Wanneer men zich neerlegt bij een
vrede „sans annexion", dan sluit dat niet
tót, dat men streeft naar een vrede „avec
Bésannexion" en verlangt b.v. teruggave
Tan Elzas-Lotharingen. Op dezelfde wijze
kan ook in de formule ^zonder schadever
goeding" de zin worden gelegd, dat voor
herstel van wat in den oorlog is vernield,
eene bijdrage kan worden verlangd.
Het is dus niet duidelijk wat voor vrede
het is, waarvoor de nieuwe Russische re
geering verklaart werkzaam te willen zijn.
Twee zielen wonen in hare borst; de ver
klaringen, die van haar uitgaan, vertoonen
een dubbel aangezicht: het eene is naar
den vrede gekeerd, het andere naar den
oorlog. Blijkbaar is de strijd, die woedt in
den boezem van de kringen, die nu in Rus
land de macht in handen hebben, nog niet
uitgestreden. De rèconstructie van de voor
loopige regeering is de vrucht van een
compromis. Al zijn daardoor Miljoekow en
Goetschkow, de hoofden van de partij, die
op hare vaan heeft geschreven: „Voortzet
ting van den strijd in vereeniging met de
geallieerden tot aan het zegevierend ein
de", uit de regeering getreden, daarmee
hebben de vredesvrienden het pleit nog niet
gewonnen. Wel heeft de nieuwe regeering
de leus in den mond, dat naar den vrede
moet worden gestreefd met alle kracht, maar
tegelijk verkondigt zij in hare. nota tot be
groeting van het staatsdepartement der Ver-
eenigde Staten: „De oorlog wordt voortge
zet om de vrijheid van de volken en van
de wereld in haar geheel te waarborgen en
een vrede te krijgen, die waarborgen biedt
tegen latere aanvallen." De weg naar den
vrede zal voor Rusland dus, gelijk tot dus
ver, gaan over den oorlog, althans, totdat
de loop der verdere gebeurtenissen in het
binnenland duidelijk zal hebben afge-
teekend, welke van de richtingen, die met
elkaar strijden om de macht, haren wil zal
kunnen doen gelden.
De oorlog.
Het Engelsche lagerhuis is voor zijne
Pinkstervacantie uiteengegaan tot 5 Juni.
Lloyd George legde vooraf geruststellende
verklaringen af over het duikbootgevaar en
gaf de verzekering, dat als ieder zijn plicht
doet ook op het gebied van de levensmid
delverzorging, de duikboot Engeland niet zal
verslaan en Duitschlands hoop op de over
winning door middel van de duikbooten zal
worden teleurgesteld.
Londen, 26 Mei. (R.) Kapitein
Bathurst, de parlementaire secretaris van het
ministerie voor de voeding, heeft in eene
rede in Noord-Londen gezegd: De verliezen
van onze handelsvloot door de duikbooten
zijn zeer zwaar geweest; maar het percentage
van de in den grond geboorde ladingen
levensmiddelen was zeer gering. De toestand
is nu beterend. Dank zij de actie van de
Vereenigde Staten en van onze eigen ad
miraliteit, zijn onze voorraden voedingsmid
delen thans gestegen boven het gevaarpunt
en kunnen wij een vollen aardappeloogst
verwachten. De regeering is voornemens
den broodprijs vast te stellen. De positie
van de suiker is veel verbeterd; de voor het
publiek beschikbare voorraad zal in de
eerstvolgende weken veel grooter zijn, en
dank zij onze vrienden in Amerika zal er
later ook suiker zijn om thuis jam te ma
ken.
B e r 1 ij n 2 5 Mei. (W. B.) Door nieuwe
U-bootsuccessen in den Atlantischen oceaan
en de noordelijke IJzee zijn 19.000 ton
vrachtruimte in den grond geboord.
Berlijn, 2 6 Mei. (W. B.) Officieel be
richt.
Door nieuwe Uboot-successen in den At
lantischen oceaan, het Engelsche kanaal en
de Noordzee zijn weer 19.200 ton vracht
ruimte in den grond geboord.
Londen, 25 Mei. (R.) In het lagerhuis
deelde vice-staatssecretaris lord Robert Ce
cil mede_, dat de Japansche vloot nog niet
aan een eind gekomen is met hare in ver
band met de Britsche vloot verrichte ope-
ratiën tot uitroeiing van de Duitsche zee
krachten in de Pacific en tot bewaking van
de wateren in het oosten. Eene aanzienlijke
macht lichte vaartuigen is gezonden naar de
Middellandsche zee om daar samen te wer
ken met de geallieerden, en nieuwe deta
chementen snelvarende kruisers helpen mee
tot bescherming van de scheepvaart iif den
Indischen oceaan en de zuidelijke Pacific.
Ber 1 ij n, 2 5 Mei. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
In den Wytschaete-sector en ten noord
oosten van Armentières vielen na een
krachtig vuur Engelsche verkenningsafdee-
lingen aan; zij werden in een handgemeen
afgewezen.
Aan het front van Artois nam in den
avond het vuur toe, vooral ten noorden van
Lens en Bullecourt. Bij Loos drongen En
gelsche krachten in onze voorste loopgra
ven, waaruit zij door tegenstooten verdreven
werden. Op eene beperkte ruimte wordt nog
gestreden. Ten noordwesten van Bullecourt
mislukten aanvallen van verscheidene En
gelsche compagnieën voor onze stellingen.
Ten noorden van Craonelle en ten westen
van den weg Corbeny—Contavere vielen
des avonds partieele aanvallen van de
Franschen, die na een levendig vuur wer
den ingezet, met verlies ineen. In de weste
lijke Champagne was de strijdactie van de
artillerie krachtiger.
Bij de legergroep van hertog Albert gee-
ne gebeurtenissen van belang.
De dag van gisteren kostte den tegen
stander tien vliegtuigen, die in den lucht-
strijd en door afweerkanonnen naar den
grond gebracht werden.
Ber 1 ij n, 2 5 Mei. (\V. B.) Avond-be
richt uit het groote hoofdkwartier.
Aan het front van Artois, langs de Aisne
en in de westelijke Champagne vuurstrijd
van wisselende sterkte.
In het oosten niets bijzonders.
Parij s, 2 5 Mei. (W. B.) Namiddag
communiqué.
Op den* Chernin des Dames kenmerkte
de nacht zich door eene groote werkzaam
heid van de beide artillerieën. In de streek
ten noord-westen van Braye-en-Laonnais en
ook ten noorden van Moulin-Vauclerc
werd eene Duitsche aanvalspoging op
Fransche loopgraven teruggeslagen. Meer
naar het oosten, in de streek van Chevreux,
verrichtten de Fratischen op het einde van
den dag eene operatie op het bosch van
Chevreux, gelegen ten zuid-oosten van die
plaats, waar de Duitschers met kracht weer
stand boden. De aanval slaagde volkomen.
Wij vonden talrijke lijken in de door onze
zware artillerie vernielde loopgraven. Een
dertigtal gevangenen, waaronder een offi
cier, bleven in onze handen. In de streek
van Couroy wierpen wij een Duitschen
troep terug, dis was gedragen in.een van
onze posten op den oostelijkcn oever van
het kanaal. Er waren patrouille-schermut
selingen ten zuid-oosten van Reims en bij
Bezonvaux.
Londen, 25 Mei. (R.) Avondbericht
van maarschalk Haig.
Er was artillerie-actie voornamelijk aan
den linkeroever van de Scarpe en in den
omtrek van Loos.
Gisteren werden 12 Duitsche vliegtuigen
naar den grond gebracht. Onzerzijds worden
zes toestellen vermist.
W e e n e n, 2 5 M e i. (Corr.-bur.) Officieel
bericht van heden middag.
De geweldige stormloop der Italianen te
gen het Isonzo-front leidde ook gisteren we
der tot eene buitengewoon verbitterde wor
steling. In een schitterende verdediging hiel
den onze troepen stand en handhaafden zij
zich zonder uitzondering in al hun stellin
gen.
De noordelijke vleugel der Italiaansche
aanvalslegers werd wederom tegen de hoog
ten van den Voclice en Monte Santo gewor
pen.
Bijzonder verwoed en hardnekkig was de
strijd om hoogte 652, ten zuiden van den
Vodice, die door de Italianen 's avonds werd
bezet, maar 's nachts in een strijd, die uren
duurde, door ons werd heroverd. Hier, even
als op den Monte Santo, liet de terugtrek
kende vijand honderden lijken liggen.
Het Karstplateau werd# wederom hgt too-
neel van een breed aangelegde doorbraak
poging. Zonder zich eenigszins te ontzien
wierpen de Italianen hunne troepenmassa's
tegen onze verschansingen. Al hadden deze
ook door de voorafgaande beschieting be
langrijk geleden, zoo ontving hjettemin de
achter hen staande verdediger den vijand
ongeschokt en koelbloedig.
Den ganschen dag door, dikwijls ook ge
durende den nacht, werd op den Fajti Hrib,
bij Castagnavizza, en ten zuiden daarvan tot
aan de zee om onze stellingen gestreden.
Alle krachtsinspanning van den vijand
bleef vruchteloos; nergens drong hij door.
De infanterie en de artillerie deelden jnet
elkaar het succes van den dag.
Den 23sten Mei weiden. 30 Italiaansche
officieren en 4600 man als krijgsgevange
nen binnengebracht. Dit aantal is gisteren
belangrijk gestegen.
Tweede telegram. Uit het oorlogs-
perskwartier wordt van den 25en 's avonds
medegedeeld:
Aan de Isonso wordt verder gestreden. De
slag is tot de uiterste hevigheid gestegen.
Konstantinopel, 24 Mei. (Milli).
Bericht van het hoofdkwartier.
Sinai-front. In den namiddag van den 22en
nam de vijand onze stellingen bij Gaza on
der artillerievuur. Pogingen tot verkenning,
die in den namiddag van den 23en werden
lerie en twee door cavallerie gesteunde
kanonnen werden door ons vuur teruggesla
gen.
Berlijn, 25 Mei. (W. B.) Officieel be*,
richt.
Een van onze marine-luchtschipeskaders,
onder aanvoering van korvetkapitein Stras-
ser, heeft in den nacht van 23 op 24 Mei de
versterkte Zuid-Engelsche plaatsen Sheer-
ness, Harwich en Norwich met succes aan
gevallen. Alle luchlSchepen zijn, ondanks
de geperfectioneerde vijandelijke afweer-
maatregelen, zonder verlies en beschadiging
teruggekeard.
Rome, 24 Mei. (Stefani.) In verband
met het offensief op het Karst-plateau heb
ben Engelsche monitors met Italiaansche
oorlogsschepen en vliegtuigen een aanval
gedaan en langdurig en krachtig het ach
ter de stellingen gelegen terrein, vooral het
groote vliegkamp, belangrijke opslagplaat
sen en de militaire etablissementen bij Pro
secco beschoten. De herhaalde aanvallen
hadden tot resultaat, dat de "vijand twee
watervliegtuigen verloor, de L. 136 en
de U. 137, die door onze vliegers
werden neergeschoten. Vier vijandelijke
vliegers konden door onze schepen
worden opgepikt, ondanks het schieten
van de vijandelijke kustbatterijen. Alle sche
pen en vliegtuigen, die aan het gevecht
deelnamen, keerden zonder eentg verlies te
rug.
Weenen, 25 Mei. (W.-B.). De dabla-
den vernemen, dat onder zekere beperkingen
zeer spoedig aan de pers vrijheid zal worden
gegeven de oorlogsoogmerken van de mo
narchie te bespreken.
Budapest, 25 Mei.. (Hongaarsch
corr.-bur.) Graaf Tisza heeft in de club van
de nationale partij als voornaamste reden
van zijn heengaan genoemd zijne houding
in de kwestie van het kiesrecht. Hij zeide,
dat hij ook op de banken van de oppositie
de nieuw te vormen regeering onvoorwaar
delijk zou steunen, maar zijn principieel
standpunt in de kiesrecht-kwestie zou blij
ven vasthouden.
Budapest, 25 Mei. (W. B.) De keizer
ontving in Baden den president van het Hon-
gaarsche Huis van Afgevaardigden, P. von
Beöthy, en den vice-president, Karol von
Szasz, verder graaf Julius Andrassy, graaf
Albert Apponyi, den oud-minister-president
graaf Khuen-Hedervary en graaf Aladar
Zichy, om hunne meening over de samen
stelling van het kabinet te hooren.
Wc«nen, 25 Mei. (Corr. Bur.) De Keizer
ontving heden verschillende Hongaarsche
politieke leiders.
De onder-voorzitter van Het Huis van Afge
vaardigden Szasz en graaf Albert Apponyi
verklaarden tegenover een medewerker van
de Neue Freie Presse na hun terugkeer uit
Aussig, dat de audiëntie slechts ten doel had
inlichtingen in te winnen. De Keizer heeft
zeer vele vragen gesteld, om te vernemen
onder welke voorwaarden zij zouden mede
werken. De Keizer toonde, dal hij van alle
gebeurtenissen bijzonder goed op de hoogte
was.
Op de vraag, of de concentratie van alle
nationale krachten in de bedoeling lag, ant
woordde Apponyi, dat het in het belang van
dit oorlogsdoel .was, alle nationale krachten te
vercenigen. Verder verklaarde Apponyi, dat
tot dusver niemand aangewezen was, maar
dat hij een langen duur van de crisis buiten
gesloten, achtte.
Op de vraag, wat hij dacht van een even-
tucele benoeming van aartshertog Jozef, zeide
Apponyi, dal, indien de monarch aartshertog
Jozef als kabinctsformeerder zou aanwijzen,
diens missie resultaat zou hebben.
We enen,25 Me i. (W.-B.). De dagbla
den berichten, dat de minister van Galicie
dr. Bobrzynski in de audiëntie, die hij gis
ter bij den keizer had, de redenen heeft uit
eengezet waarom hij wenscht af te treden.
De keizer heeft zich zijne beslissing voor
behouden.
Weenen, 25 Mei. (Corr.-bur.) De kei
zer heeft gelast, dat de lichtingen van hen
die in 1865 en 1866 geboren zijn en die
bij den landstorm zijn ingelijfd, voor zoover
zij niet zelf den wensch te kennen geven
in actieven militairen dienst te blijven, op
30 Juni met verlof zullen gaan. Personen,
tot deze lichtingen behoorende, die vrij
willig in het leger zijn getreden, of voor den
duur van den oorlog zich bij de landweer
hebben verbonden, komen niet in aanmer
king om met verlof te gaan.
Luxemburg, 25 Mei. (W. B.) Na
eene onderhandeling van verscheidene we
ken is een nieuw coalitie-kabinet gevormd.
Minister-president is Kaufmann, in wiens
ondernomen door eene vijandelijke afdee-plaats dr. Calser, thans hoogleeraar aan de
ling, samengesteld idt een regiment cavak universiteit te Frankfort, directeur-generaal
van financiën wordt. De directeur-g%eraal
van binnenlandsche zaken Monhier neemt
het departement van justitie en onderwijs
op zich. De districts-commissaris'Kohn
wordt directeur-generaal van binnenlandsche
zaken en de ondervoorzitter van de Kamer
ingenieur Faber wordt directeur-generaal
van openbare werken.
Kaufmann zal de buitenlandsche zaken en
den levensmiddehendienst op zich nemen.
Londen, 25Mei. (R.) De Gazette heeft
heden eene nieuwe lange lijst bekend ge
maakt van op de zoogenaamde zwarte lijst
geplaatste firma's, met wie personen, in
Groot-Brittannië wonende, geen handel mo
gen drijven. Er zijn 11 nieuwe firma's in
Nederland en 5 in Nederlandsch Oost-Indiq
op de lijst geplaatst; 6 firma's in Neder-
landsph Oost-Inclië zijn van de lijst afge
voerd.
B e r I ij n, 2 5 Mei. (W. B.) In een be
richt van de Corriere della Sera over den
economischen toestand van Duitsc^iland
wordt gezegd, dat de Pruisische voedings
commissaris Michaelis in eene circulaire
heeft verklaard, dat het hongerspook voor
Duitschland oprijst en dat zelfs het Duitsche
ieger gevaar loopt tengevolge van eene ver
keerde schatting van de oogstvoormden.
Wanneer men het geloof wil opwekken,
dat organen van het Pruisische staatsgezag
er reeds toe gekomen zijn hunne circulaires
in den stijl van Engelsche dagbladartikelen
of Reuter-berichten op te stellen, moet men
van hel begripsvermogen van het publiek
een zeer geringen dunk hebben. Dat ons
leger tengevolge van den toestand op het ge
bied van de voeding geen gevaar loop^
daarvan kunnen onze tegenstanders in het
westen in den laatsten tijd zelf zich over
tuigd hebben. In de toekomst zullen zij zich'
verder nog daarvan kunnen overtuigen. De
thans ingekomen rapporten over de opne
ming van de voedselvoorraden hebben de
zekerheid gebracht, dat er geen twijfel kan
bestaan, dat wij 't zullen volhouden tot den'
volgenden oogst.
B e r 1 ij n, 2 5 Mei. (K. N.) Naar het or
gaan van den Badenschen boerenbond,
welks hoofdredacteur lid is van den Raad
van Bijstand van het ministerie van oorlog,
meldt, wordt een regeeling verwacht van do
kol en voorziening en van de dekking der be
hoefte aan kolen voor het geheele Duitsche
rijk. Het blad beveelt de grootste zuinigheid
aan, doch legt er den nadruk op, dat wer
kelijk gebrek aan brandstoffen in geen ge
val zal voorkomen.
Londen, 25 Mei. (R.) De kolonie
van de Straits Settlements, die verleden;
jaar door nieuwe belastingheffing voorzie
ning trof vooc eene bijdrage van 200.000
gedurende tien jaren aan de rijksregeering,
heeft thans eene oorlogswinstbelasting vast*
gesteld, waarvan ook eene opbrengst van
i^iim 200.000 per jaar verwacht word^
welk bedrag bestemd is om te dienen voor
de voortzetting van den oorlog.
Ook van de koloniën Ceilon en Gambïe
worden nieuwe bijdragen aangekondigd.
Londen, 25 Mei. (R.) De rekening
van de White Star lijn over 1916 wijst een
bruto-winst aan van 2.402.758. Er worden
750.000 betaald aan dividend, overeen
komende met 20 pet., en 800,000 ge»
stort in verschillende reservefondsen.
Het verslg brengt hulde aan de waakzaam
heid van de vloot, waardoor de schepen van
de maatschappij in staat waren hunne ver
schillende diensten te verrichten.
De Union Castle lijn keert 8 pet. dividend
uit op het aandeelenkapitpal.
B e r 1 ij n, 2 5 Mei. (K. N.) Het Neua
Wiener Tageblatt meldt, dat de verdedigen
van dr. Friedrich Adler, die ter dood ver»
oordeeld is, gisteren cassatie tegen het vore»
nis heeft aangefeekend
Wetboek tsu militair atralrcoht
Verschenen is het rapport van de Com
missie voor de invoering van het WetboeK
van Militair Strafrecht en de Wet op do
Krijgstucht, ingesteld bij ministerieel besluit
van 7 October 1912.
In dit rapport, 274 bladzijden in octavo
boekformaat bevattende, biedt de commissi©
het resultaat van haar arbeid aan in deni
vorm van een reeks ontwerpen van wet, ak»
gemeenen maatregel van bestuur of ko
ninklijk besluit, met de daarbij behoorende
memoriën van toelichting.
In J\et rapport zijn nevens het Ontwerp»
Invoeringswet in concept opgenomen allo
uitvoervoor&chri ten, welke door het Wet-