w° 2.m IS'" Jaargang. DE EEMLANDE R". Vrijdag 1 Juni 1917. BUITENLAND. FEUILLETON. Strijdende Zielen. hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAl. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. »9 Uitgevers: VALKHOFF Co, ABONNEMENTSPRIJS *?er mtuinduu vooi Amersloort f 1.3Ö. Idem franco per post1»80. Eer week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.18*. Afzonderlijke nummers - 0.05. Wekel(ikaoh biivoegael „De Holkindsche Huitvrouw' (onder Vodactie van Thérèae Hoven) per mn4. 50 ets. Wekelijksoh biivoegsel „Wereldrevue" per 8 mnd. 52 CtS. Bureau: U TREC H TSCH EST RAAT 46. Iniercomm. Telefoonnummer 6ö. PRIJS DER AL> VERTENTIEN Van 1 5 regola Elke regel moor Dienstaanbiedingen 15 regels., Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijf bestaan' /.oer voordoelige bopalingon tol het horhaald adverteeron in dit Blad, bij abonuoinont» Eono circulaire, bevattend® de voorwaarden, wordt op aanvraag toogo/.ondau. f O.HO. - 0.15. - 0.39, Politiek Overzicht. De rol van de duikbooten in den werelstriid. Het duikbootgevaar is lang de nachtmer rie van de Entente geweest. Of dat zal ver anderen, nu in de parlementen van Enge land en Frankrijk is aangekondigd, dat in •de bestrijding van da duikbooten belang rijke vorderingeiTziin gemaakt, zal nog moe ten blijken. De laatste opgave van de Brït- sche 'admiraliteit vermeldt als in den grond geknord» gedurende e'en week TB schepen boven 1600 ton en één beneden die ton nage. Dat verschilt niet veel van de cijfers van 16 tot 18 per week in den tijd van begin Februari tot half April van dit jaar. Daarna heeft-men aanmerkelijk hoogere cij fers gehad: in de eerste week van Mei* zijn 38 Engelsche schepen van boven de 1600 ton vergaan, in de week, die daaraan voor af ging, zelfs 40. ü|£aar om. conclusiën te kunnen trekken, waarop men kan afgaan, zal men meer cijfers onder de oogen moe ten hebben, loopende over een langoren tijd en waaruit mön ook de verloren gegane vrachtruimte zal kunnen zien. Uit den tijd, toen men onder den indruk was, dat het Uboot-gevaar in steeds stijgen de mate zich deed voelen en dat £en af doend afweermiddel er te£en niet te vinden was, dateeren klachten zonder tal en ern stige grieven tegen het beleid van de Brit- sche admiraliteit. Ware noodkreten klonken uit Frankrijk. Als voorbeeld daarvan kan dienen de hier volgende aanhaling 'uit een artikel van admiraal Degouy in hét Journal des Débats, waarin werd gezegd: „Niet alleen de duikbootoorlog, voor zoo veel betreft, de toepassing van meer of min der vernuftige methodes om den onderzeeër te verjagen, moet worden hesproken, maar. de algemeene politiek van den zee-oorlog, de' strategie in één woord, van de admira liteit. Dat hooge college heeft, sedert Win ston Churchill's aftreden, bewust het offen sief prijsgegeven voor een defensief, dat gaandeweg schijnt te zijn gaan neigen naar de lijdelijkheid. Men had een oogenblik eenige hoop gevestigd op de afsluiting van de Noordzee, met groote kosten door de Britsche marine georganiseerd in Februari. Men dacht, dat de verdediging van die af sluiting en vooral van de deuren, die zich noodwendig openen naar de kust ven Hol land en die van Jutland, gelegenheid zou bieden tot actieve operatiën £n even veel vuldige als levendige ontmoetingen tus- schen schepen van de beide vloten. Er is niets van dien aard gebeurd. Is de afslui ting streng bewaakt? Hebben de duikboo ten er niet door heen kunnen komen of haar kunnen vernietigen? Of wel hebben zij haar eenvoudig ontweken door de onvoldoende bewaakte Oostzeestraten? Wij weten daar zoo goed als niets van. Maar wat wij heel goed weten, is dat deze manier van hande len niet geslaagd is. Niet, dat het beginsel niet oordeelkundig was. Men wilde de duik booten in hunne havens opsluiten, maar het slot was te groot, te ver verwijderd. Men liet hun ruimte en breidde den bewakings kring al te zeer uit. Wat noódig is, is de monden van de Noordzee methodisch en achtereenvolgens te sluiten en daarna de Oostzeestraten, als men ten minste niet de voorkeur er aan geeft in die zee door te dringen. Een groot werk, zal men zeggen, en een moeielijk en gevaarlijk wérk. M:s- schien. Maar wat nog gevaarlijker is, is niets te doen." Hier wordt aangedrongen op e.ene spoe dige verandering in de methode van zee oorlogvoering. In een later artikel werkt deze schrijver zijn gedachte nader uit. On- j der aanhaling van een woord, door het hoofd van het Duitsche marine-departement in den j rijksdag gesproken, dat eene uitdaging aan den tegenstander inhield om de Duitsche vlootbasis te vernietigen als eenig afdoend middel om tegen de duikbooten te strijden, aldus eindigende: „Laten zij 't beproeven! Zij zullen op graniet bijten", zegt hij: „Dat „gra niet" van de Duitsche kust, waar slechts zand en leem is, gelijkt veel op dot der liniën van maarschalk von Hindenburg. Wij zullen, het bros vinden, als wij zujlen besluiten het aan te vallen met de geschikte middelen. „De geschikte middelen!" Inderdaad daarop komt het aan. Let op hoe zonderling het is, dat dë geallieerden nog niet, om te handelen op de Duitsche kust, machines en wapenen hebben uitgedacht, die zij zich.hebben ver schaft nan de geduchte verschansingen van Picardië, Champagne en Artois aan te jas ten. Ach wat heeft het begrip van de „blok kade op een afstand" ons een kwaad ge daan, al ware 't alleen door onze verschil lende vlootorganismen vrij te stellen van den plicht zich aan te passen bij de "nieuwe om- standigheden van den vlootoorlog, die van den kustoorlog in het bijzonder." Dit in Frankrijk geopperde denkbeeld heeft in Engeland wel eenigen weerklank ge vonden. Zoo heeft in de Times admiraal Sir Reginald Custon zich aangesloten b:.j de af keurende kritiek op het beleid van de admi raliteit, zooals blijkt uit zijne slotwoorden, waarin hij zegt: ..De gróote aanvoerders van j het verleden kozen nooit „slap-dash" (plot selinge, zorgeloos in elkaar gezette) metho des, maar werkten naar met zorg voorbereide plannen, gegrond op het beginsel, dat het militaire doel is de vernietiging van de strijdmacht van den vijand. Ongelukkig schijnen onze plannen op een verschillend beginsel gebaseerd te zijn." 'Lijnrecht hier tegenover echter staat de meening van een andere marine-specialiteit, admiraal Meux, die verkondigt, dat het doelloos is het feit te verbergen, dat Engeland nooit een af doend afweermiddel tegen het U-bootge- j vaar zal bezitten. Engeland kan tegen de Duitsche U-booten niets •uitrichten, omdat! 'zij bescherming vinden in onneembare ha-1 vens, waarop het wagen van een aanval krankzinnigheid zou zijn. Tegen dit door het uiterste pessimisme in- gegeven advies leveren de mededeelingen over de vorderingen, die zijn gemaakt in de bestrijding van de'duikbooten, een tegengif. De vraag is echter: zullen die mededeelin gen zich nader bevestigen? De oorlog, B r 1 ij n, 3 0 Mei. (W. B.) Officieel be richt. Door nieuwe duikbootsuccessen in de Noordzee werden 21.500 ton vrachtruimte in den grond geboord. Berlijn, 31 Mei. (W. B.) Van het be gin ven den oorlog tot den 31 en Mei 1917 zijn aan oorlogsvaartuigen van de Entente (uitgezonderd hulpkruisers) in 't geheel ver nield 253 stuks met 800.765 ton waterver plaatsing. Onder cjeze 252 schepen en vaar tuigen zijn 155 Engelsche met 651.700 ton waterverplaatsing. Deze zijn aldus onderver deeld: 12 linieschepen, 17 pantserslagkrui sers, 18 beschermde kruisers, 67 torpedo booten, 28 duikbooten en verdere oorlogs vaartuigen, zooals b.v. duikboot jagers. Be halve deze verliezen aan oorlogsschepen ver loor de Entente tot 31 Mei niet minder dan 200.000 ton aan hulpkruisers (voor het overwegende deel Engelsche) door oorlogs maatregelen van de centrale mogendheden. Berlijn,31 Mei. (W.-B.). Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. De levendige artilleriewerkzaamheid in den yperen- en Wytschaeteboog houdt aan. Ten zuiden van de Scarpe zijn verscheidene Engelsche compagnieën, die des avonds bij verrassing tegen onze loopgraven oprukten, met verlies afgewezen. Na eene korte stij ging van de vuuractie geschiedden des nachts ook tusschen Monchy en Guemappe aanvallen van de Engelschen. In een hard nekkig handgemeen wierpen regimenten uit West-Bruisen dcA meermalen stormloopen den vijand terug. Langs den Chemin de Domes-rug en in de westelijke Champagne bereikte de artil- leriestvijd weer eene grootere sterkte. Op de zuidelijke Aisne-oever bëstormcfbia, na omvangrijke opblazingen, Westfaalsche troe pen verscheidene Fransche loopgraven en brachten 40 gevangenen en eenige ma chinegeweren terug. Tea oosten van Auberive voerden ge deelten van een Rijnlandsch regiment eene verkenningsonderneming uit, waarbij 50 gevangenon in onze handen vielen. Gedu rende den nacht was er ook op den weste lijker^ Maasoever eene levendige vuur actie. Van het front van hertog Albrecht niets nieuws. P a r ij s, 3 1 Mei. (Havas). Namiddag- commuiqué. De artillerie was aan beide zijden krach- lig werkzaam ten zuiden van St.-Quentin en op den Chemin des Dames, in de richting van Cerny en Hurtebise, waar ook verschei dene patrouille-schermutselingen hebben plaats gehad. In Champagne hebben de Duitschers in den loop van den nucht op verschillende punten hevige aanvallen tegen het Fran sche front ondernomen, die voorafgegaan 'waren door zware kanonnades. Ten Noordwesten van Auberive en op den Mont Blond zijn alle Duitsche aanvallen door ons vuur tot staan gebracht. Bijzonder hevige aanvallen waren gericht tegen de Fransche stellingen op de Teton. Casque en Mont Hnut. De strijd, die tegen twee uur begon, werd tot het aanbreken van den dag voortgezet. De aanvallen werden door het vuur der Franschen gebroken of met de bajonet afgeslagen. De Duitsche stormcolonnes werden telkenmale in ver» warring met zware verliezen naar hunne loopgraven teruggedreven. Op één enkel punt, ten Noordwesten van den Mont Haut hebben kleine Duitsche troepenafdeelinger» vasten voet gekregen in eenige stukken van vooruitgeschoven Fransche loopgraven. De Franschen hebben een aantal krijgsgevan genen gemaakt, onder wie twee officieren. Aan den linker-Monsoever was de artil leriestri jd vrij levendig. In de streek van hoogte 34 zijn twee Duitschee overvallen geheel mislukt. Avondcommuniqué. Na verscheidene mijnen ten zuiden van Berry-au-Bac te hebben laten springen, be zette de vijand eenige door deze ontploffin gen ontredderde loopgraven. In Champagne wierp een krachtige tegenaanval den vijand uit de punten waar hij den vorig en nhcht voet had gekregen. Onze linie is nu geheel hersteld. Vijf Duitsche vliegtuigen zijn naar den grond gebracht. Londen, 31 Mei. (R.) Bericht van maarschalk* Haig. Een vijandelijke invalstroep tn zuiden van Armentières werd verdreven; wij maakten daarbij eenige gevangenen. Er was aanmer kelijk wederzijdsch artillerievuur bif Bulle- court en aan de Scarpe. Twee Duitsche vliegtuigen waren genood zaakt op den grond te komen. Een van onze machines wordt vermist. W e e n e n, 3 1 M e i. (Van onzen eigen correspondent). De slag op het Italiaansche oorlogstooneel is aan 't verflauwen. De militaire deskundi gen vellen een gunstig oordeel over den toe stand. Weenen, 3 1 Mei. (Corr.-bur.). Offi cieel bericht van heden middag. Aan de Isonzo waren over dag artillerie- gevechten. Des nachts werden bij San Gio vanni, ten zuidoosten van Monfalcone, twee Italiaansche aanvallen afgewezen. Rome, 31 Mei. (Stefani). Officieel communiqué. Aan de fronten in Trentino en Karintië belemmerden stortregens en dicte mist gis teren de artillerie-gevechten. Zij waren ech ter gunstig voor den arbeid der patrouilles. In den nacht van 29 op 30 Mei trachtte de vijand ten Noorden van Sella Tonale dooi een onvencachten aanval twee van onze vooruitgeschoven posten op den Punta di Albiola te veroveren. Hij werd echter onf- dekt en teruggedreven. Op d^ noordelijke hellingen van den Piz- zul-berg, in Karintië en in het hovend al van de Roccolena (Fella) zijn twee pogingen van den vijand tegen onze liniën volkomen mis lukt. Aan het Julische front heeft onze artillerie het herhaalde vuren van den vijand afdoen de beantwoord. Stoutmoedige aanvallen van onze patrouilles noodzaakten den vijand, die zich in zijn nieuwe stellingen versterkte, voortdurend op zijne hoede te zijn. In de streek van Vodice dreven onze batte» ijen vijandelijke troepen-massa's uiteen, die zich gereed maakten voor een aanval. P e t e r s b u r g, 3 1 Mei. (Tcl.-ag.) Com muniqué van den grooten generolen staf. Aan het Kauknzische front werd eene po ging van een twee compagnieën sterken troep om het offensief te nemen ten noord westen van Kalken, door ons vuur terug geslagen. Ten noorden van Bitlis werd een bende gewapende Koerden, die ons vee wilden ontnemen, verstrooid. De Turken, die ons trachtten te naderen'ten zuiden van Van, werde nteruraeworpen. Aon de Diala heerscht eene tropische hitte, vergezeld van warme winden. Aan de andere fronten» geweervuur. Onze vliegtuigen wierpen bommen neer bij Sola aan den spoorweg Libou—Romny en op hét station Voigiany van den spoor weg Bjlogoe—Sedietz. B e r 1 ij n, 31 Mei. (W. B.) Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. Geslaagde voorve^igevechten brachten de Duitsch-Bulgaarsche patrouille-afdeelingen in den Tsernaboog en op d.en westelijken Var- dar-oever een aantal gevangenen aan. Sofia, 31 Mei. (Buig. ag.) Bericht van het hoofdkwartier. In den Tsernaboog, ten westen van liet Doiranmeer en in het noordelijke gedeelte van de vlakte van Serres levendig artillerie» vuur. in den Tsernaboog drongen Duitsche afdeelingen in een vijandelijke loopgraaf, waaruit zij gevangenen terug brachten. Ten westen van de Vardar; bij het dorp Faltsjak Mahle, verrichtten onze troepen eene ge slaagde verkenning. Vijandelijke infanterie, gesteund door artillerie, die trachtte te avan ceeren, werd teruggeworpen Er was eene levendige werkzaamheid in de lucht op het geheele front. We enen, 31 Mei. (Corr.-bur.). Bij de plechtige opening van den Rijksraad in :1e Hofburg heeft keizer Karei de Troonrede gehouden. In de eerste plaats herdacht hij wijlen keizer Frons Jozef, wiens aandenken in het hart van het volk en in zijne onver gankelijke werken zal voortleven, die den staat uit de toestanden van het verleden ge bracht heeft op de banen der constitutio- neele ontwikkeling en tot cultureelen en economischen bloei opvoerde. De treffende bewijzen*van kinderlijke liefde voor den overleden keizer, de blijken van deelneming, vyearin zijne geliefde volkeren wedijverden. De arbeid verschaft het dogelijksch brood, maar de opgeruimdheid geeft er de smaak aan. Roman van Hclenc Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit liet Noorsch door A M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 11 .Ragnhild, je weet niet wat je zcgl; voel jc niet dat je me pijn doet?" „Och, lieve, jc behoeft het zoo hoog niet op tc nemen ik vind alleen, dal Hans nok wel eens iets kon doen, en niet alles op jou aan moest laten komen... het is, naar mijn mee ning wel wal egoïstisch van je moeder om om zoo altijd maar aan tc nemen." „Wat weet jij daarvan? Zijn stem klonk Iieesch Hij was van tafel opgesprongen en dc handen, waarmee hij zijn servet opvouw de, beefden sterk. „Ik vraag je: w a t w c e t j ij daarvan?" herhaalde hij driftiger toen zij niet antwoord de en hij hoog zich tot haar over. Hij haalde met moeite adem. Zij glimlachte een .veelzeggende blik én trok de schouders op. Een hartstochtelijke flikkering in ziju oog en zijn gebalde vuist kwam -driftig neer op de tafel. De kopjes en borden rinkelden: ccn glas dal op den rand stond, viel ap den grond in stuk ken. Het onverwachte, rinkelende geluid bracht hem tot bezinning werkte als ecg bespotting over zijn eigen gewelddaad. Nooit had hij zich laten vervoeren! En nu stond hij daar, vuurrood, onbewegelijk vol sdiaamtc. Maar Ragnhild had zich mét een trotsch gebaar opgericht en mal hem met een blik van welberekende verwondering. „Ik ben om j o u blij, Ilarald, dat dc kinde ren niet in de kamer zijnl" Zij sprak deze woorden mei ijskoude kalmte. En haastig cn met opgericht hoofd ging zij de kamer uit. Hij bleef staan en keek haar na, terwijl hij zijn lippen lot bloedens toe heel.... To^n snelde hijtnaar de vestibule nam zijn hoed cn liep in stormpas naar dc stad. Toen hij dien middag thuis kwam ging hij dadelijk naar Ragnhild. En met een onzekero slem zei hij: „Moeder is nu veel beter we kunnen dus van avond gerust gaan." Ragnhild zat in de huiskamer met den rug naar hem toe de courant te lezen Nu keek zij even onverschillig op. „Och ja ik dacht wel. dat het niets zou wezen." Hij bleef aarzelend achter haar stoel slaan. „Iloe gaat hel met de hoofdpijn?" „Dank je," beter. t Zij kis verder. „Kagnhilcl „Nu. wal wil je?" ,.Ik wou je excuus vragen voor van morgen ik ik had mij beier moeten behecr- schcn Zij wendde zich niet om. m^ar antwoordde slechts: „lk moet jc zeggen, dal ik mij over jc ver wonderde maar ik wist wel, dat je je ongelijk zoudl erkennen.'' Ilij antwoordde niet. Maar zijn hand die op jlc__rugleuning van haar stoel lag, streek -er langzaam, als toe vende langs en viel toen slap neer, terwijl hij zich omkeerde cn naar zijn kamer ging 's Avonds was Ragnhild in een mooi costuurn cn in een uitstekend humeur. Haar wangen waren blozend van gezondheid en als zij de oogen opsloeg mol den pikanten blik, die haar eigen was, werden zij een seconde omsluierd, om een oogenblik daarna des te meer le schitteren cn tc verblinden. En de verraderlijke trekken om den mond hadden plaats gemaakt voor een vriendelijk glim lachje. Er werd muziek gemaakt en gedanst. Ragn hild had een hooge doch zwakke sopraan, die goed uitkwam in koor of duet. En dansen deed ze als een der beste. Dan was zij echt in haar clement, beminnelijk cn vroolijk. Zij hielden veel van haar in den kring, die nu bijna haar eenige conversatie was. De dames vonden haar amusant, al was zü niet vrij van coqueltcrie. Dc hceren waren het er alhrn over eens dat zij mooi was cn dal haar vrije, overmoedige houding haar goed stond. En kwam hel al eens ter sprake, dan waren allen hel er over eens dal het ci> 'ijk merkwaardig was. zoo goed als dit huwelijk ging, niettegenstaande hel groote verschil tus schen deze beiden. Maar dal was dan, ook aan haar te danken. II ij mocht zich gelukkig rekenen met zulk een lieve, zachte vrouw dif hem bewonderde, dal kon ieder zien! Want ieder wist ook dat zulke mannen tame lijk lastig en egoïstisch zijn om dagelijks mee om te gaan, al waren zij da*i ook nog zoo knap. Van avond? bijv., moest je 't wel zien hoe sombej^én knorrig hij er uitzag! Ging zij zoo even niet naar hem toe en legde haar hand op zijn arm, toen zij hem iets vroeg zoo echt lief zag zij er uit en hij had haar kortaf cn onvriendelijk geantwoord, zonder haar aan te kijken. En hij bleef achteraf staan, leunende legen de deutposl, half in de schaduw van het nau welijks verlichte kabinet, zonder te dansen en zonder met iemand te praten, met zijn oogen naar den grond, alsof hij over iels peinsde en zijn gedachten mijlen ver waren. Dat waren zij ook. Hij dacht er aan, hoe hij vroeger dikwijls, wanneer er onaangenaamheden tusschen hem cn Ragnhild waren voorgevallen, zijn ont stemming in gezelschap had weten te verber gen voor het uiterlijke ten minste hoe hij had kunnen glimlachen en schertsen en vriendelijk antwoorden op haar opmerkin- geïfc. ^Vant zij vergat zoo spoedig, Ragnhild en h ij kreeg ook zijn deel van haar opge wekte stemming in het hijzijn van anderen- Wat deed het er toe, er was altijd comcdic geweest in haar lieftalligheid zij wist wel, hoe, goed die haar stond... Dat was ook wel het beste voor hem! Want liet was ook heler dc menschen er buiten të laten zoo lang i mogelijk. Maar v a n a v o n d. Van avond was liet» of er iels moordends in zijn gemoed was ge komen een oude smart, die nu dezen mid dag bitterder, zwaarder le dragen was ge worden. Hij voelde zich zoo vermoeid zoo moede loos zoo machteloos. Mocht hij niet van zieU zeiven zeggen, dat hij eerlijk zijn best had ge daan? Ilij verlangde daar geen dank voor - hel ging immers om zijn eigen levensgeluk! Maar wanneer hij terug zag op al die jaren! Dag in dag uit, iaar in 'jaar uit, had hij het mooie gelaat met de groote, heerlijke oogen voor zich gezien... soms stralende, dikwijls koud als staal!.. En hij had gezocht en ge spied, en geluisterd en gehoopt haar ziele- leveh le ontdekken in zijn diepste leven. Maar uit haar persoonlijkheid was slechts iet, onbegrijpelijks, iets kouds te voorschijn, gekomen waar hij geen houvast aan had kunnen krijgen., iets dal steeds verder cn verder van licin weggleed cn hem vermoei de met een ecuwig raadsel als het altijd terugkecrcnde vraagstuk, in zijn dagelijksch bestaan! Neen, van avond kon hij geen comcdic spelen doen alsof hij gelukkig ^waslTlet stond hem tegen! het verlaagde hem in zijn eigen oogen hij voelde het hij wilde niet... Zijn heele ziel was pijnlijk getroffen. Hij ge* voelde het steeds dieper hoe meer er om hem heen gedanst en gelachen werd vooral hof meer z. ij danste en lachte. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1