w° 2.m
IS'" Jaargang.
DE EEMLANDE R".
Vrijdag 1 Juni 1917.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAl.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
»9
Uitgevers: VALKHOFF Co,
ABONNEMENTSPRIJS
*?er mtuinduu vooi Amersloort f 1.3Ö.
Idem franco per post1»80.
Eer week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.18*.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Wekel(ikaoh biivoegael „De Holkindsche Huitvrouw' (onder
Vodactie van Thérèae Hoven) per mn4. 50 ets.
Wekelijksoh biivoegsel „Wereldrevue" per 8 mnd. 52 CtS.
Bureau: U TREC H TSCH EST RAAT 46.
Iniercomm. Telefoonnummer 6ö.
PRIJS DER AL> VERTENTIEN
Van 1 5 regola
Elke regel moor
Dienstaanbiedingen 15 regels.,
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijf bestaan' /.oer voordoelige bopalingon
tol het horhaald adverteeron in dit Blad, bij abonuoinont»
Eono circulaire, bevattend® de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogo/.ondau.
f O.HO.
- 0.15.
- 0.39,
Politiek Overzicht.
De rol van de duikbooten
in den werelstriid.
Het duikbootgevaar is lang de nachtmer
rie van de Entente geweest. Of dat zal ver
anderen, nu in de parlementen van Enge
land en Frankrijk is aangekondigd, dat in
•de bestrijding van da duikbooten belang
rijke vorderingeiTziin gemaakt, zal nog moe
ten blijken. De laatste opgave van de Brït-
sche 'admiraliteit vermeldt als in den grond
geknord» gedurende e'en week TB schepen
boven 1600 ton en één beneden die ton
nage. Dat verschilt niet veel van de cijfers
van 16 tot 18 per week in den tijd van
begin Februari tot half April van dit jaar.
Daarna heeft-men aanmerkelijk hoogere cij
fers gehad: in de eerste week van Mei* zijn
38 Engelsche schepen van boven de 1600
ton vergaan, in de week, die daaraan voor
af ging, zelfs 40. ü|£aar om. conclusiën te
kunnen trekken, waarop men kan afgaan,
zal men meer cijfers onder de oogen moe
ten hebben, loopende over een langoren tijd
en waaruit mön ook de verloren gegane
vrachtruimte zal kunnen zien.
Uit den tijd, toen men onder den indruk
was, dat het Uboot-gevaar in steeds stijgen
de mate zich deed voelen en dat £en af
doend afweermiddel er te£en niet te vinden
was, dateeren klachten zonder tal en ern
stige grieven tegen het beleid van de Brit-
sche admiraliteit. Ware noodkreten klonken
uit Frankrijk. Als voorbeeld daarvan kan
dienen de hier volgende aanhaling 'uit een
artikel van admiraal Degouy in hét Journal
des Débats, waarin werd gezegd:
„Niet alleen de duikbootoorlog, voor zoo
veel betreft, de toepassing van meer of min
der vernuftige methodes om den onderzeeër
te verjagen, moet worden hesproken, maar.
de algemeene politiek van den zee-oorlog,
de' strategie in één woord, van de admira
liteit. Dat hooge college heeft, sedert Win
ston Churchill's aftreden, bewust het offen
sief prijsgegeven voor een defensief, dat
gaandeweg schijnt te zijn gaan neigen naar
de lijdelijkheid. Men had een oogenblik
eenige hoop gevestigd op de afsluiting van
de Noordzee, met groote kosten door de
Britsche marine georganiseerd in Februari.
Men dacht, dat de verdediging van die af
sluiting en vooral van de deuren, die zich
noodwendig openen naar de kust ven Hol
land en die van Jutland, gelegenheid zou
bieden tot actieve operatiën £n even veel
vuldige als levendige ontmoetingen tus-
schen schepen van de beide vloten. Er is
niets van dien aard gebeurd. Is de afslui
ting streng bewaakt? Hebben de duikboo
ten er niet door heen kunnen komen of haar
kunnen vernietigen? Of wel hebben zij haar
eenvoudig ontweken door de onvoldoende
bewaakte Oostzeestraten? Wij weten daar
zoo goed als niets van. Maar wat wij heel
goed weten, is dat deze manier van hande
len niet geslaagd is. Niet, dat het beginsel
niet oordeelkundig was. Men wilde de duik
booten in hunne havens opsluiten, maar
het slot was te groot, te ver verwijderd. Men
liet hun ruimte en breidde den bewakings
kring al te zeer uit. Wat noódig is, is de
monden van de Noordzee methodisch en
achtereenvolgens te sluiten en daarna de
Oostzeestraten, als men ten minste niet de
voorkeur er aan geeft in die zee door te
dringen. Een groot werk, zal men zeggen,
en een moeielijk en gevaarlijk wérk. M:s-
schien. Maar wat nog gevaarlijker is, is niets
te doen."
Hier wordt aangedrongen op e.ene spoe
dige verandering in de methode van zee
oorlogvoering. In een later artikel werkt
deze schrijver zijn gedachte nader uit. On-
j der aanhaling van een woord, door het hoofd
van het Duitsche marine-departement in den
j rijksdag gesproken, dat eene uitdaging aan
den tegenstander inhield om de Duitsche
vlootbasis te vernietigen als eenig afdoend
middel om tegen de duikbooten te strijden,
aldus eindigende: „Laten zij 't beproeven! Zij
zullen op graniet bijten", zegt hij: „Dat „gra
niet" van de Duitsche kust, waar slechts zand
en leem is, gelijkt veel op dot der liniën van
maarschalk von Hindenburg. Wij zullen, het
bros vinden, als wij zujlen besluiten het aan
te vallen met de geschikte middelen. „De
geschikte middelen!" Inderdaad daarop komt
het aan. Let op hoe zonderling het is, dat
dë geallieerden nog niet, om te handelen op
de Duitsche kust, machines en wapenen
hebben uitgedacht, die zij zich.hebben ver
schaft nan de geduchte verschansingen van
Picardië, Champagne en Artois aan te jas
ten. Ach wat heeft het begrip van de „blok
kade op een afstand" ons een kwaad ge
daan, al ware 't alleen door onze verschil
lende vlootorganismen vrij te stellen van den
plicht zich aan te passen bij de "nieuwe om-
standigheden van den vlootoorlog, die van
den kustoorlog in het bijzonder."
Dit in Frankrijk geopperde denkbeeld
heeft in Engeland wel eenigen weerklank ge
vonden. Zoo heeft in de Times admiraal Sir
Reginald Custon zich aangesloten b:.j de af
keurende kritiek op het beleid van de admi
raliteit, zooals blijkt uit zijne slotwoorden,
waarin hij zegt: ..De gróote aanvoerders van
j het verleden kozen nooit „slap-dash" (plot
selinge, zorgeloos in elkaar gezette) metho
des, maar werkten naar met zorg voorbereide
plannen, gegrond op het beginsel, dat
het militaire doel is de vernietiging van
de strijdmacht van den vijand. Ongelukkig
schijnen onze plannen op een verschillend
beginsel gebaseerd te zijn." 'Lijnrecht hier
tegenover echter staat de meening van een
andere marine-specialiteit, admiraal Meux,
die verkondigt, dat het doelloos is het feit
te verbergen, dat Engeland nooit een af
doend afweermiddel tegen het U-bootge- j
vaar zal bezitten. Engeland kan tegen de
Duitsche U-booten niets •uitrichten, omdat!
'zij bescherming vinden in onneembare ha-1
vens, waarop het wagen van een aanval
krankzinnigheid zou zijn.
Tegen dit door het uiterste pessimisme in-
gegeven advies leveren de mededeelingen
over de vorderingen, die zijn gemaakt in de
bestrijding van de'duikbooten, een tegengif.
De vraag is echter: zullen die mededeelin
gen zich nader bevestigen?
De oorlog,
B r 1 ij n, 3 0 Mei. (W. B.) Officieel be
richt.
Door nieuwe duikbootsuccessen in de
Noordzee werden 21.500 ton vrachtruimte in
den grond geboord.
Berlijn, 31 Mei. (W. B.) Van het be
gin ven den oorlog tot den 31 en Mei 1917
zijn aan oorlogsvaartuigen van de Entente
(uitgezonderd hulpkruisers) in 't geheel ver
nield 253 stuks met 800.765 ton waterver
plaatsing. Onder cjeze 252 schepen en vaar
tuigen zijn 155 Engelsche met 651.700 ton
waterverplaatsing. Deze zijn aldus onderver
deeld: 12 linieschepen, 17 pantserslagkrui
sers, 18 beschermde kruisers, 67 torpedo
booten, 28 duikbooten en verdere oorlogs
vaartuigen, zooals b.v. duikboot jagers. Be
halve deze verliezen aan oorlogsschepen ver
loor de Entente tot 31 Mei niet minder dan
200.000 ton aan hulpkruisers (voor het
overwegende deel Engelsche) door oorlogs
maatregelen van de centrale mogendheden.
Berlijn,31 Mei. (W.-B.). Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
De levendige artilleriewerkzaamheid in
den yperen- en Wytschaeteboog houdt aan.
Ten zuiden van de Scarpe zijn verscheidene
Engelsche compagnieën, die des avonds bij
verrassing tegen onze loopgraven oprukten,
met verlies afgewezen. Na eene korte stij
ging van de vuuractie geschiedden des
nachts ook tusschen Monchy en Guemappe
aanvallen van de Engelschen. In een hard
nekkig handgemeen wierpen regimenten uit
West-Bruisen dcA meermalen stormloopen
den vijand terug.
Langs den Chemin de Domes-rug en in
de westelijke Champagne bereikte de artil-
leriestvijd weer eene grootere sterkte. Op
de zuidelijke Aisne-oever bëstormcfbia, na
omvangrijke opblazingen, Westfaalsche troe
pen verscheidene Fransche loopgraven en
brachten 40 gevangenen en eenige ma
chinegeweren terug.
Tea oosten van Auberive voerden ge
deelten van een Rijnlandsch regiment eene
verkenningsonderneming uit, waarbij 50
gevangenon in onze handen vielen. Gedu
rende den nacht was er ook op den weste
lijker^ Maasoever eene levendige vuur
actie.
Van het front van hertog Albrecht niets
nieuws.
P a r ij s, 3 1 Mei. (Havas). Namiddag-
commuiqué.
De artillerie was aan beide zijden krach-
lig werkzaam ten zuiden van St.-Quentin en
op den Chemin des Dames, in de richting
van Cerny en Hurtebise, waar ook verschei
dene patrouille-schermutselingen hebben
plaats gehad.
In Champagne hebben de Duitschers in
den loop van den nucht op verschillende
punten hevige aanvallen tegen het Fran
sche front ondernomen, die voorafgegaan
'waren door zware kanonnades.
Ten Noordwesten van Auberive en op
den Mont Blond zijn alle Duitsche aanvallen
door ons vuur tot staan gebracht.
Bijzonder hevige aanvallen waren gericht
tegen de Fransche stellingen op de Teton.
Casque en Mont Hnut. De strijd, die tegen
twee uur begon, werd tot het aanbreken van
den dag voortgezet. De aanvallen werden
door het vuur der Franschen gebroken of
met de bajonet afgeslagen. De Duitsche
stormcolonnes werden telkenmale in ver»
warring met zware verliezen naar hunne
loopgraven teruggedreven. Op één enkel
punt, ten Noordwesten van den Mont Haut
hebben kleine Duitsche troepenafdeelinger»
vasten voet gekregen in eenige stukken van
vooruitgeschoven Fransche loopgraven. De
Franschen hebben een aantal krijgsgevan
genen gemaakt, onder wie twee officieren.
Aan den linker-Monsoever was de artil
leriestri jd vrij levendig. In de streek van
hoogte 34 zijn twee Duitschee overvallen
geheel mislukt.
Avondcommuniqué.
Na verscheidene mijnen ten zuiden van
Berry-au-Bac te hebben laten springen, be
zette de vijand eenige door deze ontploffin
gen ontredderde loopgraven. In Champagne
wierp een krachtige tegenaanval den vijand
uit de punten waar hij den vorig en nhcht
voet had gekregen. Onze linie is nu geheel
hersteld.
Vijf Duitsche vliegtuigen zijn naar den
grond gebracht.
Londen, 31 Mei. (R.) Bericht van
maarschalk* Haig.
Een vijandelijke invalstroep tn zuiden van
Armentières werd verdreven; wij maakten
daarbij eenige gevangenen. Er was aanmer
kelijk wederzijdsch artillerievuur bif Bulle-
court en aan de Scarpe.
Twee Duitsche vliegtuigen waren genood
zaakt op den grond te komen. Een van onze
machines wordt vermist.
W e e n e n, 3 1 M e i. (Van onzen eigen
correspondent).
De slag op het Italiaansche oorlogstooneel
is aan 't verflauwen. De militaire deskundi
gen vellen een gunstig oordeel over den toe
stand.
Weenen, 3 1 Mei. (Corr.-bur.). Offi
cieel bericht van heden middag.
Aan de Isonzo waren over dag artillerie-
gevechten. Des nachts werden bij San Gio
vanni, ten zuidoosten van Monfalcone, twee
Italiaansche aanvallen afgewezen.
Rome, 31 Mei. (Stefani). Officieel
communiqué.
Aan de fronten in Trentino en Karintië
belemmerden stortregens en dicte mist gis
teren de artillerie-gevechten. Zij waren ech
ter gunstig voor den arbeid der patrouilles.
In den nacht van 29 op 30 Mei trachtte
de vijand ten Noorden van Sella Tonale
dooi een onvencachten aanval twee van
onze vooruitgeschoven posten op den Punta
di Albiola te veroveren. Hij werd echter onf-
dekt en teruggedreven.
Op d^ noordelijke hellingen van den Piz-
zul-berg, in Karintië en in het hovend al van
de Roccolena (Fella) zijn twee pogingen van
den vijand tegen onze liniën volkomen mis
lukt.
Aan het Julische front heeft onze artillerie
het herhaalde vuren van den vijand afdoen
de beantwoord. Stoutmoedige aanvallen van
onze patrouilles noodzaakten den vijand,
die zich in zijn nieuwe stellingen versterkte,
voortdurend op zijne hoede te zijn. In de
streek van Vodice dreven onze batte» ijen
vijandelijke troepen-massa's uiteen, die zich
gereed maakten voor een aanval.
P e t e r s b u r g, 3 1 Mei. (Tcl.-ag.) Com
muniqué van den grooten generolen staf.
Aan het Kauknzische front werd eene po
ging van een twee compagnieën sterken
troep om het offensief te nemen ten noord
westen van Kalken, door ons vuur terug
geslagen. Ten noorden van Bitlis werd een
bende gewapende Koerden, die ons vee
wilden ontnemen, verstrooid. De Turken,
die ons trachtten te naderen'ten zuiden van
Van, werde nteruraeworpen. Aon de Diala
heerscht eene tropische hitte, vergezeld van
warme winden.
Aan de andere fronten» geweervuur.
Onze vliegtuigen wierpen bommen neer
bij Sola aan den spoorweg Libou—Romny
en op hét station Voigiany van den spoor
weg Bjlogoe—Sedietz.
B e r 1 ij n, 31 Mei. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
Geslaagde voorve^igevechten brachten de
Duitsch-Bulgaarsche patrouille-afdeelingen in
den Tsernaboog en op d.en westelijken Var-
dar-oever een aantal gevangenen aan.
Sofia, 31 Mei. (Buig. ag.) Bericht van
het hoofdkwartier.
In den Tsernaboog, ten westen van liet
Doiranmeer en in het noordelijke gedeelte
van de vlakte van Serres levendig artillerie»
vuur. in den Tsernaboog drongen Duitsche
afdeelingen in een vijandelijke loopgraaf,
waaruit zij gevangenen terug brachten. Ten
westen van de Vardar; bij het dorp Faltsjak
Mahle, verrichtten onze troepen eene ge
slaagde verkenning. Vijandelijke infanterie,
gesteund door artillerie, die trachtte te avan
ceeren, werd teruggeworpen
Er was eene levendige werkzaamheid in
de lucht op het geheele front.
We enen, 31 Mei. (Corr.-bur.). Bij de
plechtige opening van den Rijksraad in :1e
Hofburg heeft keizer Karei de Troonrede
gehouden. In de eerste plaats herdacht hij
wijlen keizer Frons Jozef, wiens aandenken
in het hart van het volk en in zijne onver
gankelijke werken zal voortleven, die den
staat uit de toestanden van het verleden ge
bracht heeft op de banen der constitutio-
neele ontwikkeling en tot cultureelen en
economischen bloei opvoerde. De treffende
bewijzen*van kinderlijke liefde voor den
overleden keizer, de blijken van deelneming,
vyearin zijne geliefde volkeren wedijverden.
De arbeid verschaft het dogelijksch brood,
maar de opgeruimdheid geeft er de smaak
aan.
Roman van Hclenc Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit liet Noorsch
door
A M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
11
.Ragnhild, je weet niet wat je zcgl; voel jc
niet dat je me pijn doet?"
„Och, lieve, jc behoeft het zoo hoog niet op
tc nemen ik vind alleen, dal Hans nok wel
eens iets kon doen, en niet alles op jou aan
moest laten komen... het is, naar mijn mee
ning wel wal egoïstisch van je moeder om
om zoo altijd maar aan tc nemen."
„Wat weet jij daarvan? Zijn stem klonk
Iieesch Hij was van tafel opgesprongen en
dc handen, waarmee hij zijn servet opvouw
de, beefden sterk.
„Ik vraag je: w a t w c e t j ij daarvan?"
herhaalde hij driftiger toen zij niet antwoord
de en hij hoog zich tot haar over.
Hij haalde met moeite adem.
Zij glimlachte een .veelzeggende blik
én trok de schouders op.
Een hartstochtelijke flikkering in ziju oog
en zijn gebalde vuist kwam -driftig neer op
de tafel.
De kopjes en borden rinkelden: ccn glas dal
op den rand stond, viel ap den grond in stuk
ken.
Het onverwachte, rinkelende geluid bracht
hem tot bezinning werkte als ecg bespotting
over zijn eigen gewelddaad.
Nooit had hij zich laten vervoeren! En nu
stond hij daar, vuurrood, onbewegelijk vol
sdiaamtc.
Maar Ragnhild had zich mét een trotsch
gebaar opgericht en mal hem met een blik
van welberekende verwondering.
„Ik ben om j o u blij, Ilarald, dat dc kinde
ren niet in de kamer zijnl"
Zij sprak deze woorden mei ijskoude
kalmte. En haastig cn met opgericht hoofd
ging zij de kamer uit.
Hij bleef staan en keek haar na, terwijl hij
zijn lippen lot bloedens toe heel.... To^n snelde
hijtnaar de vestibule nam zijn hoed cn liep
in stormpas naar dc stad.
Toen hij dien middag thuis kwam ging hij
dadelijk naar Ragnhild. En met een onzekero
slem zei hij:
„Moeder is nu veel beter we kunnen dus
van avond gerust gaan."
Ragnhild zat in de huiskamer met den rug
naar hem toe de courant te lezen Nu keek zij
even onverschillig op.
„Och ja ik dacht wel. dat het niets zou
wezen."
Hij bleef aarzelend achter haar stoel slaan.
„Iloe gaat hel met de hoofdpijn?"
„Dank je," beter. t
Zij kis verder.
„Kagnhilcl
„Nu. wal wil je?"
,.Ik wou je excuus vragen voor van morgen
ik ik had mij beier moeten behecr-
schcn
Zij wendde zich niet om. m^ar antwoordde
slechts:
„lk moet jc zeggen, dal ik mij over jc ver
wonderde maar ik wist wel, dat je je
ongelijk zoudl erkennen.''
Ilij antwoordde niet.
Maar zijn hand die op jlc__rugleuning van
haar stoel lag, streek -er langzaam, als toe
vende langs en viel toen slap neer, terwijl
hij zich omkeerde cn naar zijn kamer ging
's Avonds was Ragnhild in een mooi
costuurn cn in een uitstekend humeur. Haar
wangen waren blozend van gezondheid en als
zij de oogen opsloeg mol den pikanten blik,
die haar eigen was, werden zij een seconde
omsluierd, om een oogenblik daarna des te
meer le schitteren cn tc verblinden. En de
verraderlijke trekken om den mond hadden
plaats gemaakt voor een vriendelijk glim
lachje.
Er werd muziek gemaakt en gedanst. Ragn
hild had een hooge doch zwakke sopraan, die
goed uitkwam in koor of duet. En dansen
deed ze als een der beste. Dan was zij echt
in haar clement, beminnelijk cn vroolijk.
Zij hielden veel van haar in den kring,
die nu bijna haar eenige conversatie was. De
dames vonden haar amusant, al was zü niet
vrij van coqueltcrie. Dc hceren waren het er
alhrn over eens dat zij mooi was cn dal haar
vrije, overmoedige houding haar goed stond.
En kwam hel al eens ter sprake, dan
waren allen hel er over eens dal het ci> 'ijk
merkwaardig was. zoo goed als dit huwelijk
ging, niettegenstaande hel groote verschil tus
schen deze beiden. Maar dal was dan, ook aan
haar te danken. II ij mocht zich gelukkig
rekenen met zulk een lieve, zachte vrouw
dif hem bewonderde, dal kon ieder zien!
Want ieder wist ook dat zulke mannen tame
lijk lastig en egoïstisch zijn om dagelijks mee
om te gaan, al waren zij da*i ook nog zoo
knap.
Van avond? bijv., moest je 't wel zien hoe
sombej^én knorrig hij er uitzag! Ging zij zoo
even niet naar hem toe en legde haar hand op
zijn arm, toen zij hem iets vroeg zoo echt
lief zag zij er uit en hij had haar kortaf cn
onvriendelijk geantwoord, zonder haar aan
te kijken.
En hij bleef achteraf staan, leunende legen
de deutposl, half in de schaduw van het nau
welijks verlichte kabinet, zonder te dansen en
zonder met iemand te praten, met zijn oogen
naar den grond, alsof hij over iels peinsde en
zijn gedachten mijlen ver waren.
Dat waren zij ook.
Hij dacht er aan, hoe hij vroeger dikwijls,
wanneer er onaangenaamheden tusschen hem
cn Ragnhild waren voorgevallen, zijn ont
stemming in gezelschap had weten te verber
gen voor het uiterlijke ten minste hoe
hij had kunnen glimlachen en schertsen en
vriendelijk antwoorden op haar opmerkin-
geïfc. ^Vant zij vergat zoo spoedig, Ragnhild
en h ij kreeg ook zijn deel van haar opge
wekte stemming in het hijzijn van anderen-
Wat deed het er toe, er was altijd comcdic
geweest in haar lieftalligheid zij wist wel,
hoe, goed die haar stond... Dat was ook wel
het beste voor hem! Want liet was ook heler
dc menschen er buiten të laten zoo lang i
mogelijk.
Maar v a n a v o n d. Van avond was liet»
of er iels moordends in zijn gemoed was ge
komen een oude smart, die nu dezen mid
dag bitterder, zwaarder le dragen was ge
worden.
Hij voelde zich zoo vermoeid zoo moede
loos zoo machteloos. Mocht hij niet van zieU
zeiven zeggen, dat hij eerlijk zijn best had ge
daan? Ilij verlangde daar geen dank voor -
hel ging immers om zijn eigen levensgeluk!
Maar wanneer hij terug zag op al die jaren!
Dag in dag uit, iaar in 'jaar uit, had hij het
mooie gelaat met de groote, heerlijke oogen
voor zich gezien... soms stralende, dikwijls
koud als staal!.. En hij had gezocht en ge
spied, en geluisterd en gehoopt haar ziele-
leveh le ontdekken in zijn diepste leven.
Maar uit haar persoonlijkheid was slechts
iet, onbegrijpelijks, iets kouds te voorschijn,
gekomen waar hij geen houvast aan had
kunnen krijgen., iets dal steeds verder cn
verder van licin weggleed cn hem vermoei
de met een ecuwig raadsel als het altijd
terugkecrcnde vraagstuk, in zijn dagelijksch
bestaan!
Neen, van avond kon hij geen comcdic
spelen doen alsof hij gelukkig ^waslTlet
stond hem tegen! het verlaagde hem in zijn
eigen oogen hij voelde het hij wilde
niet...
Zijn heele ziel was pijnlijk getroffen. Hij ge*
voelde het steeds dieper hoe meer er om hem
heen gedanst en gelachen werd vooral hof
meer z. ij danste en lachte.
(Wordt vervolgd.)