N° 283 1""'" Jëarnang, -BUITENLAND» Strijdende Zielen. DE EEMLANDER". Dinsdag 5 Juni 1917. Democratie. -* n. (Slot). FEUILLETON. Hoofdredactie! MARIE VAN VERSENDAAu Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co, ABOHNEMENIaPltUs *£#r maanden root Amersfoort f 1.S0. Idem franco per po&t1-80» Per week 0.136, Afsonderlijke nummers0.05. Wekeiykaoh btjroepsol PD» Holland schRuUvrouw' (onder redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 ets. Wekeljjksoh bijvoegsel „WtrcldrtvUi' per 8 mnd. 53 cis. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTEN TIÉN Vau 1B regeU Elke rogel-uieer Dionstaanbiedingon 15 regels.» Groote lettors naai" plaatsruimte. Voor handel en bodrijl bestaan zeor voordoolige bopa! "n tot het herhaald advertworon in dit Blad, b(1 abonnoiue.K* Eeiio circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toogozonden. O.HO* - 0.1ffé o.&o. Er is in dezen oorlog wèl 'n overwinnaar: <de democratie! Reeds in de vredesjaren voor 1914 had lij gestadig in kracht en invloed gewonnen; maar in deze 3 jaren heeft zij geheel Europa •aan zich onderworpen. In de meest conservatieve landen heeft zij het oude regiem weggevaagd. In Rusland, waar geen vooruitziende liberale politiek den overgang vergemakkelijkt had, heeft de om mekeer groote verwarring gesticht. Duitsch land wil nog inderhaast den weg effenen en herstellen wat jaren lang verzuimd is; en zelfs in het tot heden zoo reactionaire Oos tenrijk heeft de Keizer zelf openlijk het nieuwe tijdperk der democratie ingeluid om nog te redden wat er te redden valt. Geleidelijk en tijdig hebben in Nederland onze vooruitstrevenderegeeringen, en die van Cort v. d. Linden niet het minst, de ba kens verzet en zonder schok of stoot de de mocratie hier binnengehaald. Van dit wijs beleid plukken zij thans de vruchten. Ner gens is de binnenlandsche toestand vreed zamer dan ten onzent. Schitterender recht vaardiging van de liberale politiek heeft men wel nooit zich kunnen, denken. Democratie en democratisch zijn schoone woorden, schoone begrippen; niettemin ont moeten zij in sommige kringen 'n ongemoti veerde afkeer en vrees. En dan bedoelen wij nog niet eens die- kringen, die uit hun aard anti-democratisch zijn; zelfs velen die misschien zonder er zich rekenschap van te geven, het democratisch beginsel wèl toegedaan zijn, schrikken voor het woord soms terug. Waarom dat? Voor 'n deel omdat door democraten zelve het begrip democratisch wel eens in discre- diet gebracht wordt. Men solt te veel met het woord. .Bij elk verschil van meentng hooren wij den een den ander toeroepen: dat is niet democratisch. Gij zilt ontrouw aan de demo cratie, wij alleen hebben de ware! Dat schijnt algemeen menschelijk te zijn, want onder christenen gaat het precies zoo. Intusschen kreeg men aldus vaak 'n wed strijd in democratischheid te zien, waarbij democratie zelve in het gedrang komt en van alle zijden deuken oploopt. Geen wonder dat tv kippig mensch dan uitroept: wat 'n afzich telijk ding! Het eigenaardigste is wel dat juist die partij, welke het monopolie van de demo cratie voor zich opeischt, de sociaal-demo- "cratie, eigenlijk de minst democratische is, in zeker opzicht nl even o n-democratisch is als de meest anti-democratische reactio nair. Democratie toch beteekent het regee- ringsysteem waaraan het volk in zijn geheel deel heeft. Maar de soc.-dem. wenscht juist de macht in handen van 'n deel van het volk, de arbeidersklasse; zij is dus even on democratisch als de andere uit eerste rich ting, welke de macht eveneens in handen van één klasse of groep zou willen, hetzij dan 'n aristocratische, plutocratische of theo cratische groep. Gelukkig echter nadert de soc.-dem. met den dag meer den beganen grond en naarmate zij het fantastische socia lisme ontrouwer wordt, komt zij dichter bij de democratie. Voor 'n ander deel berust de vrees voor het woorjjl democratie op misverstand. Men verwart nl. het begrip met ochlocratie, heer schappij van de massa en dan speciaal de massa van de laagste klasse. Maar dat is evident onjuist. Democratie, wij herhalen het, wenscht niet de macht in handen, van één klasse, doch van heel het volk. Een van de eerste vereischten voor de democratie is derhalve politieke rijpheid van het volk. Zonder deze zou er inderdaad ge vaar bestaan voor ochlocratie; de onontwik kelde- massa zou dan na allerlei bokkespron- gen öf allerlei avontuurlijke volksmenners op het kussen brengen öf zich blind overgeven aan een enkelen eerzuchteling, staatsman of krijgsman. Voor deze mislukkingen zijn wij gevrij waard door het liberalisme van de 19de eeuw, dat ons volk rijp gemaakt heeft voor de democratie. Er is verschil tusschen liberalisme en, democratie. Maar er is geen verschil tus schen liberaal (al is dat woord verouderd) en democratisch. De liberalen van de 19e eeuw waren democratisch, want zij stuurden in democratische .richting en zij zijn daarbij ge gaan zoover als zij in de omstandigheden konden. Voor de democratie zelve was ons volk in de 19e eeuw nog niet rijp. In de jaren 1850—1900 paste het li- beralis, dat den weg moest bereiden voor de democratie van onze dagen Liberalisme is dus democratie in 'n vroeger stadium en democratie is liberalisme in 'n verder gevorderd stadium. Maar liberaal en democratisch zijn verschillende benamingen voor hetzelfde wezen en die verschillende benaming is slechts historisch te verklaren: wie liberaal' heette in de I9e eeuw, noemt zich nu (althans zoo hij in z'n politieken groei, in z'n normale evolutie niet is achter gebleven) democraat, gelijk dezelfde persoon eerst kind, dan jongeling en eindelijk man heet. Waarom dus het woord democraat te vree zen? Veeleer zou men het woord liberaal moeten verbannen. Niet da£ wij zulks zouden wenschen; het woord is te schoon en er zijn te schoone herinneringen aan verbonden dan dat wij het niet als 'n eeretilel zouden beschouwen, waarmee wij ons nog gaarne sieren. Maar wij voorzien dat het woord liberaal bij de vol gende generatie nog grooter misverstand zal wekken dan het woord democraat bij het j oudere geslacht, 'n Democraat blijit altijd j liberaal-in-den-waren-zin, maar de jongeren j zullen, ten onrechte, steeds meer geneigd worden hem die, hoe democratisch hij zijn mag, zich bij voorkeur liberaal noemt, te ver warren met 'n aanhanger van het concrete liberalisme der Ï9e eeuw en hem dus te be schouwen als iemand die de politieke evo lutie niet heeft meegemaakt, doch is blij ven stilstaan, 'n achterblijver derhalve. Er zullen nog vele jaren van die achter blijvers, die zich liberaal (in de beteekenis van 19e eeuwsch-liberaal) noemen, gevon den worden en zoo zal het misverstand, dat dan allen die zich bij voorkeur liberaal be titelen, als achterblijvers beschouwt, zeer verklaarbaar zijn. Zoo is dus misverstand bestaanbaar èn ten opzichte van het begrip dèmocrntisch èn ten opzichte van het begrip liberaal. Maar 'n echte liberaal die schroomt voor het woord democratie, zou blijk geven de con sequentie van z'n eigen overtuiging niet aan te durven. Politiek Overzicht. De opening van don Oosten* rijkschen rijksraad. Op de uitnoodiging, die de jonge keizer in de troonrede richtte tot den rijksraad om met de regeering samen te werken tot voor ziening in de talrijke behoeften en nooden, die op bevrediging wachten, geeft de rede, waarmee de nieuw gekozen voor zitter van het huis van afgevaardig den zijn ambt aanvaardde, een weerklank in deze zinsneden: „De oude Habsburgsche monarchie heeft haar levenskracht en weer standsvermogen bewezen in eene mate, zoo als men nauwelijks had durven hopen, en de slagen, dié de vijanden tegen ons heb ben gevoerd, hebben er toe gediend ons te versterken en aaneen te smeden. Onze taak zal het zijn* er voor te zorgen, dot deze versterking 2ich ook verder ontwikkelt. On danks alle bezwaren en meeningsverschillen zullen wij dit doel bereiken, want alle volken der monarchie zijn vervuld van onbegrens de bewoivdcrin» en "tiank baarheid voor onze heldhaftige ttoepen, aan wier voorbeelde- looze overwinningen wij de beveiliging voor vijandelijke inbraken te danken hebben." Men zou geneigd zijn daaruit af te leiden, dat van nu af een geest van hartelijke sa menwerking den arbeid van parlement en regeering zal bezielen en vruchtbaar maken. Met eene dergelijke conclusie "moet men in tusschen voorzichtig zijn. Reeds dadelijk in deze eerste zitting van het tot nieuwen ar beid opgeroepen parlement is aan den dag gekomen, dat de oude geest, die op deze vergadering den stempel der onvruchtbaar heid drukte, niet verdwenen is. De oppositie partijen, die vroeger door hunne obstructie den arbeid hebben verlamd, hebben deze gelegenheid te baat genorr\en om te verkla ren, dat zij slechts onder een voorbehoud bereid zijn aan de werkzaamheden van dit parlement deel te nemen. Namens de club der Czeohische leden werd verklaard, dat het doel van haar streven is eene vervor ming van de monarchie in een bondsstaat van vrije en gelijkgerechtigde nationale sta ten en in 't bijzonder de verbinding van alle stammen van het Czecho-Slavische volk tot een democratischen staat. De Zuid-Sla vische club kwam harerzijds met de verkla ring. dat zij op grond van het nationale be ginsel en van het.Kroatische staatsrecht de vereeniging eischt van alle door Slowenen, Kroaten en Serviërs bewoonde landen der monarchie tot een zelfstandig, van elke heerschappij eener vreemde natie bevrijd, op democratischen grondslag en onder den schepter van de Habsburgsche-Lotharing- sche monarchie opgebouwd staatslichaam. Daartegen werd van Duitsche zijde eene tegenverklaring uitgebracht, dié inhield, dat elke poging om in Oostenrijk een Czechisch of een Zuid-Slavisch staatsrecht in te voe ren. op het besliste, verzet van alle Duit- schers in Oostenrijk zou stuiten. Daaraan werd nog toegevoegd: „Dat deze kwestiën juist thans, nu door den wereldslrijd de noodzakelijkheid van een sterken, op een heid gebaseerden verzamelstaat bewezëh werd, opgeworpen worden, veroordeelen wij ten scherpste. Den rijksraad, die geroepen is aan den herbouw van den staar in den zin van zijne eenheid en aaneensluiting mede te werken, mogen niet tijd en kracht ontnomen worden door een strijd waarvan bewezen is, dat hij tot niets leidt. Thans meer dan ooit heeft alles zich aan den staat ondergeschikt te maken." Van weerskanten heeft men dus positie genomen fep eene wijze, waaruit blijkt, dat1 i de oude geest is blijven leven. De regee- j I ring heeft verklaard, dat zij in de zitting van heden haar standpunt tegenover deze ver- i klaringen zou doen'kennen. Dat deze verkla- I ringen zijn aigelegd, is niet met haren wensch geschied; zij heeft de partijen trachten te bewegen ze achterwege tc laten, maar dit is haar niet gelukt. Nu zal moeten blijken, of zij in het bezit is van het aanzien en het gezag, die noodig zijn om aan den strijd eene richting te geven, waardoor hij het karakter van onvruchtbaarheid, dat hem vroeger kenmerkte, verliest. Het ligt blijk baar in hare bedoeling hier leidend op te treden en, 'door het voorbeeld te geven in woord en daad, de beweging, die ten doel heeft de staatsinrichting van Oostenrijk eene* verjongingskuur te doen ondergaan met be houd van wat door de historie als deugdelijk is erkend, in de goede baan te leiden. Daarvan getuigt eene zinsnede in de troon rede, waarin zij den keizer laat zeggen: „Ik ben overtuigd, dat het zegenvolle opbloeien van het constitutioneele leven na de on vruchtbaarheid van vroegere jaren en de exceptioneele omstandigheden van den oor log niet mogelijk is, zonder de hervorming van de grondwettige en bestuursrechtelijke grondslagen van het geheele openbare leven zoowel in den staat als in de afzonderlijke koninkrijken en landen, inzonderheid in Bo- hemen. Ik vertrouw' er op, dat het besef van uwe verantwoordelijkheid voor de ont wikkeling van de politieke omstandigheden en het geloof aan eene gelukkige toekomst van het in dezen vreeselijken oorlog zoo prachtig versterkte rijk u, mijne he eren, de kracht zal verleenen om in het kader van de eenheid van den staat en van de zekere be veiliging van zijne functiën ook aan de vrije nationale en cultureele ontwikkeling van gelijkgerechtigde volken ruimte te geven. Uit deze overwegingen heb ik besloten hel afleggen van den eed op de grondwet voor te behouden tot een, naar ik hoop, niet ver verwijderd tijdstip, waarop de fundementen vdh een nieuw, sterk en gelukkig Oostenrijk voor geslachten wederom stevig zullen zijn gelegd naar binnen en naar buiten." De oorlog, Washington, 4 Juni. (R.) De gezant van Venezuela spreekt tegen, dat Duitsch- land voorstellen heeft gedaan aan de regee ring van Venezuela om het Margarita-eiland in beheer te nemen. Hij zegt: Venezuela is onzijdig, maar dit is zeer ten gunste van de Vereenigde Staten. Venezuela zal cr nooit in toestemmen een duikbootbasis aan Duitschland te verschaffen. Londen» 4 Juni. (R.) Reuter ver neemt van gezaghebbende zijde, dat het be sluit van Brazilië om zijn neutraliteit in den „oorlog tusschen de Vereenigde Staten en Duitschland" te herroepen beteekent, dat de oorlogstoestand met Duitschland bestaat. De Duitsche campagne tegen Broziliaansche koopvaardijschepen heeft eiken twijfel opge heven, dat er feitelijk reeds een oorlogstoe stand bestaat. De regeering en het volk van Brazilië heb ben steeds sympathie voor de geallieerden gekoesterd, maar zij waren besloten de. neu traliteit je handhaven, totdat zij gedwongen werden haar prijs te geven. Niettemin zal ge heel Brazilië zich verheugen in deze veran dering, welke Duitschland noodzakelijk heeft gemaakt. Men mag als zeker aannemen, dat Brazilië, evenals de Vereenigde Staten, in den oorlog zal gaan met al zijne hulpbronnen aan men» schen en materieel. Dit blijkt uit de leger en marine-begrooting, welke bij het porie- ment is ingediend. Als eerste maatregel heeft Brazilië 42 Duitsche schepen in beslag genomen, dia thans in zijne havens liggen. Voor zoover bekend, zijn deze schepen VQftr hel meeren- deel juist van de tonnenmaat, waaraan thans het meest behoefte is en zoo goed als onbe schadigd. Zij zullen onmiddellijk ter beschik king van de geallieerden worden gesteld. Met een bevolking van 26 millioen zielen kan Brazilië spoedig een leger op de been brengen, dat een belangrijken steun kan ver leenen op het oorlogstooneel in Europa. Rio de Janeiro, 4 Juni. (Havas.) De president der Braziliaansche republiek heeft de door de Kamer en Senaat aangenomen wet, waarbij de onzijdigheids verklaring in getrokken wordt, onderteekend. Vier van de in beslag genomen Duitsche schepen zullen bij de vloot worden ingedeeld als transportschepen. De overige zullen wor den toegevoegd aan de hondelsvloot van den Braziliaanschen Lloyd. Sjanghai, 4 Juni. (R.) De militaristen vormden eéne ^voorloopige regeering, be staande uit Huchïtsjnng, dictator, Wanghits- Men verveelt zich gewoonlijk het meest •bij menschen, bij wie men zioh niet mag vervelen. Roman van Helene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A M VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 14 Het begon aldus: „Het schijnt dat de directeur der school, Lassen, het niet genoeg vindt om alleen op het gebied van moraal ch leerplan te hervor men waarbij wat het laatste aangaat ook een smet geworpen v ordt op zijn collega's wifcn zoodoende niets overschiet dan zich te beschouwen -als domkoppen en geleken. Maar nu treedt hij ook op als een Paulus, die mei zijn pas ontstoken licht de jeugd- uit de reli- gicuse duisternis en onkunde wil opheffen, waarin zij tot nu toe opgevoed is. Het betreft namelijk niets meer of minder 'dan het godsdienst-onderwijs in alle scho len en misschien de kerk incluis dat zoo als het nu is ingericht niet kan bestaan voor *ijn helder inzicht, maar verbeterd zal wor den volgens nieuwe en juistere opvattingen zelfs al moest hiermede 't Buddhisme of fclnitarisme of Naturalisme gehuldigd wor den, dat schijnt meneer den directeur onver schillig te zijnl Met dat doel voor oogen is het daarom, dat hij om te beginnen zich aan sluit bij erkende vrijdenker?, predikers van nieuwe Grundlvigiaansche ideeën, koketteert met allerlei soort moderne Ihcoricn, zoodoen de alle positieve grondslagen van geloof en leer wegcijfert, aan de vaagheid van subjec tieve meeningen den voorkeur schenkt! Met andere woorden: Directeur Lassen toont nu te zijn, wat wij reeds lang vermoedden, een geestdriftig en vurig aanhanger van het maat schappelijk afbrekend program der radica len!..."' Het opstel besloot met de volgende woorden: „Wij gëlooven niet dat Lassen zich ernstig rekenschap heeft gegeven van den indruk, die deze artikelen gouden maken. Maar het is een teeken des tijds mei zijn afgoderij van het individu, dal ieder zich geroepen voelt criliek te oefenen op het beslaande; zelfs (Jan, wanneer hij noch aan.zijn studie noch aan zijn practische ervaring de bevoegdheid daar toe ontleent. Wij achten hel daarom onzen plicht hen te waarschuwen, die de. gewich tige opdracht hebben de jeugd op te voeden en te leiden. Want in humre handen ligt immers de toekomst, van ons land, van ons volk, onze kerk... Ten slotte kunnen wij niet nalaten er op te wijzen, dat des schrij vers niet onschuldige heldenvergoding: men- schenvergoding (wij doelen hier op liet door hem pas uitgegeven boek. „In hel licht van het groote menschenleven" dat op een andere plaats in ons blad waardcercnd besproken is) ons toeschijnt misschien consequent genoeg er toe te leiden, dat de vergoding van den idealen i held vereenzelvigd zou worden met die van I ons eigen Ik Waarbij eindelijk nog dient opgemerkt te worden dat in onzen pracli- schen tijd van concurrentie op ieder gebied onder fraaie cn verheven* klinkende frasen het tweeledige gif: „Humbug en reclame" zich zou kunnen verschuilend" Harald had het artikel langzaam doorgele zen nu en dah stilstaande bij enkele ge deelten. Soms was het slechts een enkele regel of een enkel woord, waaraan zijn blik bleef hangen. Zijn handen hadden zich onwillekeurig samen geklemd en de krant ritselde in zijn vasten greep. Een warme bloedstroom kleurde zijn' gelaat en verspreidde zich over hel gerimpelde voor hoofd. Eindelijk keek hij opmerkzaam naar de onderteekening hij wist wel dat die be hoorde aan een van de meest invloedrijke pre dikanten van hel land, tevens voor een ovcr- groote menigte de hoogste autoriteit. Ja. nu werd hij veroordeeld! Was het verdiend? Wat had hij gedaan? Omdat het hem leed deed te zien hoe dat, wat meer dan al het andere van beteekenis was"voor de heelc toekomst der jeugd, be dreigd werd, had hij er openlijk over geschre ven wat hij gedurende zijn heelc leven had kunnen opmerken, hoe koud en dor in den regel het godsdienst-onderwijs over de hoof den der kinderen heen ging. Hoe hun, juist nu Z09 vroeg ontwikkelde aanleg tot critick en hun neiging om met de oppositie mee te gaan met groote scherpzinnigheid de twee spalt gisten, die de kerk zelve verdeelt. En hoe zij dan, wanneer zij tegelijk builen dc school in aanraking kwamen met dc geestesrichting, die allen godsdienst over boord wil werpen, meestal geleid zouden worden tot een onzij dige houding, die met meer of minder onver schilligheid .alles geheel varen laat. Ilij was begonnen te zeggen, dal nocli de directeuren der school /elf, noch de ouders der kinderen vrede konden hebben met den religicusen "grondslag, die in liet gemoed der kinderen werd gelegd nu beiden wis'.ci dat waarschijnlijk dc braafste cn aanzienlijkste predikanten als godsdienst-onderwijzers aan de school waren verbonden. Want, dr' het meer dan op de dogmatiek cr op aan kwam dc kinderen er van te doordringen, dal de godsdienst in zijn diepste kern niet anders is dan dc bescherming cn de ontwikkeling van het grootste cn rijkste in hun. eigen persoon lijkheid. En na terloops nog dc theorie der inspiratie van de schrift cn hel leerstuk der verzoening te hebben aangestipt, had hij ver der gezegd dal de woorden van den bijbel en hel leven, de dood en de liefde van Christus absoluut nieis voor den mensch beieckcn- den, zoo lang hij niet zelf de vleugels van het hoogste ideaal uitsloeg ter beveiliging en ver sterking van geest cn gemoed in het leven van eiken dag. Daaruit moest de vruchtbare, ware veroot moediging, liet zondcbewuslzijn rijpen, dat dc noodzakelijke voorwaarde is voor hel ver slaan der goddelijke genade. Dat was zijn fout, van hem en van vele anderenl En dc toon, waarop men hem aan viel, was -zooals men dat in onzen tijd v r- wachtcn kon. Men sneed in het vlccsch; men vergat dal in 't binnenste van iederen mensch, ook van den tegenstander, een levende, men- schelijkc ziel huist... gevoelig, kwetsbaar geschapen, zij ook, om behouden te worden of verloren le gaan. Harald frommelde de krant inéén en wierp 1 haar in de papiermand onder de tafel, stond driftig' op en liep naar het venster, voor zich uitsparende, terwijl hij telkens het haar van zijn voorhoofd streek, alsof hij zijn gedach ten verjagen wilde. f Het was in het begin van Mei. Een van die grauwe voorjaarsdagen, waarin hel daglicht nis het ware toeft om den harden strijd te aanschouwen, die in de natuur wordt gestre den tusschen zomer cn winter. Dc hemel was met grauwe en donkere wol ken bedekt. liet had den gcheelen dag gere gend, maar nu. in den namiddag,, werd de regen opgevolgd door een harden, snijdenden wind. De wolken dreven z\Vaar cn laag over de toppen dei^boomcn en over de daken der om liggende villa's*. IIcl was alsof zij zich wilden haasten om den rook uit de schoorstcencn op te zuigen en 1' haar vaal, blauwgrijs licht neer te werpen op .den ouden vuilen landweg, Waar dc regen een menigte kleine meertjes .had doen ontslaan. In den tuin voor liet huis waren dc gras perken groen en de boomen cn heesters be gonnen ruig cn meer gevuld tc worden. Maar nu ritselde de wind door de takken met hun fijne, pas ontloken bladeren, en dc toppen der boomen zwaaiden heen en weer, onrustig en als fluisterend. Harald stond lang bij hel venster maar- zijn oogen zagen de wolken niet iagen zagen niet de grauwe kleuren. (Wordt vervolgd.^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1