N° 283
1""'" Jëarnang,
-BUITENLAND»
Strijdende Zielen.
DE EEMLANDER".
Dinsdag 5 Juni 1917.
Democratie. -*
n. (Slot).
FEUILLETON.
Hoofdredactie!
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co,
ABOHNEMENIaPltUs
*£#r maanden root Amersfoort f 1.S0.
Idem franco per po&t1-80»
Per week 0.136,
Afsonderlijke nummers0.05.
Wekeiykaoh btjroepsol PD» Holland schRuUvrouw' (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
Wekeljjksoh bijvoegsel „WtrcldrtvUi' per 8 mnd. 53 cis.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTEN TIÉN
Vau 1B regeU
Elke rogel-uieer
Dionstaanbiedingon 15 regels.»
Groote lettors naai" plaatsruimte.
Voor handel en bodrijl bestaan zeor voordoolige bopa! "n
tot het herhaald advertworon in dit Blad, b(1 abonnoiue.K*
Eeiio circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozonden.
O.HO*
- 0.1ffé
o.&o.
Er is in dezen oorlog wèl 'n overwinnaar:
<de democratie!
Reeds in de vredesjaren voor 1914 had
lij gestadig in kracht en invloed gewonnen;
maar in deze 3 jaren heeft zij geheel Europa
•aan zich onderworpen.
In de meest conservatieve landen heeft zij
het oude regiem weggevaagd. In Rusland,
waar geen vooruitziende liberale politiek den
overgang vergemakkelijkt had, heeft de om
mekeer groote verwarring gesticht. Duitsch
land wil nog inderhaast den weg effenen en
herstellen wat jaren lang verzuimd is; en
zelfs in het tot heden zoo reactionaire Oos
tenrijk heeft de Keizer zelf openlijk het
nieuwe tijdperk der democratie ingeluid om
nog te redden wat er te redden valt.
Geleidelijk en tijdig hebben in Nederland
onze vooruitstrevenderegeeringen, en die
van Cort v. d. Linden niet het minst, de ba
kens verzet en zonder schok of stoot de de
mocratie hier binnengehaald. Van dit wijs
beleid plukken zij thans de vruchten. Ner
gens is de binnenlandsche toestand vreed
zamer dan ten onzent. Schitterender recht
vaardiging van de liberale politiek heeft men
wel nooit zich kunnen, denken.
Democratie en democratisch zijn schoone
woorden, schoone begrippen; niettemin ont
moeten zij in sommige kringen 'n ongemoti
veerde afkeer en vrees.
En dan bedoelen wij nog niet eens die-
kringen, die uit hun aard anti-democratisch
zijn; zelfs velen die misschien zonder er zich
rekenschap van te geven, het democratisch
beginsel wèl toegedaan zijn, schrikken voor
het woord soms terug.
Waarom dat?
Voor 'n deel omdat door democraten zelve
het begrip democratisch wel eens in discre-
diet gebracht wordt. Men solt te veel met het
woord. .Bij elk verschil van meentng hooren
wij den een den ander toeroepen: dat is niet
democratisch. Gij zilt ontrouw aan de demo
cratie, wij alleen hebben de ware! Dat schijnt
algemeen menschelijk te zijn, want onder
christenen gaat het precies zoo.
Intusschen kreeg men aldus vaak 'n wed
strijd in democratischheid te zien, waarbij
democratie zelve in het gedrang komt en van
alle zijden deuken oploopt. Geen wonder dat
tv kippig mensch dan uitroept: wat 'n afzich
telijk ding!
Het eigenaardigste is wel dat juist die
partij, welke het monopolie van de demo
cratie voor zich opeischt, de sociaal-demo-
"cratie, eigenlijk de minst democratische is,
in zeker opzicht nl even o n-democratisch
is als de meest anti-democratische reactio
nair. Democratie toch beteekent het regee-
ringsysteem waaraan het volk in zijn geheel
deel heeft. Maar de soc.-dem. wenscht juist
de macht in handen van 'n deel van het
volk, de arbeidersklasse; zij is dus even on
democratisch als de andere uit eerste rich
ting, welke de macht eveneens in handen
van één klasse of groep zou willen, hetzij
dan 'n aristocratische, plutocratische of theo
cratische groep. Gelukkig echter nadert de
soc.-dem. met den dag meer den beganen
grond en naarmate zij het fantastische socia
lisme ontrouwer wordt, komt zij dichter bij
de democratie.
Voor 'n ander deel berust de vrees voor
het woorjjl democratie op misverstand. Men
verwart nl. het begrip met ochlocratie, heer
schappij van de massa en dan speciaal de
massa van de laagste klasse.
Maar dat is evident onjuist. Democratie,
wij herhalen het, wenscht niet de macht in
handen, van één klasse, doch van heel het
volk. Een van de eerste vereischten voor de
democratie is derhalve politieke rijpheid van
het volk. Zonder deze zou er inderdaad ge
vaar bestaan voor ochlocratie; de onontwik
kelde- massa zou dan na allerlei bokkespron-
gen öf allerlei avontuurlijke volksmenners op
het kussen brengen öf zich blind overgeven
aan een enkelen eerzuchteling, staatsman of
krijgsman.
Voor deze mislukkingen zijn wij gevrij
waard door het liberalisme van de 19de
eeuw, dat ons volk rijp gemaakt heeft voor
de democratie.
Er is verschil tusschen liberalisme en,
democratie. Maar er is geen verschil tus
schen liberaal (al is dat woord verouderd) en
democratisch. De liberalen van de 19e eeuw
waren democratisch, want zij stuurden in
democratische .richting en zij zijn daarbij ge
gaan zoover als zij in de omstandigheden
konden. Voor de democratie zelve was ons
volk in de 19e eeuw nog niet rijp.
In de jaren 1850—1900 paste het li-
beralis, dat den weg moest bereiden
voor de democratie van onze dagen
Liberalisme is dus democratie in 'n vroeger
stadium en democratie is liberalisme in 'n
verder gevorderd stadium. Maar liberaal en
democratisch zijn verschillende benamingen
voor hetzelfde wezen en die verschillende
benaming is slechts historisch te verklaren:
wie liberaal' heette in de I9e eeuw, noemt
zich nu (althans zoo hij in z'n politieken
groei, in z'n normale evolutie niet is achter
gebleven) democraat, gelijk dezelfde persoon
eerst kind, dan jongeling en eindelijk man
heet.
Waarom dus het woord democraat te vree
zen? Veeleer zou men het woord liberaal
moeten verbannen.
Niet da£ wij zulks zouden wenschen; het
woord is te schoon en er zijn te schoone
herinneringen aan verbonden dan dat wij
het niet als 'n eeretilel zouden beschouwen,
waarmee wij ons nog gaarne sieren. Maar
wij voorzien dat het woord liberaal bij de vol
gende generatie nog grooter misverstand zal
wekken dan het woord democraat bij het j
oudere geslacht, 'n Democraat blijit altijd j
liberaal-in-den-waren-zin, maar de jongeren j
zullen, ten onrechte, steeds meer geneigd
worden hem die, hoe democratisch hij zijn
mag, zich bij voorkeur liberaal noemt, te ver
warren met 'n aanhanger van het concrete
liberalisme der Ï9e eeuw en hem dus te be
schouwen als iemand die de politieke evo
lutie niet heeft meegemaakt, doch is blij
ven stilstaan, 'n achterblijver derhalve.
Er zullen nog vele jaren van die achter
blijvers, die zich liberaal (in de beteekenis
van 19e eeuwsch-liberaal) noemen, gevon
den worden en zoo zal het misverstand, dat
dan allen die zich bij voorkeur liberaal be
titelen, als achterblijvers beschouwt, zeer
verklaarbaar zijn.
Zoo is dus misverstand bestaanbaar èn
ten opzichte van het begrip dèmocrntisch èn
ten opzichte van het begrip liberaal. Maar
'n echte liberaal die schroomt voor het
woord democratie, zou blijk geven de con
sequentie van z'n eigen overtuiging niet aan
te durven.
Politiek Overzicht.
De opening van don Oosten*
rijkschen rijksraad.
Op de uitnoodiging, die de jonge keizer
in de troonrede richtte tot den rijksraad om
met de regeering samen te werken tot voor
ziening in de talrijke behoeften en nooden,
die op bevrediging wachten, geeft de
rede, waarmee de nieuw gekozen voor
zitter van het huis van afgevaardig
den zijn ambt aanvaardde, een weerklank
in deze zinsneden: „De oude Habsburgsche
monarchie heeft haar levenskracht en weer
standsvermogen bewezen in eene mate, zoo
als men nauwelijks had durven hopen, en
de slagen, dié de vijanden tegen ons heb
ben gevoerd, hebben er toe gediend ons
te versterken en aaneen te smeden. Onze
taak zal het zijn* er voor te zorgen, dot deze
versterking 2ich ook verder ontwikkelt. On
danks alle bezwaren en meeningsverschillen
zullen wij dit doel bereiken, want alle volken
der monarchie zijn vervuld van onbegrens
de bewoivdcrin» en "tiank baarheid voor onze
heldhaftige ttoepen, aan wier voorbeelde-
looze overwinningen wij de beveiliging voor
vijandelijke inbraken te danken hebben."
Men zou geneigd zijn daaruit af te leiden,
dat van nu af een geest van hartelijke sa
menwerking den arbeid van parlement en
regeering zal bezielen en vruchtbaar maken.
Met eene dergelijke conclusie "moet men in
tusschen voorzichtig zijn. Reeds dadelijk in
deze eerste zitting van het tot nieuwen ar
beid opgeroepen parlement is aan den dag
gekomen, dat de oude geest, die op deze
vergadering den stempel der onvruchtbaar
heid drukte, niet verdwenen is. De oppositie
partijen, die vroeger door hunne obstructie
den arbeid hebben verlamd, hebben deze
gelegenheid te baat genorr\en om te verkla
ren, dat zij slechts onder een voorbehoud
bereid zijn aan de werkzaamheden van dit
parlement deel te nemen. Namens de club
der Czeohische leden werd verklaard, dat
het doel van haar streven is eene vervor
ming van de monarchie in een bondsstaat
van vrije en gelijkgerechtigde nationale sta
ten en in 't bijzonder de verbinding van
alle stammen van het Czecho-Slavische volk
tot een democratischen staat. De Zuid-Sla
vische club kwam harerzijds met de verkla
ring. dat zij op grond van het nationale be
ginsel en van het.Kroatische staatsrecht de
vereeniging eischt van alle door Slowenen,
Kroaten en Serviërs bewoonde landen der
monarchie tot een zelfstandig, van elke
heerschappij eener vreemde natie bevrijd,
op democratischen grondslag en onder den
schepter van de Habsburgsche-Lotharing-
sche monarchie opgebouwd staatslichaam.
Daartegen werd van Duitsche zijde eene
tegenverklaring uitgebracht, dié inhield, dat
elke poging om in Oostenrijk een Czechisch
of een Zuid-Slavisch staatsrecht in te voe
ren. op het besliste, verzet van alle Duit-
schers in Oostenrijk zou stuiten. Daaraan
werd nog toegevoegd: „Dat deze kwestiën
juist thans, nu door den wereldslrijd de
noodzakelijkheid van een sterken, op een
heid gebaseerden verzamelstaat bewezëh
werd, opgeworpen worden, veroordeelen wij
ten scherpste. Den rijksraad, die geroepen
is aan den herbouw van den staar in den
zin van zijne eenheid en aaneensluiting
mede te werken, mogen niet tijd en kracht
ontnomen worden door een strijd waarvan
bewezen is, dat hij tot niets leidt. Thans
meer dan ooit heeft alles zich aan den staat
ondergeschikt te maken."
Van weerskanten heeft men dus positie
genomen fep eene wijze, waaruit blijkt, dat1
i de oude geest is blijven leven. De regee- j
I ring heeft verklaard, dat zij in de zitting van
heden haar standpunt tegenover deze ver-
i klaringen zou doen'kennen. Dat deze verkla-
I ringen zijn aigelegd, is niet met haren
wensch geschied; zij heeft de partijen
trachten te bewegen ze achterwege tc laten,
maar dit is haar niet gelukt. Nu zal moeten
blijken, of zij in het bezit is van het aanzien
en het gezag, die noodig zijn om aan den
strijd eene richting te geven, waardoor hij
het karakter van onvruchtbaarheid, dat hem
vroeger kenmerkte, verliest. Het ligt blijk
baar in hare bedoeling hier leidend op te
treden en, 'door het voorbeeld te geven in
woord en daad, de beweging, die ten doel
heeft de staatsinrichting van Oostenrijk eene*
verjongingskuur te doen ondergaan met be
houd van wat door de historie als deugdelijk
is erkend, in de goede baan te leiden.
Daarvan getuigt eene zinsnede in de troon
rede, waarin zij den keizer laat zeggen: „Ik
ben overtuigd, dat het zegenvolle opbloeien
van het constitutioneele leven na de on
vruchtbaarheid van vroegere jaren en de
exceptioneele omstandigheden van den oor
log niet mogelijk is, zonder de hervorming
van de grondwettige en bestuursrechtelijke
grondslagen van het geheele openbare leven
zoowel in den staat als in de afzonderlijke
koninkrijken en landen, inzonderheid in Bo-
hemen. Ik vertrouw' er op, dat het besef
van uwe verantwoordelijkheid voor de ont
wikkeling van de politieke omstandigheden
en het geloof aan eene gelukkige toekomst
van het in dezen vreeselijken oorlog zoo
prachtig versterkte rijk u, mijne he eren, de
kracht zal verleenen om in het kader van de
eenheid van den staat en van de zekere be
veiliging van zijne functiën ook aan de
vrije nationale en cultureele ontwikkeling
van gelijkgerechtigde volken ruimte te geven.
Uit deze overwegingen heb ik besloten hel
afleggen van den eed op de grondwet voor
te behouden tot een, naar ik hoop, niet ver
verwijderd tijdstip, waarop de fundementen
vdh een nieuw, sterk en gelukkig Oostenrijk
voor geslachten wederom stevig zullen zijn
gelegd naar binnen en naar buiten."
De oorlog,
Washington, 4 Juni. (R.) De gezant
van Venezuela spreekt tegen, dat Duitsch-
land voorstellen heeft gedaan aan de regee
ring van Venezuela om het Margarita-eiland
in beheer te nemen. Hij zegt: Venezuela is
onzijdig, maar dit is zeer ten gunste van
de Vereenigde Staten. Venezuela zal cr
nooit in toestemmen een duikbootbasis aan
Duitschland te verschaffen.
Londen» 4 Juni. (R.) Reuter ver
neemt van gezaghebbende zijde, dat het be
sluit van Brazilië om zijn neutraliteit in den
„oorlog tusschen de Vereenigde Staten en
Duitschland" te herroepen beteekent, dat de
oorlogstoestand met Duitschland bestaat. De
Duitsche campagne tegen Broziliaansche
koopvaardijschepen heeft eiken twijfel opge
heven, dat er feitelijk reeds een oorlogstoe
stand bestaat.
De regeering en het volk van Brazilië heb
ben steeds sympathie voor de geallieerden
gekoesterd, maar zij waren besloten de. neu
traliteit je handhaven, totdat zij gedwongen
werden haar prijs te geven. Niettemin zal ge
heel Brazilië zich verheugen in deze veran
dering, welke Duitschland noodzakelijk heeft
gemaakt.
Men mag als zeker aannemen, dat Brazilië,
evenals de Vereenigde Staten, in den oorlog
zal gaan met al zijne hulpbronnen aan men»
schen en materieel. Dit blijkt uit de leger
en marine-begrooting, welke bij het porie-
ment is ingediend.
Als eerste maatregel heeft Brazilië 42
Duitsche schepen in beslag genomen, dia
thans in zijne havens liggen. Voor zoover
bekend, zijn deze schepen VQftr hel meeren-
deel juist van de tonnenmaat, waaraan thans
het meest behoefte is en zoo goed als onbe
schadigd. Zij zullen onmiddellijk ter beschik
king van de geallieerden worden gesteld.
Met een bevolking van 26 millioen zielen
kan Brazilië spoedig een leger op de been
brengen, dat een belangrijken steun kan ver
leenen op het oorlogstooneel in Europa.
Rio de Janeiro, 4 Juni. (Havas.) De
president der Braziliaansche republiek heeft
de door de Kamer en Senaat aangenomen
wet, waarbij de onzijdigheids verklaring in
getrokken wordt, onderteekend.
Vier van de in beslag genomen Duitsche
schepen zullen bij de vloot worden ingedeeld
als transportschepen. De overige zullen wor
den toegevoegd aan de hondelsvloot van den
Braziliaanschen Lloyd.
Sjanghai, 4 Juni. (R.) De militaristen
vormden eéne ^voorloopige regeering, be
staande uit Huchïtsjnng, dictator, Wanghits-
Men verveelt zich gewoonlijk het meest
•bij menschen, bij wie men zioh niet mag
vervelen.
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A M VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
14
Het begon aldus:
„Het schijnt dat de directeur der school,
Lassen, het niet genoeg vindt om alleen op
het gebied van moraal ch leerplan te hervor
men waarbij wat het laatste aangaat ook
een smet geworpen v ordt op zijn collega's
wifcn zoodoende niets overschiet dan zich te
beschouwen -als domkoppen en geleken. Maar
nu treedt hij ook op als een Paulus, die mei
zijn pas ontstoken licht de jeugd- uit de reli-
gicuse duisternis en onkunde wil opheffen,
waarin zij tot nu toe opgevoed is.
Het betreft namelijk niets meer of minder
'dan het godsdienst-onderwijs in alle scho
len en misschien de kerk incluis dat zoo
als het nu is ingericht niet kan bestaan voor
*ijn helder inzicht, maar verbeterd zal wor
den volgens nieuwe en juistere opvattingen
zelfs al moest hiermede 't Buddhisme of
fclnitarisme of Naturalisme gehuldigd wor
den, dat schijnt meneer den directeur onver
schillig te zijnl Met dat doel voor oogen is
het daarom, dat hij om te beginnen zich aan
sluit bij erkende vrijdenker?, predikers van
nieuwe Grundlvigiaansche ideeën, koketteert
met allerlei soort moderne Ihcoricn, zoodoen
de alle positieve grondslagen van geloof en
leer wegcijfert, aan de vaagheid van subjec
tieve meeningen den voorkeur schenkt! Met
andere woorden: Directeur Lassen toont nu
te zijn, wat wij reeds lang vermoedden, een
geestdriftig en vurig aanhanger van het maat
schappelijk afbrekend program der radica
len!..."' Het opstel besloot met de volgende
woorden:
„Wij gëlooven niet dat Lassen zich ernstig
rekenschap heeft gegeven van den indruk, die
deze artikelen gouden maken. Maar het is
een teeken des tijds mei zijn afgoderij van
het individu, dal ieder zich geroepen voelt
criliek te oefenen op het beslaande; zelfs (Jan,
wanneer hij noch aan.zijn studie noch aan
zijn practische ervaring de bevoegdheid daar
toe ontleent. Wij achten hel daarom onzen
plicht hen te waarschuwen, die de. gewich
tige opdracht hebben de jeugd op te voeden
en te leiden. Want in humre handen ligt
immers de toekomst, van ons land, van
ons volk, onze kerk... Ten slotte kunnen wij
niet nalaten er op te wijzen, dat des schrij
vers niet onschuldige heldenvergoding: men-
schenvergoding (wij doelen hier op liet door
hem pas uitgegeven boek. „In hel licht van het
groote menschenleven" dat op een andere
plaats in ons blad waardcercnd besproken is)
ons toeschijnt misschien consequent genoeg er
toe te leiden, dat de vergoding van den idealen i
held vereenzelvigd zou worden met die van I
ons eigen Ik Waarbij eindelijk nog dient
opgemerkt te worden dat in onzen pracli-
schen tijd van concurrentie op ieder gebied
onder fraaie cn verheven* klinkende frasen
het tweeledige gif: „Humbug en reclame" zich
zou kunnen verschuilend"
Harald had het artikel langzaam doorgele
zen nu en dah stilstaande bij enkele ge
deelten. Soms was het slechts een enkele
regel of een enkel woord, waaraan zijn blik
bleef hangen.
Zijn handen hadden zich onwillekeurig
samen geklemd en de krant ritselde in zijn
vasten greep.
Een warme bloedstroom kleurde zijn' gelaat
en verspreidde zich over hel gerimpelde voor
hoofd.
Eindelijk keek hij opmerkzaam naar de
onderteekening hij wist wel dat die be
hoorde aan een van de meest invloedrijke pre
dikanten van hel land, tevens voor een ovcr-
groote menigte de hoogste autoriteit.
Ja. nu werd hij veroordeeld! Was het
verdiend? Wat had hij gedaan?
Omdat het hem leed deed te zien hoe dat,
wat meer dan al het andere van beteekenis
was"voor de heelc toekomst der jeugd, be
dreigd werd, had hij er openlijk over geschre
ven wat hij gedurende zijn heelc leven had
kunnen opmerken, hoe koud en dor in den
regel het godsdienst-onderwijs over de hoof
den der kinderen heen ging. Hoe hun, juist
nu Z09 vroeg ontwikkelde aanleg tot critick
en hun neiging om met de oppositie mee te
gaan met groote scherpzinnigheid de twee
spalt gisten, die de kerk zelve verdeelt. En hoe
zij dan, wanneer zij tegelijk builen dc school
in aanraking kwamen met dc geestesrichting,
die allen godsdienst over boord wil werpen,
meestal geleid zouden worden tot een onzij
dige houding, die met meer of minder onver
schilligheid .alles geheel varen laat.
Ilij was begonnen te zeggen, dal nocli de
directeuren der school /elf, noch de ouders
der kinderen vrede konden hebben met den
religicusen "grondslag, die in liet gemoed der
kinderen werd gelegd nu beiden wis'.ci dat
waarschijnlijk dc braafste cn aanzienlijkste
predikanten als godsdienst-onderwijzers aan
de school waren verbonden. Want, dr' het
meer dan op de dogmatiek cr op aan kwam
dc kinderen er van te doordringen, dal de
godsdienst in zijn diepste kern niet anders is
dan dc bescherming cn de ontwikkeling van
het grootste cn rijkste in hun. eigen persoon
lijkheid. En na terloops nog dc theorie der
inspiratie van de schrift cn hel leerstuk der
verzoening te hebben aangestipt, had hij ver
der gezegd dal de woorden van den bijbel en
hel leven, de dood en de liefde van Christus
absoluut nieis voor den mensch beieckcn-
den, zoo lang hij niet zelf de vleugels van het
hoogste ideaal uitsloeg ter beveiliging en ver
sterking van geest cn gemoed in het leven
van eiken dag.
Daaruit moest de vruchtbare, ware veroot
moediging, liet zondcbewuslzijn rijpen, dat dc
noodzakelijke voorwaarde is voor hel ver
slaan der goddelijke genade.
Dat was zijn fout, van hem en van vele
anderenl En dc toon, waarop men hem aan
viel, was -zooals men dat in onzen tijd v r-
wachtcn kon. Men sneed in het vlccsch; men
vergat dal in 't binnenste van iederen mensch,
ook van den tegenstander, een levende, men-
schelijkc ziel huist... gevoelig, kwetsbaar
geschapen, zij ook, om behouden te worden of
verloren le gaan.
Harald frommelde de krant inéén en wierp 1
haar in de papiermand onder de tafel, stond
driftig' op en liep naar het venster, voor zich
uitsparende, terwijl hij telkens het haar van
zijn voorhoofd streek, alsof hij zijn gedach
ten verjagen wilde. f
Het was in het begin van Mei. Een van die
grauwe voorjaarsdagen, waarin hel daglicht
nis het ware toeft om den harden strijd te
aanschouwen, die in de natuur wordt gestre
den tusschen zomer cn winter.
Dc hemel was met grauwe en donkere wol
ken bedekt. liet had den gcheelen dag gere
gend, maar nu. in den namiddag,, werd de
regen opgevolgd door een harden, snijdenden
wind.
De wolken dreven z\Vaar cn laag over de
toppen dei^boomcn en over de daken der om
liggende villa's*. IIcl was alsof zij zich wilden
haasten om den rook uit de schoorstcencn op
te zuigen en 1' haar vaal, blauwgrijs licht
neer te werpen op .den ouden vuilen landweg,
Waar dc regen een menigte kleine meertjes
.had doen ontslaan.
In den tuin voor liet huis waren dc gras
perken groen en de boomen cn heesters be
gonnen ruig cn meer gevuld tc worden.
Maar nu ritselde de wind door de takken met
hun fijne, pas ontloken bladeren, en dc toppen
der boomen zwaaiden heen en weer, onrustig
en als fluisterend.
Harald stond lang bij hel venster maar-
zijn oogen zagen de wolken niet iagen
zagen niet de grauwe kleuren.
(Wordt vervolgd.^