v N' 285 WDE EEMLANDER". 15de Jaargang. Donderdag 7 Juni 1917. Bureaut UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Centrale keuken. ~B 11 ITENTAN D.~ FEUILLETON. Strijdende Zielen. AMERSFOORTSCH ,1,,,. ritfiMARIE VAN VERSENDAAL» «ooMreaact M|. D j VAN SCHAARDENBURa Uitgevers: VALKHOFF Coi ABONNEMENTSPRIJS: Pet maanden voot Amersloort u Wmd ft-anoo per poetj, 4. 14 .11 u ujll'. J*®®} Per week AfionderUjke nummer*O.O». Wek«H)kaoh bttroefreel ,Dt EoUtmisAt Buinrcuw" (onder redactie ven Thérèee Horen) per mnd. 50 ets. Wekeliikeoh bijvoegsel ffnWrifU" per S-mnd. 62 ot*. Interoomrn. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTltfN: Ven 1—5 rogelsf O.HO. Elke regel meer0.15: Dienstaanbiedingen 1—6 regelsO.SO. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordooligo bepalingen tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaardou, wordt op aanvraag too gezonden. Kennisgeving. Stemming ter verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Burgemeester der gemeente Amersfoort krengt ter openbare kennis, dat op Vrijdag, den 35en Juni aanstaande, van des morgens acht tot des namiddags vijf uren, de stemming zal ge schieden ter vervulling van eene plaats in de (Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Amersfoort, waartoe deze Gemeente behoort. De candidaten, in alphabetische volgorde, eijn: J. F. Baerveldt; Mr. \V. M. de Beaufort en JM. C. van Wijhe. Tevens wordt de aandacht gevestigd op ar tikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, lui dende: „Hij die opzettelijk zich voor een ander uit gevende aan eene krachtens wettelijk voo'r- échrift uitgescheven verkiezing deelneemt, iwordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoog ste een jaar." Amersfoort, 6 Juni 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWDCK. Niemand heeft meer betreurd dan wij, dat de proef met de Centrale keuken hier, gelijk trouwens ook elders in kleinere steden, mis lukt is. Spijsbereiding buitenshuis is nog niet populair. Dat pleit in zekeren zin voor onze huisvrouwen, maar is tevens 'n les dat in voering van nieuwigheden, waarvoor de be volking nog niet rijp is, op teleurstelling uit loopt. Zelfs dan, als de tijdsomstandigheden, gelijk thans het geval was, er zoo gunstig voor zijn. 'n Mislukte proefneming zet de zaak 'n eind achteruit, doet immers terugschrikken voor herhaling, als de kans van slagen in- tusechen grooter geworden is. Er zijn ten opzichte van dergelijke nieu wigheden drie standpunten denldbaar. Wie zich op het eerste stelt, wil ze maar liefst terstond in praktijk brengen, verwacht er olie heil van. Het zijn de socialisten die sterk zijn in het uitdenken van tal van her vormingen en verbeteringen; maar gewoon lijk willen zij veel te hard van stapel loopen; kregen zij hun zin, ze zouden door ontijdige invoering de zaak voor langen tijd beder ven. Er zijn anderen, de conservatieven, die beginnen met alle bezwaren te zien en te onderstreepen. Bij voorbaat verklaren zij de uitvoerbaarheid urtgesioten. Lag het aan hen, tal van thans reeds algemeen aanvaar de en geprezen instituten, zouden zich nog geheel moeten inburgeren. Maar de derde man zal het voor en tegen overwegen, de zaak aanbevelenswaardig ach ten, doch alvorens er 'n proef mee te nemen, eerst het terrein verkennen en bereiden, pro paganda n&aken, de invoering bepleiten en er toe overgaan zoodra de bevolking er rijp voor blijkt te zijn. Dat is het vrijzinnig standpunt en men vaart er het welst bij. En nu zegge men niet met beroep op de mislukking van de Centrale keuken, dat men ook van dit standpunt zich vergissen kan. Dat beroep gaat niet op, want er zullen slechts weinigen geweest zijn, die geloofden dat de burgerij reeds rijp was voor spijsberei ding buitenshuis. Het waren veeleer de tijds omstandigheden, de schaarschte van levens middelen en brandstof, welke tot de Cen trale keuken toevlucht deden nemen. Dat zelfs in die omstandigheden de proef mis lukte, bewijst wel dat onze huisvrouwen, en misschien ook wel de andere gezinsleden, nog geducht bewerkt zullen moeten worden voor zij met deze toch zoo practische en eco nomische voedselvoorziening vrede zullen hebben. Het is daarom 'n verblijdend verschijnsel dat 'n gezaghebbend deskundige als Martine Wittop Koning zich voor deze zaak spannen gaat. In het tijdschrift Gemeentebelangen maakt zij 'n aanvang met 'n warm pleidooi voor „Keukens voor de massa-voeding' waarop wij stellig nader zullen terugkomen. Politiek Overzicht Het oorlogsdoel van Frankrijk. Het verlangen naar den vrede is algemeen. Dat mag men op dit oogenblik, nu het derde oorlogsjaar zijn einde nadert, gerust zeggen. Er zal nu wel niemand zijn, die niet hart grondig naar het einde van den strijd ver langt. Het ongeluk is echter dot de strijdende partijen nog steeds den vrede, die den strijd moet beëindigen, zich geheel verschillend voorstellen. Uit de troonrede, waarmee den 3Ien Mei de zitting van den Oostcnrijkschen rijksraad is geopend, heeft men gezien, dat aan de zijde van den vierbond de meening bestaat, dat de juiste vredesiormule slechts in de we- derkeerige erkenning van de roemrijk ver dedigde machtstelling is te vinden. Keizer Karei heeft zijne vreugde er over uitgedrukt, dat in Rusland een streven aan den dag komt om, zooals hij het uitdrukt, „naar eene nieu we oriënteering te zoeken, die de goederen voor de toekomst redt, voordat de zinnelooze oorlogspolitiek ze heeft verslonden." Hij heeft de hoop geuit, dat eene dergelijke op- klarng van den openbaren geest ook op de andere vijandelijke landen zal overslaan, en heeft daaraan nog deze woorden toegevoegd, die zoo duidelijk mogelijk doen kennen, dat men aan die zijde liever vandaag dan mor gen tot den wede wil komen: „Gelijk onze statengroep met onweerstaanbaren nadruk strijdt voor de eer en het bestaan, zoo is zij tegenover ieder, die het voornemen om haar te bedreigen, eerlijk laat varen, gaarne bereid den strijd te begraven." Geheel anders klinken de tonen, die uit Parijs vernomen worden. De Fransche regee ring wil van een wede zooals men zich dien m Weenen voorstelt, 6teunende op de weder- keerige erkenning van de beiderzijds ver kregen machtstelling, niets weten. Zelfs de gedachte van het houden van besprekingen over den wede is haar een gruwel. Niet eens langs indirectcn weg mag dat gebeuren. Zij wil de verantwoordelijkheid niet op zich ne men, dat leden der socialistische partij in Frankrijk zich naar Stockholm begeven om daar besprekingen te houden over het her stel van den wede, die hen in aanraking zou den brengen met vertegenwoordigers van hunne geestverwanten uit andere landen. Hoe kan men zoo vraagt zij zulke be sprekingen houden, terwijl een deel van het vaderland nog door den vijand bezet is? Gee- ne partij mag zich eene bevoegdheid aanma tigen, die slechts aan de regeering toekomt, en om volkomen zeker te zijn, dat men zich niet daaraan schuldig zal maken, worden de paspoorten, die de gemachtigden van de so cialisten noodig hebben, om naar Stockholm te kunnen reizen, hun niet uitgereikt. De vrede, zegt minister-president Ribot, kan niet l)et werk zijn van eene partij, maar kan slechts een Fransche vrede zijn; hij zal de verwachtingen van het geheele land moe ten samenvatteiv Op deze verklaringen van het hoofd der regeering is een debat gevolgd van eenige dagen, dat in geheime zitting is gevoerd, en aan het einde daarvan is in de openbare zit ting eene motie aangenomen, die in een kort bestek omschrijit welke de verwachtingen van het land zijn. De motie verklaart, dat de Kamer van dezen oorlog verwacht, met de bevrijding van de overstroomde gewesten, den terugkeer van Elzas-Lotharingen tot het moederland en een rechtvaardig herstel van de geleden schaden. Zij drukte verder het vertrouwen uit. dat door de gezamenlijke in spanning van Frankrijk en zijne bondgenoo- ten, nadat het Pruisische militarisme zal zijn neergeveld, deze uitkomst en voorts duur? zame waarborgen voor den vrede en de on afhankelijkheid - da groote en kleine vol ken zullen worden verkregen. Dit zijn de eischen, die Frankrijk verbindt aan zijne toestemming tot het herstel van den vrede. Vóór de stemming heeft minister president Ribot verklaard, dat Frankrijk hiermee eenvoudig verlangt wat het toe komt. De Kamer heeft die uitspraak be krachtigd met eene meerderheid van negen tienden, door aanneming van de motie met 453 tegen 55 stemmen. Voor zooveel Frankrijk betreft, is dus het oorlogsdoel, waarmee indertijd de Entente in den oorlog is gegaan, altijd nog hetzelfde. Geen tittel of jota is er aan veranderd. In derdaad zulk een vrede kan slechts uit de 1 overwinning voortkomen. Maar het is wel I wat boud gesproken, wanneer de Temps I zegt, dat de enorme meerderheid, waarmee dit votum is uitgebracht, voldoende is en I meer dan dat om het land naar de overwin- ning te voeren. Er zal nog eene kleinigheid I meer moeten gebeuren, voordat Frankrijk de vruchten kan plukken van deze overwin- I ning, waaraan op dit oogenblik nog alles 1 ontbreekt. De Duitschers staan nog in noord- oostelijk Frankrijk en voordat zij er uit ver- I dreven zijn, fe er niet aan te denken met de verovering van Elzas-Lotharingen te begin nen. Het „Pruisische militarisme" is nog niet neergeveld, of om het in andere, juistere woorden uit te drukken: de militaire macht van den vierbond staat nog ongeschokt ovèréind. Hoe zal men in staat zijn de verandering in den toestand te weeg te brengen, die moet gebeuren om Frankrijk den wede door de overwinning te doen verkrijgen? Wij wandelen, wat die vraag betreft, in raadselen. Maar zoolang de geest, die spreekt uit de verklaringen van de Fransche regeering en uit het Kamervotum, dat ze bekrachtigt, de stemming van de Entente beheerscht, is het einde van den striid niet te voorzien. De oorlog. Washington, G Jun i. (R.) Meer dan 10 millioen Amerikanen zijn gisteren in de registers ingeschreven. Washington, 6 Juni. (R.) De Attor ney-general verklaart, dat uit de door het de partement van justitie ontvangen berichten blijkt, dat de bevolking algemeen bereid is aan de conscriptie gehoor te geven. Er is geen verzet ter kennis van het departement gekomen; slechts van drie arrestatiën is be richt ontvangen. B e r 1 ij n, 6 Joni. (W. B.) Officieel be richt. In den Atlantlschen oceaan zijn door U- booten schepen met 22.000 ton wachtruim te in den grond geboord. Christiania, 6 Juni. (Havas). Vol gens officieele opgave zijn 49 Noorweeg- sche schepen met eene gezamenlijke tonnage van 75.347 ton gedurende de maand Mei In den grond geboord. 22 personen zijn gedood of gewond. Londen, 6 Juni. (R.) De admiraliteit bericht, dat in de laatste week 2693 sche pen zijn aangekomen in de Britsche havens en 2642 er uit vertrokken zijn. Vijftien sche pen boven de 1600 ton en" drie daar bene den zijn in den grond geboord, zeventien zonder succes aangevallen. Vijf visschers- schepen zijn gezonken. B e r 1 ij n, 6 Juni. (W. B.) Het gunstige weder van de laatste dagen heeft aan onze vliegers gelegenheid gegeven tpt breed aan gelegde aanvallen, die buitengewoon veel succes hadden. In 't geheel zijn gedurende drie dagen en nachten 25.823 K.G. bom men neergeworpen, waarvan de moreele uit werking zeker niet geringer was dan de ma- terieele. Londen, 6 Juni. (R.) Twee leden der bemanning van een der beide Duitsche vliegtuigen, die bij den raid van Dinsdag aan de Engelsche kust zijn neergeveld, zijn uit de zee opgepikt en gevangen gemaakt. Londen, 6 Juni. (R.). De admiraliteit bericht, dat vier zeevliegtuigen gistermiddag een gevecht zijn begonnen met 18 Duit sche vliegtuigen ter hoogte van Ostende en hen hebben verjaagd. Twee huis waarts keerende vijandelijke machines werden ter hoogte van de kust van Kent naar beneden gebracht. Tien vliegers van Duinkerken ontmoetten ter hogte van Os* tende zestien vijandelijke machineszij ver nielden er twee en brachten vier anderen naar den grond. Het lot van de overigen was niet na te gaan. Londen, 6Juni. (R.) Officieel bericht Het totaalcijfer van de verliezen in den luchtraid van gisteren is 12 dooden en 36 gewonden. De materieele schade is niet groot. Een denkbeeld van de beteekenis van de nu in gang zijnde periode van den opnieuw opgeleefden Isonzoslag, waarin ditmaal de Oostenrijkers de aanvallers zijn, geeft do opgave, dat in drie dagen van de Italianen als gevangenen zijn ingeleverd 250 officie ren (waaronder vier stafofficieren) cu 10,000 man. De uitwerking van dezen strijd is te zien in het Itaiaansche bericht, dat de nieuwe li nie ten zuiden van Jamiano een weinig naar achteren is gebracht tegenover Flondor. Op alle overige frontenis de toestand onveranderd. Londen,*6 Juni. (R.) Op verzoek van het oorlogskabinet is lord Northcliffe naar Amerika vertrokken, om eenheid te brengen in het werk van de Britsche missiën aldaar en het door Balfour begonnen werk voort te zetten. Weenen, 6 Juni. (Corr.-bur.). De aanneming gisteren van het voorstel-Franta over de opneming in het protokol ook van niet-Duitsche redevoeringen, maakte over leggingen tusschen de partijen noodig tot het verkrijgen van een compromis in deze zaak. De zitting werd daarom tot 4 uur na middags onderbroken. Het bestuur van den Czechischen bond heeft namens alle Czechische afgevaardig den aan kolonel-generaal Boroevic een in warme woorden gesteld telegram van ge» lukwensching gezonden, naar aanleiding van de overwinning bij Jamiano. In.het heerenhuis drukte onder luide bij valsbetuigingen van de vergadering de on dervoorzitter prins Fürstenberg vreugde en bewondering uit over het nieuwe succes van de O.-H. troepen aan het Isonzofront. Budapest, 6 Juni. (W. B.) De ge meenschappelijke minister van financiën ba ron Burian, die in opdracht van den koning raet de leiders van de verschillende partijen over de oplossing van de krisis besprekin gen gehouden heeft, is gisteravond naar Weenen teruggekeerd om den koning ver slag uit te brengen over zijne bemoeiingen. Londen, 5 Juni. Bij het indienen van de begrooting der posterijen in het lagerhuis deelde de Postmaster-General IUingworth mede, dat het aantal Britsche krijgsgevan genen en burgerlijke gevangenen, welke in Duitschland gein terneerd zijn, 42.031 be draagt, tegen 30.710 in het afgeloopen jaar. Het aantal pakketten, wekelijks uit Engeland naar Duitschland gezonden, bedraagt Wilt gij een wij» antwoord hebben Vraag «dan verstandig. Roman van Helene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A- M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 16 Ik iben er volstrekt niet tegen dat vrouwen werken" ging hij op zijn levendigen toon voort, toen Harald op (het punt stond om te antwoorden „verre van daar ik wilde dat Ellen hier ook terstond wat te doen zou hebben bijv. les zou geven in het Duilsch hier, bij haar aan huis of zoo... Maar neen in deze dagen is dat niet genoeg! Nu moet iedere vrouw haar „zelfstandige werkkring" heb ben, zooals het heetl... Welnu: „Ce que femme Teut, Dieu le veut". Dat was mijn vaders lijf spreuk," zei- hij met een plotselingen over gang, alsof hij 't niet de moeite waard vond er zich warm over te maken. Hij legde zijn sigaar neer, trok zijn stoel dichterbij en legde *ijn hand op Ilaralds knie. „Wij behoeven niet te probeeren om Ellen in deze zaak tot andere gedachten te brengen, en ter wille Van moeder moeten wij behoedzaam te werk laan... daarom kom ik nu bij je om te vra gen, of het ook mogelijk zou zijn Ellen een betrekking aan jou school te geven, voor Duitsch of iets anders in Duitsch munt zij uit." Harald was met meer aandacht gaan luiste ren. Hij had medelijden met het jonge meisje, over wier werk en toekomst, zonderbaar zelve daarin te kennen, zou worden beschikt. „Ik heb wel hoop, dat ik dit klaar zal kun nen spelen" zei hij met opgewektheid „het treft werkelijk heel gelukkig, dat onze leerares in het Duitsch verloofd Is en spoedig denkt te trouwen en ik geloof wel dat Clausen och, ik weet wel zeker dat ik het durf belo ven," ging hij na eenig nadenken voort. „Nu, dat treft bijzonder! Hartelijk dank, Harald. Zulk een betrekking zal -waarschijn lijk den grooten werkkracht van mijn zuster Ellen bevredigen," zei Richard spottend, ter wijl hij zijn sigaar weer opnam. „Ik mag toch wel onderstellen dat haar bijzondere aanleg in die richting gaat?" Richard begon op eens zachtjes te fluiten en ontmoette Harald's verwonderden blik met een eigenaardige schittering in zijn blauwe oogen maar hij zei niets, maakte het zich wat gemakkelijker zoodat zijn hoofd boven tegen de leuning van zijn stoel rustte, trok de pijpen van zijn pantalon op. strekte zijn beenen zoo ver mogelijk voor zich uit en dampte er op los. „Nu wat is er?" Harald moest onwille keurig 'glimlachen. „Je schijnt niet heel ge rust op het punt van dien „bijzonderen aan leg?" „Neen, dat ben ik voor den drommel ook niet" antwoordde Richard met nadruk. „Ik beschouw dien eisch, dien zij stelt, als gevaar lijk voor de maatschappij in hoogen graad, dat doe ik werkelijk." „Hou ie 't er dan voor, dat de menschen niet worden geboren met een bijzonderen aan leg voor een of andere levensrichting?" Harald sprak op schertsenden toon. „Aanleg, neiging och zeker men heeft natuurlijk zijn bijzonderen aanleg dat heeft natuurlijk ieder maar voör iedere gelden de regel moet een basis zijn, begrijp je. Pro beer eens" Hij sprak mei groote zeker heid „probeer je eens in te denken, wat een beroering, welk een wanorde zou het in de wereld worden, wanneer de menschen slechls daar wilden geplaatst worden waar zij hun eigen bijzonderen aanleg konden uitvieren! Neen er is slechts één speciale roeping, waarmee de maatschappij en het individu ook, het best is gediend: Blijf op de plaats waar God je geplaatst heeft, houd je rustig, doe je plicht. Daar heb je mijn stelregel. Maar in deze dagen....!" En Richard knipte de asch van zijn sigaar en sprak verder over zijn geliefkoosde onder werpen. Politiek sociale vragen. Het was de storthing-man in den dop, die zijn programma ontwikkelde. Hij sprak met steeds meer vuur, cn met een zekere zelfvol daanheid. Zag Harald dan niet wat dit allemaal be- teelcende? Al die sociale hervormingen. Ja, dat hadden wij te danken aan die zooge naamde „groote geesten" en de anderen die met hen meegingen. Maar er is geen onder Ken. die vraagt, welk karakter deze aan voerders der menschen hebben, welke mid delen zij zich veroorlooven te gebruiken. En ook deze meer ondergeschikten, die hen steunen, al is het slechts met hun pink. „D i e dragen de vcrantwoordclijk- h e i d..." Hij legde nadruk op die woorden... „zijn ze waarlijk zoo naief dat zij niet zien, waar dit alles ten slotte heenvoert? Zelfs dc eenvoudigste begrippen van moraal worden door hen onzinnig genoemd. Zwart is geen zwart, cn wit is geen wit meer! Plicht beslaat niet. Godsdienst, vaderlandsliefde, liefde tot de waarheid, zedelijkheid, heiligheid van het huwelijk, alles slapheid en lichtvaardigheid God moge ons bewaren!" Ilarald zal stil, met de clboog op zijn schrijftafel geleund Met de hand, die hij vrij had, nam hij een vouwbeen op cn -deod alsof hij verdiept was in hel trekken van lijnen op een papier dat naast hem lag. Over zijn ge laat gleed nu en dan een schaduw terwijl hij met een enkel woord Richard's woordenvloed had trachten le stuiten. Toen deze opslond om heen te gaan, kreeg hij een schok nis iemand, die uil zijn eigen gedachten opschrikt. „Er zijn verschillende oogpunten, waaruit men een zaak kan beschouwen," zei hij met ccn glimlachje cn een gedwongen beleefdheid terwijl hij ook opstond. „Beide partijen kunnen hun goede zijden hebben zou ik mcencn." „Dal ontken ik," riep Richard met overtui ging uil, op een toon die niet zonder gemoe delijken humor was. „Ik sla aan «de cenig mogelijk, de rechte zijde er i s geen andere." Hij stampte half in scherts op den grond. „Maar, o wee, ik vergeet den tijd!" Hij keek op zijn horloge. „AI zes uur! En ik moet om half zeven op een vergadering zijn. Nu adieu, van avond schrijf ik aan moeder. Het zal haar veel rust geven dat-wij 't zoo geschikt hebben. Maar dat is waar ook" hij kwam een paar schreden terug, terwijl hij zijn hand schoenen aantrok „wat was dal een ver velend artikel over je in liet morgenblad van vandaag. Wil je naar mijn raad luisteren, Ilarald als ik jou was, zou ik dit niet meer doen. Oprecht gesproken, zie je" cn er sprak warmte, bijna medelijden uit zijn regel matige trekken „je neenit dc dingen te ernstig op, Harald, doe je best om het leven wat lichter op te vatten. Het is of je maar al zoekt naar iets wat je toch nooit kunt bena deren je hebt nog geen vast steunpunt ge vonden! Er zit geen deugdelijk staal in je karakter als jc zoo voortgaat. Ja ik meert fact goed dat weet je. Nu, adieu I" Hij keer de zich nog eens om in dc deur en zei met een zekere grootmoedigheid in zijn slem, ter wijl hij Ilarald met zijn gchandschocndc hand tegen de borsl tikte: „Het kan niet in de be doeling van onzen Heer liggen dat wij ons zullen aftobben met allerlei onoplosbare raadsels wij moeten ons best doen meer als kinderen te zijn... Want wanneer wij eerlijk tegen ons zclvcn zijn, Ilarald dan ligt. er geestelijke hoogmoed aan ten grondslag en niets anders! Denk aan al het goede dal het leven je gegeven heeft jc best, lief vrouwtje je prachtige kinderen! Een mensch heelt geen hooger plicht dan danldbaar en verge noegd te zijn en rustig te leven ieder op zijn aangewezen plaats. Enfin, je kent mijn stel regel..." Harald liep met haastige schreden dc kamer op-bn-necr. Goddank, hij kon weer vrij adenl halen, weer zich zelf zijn. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1