MDE E EM LANDER". Dinsdag 19 Juni 1917. N° 295 BUITF.NI.AND. FEUILLETON^ Strijdende Zielen. 15,le JMairoang. AMERSFOORTS - -.1- MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie) D< j yAN sCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABOHNEMENTSPHU3: mn.nd.n TOOI AoWDdTt ti 1 1"®®» M»m fnu»eo per f—Xu .u J-®2; Per week Aisoaderlpko nammen w.Uö. Wekelykeoh b«Toe*«el ,Dt UoUmatAt Bmnnmt' (ooder redutie ven Thértae Hoven) per a mud. BO cle. Wekelpkeeh bsvoefeel WérMrtMu" per 8 mod. M «U. Bureaut UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Inter comm. Telefoonnummer 65. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 15 regolst% f 0.80* Elke regel meer0.18* DiensUanbiodingeu 15 regelaO.CMI* Qroote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedril bestaAn zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, b\i abonnement. Eene oirculairo, bevattondo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De-Burgv cc-stci {fei gesneenie Amersfoort maakt bekend, dut de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Gezien artikel S, le lid( der Distributiewet 1010 Heeft goedgevonden te bepal o n Aitikel 1. De aflevering en het vervoer van vroege, aardappelen is verboden; Artikel 2. Het verbod, in het voorgaande ar tikel gesteld, is niet van toepassing op a. de aflevering en het vervoer van vroege aardappe len, gedekt door een vervoerbewijs, afgegeven door de Rijkscommissie van Toezicht op de Aaidcppelvereeniging b. de afleveting en het vervoer van vroege aardappelen, welke bestemd zijn Voor de be- heeften van het leger, voor zoover deze zijn afgezonden aoor milituire autoriteiten c. de aflevering en het vervoer van vroege aardappelen binnen de grenzen der gemeente, waar de eerdappelen zich bevinden op den da tum van vaststelling dezer distributieregeling. Amersfoort, 18 Juni 1917. ~~De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Burgemeester der Gemeente Amers foort maakt bekend, dat de aardappelhande laar L. T. v. d. Weem, Valkestraat 25, voor den tijd van 1 week is uitgesloten van de aardappeldistributie wegens verkoop van aardappelen op losse bons, tengevolge waar van aardappelen buiten de gemeente zijn verkocht. "-Amersfoort, 19 Juni 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWTJCK. latfin zitten wat zit. De Vrijzinnige Kiesvereeniging heeft gis teravond 'n besluit genomen, dat wij ten zeerste toejuichen. De aanstaande kiesrechtregeling zal mis schien reeds binnen twee jaar de gemeente raden doen ontbinden, om ze vervolgens naar het beginsel van evenredige vertegen woordiging samen te stellen. Met dit vooruitzicht zijn de periodieke verkiezingen van dit jaar natuurlijk van min der beteekenis dan gewoonlijk. Denk daar bij aan de b(uitengewone) t(ijds) omstandig heden) welke tot stembusstrijd zoo weinig zich leenen, en aan alle afwezigheid van politieke'strijdlust in breede kringen en ge zult begrijpen den alom zich openbaren- den wensch om deze verkiezingen bij enkele candidaatstelling te doen afloopen. Reeds^ii 1915 heeft men zulks hier en daar zien geschieden. Ook in Amersfoort hebben toen de rechtschen en vrijzinnigen zich met elkaar verstaan. Wij waren daar destijds geen voorstander vanwel leefde men ook in die dagen reeds onder de b. t. o. maar er bestonden toen andere motieven om de uitspraak der kiezers te ontgaan. Nu zijn de omstandigheden wel anders. Wij herinnerden reeds aan de vrij spoedige algeheele ontbinding waaraan in 1915 nog niemand dacht. Maar bovendien is er. thans i onder de aftredenden niet één, die weder! binnengesmokkeld moet worden, wijl hij bij vrije verkiezing uitgeworpen zou zijn. De stembus is wisselvalligte meer als er voor twee plaatsen op één billet gestemd moet worden, kunnen zich allerlei verrassin gen voordoen, welke de mooiste kansbereke ningen bederven; maar zooals de situatie thans hier is, zou het zeer waarschijnlijk zijn dat, zoo geen der partijen taktische fouten beging, alle aftredenden herkozen werden. Dan ware de geheele strijd nutteloos ge weest. Wie 'n strijd begint, doet""dat om hem te winnen. Zonder goede kans op over winning waagt geen veldheer 'n veldslag, welnu, "alle partijen hadden twee kwade kansen (verlies of quitte spelen) tegen slechts één goede (zetelwinst). Zoo ware het ten slotte voor allen 'n dobbelarij ge worden. En daartoe laten leiders met ver antwoordelijkheidsgevoel, vooral als zij zien dat het 'n laliwe stemming wordt met weinig enthousiasme en veel thuisblijvers, het niet gauw kom-en. Wij begrijpen dat er vrijzinnigen zijn, wien het moeielijk valt om den zetel van mr. Stadig, welke op zoo -eigenaardige wijze in 'n zeer linksch district aan rechts verloren ging, thans zonder strijd 6ver te laten. Wij begrijpen ook dat de s: d. a. p. nog 'n derden zetel in den raad zou begeeren. Van de vrijzinnigen, die reeds van 12 tot 8 daalden, is voor hen niets te venvachten; die derde zetel kon dus slechts komen van rechts, dat verleden jaar 'n oorlogswinst van 2 zetels maakte. Het ligt dus voor de hand, dat deze beide partijen begeerige blikken wierpen naar den lang niet vasten zetel van mr. Stadig. Maar ook hier was slechts 'n vrede moge lijk onder de leuze „geen annexaties". Wie den stembustrijd oprecht wenschte te ver mijden moest alle aspiraties laten varen en zich stellen op het standpunt van „laat zitten wat zit!" Hetgeen trouwens te gemakkelijker valt nu men weet dat binnenkort de verdeeling der zetels zuiver mathematisch zal plaats vinden. Er is vopr de vrijzinnigen ongetwijfeld eenige zelfoverwinning noodig geweest. Zij stonden er misschien nog het best van allen voor. Weliswaar hadden ook zij wat te ver liezen, maar er was kans op winst in Dl, mis schien ook in I. Evenwel^ het zou 'n avon tuurlijke strijd geworden zijn, waarbij 'n min of meer openlijk samengaan met een der partijen onvermijdelijk ware. Rechts stond er misschien nog goed voor in doch had in Hl 'n hachelijken zetel te verdedigen. En de s. d. a. p. verkeerde voor de eerste maal in het geval, dat ook zij moest zien te behouden v/at zij had. Vroeger kon zij rustig den strijd zoeken, er was niets te ver liezen; maar thans zou zij, zoo zij alleen zich aan den vrede onttrok, den lang niet on- wankelbaren zetel van Hofland in zeer ern stig gevaar kunnen brengen. Niet alle par- tijgenooten zijn 's heeren Hofland's vrien den, maar zijn zetel zouden zij toch niet roe keloos willen opofferen. Dat nu de vrijzinnigen het voorbeeld ga ven is bemoedigend en wettigt de hoop, dat ook hier, gelijk in tal van andere gemeenten, 'n stembusstrijd, welke misschien geen der partijen winst zou brengen, vermeden wordt. Het is 'n royaal standpunt, dat de vrijz. kiesvereen. inneemt. Zij wil zoowel den soc.- dem .Hofland als den anti-rev. Stadig laten zitten en bindt zich dus aan geen der tegen standers. Het zou mogelijk geweest zijn om door den een te sparen, den ander te wip pen. Maar dat had dan toch 'n zekere af hankelijkheid meegebracht, wélke één zetel tje voor slechts 2 jaren niet waard is. De principieele strijd kan nu over 2 jaar gestreden worden, als wij van ons ongeluk kig kiesstelsel af zijn en geen taktische ma noeuvres of speculatie op steun bij herstem mingen, doch slechts de bij eerlijke kracht meting verkregen cijfers den uitslag bepalen. Politiek Overzicht Wat de oorlog kost. Hoe langer de oorlog duurt, des te hooger stijgen de verliezen, die hij berokkent, en des te meer stijgt bij hen, die niet recht streeks in den oorlog betrokken zijn, de ver bazing, dat de oorlogvoerenden zich die ver liezen blijven getroosten, zonder te zoeken naar een uitweg, die hen in staat zou stellen den hen allen gezamenlijk dreigenden on dergang te ontgaan. Een Fransche schrijver, René Pupin, heeft in de Revue bleue de uit komst medegedeeld van een onderzoek, dat hij heeft ingesteld om te doen zien wat de oorlog aan Frankrijk tot het einde van 1916 heeft gekost aan verloren kapitaal. De Schr. onderscheidt onder de staats uitgaven sedert 1 Augustus 1914 drie ver- lies-categorieün 1. iïer"bedrag "van dë on derbalans bij de staatsuitgaven sedert het uitbreken van den oorlog, 2. de materieele schade in het bezette gebied, 3. de verhin dering der vorming van nieuw kapitaal se dert 1 Augustus 1914. Hij betoogt, dat in het begin van 1916 de staat sedert de uit barsting van den oorlog in 't geheel had uitgegeven 34 milliard francs, waarvan 19 milliard 271 millioen .komen op de gewone en buitengewone uitgaven (onderhoud van de troepen, rentebetaling van de schuld enz. daaronder begrepen). De absolute verliezen bedragen hier dus 15 milliard. Zij zijn op het einde van 1916 gestegen tot 23 milliard bij een totaal' bedrag der uitgaven van 65 milliard. Voor het tweede punt maakt de Schr. de volgende berekening: Het totale particuliere vermogen in Frankrijk werd in 1912 geschat op 282 milliard, waarvan 48 milliard komen op de 12 departementen, die door den vijand bezet zijn. Men kan daarvan 18 milliard reke nen voor de eigendommen en goederen in deze departementen, die geen letsel van den vijand hebben gehad. Dan blijven er 30 mil liard over, waarvan men S^nilliard kan be palen voor de waarde van den grond, die in ieder geval den eigenaar zal worden terug gegeven. De uiterste grens van het verlies der bevolking, wanneer zij bij den vrede niets terug, krijgt dan den grond, zou dus zijn 22 milliard. De Schr. rekent met een werkelijk verlies van 15 milliard. Over het derde punt merkt hij op, dat tot dusver ij de Fronscher. het jaarlijlcsche be drag der bespaarde en belegde gelden was 5 milliard. Tot einde 1916 zijn er dus 12 milliarden francs verloren, die niet bespaard of belegd zijn. Wanneer men alle drie ver- lies-categorieen bij elkaar telt, dan krijgt men eene absolute verliesrekening van het Fran- sche volk op het einde van 1916 van 45 50 milliard. Maar de eindrekening zal er nog heel anders uitzien. Als aanvulling van déze verliesrekening kan dienen eene opgave, die den stijgenden belastingdruk illustreert, die de in kapitaal kracht achteruit gegane bevolking zal heb ben te dragen. Volgens een bericht van Ha- vas heeft de Fransche minister van finan ciën in de begrootingscommissie medege deeld, dat hij een stelsel van nieuwe belas tingen voorbereidt, welke 1200,millioen francs zullen opleveren een belasting van 1 per duizend op den zakenomzet, die 50 millioen zal opbrengen; een belasting op de persoonlijke uitgaven, met uitzondering van dié voor voeding, verwarming, verlichting en huur, en die 5 voor bekleeding'en meu belen en 10 voor weelde-uitgaven zal be dragen, waarvan een ontvangst van 450 mil lioen francs verwacht wordt. Hel wetsontwerp bevat ook belastingen op de nalatenschappen, die op het oogenblik der erfenis-aanvaarding betaald moeten wor den, benevens een jaarlijksche belasting op het bedrag der erfenis, die bptaald moet worden zoolang de erfgenaam leeft. De mi nister stelt voorts verhooging van de belas ting op de nalatenschap voor, in geval er maar één erfgenaam is, benevens een wijzi ging van den vrijdom van port voor militaire zendingen en ten slotte eenige nieuwe oor logswinstbelastingen. Tegen belastingontdui king denkt de minister strenge maatregelen te nemen. De oorlog, P a r ij s, 18 Junk (Havas.) De regee ring van Uruguay heeft aan de regeering van Brazilië, als antwoord op de me- dedeeling van dit land betreffende de op heffing der onzijdigheid in den oorlog tus- schen de Vereenigde Staten en Duitsch- land een nota gezonden, waarvan hier de voornaamste gedeelten volgen: Vereenigd door de eeuwige banden der democratie en door eenzelfde opvatting van recht en vrijheid, staande tegenover ge beurtenissen, die de geheele were'd beroe ren, moeten de natiën van de nieuwe we reld, indien zij hunne beginselen van in ternationaal recht kraentiger willen hand haven, tot een gemeenschappelijke actie be sluiten. De republiek Uruguay hoopt, dat alle Amerlkcansche volken d.iartoe een ge meenschappelijk besluit zullen nemen, het zij op een congres, hetzij op andere wijze. Gaarne zeg zij dit verlang*.;i, waarop z'f naar alwachtende houding baseert werke lijkheid worden, zoodat Lntijnsch Amerika in staat /al zijn al zijne moreele en materiee le krachten te ontwikkelen, ten ?inde den invloed in de wereld te verkrijgen, waar op rtt recht heeft. Deze woorden geven de gevoelens van de regeering van Uruguay volkomen weer, die de minister van Buitenlandsche Zaken den 8en Februari 1917 In zijn antwoord aan baron Wachendorf, den Duitschen zaakge lastigde naar aanleiding van de aankondi ging van den verscherpten duikbootoorlog aldus vertolkte: De regeering van Uruguay gelooft aan do Duitsche regeering te moeten verklaren, dat zij jn het belang van hare onderdanen en van handel en, «scheepvaart de belem meringen niet kan dulden, die een gevolg zullen zijn van de vaststelling van een ver- sperringsgebied en van de wijze waarop do duikbootoorlog gevoerd zal worden. Uruguay geeft op deze wijze duidelijk haar verlangen te kennen om een bond van de Amerikaansche democratie tegen Duitschland te vormen, welks agressieve politiek het zonder eenig voorbehoud ver oordeelt. Washington, 18 Juni. (R.) De secretaris van de marine Daniels heeft do producenten van kolen, olie en staal bevo len de voor de vloot benoodigde hoeveel heden te verschaffen tot de door president Wilson bepaalde prijzen B e r 1 ij n 17 Juni. (W.-B.). Officieel bericht. In het spergebied vqj\ het noordelijke oor- logstooneel zijn door onze Ubooten weer 21,300 ton vraohtruimte in den grond ge boord, in de Middellandsche zee 32,316 ton. 1.8 .huni. In het Engelsche Kanaal zijn door onze U-booten vijf groote Engelsche stoomschepen in den grond geboord, waar van drie bewapend waren en een een tank schip was, verder vijf zeilschepen en acht visschersvaartuigen. B e r 1 ij n, 1 9 J u n i. (W. B.) Officieel be«< richt. Er zijn in den Atlantischen oceaan weer schepen met 24.000 ton vrachtFuimte in den: grond geboord. Londen, 19 Juni. (W. B.) Officieel be richt. Een vijandelijke duikboot heeft den 2en Juni het Engelsche transportschip Comero- nian in de oostelijke Middellandsche zee tot zinken gebracht. Er was een klein aantal troepen aan boord. 52 soldaten en 11 man van de bemanning, waaronder de kapitein, worden vermist. Par ij s, 17 Juni. (R.) Officieel bericht Twee Fransche stoomschepen, die juist via Gibraltar uit de Middellandsche Zee en den Oceaan hier aankwamen, deelen mede, dat zij buiten de geblokkeerde wateren in' het gezicht van de kust van Spanje, door een groote duikboot werden aangevallen. Alle twee maakten met succes gebruik van ka- Eerst speelt de mensch met de zonde daarna speelt de zonde met den mensch. Roman van Helen e Diclc mar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door i. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 26 Mevrouw Miville zelve zat niet gaarne stil te naaien. Haar oogen waren niet sterk meer cn bovendien moest zij alle bloemen verzor gen. Maar achter op de groote heeren- scbrijftafel, die bij den erker met de breede glasdeuren stond het eenige venster in de kamer had zij boeken cn schrijfbenoodigd- heden opgeruimd. En déar 4ag nu alles wat klaar was van het uitzet, in bundeltjes samen gebonden met een lichtblauw zijden lint, sier lijk gestrikt. Dal was haar- werk! En zacht neuriënde, met een tevreden lachje Op bet vroolijke gelaat was het als wilde zij zeggen: „dat is vrij wat beter voor Margrelba idan de menschen te masseeren," en daarbij trok zij haar zachte witte sjaal wat verder over haar smalle schouders en ging naar de keuken om eens naar het eten te zien. Er was algemeene opstand. De japonnen werden uitgeschud, de witte schorten afge daan en alles opgeruimd. Margretha alleen bleef nog zittén, ijverig bezig met haar naaimachine schoon te maken. Zij sloeg d^ oogen niet op en zij keek ver stoord. Zij had roode wangen en om den mond lag een gedwongen Irekje, maar zij boog het hoofd zoo diep, dat een paar -lokken van het lichtbruine haar over haar voorhoofd vielen en bijna de machine raakten. Ragnhild stond naast haar en borg haar naaigerei in een rood fluweelen taschje. Zij droeg een elegante matblauwe japon naar de laatste mode en het blonde, gekroesde haar lag als een aureool om het fijne, een weinig bleeke gelaat. Nu en dan keek zij naar Mar gretha, maar deze deed alsof zij het niet be merkte en was geheel verdiept in haar werk. „Lieve Margretha," zei ze éindelijk met een goedig lachje. „Je trekt het je toch niet aan, wat wij zeiden? Zoo was het niet bedoeld!" „Neen, Ragnhild, dat doe ik volstrekt niet", antwoordde Margretha zonder op te kijken. Zij hield het hoofd schuin, inlusschen het wiel de^ naaimachine met grootcn ijver poetsende. „Jelui kunt over het huwelijk en over het egoïsme der mannen zooveel praten als je wilt mij deert het niet, dat begrijp je welt" „Neen, natuurlijk! Het werd ook niet gezegd met hel oog op Hans, Sigrid en ik meenen slechts, dat..." „Nu, neem me niet kwalijk!" brak'Margre tha haar woorden af en haar stem trilde even. ,.I k meen slechts, dat wanneer men van elkaar houdt, dan..." „Maar het blijft niet zoo als in den tijd dat je verloofd bent," vicV Ragnhild haar haastig in de rede. „Dan is alles even mooi wat men zegt en doet maar daarna, wanneer hel ernst wordt. Nu, je moet je niet voorstel len dat dan alles toewijding en ridderlijkheid is dagelijks in huis ten minste niet, dat verzeker ik je. Neen, het is veel beter om niet te beginnen met tc hooggespannen ver wachtingen," besloot zij, terwijl zij het slof uit haar vingerhoed blies en haar taschje met een harden slag sloot. „Te hooggespannen! Ik?" riep Margretha boos uit.— „De verliefdheid is goed voor oude jonge juffrouwen en dienstmeisjes,"»ging Ragnhild onverstoord voort, maar nu meer schertsend „in die kringen is men soms nog- zoo romantisch!" s En Ragnhijd richtte zich in al haar lengte op, omspande met haar blanke handen haar slanke taille en haalde, diep adem, eindigend in een geeuw. „Hè, ik geloof waarlijk dat je hel niet deftig vindt als iemand liefheeft, en eenvoudig ge lukkig wil zijn," sprak Margretha veront waardigd, terwijl zij het haar van haar voor hoofd streek en met een ongeduldig gebaar overeind rees. Toen nam zij de naaimachine op en droeg haar met vluggen tred naar den hoek van de kamer, waar de kist van de machine stond. Maar Ragnbilds gedachten hadden inmid dels een andere richting genomen zij herin nerde zich opeens dat zij nog een boodschap in de stad moest doen. En hel was alsof zij maar half had geluisterd, toen zij lachend zei: „Gekheid, Margretha, zoo meen ik het in 't geheel niet" en zij nam met een vriendelijk knikje afscheid en ging de deur uit. Margretha liep haastig de kamer door en zei: „Hè wat akelig om Ragnhild zoo te boo- ren praten! Jc zoudl zeggen dat 7ij haar eigen huwelijk verfoeit die goeie, beste Ilarald. Is ér dan niemand, die haar weerleggen kan? Ellgn jij bent niet gewend je mond te houden, niet waar? Ragnhild moest het eens goed hooren. dat zij in ieder geval geen recht heeft om zoo tc spreken lieve hemel denkt Ilarald niet altijd om haar?" Ellen was onder de woordenwisseling der anderen dichter bij het raam in een schom melstoel gaan zitten. Er lag een mismoedige uitdrukking op haar gelaat, terwijl zij haar armen over dc borst vouwde en zoover ach terover leunde, dat haar hoofd tegen den rug van den stoel lag. Bij Ragnhilds laatste gezegden waren er diepe rimpels op haar voorhoofd gekomen, terwijl zij zich zacht liet schommelen. Nu keerde zij haar hoofd een weinig om, zonder van houding tc veranderen, en antwoordde met een eigenaardige koelheid in haar slem als om een biltere gedachte te onderdruk ken: i „Och, wat gaat mij dat aan? Buitendien," zij keek recht voor zich uit, „om de waarheid le zeggen, bemerk je ook niet zooveel van die wonderbare tegenwoordigheid der liefde in het heelal! Klein en jammerlijk cn leelijk is alles wal dc menschen tc voorschijn brengen, zoo komt het mij voor," zei ze, alsof zij haar eigen gedachten volgde; zij sloot de oogen en liet zich nog harder schommelen. „Daar hebt ge de oudé Ellen weer," riep Margretha verwijlend uil, ,.nu praat je wcfer als vroeger! J was waarlijk een heel ander mensch geworden dezen winter in den om gang met Hans en mij... Ben j ij misschien ook dc meening toegedaan, dat deze „wonder bare liefde," zooals jij die belieft te noemen, dit is, dat cle eene mensch ja cn amen zegt op hetgeen de ander beweert? En dat zii abso luut geen fouten mogen hebben, niemand, want dat anders Hè, wat een wonderlijke redeneering vind ik dat! Ik zeg redenccring,''- herhaalde zij en ging voor Ellen staan... Nief waar Sigrid, j ij bent heltn den grond met mij eens?" Zij keerde zich plotseling om. Haar toon was op eens kalmer. Sigrid stond nog bij de tafel en legde eenig goed bij elkaar. „Heeft Hans dan fouten?" klonk het goedig schertsend, terwijl zij haar sterk gebogen wenkbrauwen optrok en glim* lachte. Maar dit was Margretha te erg. Zij bleef op' eens pal staan, en zei: „Hè, wat vind ik jelui a k e 1 i gt" zij stampte met den voet. „Ja, Sigrid," ging zij op een vasten toon voort met ingehouden adem s „Hans heeft fouten, dat durf ik gerust verteld len! Hans kan wel eens Och," zij boog zich neer en raapte een draadje van den grond op, dat zij zènuwachtig om haar vinger wond „maar dat komt er niet op aan je kunt ook beiden fouten hebben... Maar als je maar zooi ver kan komen dat je kunt zeggen: „wees niet boos. het was mijn schuld. Ja, zoo is het," cn haar jeugdige gestalte verhief zich fier omhoog, „als Hans ben' engel was zou ik hem niet willen hebben. Neen, voor geen geld Ier wereld! Ik wil hem honderd maal liever hebben zooals hij is duizend, maal maar dat begrijpen jelui niet," klonk het ten slotte kalm alsof zij boven lien ver* heven was. (Wordt vervolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1