MDE E EM LANDER".
Dinsdag 19 Juni 1917.
N° 295
BUITF.NI.AND.
FEUILLETON^
Strijdende Zielen.
15,le JMairoang.
AMERSFOORTS
- -.1- MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie) D< j yAN sCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABOHNEMENTSPHU3:
mn.nd.n TOOI AoWDdTt ti 1 1"®®»
M»m fnu»eo per f—Xu .u J-®2;
Per week
Aisoaderlpko nammen w.Uö.
Wekelykeoh b«Toe*«el ,Dt UoUmatAt Bmnnmt' (ooder
redutie ven Thértae Hoven) per a mud. BO cle.
Wekelpkeeh bsvoefeel WérMrtMu" per 8 mod. M «U.
Bureaut UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Inter comm. Telefoonnummer 65.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 15 regolst% f 0.80*
Elke regel meer0.18*
DiensUanbiodingeu 15 regelaO.CMI*
Qroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedril bestaAn zeer voordoolige bepalingen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, b\i abonnement.
Eene oirculairo, bevattondo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen.
De-Burgv cc-stci {fei gesneenie Amersfoort
maakt bekend, dut de Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel,
Gezien artikel S, le lid( der Distributiewet
1010
Heeft goedgevonden te bepal o n
Aitikel 1. De aflevering en het vervoer van
vroege, aardappelen is verboden;
Artikel 2. Het verbod, in het voorgaande ar
tikel gesteld, is niet van toepassing op a. de
aflevering en het vervoer van vroege aardappe
len, gedekt door een vervoerbewijs, afgegeven
door de Rijkscommissie van Toezicht op de
Aaidcppelvereeniging
b. de afleveting en het vervoer van vroege
aardappelen, welke bestemd zijn Voor de be-
heeften van het leger, voor zoover deze zijn
afgezonden aoor milituire autoriteiten
c. de aflevering en het vervoer van vroege
aardappelen binnen de grenzen der gemeente,
waar de eerdappelen zich bevinden op den da
tum van vaststelling dezer distributieregeling.
Amersfoort, 18 Juni 1917.
~~De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
De Burgemeester der Gemeente Amers
foort maakt bekend, dat de aardappelhande
laar L. T. v. d. Weem, Valkestraat 25, voor
den tijd van 1 week is uitgesloten van de
aardappeldistributie wegens verkoop van
aardappelen op losse bons, tengevolge waar
van aardappelen buiten de gemeente zijn
verkocht.
"-Amersfoort, 19 Juni 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWTJCK.
latfin zitten wat zit.
De Vrijzinnige Kiesvereeniging heeft gis
teravond 'n besluit genomen, dat wij ten
zeerste toejuichen.
De aanstaande kiesrechtregeling zal mis
schien reeds binnen twee jaar de gemeente
raden doen ontbinden, om ze vervolgens
naar het beginsel van evenredige vertegen
woordiging samen te stellen.
Met dit vooruitzicht zijn de periodieke
verkiezingen van dit jaar natuurlijk van min
der beteekenis dan gewoonlijk. Denk daar
bij aan de b(uitengewone) t(ijds) omstandig
heden) welke tot stembusstrijd zoo weinig
zich leenen, en aan alle afwezigheid van
politieke'strijdlust in breede kringen en ge
zult begrijpen den alom zich openbaren-
den wensch om deze verkiezingen bij enkele
candidaatstelling te doen afloopen.
Reeds^ii 1915 heeft men zulks hier en
daar zien geschieden. Ook in Amersfoort
hebben toen de rechtschen en vrijzinnigen
zich met elkaar verstaan. Wij waren daar
destijds geen voorstander vanwel leefde
men ook in die dagen reeds onder de b. t. o.
maar er bestonden toen andere motieven
om de uitspraak der kiezers te ontgaan.
Nu zijn de omstandigheden wel anders.
Wij herinnerden reeds aan de vrij spoedige
algeheele ontbinding waaraan in 1915 nog
niemand dacht. Maar bovendien is er. thans i
onder de aftredenden niet één, die weder!
binnengesmokkeld moet worden, wijl hij bij
vrije verkiezing uitgeworpen zou zijn.
De stembus is wisselvalligte meer als er
voor twee plaatsen op één billet gestemd
moet worden, kunnen zich allerlei verrassin
gen voordoen, welke de mooiste kansbereke
ningen bederven; maar zooals de situatie
thans hier is, zou het zeer waarschijnlijk zijn
dat, zoo geen der partijen taktische fouten
beging, alle aftredenden herkozen werden.
Dan ware de geheele strijd nutteloos ge
weest. Wie 'n strijd begint, doet""dat om
hem te winnen. Zonder goede kans op over
winning waagt geen veldheer 'n veldslag,
welnu, "alle partijen hadden twee kwade
kansen (verlies of quitte spelen) tegen
slechts één goede (zetelwinst). Zoo ware
het ten slotte voor allen 'n dobbelarij ge
worden. En daartoe laten leiders met ver
antwoordelijkheidsgevoel, vooral als zij zien
dat het 'n laliwe stemming wordt met weinig
enthousiasme en veel thuisblijvers, het niet
gauw kom-en.
Wij begrijpen dat er vrijzinnigen zijn, wien
het moeielijk valt om den zetel van mr.
Stadig, welke op zoo -eigenaardige wijze in
'n zeer linksch district aan rechts verloren
ging, thans zonder strijd 6ver te laten.
Wij begrijpen ook dat de s: d. a. p. nog
'n derden zetel in den raad zou begeeren.
Van de vrijzinnigen, die reeds van 12 tot 8
daalden, is voor hen niets te venvachten; die
derde zetel kon dus slechts komen van
rechts, dat verleden jaar 'n oorlogswinst van
2 zetels maakte.
Het ligt dus voor de hand, dat deze beide
partijen begeerige blikken wierpen naar den
lang niet vasten zetel van mr. Stadig.
Maar ook hier was slechts 'n vrede moge
lijk onder de leuze „geen annexaties". Wie
den stembustrijd oprecht wenschte te ver
mijden moest alle aspiraties laten varen en
zich stellen op het standpunt van „laat zitten
wat zit!"
Hetgeen trouwens te gemakkelijker valt nu
men weet dat binnenkort de verdeeling der
zetels zuiver mathematisch zal plaats vinden.
Er is vopr de vrijzinnigen ongetwijfeld
eenige zelfoverwinning noodig geweest. Zij
stonden er misschien nog het best van allen
voor. Weliswaar hadden ook zij wat te ver
liezen, maar er was kans op winst in Dl, mis
schien ook in I. Evenwel^ het zou 'n avon
tuurlijke strijd geworden zijn, waarbij 'n min
of meer openlijk samengaan met een der
partijen onvermijdelijk ware.
Rechts stond er misschien nog goed voor
in doch had in Hl 'n hachelijken zetel te
verdedigen.
En de s. d. a. p. verkeerde voor de eerste
maal in het geval, dat ook zij moest zien te
behouden v/at zij had. Vroeger kon zij
rustig den strijd zoeken, er was niets te ver
liezen; maar thans zou zij, zoo zij alleen zich
aan den vrede onttrok, den lang niet on-
wankelbaren zetel van Hofland in zeer ern
stig gevaar kunnen brengen. Niet alle par-
tijgenooten zijn 's heeren Hofland's vrien
den, maar zijn zetel zouden zij toch niet roe
keloos willen opofferen.
Dat nu de vrijzinnigen het voorbeeld ga
ven is bemoedigend en wettigt de hoop, dat
ook hier, gelijk in tal van andere gemeenten,
'n stembusstrijd, welke misschien geen der
partijen winst zou brengen, vermeden wordt.
Het is 'n royaal standpunt, dat de vrijz.
kiesvereen. inneemt. Zij wil zoowel den soc.-
dem .Hofland als den anti-rev. Stadig laten
zitten en bindt zich dus aan geen der tegen
standers. Het zou mogelijk geweest zijn om
door den een te sparen, den ander te wip
pen. Maar dat had dan toch 'n zekere af
hankelijkheid meegebracht, wélke één zetel
tje voor slechts 2 jaren niet waard is.
De principieele strijd kan nu over 2 jaar
gestreden worden, als wij van ons ongeluk
kig kiesstelsel af zijn en geen taktische ma
noeuvres of speculatie op steun bij herstem
mingen, doch slechts de bij eerlijke kracht
meting verkregen cijfers den uitslag bepalen.
Politiek Overzicht
Wat de oorlog kost.
Hoe langer de oorlog duurt, des te hooger
stijgen de verliezen, die hij berokkent, en
des te meer stijgt bij hen, die niet recht
streeks in den oorlog betrokken zijn, de ver
bazing, dat de oorlogvoerenden zich die ver
liezen blijven getroosten, zonder te zoeken
naar een uitweg, die hen in staat zou stellen
den hen allen gezamenlijk dreigenden on
dergang te ontgaan. Een Fransche schrijver,
René Pupin, heeft in de Revue bleue de uit
komst medegedeeld van een onderzoek, dat
hij heeft ingesteld om te doen zien wat de
oorlog aan Frankrijk tot het einde van 1916
heeft gekost aan verloren kapitaal.
De Schr. onderscheidt onder de staats
uitgaven sedert 1 Augustus 1914 drie ver-
lies-categorieün 1. iïer"bedrag "van dë on
derbalans bij de staatsuitgaven sedert het
uitbreken van den oorlog, 2. de materieele
schade in het bezette gebied, 3. de verhin
dering der vorming van nieuw kapitaal se
dert 1 Augustus 1914. Hij betoogt, dat in
het begin van 1916 de staat sedert de uit
barsting van den oorlog in 't geheel had
uitgegeven 34 milliard francs, waarvan 19
milliard 271 millioen .komen op de gewone
en buitengewone uitgaven (onderhoud van
de troepen, rentebetaling van de schuld enz.
daaronder begrepen). De absolute verliezen
bedragen hier dus 15 milliard. Zij zijn op
het einde van 1916 gestegen tot 23 milliard
bij een totaal' bedrag der uitgaven van 65
milliard.
Voor het tweede punt maakt de Schr. de
volgende berekening: Het totale particuliere
vermogen in Frankrijk werd in 1912 geschat
op 282 milliard, waarvan 48 milliard komen
op de 12 departementen, die door den vijand
bezet zijn. Men kan daarvan 18 milliard reke
nen voor de eigendommen en goederen in
deze departementen, die geen letsel van den
vijand hebben gehad. Dan blijven er 30 mil
liard over, waarvan men S^nilliard kan be
palen voor de waarde van den grond, die in
ieder geval den eigenaar zal worden terug
gegeven. De uiterste grens van het verlies
der bevolking, wanneer zij bij den vrede
niets terug, krijgt dan den grond, zou dus
zijn 22 milliard. De Schr. rekent met een
werkelijk verlies van 15 milliard.
Over het derde punt merkt hij op, dat tot
dusver ij de Fronscher. het jaarlijlcsche be
drag der bespaarde en belegde gelden was
5 milliard. Tot einde 1916 zijn er dus 12
milliarden francs verloren, die niet bespaard
of belegd zijn. Wanneer men alle drie ver-
lies-categorieen bij elkaar telt, dan krijgt men
eene absolute verliesrekening van het Fran-
sche volk op het einde van 1916 van 45
50 milliard. Maar de eindrekening zal er
nog heel anders uitzien.
Als aanvulling van déze verliesrekening
kan dienen eene opgave, die den stijgenden
belastingdruk illustreert, die de in kapitaal
kracht achteruit gegane bevolking zal heb
ben te dragen. Volgens een bericht van Ha-
vas heeft de Fransche minister van finan
ciën in de begrootingscommissie medege
deeld, dat hij een stelsel van nieuwe belas
tingen voorbereidt, welke 1200,millioen
francs zullen opleveren een belasting van
1 per duizend op den zakenomzet, die 50
millioen zal opbrengen; een belasting op de
persoonlijke uitgaven, met uitzondering van
dié voor voeding, verwarming, verlichting
en huur, en die 5 voor bekleeding'en meu
belen en 10 voor weelde-uitgaven zal be
dragen, waarvan een ontvangst van 450 mil
lioen francs verwacht wordt.
Hel wetsontwerp bevat ook belastingen op
de nalatenschappen, die op het oogenblik
der erfenis-aanvaarding betaald moeten wor
den, benevens een jaarlijksche belasting op
het bedrag der erfenis, die bptaald moet
worden zoolang de erfgenaam leeft. De mi
nister stelt voorts verhooging van de belas
ting op de nalatenschap voor, in geval er
maar één erfgenaam is, benevens een wijzi
ging van den vrijdom van port voor militaire
zendingen en ten slotte eenige nieuwe oor
logswinstbelastingen. Tegen belastingontdui
king denkt de minister strenge maatregelen
te nemen.
De oorlog,
P a r ij s, 18 Junk (Havas.) De regee
ring van Uruguay heeft aan de regeering
van Brazilië, als antwoord op de me-
dedeeling van dit land betreffende de op
heffing der onzijdigheid in den oorlog tus-
schen de Vereenigde Staten en Duitsch-
land een nota gezonden, waarvan hier de
voornaamste gedeelten volgen:
Vereenigd door de eeuwige banden der
democratie en door eenzelfde opvatting van
recht en vrijheid, staande tegenover ge
beurtenissen, die de geheele were'd beroe
ren, moeten de natiën van de nieuwe we
reld, indien zij hunne beginselen van in
ternationaal recht kraentiger willen hand
haven, tot een gemeenschappelijke actie be
sluiten. De republiek Uruguay hoopt, dat
alle Amerlkcansche volken d.iartoe een ge
meenschappelijk besluit zullen nemen, het
zij op een congres, hetzij op andere wijze.
Gaarne zeg zij dit verlang*.;i, waarop z'f
naar alwachtende houding baseert werke
lijkheid worden, zoodat Lntijnsch Amerika in
staat /al zijn al zijne moreele en materiee
le krachten te ontwikkelen, ten ?inde den
invloed in de wereld te verkrijgen, waar
op rtt recht heeft.
Deze woorden geven de gevoelens van
de regeering van Uruguay volkomen weer,
die de minister van Buitenlandsche Zaken
den 8en Februari 1917 In zijn antwoord aan
baron Wachendorf, den Duitschen zaakge
lastigde naar aanleiding van de aankondi
ging van den verscherpten duikbootoorlog
aldus vertolkte:
De regeering van Uruguay gelooft aan do
Duitsche regeering te moeten verklaren,
dat zij jn het belang van hare onderdanen
en van handel en, «scheepvaart de belem
meringen niet kan dulden, die een gevolg
zullen zijn van de vaststelling van een ver-
sperringsgebied en van de wijze waarop do
duikbootoorlog gevoerd zal worden.
Uruguay geeft op deze wijze duidelijk
haar verlangen te kennen om een bond van
de Amerikaansche democratie tegen
Duitschland te vormen, welks agressieve
politiek het zonder eenig voorbehoud ver
oordeelt.
Washington, 18 Juni. (R.) De
secretaris van de marine Daniels heeft do
producenten van kolen, olie en staal bevo
len de voor de vloot benoodigde hoeveel
heden te verschaffen tot de door president
Wilson bepaalde prijzen
B e r 1 ij n 17 Juni. (W.-B.). Officieel
bericht.
In het spergebied vqj\ het noordelijke oor-
logstooneel zijn door onze Ubooten weer
21,300 ton vraohtruimte in den grond ge
boord, in de Middellandsche zee 32,316 ton.
1.8 .huni. In het Engelsche Kanaal zijn
door onze U-booten vijf groote Engelsche
stoomschepen in den grond geboord, waar
van drie bewapend waren en een een tank
schip was, verder vijf zeilschepen en acht
visschersvaartuigen.
B e r 1 ij n, 1 9 J u n i. (W. B.) Officieel be«<
richt.
Er zijn in den Atlantischen oceaan weer
schepen met 24.000 ton vrachtFuimte in den:
grond geboord.
Londen, 19 Juni. (W. B.) Officieel be
richt.
Een vijandelijke duikboot heeft den 2en
Juni het Engelsche transportschip Comero-
nian in de oostelijke Middellandsche zee tot
zinken gebracht. Er was een klein aantal
troepen aan boord. 52 soldaten en 11 man
van de bemanning, waaronder de kapitein,
worden vermist.
Par ij s, 17 Juni. (R.) Officieel bericht
Twee Fransche stoomschepen, die juist
via Gibraltar uit de Middellandsche Zee en
den Oceaan hier aankwamen, deelen mede,
dat zij buiten de geblokkeerde wateren in'
het gezicht van de kust van Spanje, door een
groote duikboot werden aangevallen. Alle
twee maakten met succes gebruik van ka-
Eerst speelt de mensch met de zonde
daarna speelt de zonde met den mensch.
Roman van Helen e Diclc mar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
i. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
26
Mevrouw Miville zelve zat niet gaarne stil
te naaien. Haar oogen waren niet sterk meer
cn bovendien moest zij alle bloemen verzor
gen. Maar achter op de groote heeren-
scbrijftafel, die bij den erker met de breede
glasdeuren stond het eenige venster in de
kamer had zij boeken cn schrijfbenoodigd-
heden opgeruimd. En déar 4ag nu alles wat
klaar was van het uitzet, in bundeltjes samen
gebonden met een lichtblauw zijden lint, sier
lijk gestrikt. Dal was haar- werk!
En zacht neuriënde, met een tevreden lachje
Op bet vroolijke gelaat was het als wilde zij
zeggen: „dat is vrij wat beter voor Margrelba
idan de menschen te masseeren," en daarbij
trok zij haar zachte witte sjaal wat verder
over haar smalle schouders en ging naar de
keuken om eens naar het eten te zien.
Er was algemeene opstand. De japonnen
werden uitgeschud, de witte schorten afge
daan en alles opgeruimd.
Margretha alleen bleef nog zittén, ijverig
bezig met haar naaimachine schoon te maken.
Zij sloeg d^ oogen niet op en zij keek ver
stoord. Zij had roode wangen en om den
mond lag een gedwongen Irekje, maar zij boog
het hoofd zoo diep, dat een paar -lokken van
het lichtbruine haar over haar voorhoofd
vielen en bijna de machine raakten.
Ragnhild stond naast haar en borg haar
naaigerei in een rood fluweelen taschje. Zij
droeg een elegante matblauwe japon naar de
laatste mode en het blonde, gekroesde haar
lag als een aureool om het fijne, een weinig
bleeke gelaat. Nu en dan keek zij naar Mar
gretha, maar deze deed alsof zij het niet be
merkte en was geheel verdiept in haar werk.
„Lieve Margretha," zei ze éindelijk met een
goedig lachje. „Je trekt het je toch niet aan,
wat wij zeiden? Zoo was het niet bedoeld!"
„Neen, Ragnhild, dat doe ik volstrekt niet",
antwoordde Margretha zonder op te kijken.
Zij hield het hoofd schuin, inlusschen het wiel
de^ naaimachine met grootcn ijver poetsende.
„Jelui kunt over het huwelijk en over het
egoïsme der mannen zooveel praten als je
wilt mij deert het niet, dat begrijp je welt"
„Neen, natuurlijk! Het werd ook niet gezegd
met hel oog op Hans, Sigrid en ik meenen
slechts, dat..."
„Nu, neem me niet kwalijk!" brak'Margre
tha haar woorden af en haar stem trilde
even. ,.I k meen slechts, dat wanneer men
van elkaar houdt, dan..."
„Maar het blijft niet zoo als in den tijd dat
je verloofd bent," vicV Ragnhild haar haastig
in de rede. „Dan is alles even mooi wat men
zegt en doet maar daarna, wanneer hel
ernst wordt. Nu, je moet je niet voorstel
len dat dan alles toewijding en ridderlijkheid
is dagelijks in huis ten minste niet, dat
verzeker ik je. Neen, het is veel beter om
niet te beginnen met tc hooggespannen ver
wachtingen," besloot zij, terwijl zij het slof
uit haar vingerhoed blies en haar taschje met
een harden slag sloot.
„Te hooggespannen! Ik?" riep Margretha
boos uit.—
„De verliefdheid is goed voor oude jonge
juffrouwen en dienstmeisjes,"»ging Ragnhild
onverstoord voort, maar nu meer schertsend
„in die kringen is men soms nog- zoo
romantisch!" s
En Ragnhijd richtte zich in al haar lengte
op, omspande met haar blanke handen haar
slanke taille en haalde, diep adem, eindigend
in een geeuw.
„Hè, ik geloof waarlijk dat je hel niet deftig
vindt als iemand liefheeft, en eenvoudig ge
lukkig wil zijn," sprak Margretha veront
waardigd, terwijl zij het haar van haar voor
hoofd streek en met een ongeduldig gebaar
overeind rees. Toen nam zij de naaimachine
op en droeg haar met vluggen tred naar den
hoek van de kamer, waar de kist van de
machine stond.
Maar Ragnbilds gedachten hadden inmid
dels een andere richting genomen zij herin
nerde zich opeens dat zij nog een boodschap
in de stad moest doen. En hel was alsof zij
maar half had geluisterd, toen zij lachend zei:
„Gekheid, Margretha, zoo meen ik het in 't
geheel niet" en zij nam met een vriendelijk
knikje afscheid en ging de deur uit.
Margretha liep haastig de kamer door en
zei:
„Hè wat akelig om Ragnhild zoo te boo-
ren praten! Jc zoudl zeggen dat 7ij haar eigen
huwelijk verfoeit die goeie, beste Ilarald.
Is ér dan niemand, die haar weerleggen
kan? Ellgn jij bent niet gewend je mond te
houden, niet waar? Ragnhild moest het eens
goed hooren. dat zij in ieder geval geen recht
heeft om zoo tc spreken lieve hemel
denkt Ilarald niet altijd om haar?"
Ellen was onder de woordenwisseling der
anderen dichter bij het raam in een schom
melstoel gaan zitten. Er lag een mismoedige
uitdrukking op haar gelaat, terwijl zij haar
armen over dc borst vouwde en zoover ach
terover leunde, dat haar hoofd tegen den rug
van den stoel lag.
Bij Ragnhilds laatste gezegden waren er
diepe rimpels op haar voorhoofd gekomen,
terwijl zij zich zacht liet schommelen. Nu
keerde zij haar hoofd een weinig om, zonder
van houding tc veranderen, en antwoordde
met een eigenaardige koelheid in haar slem
als om een biltere gedachte te onderdruk
ken: i
„Och, wat gaat mij dat aan? Buitendien," zij
keek recht voor zich uit, „om de waarheid
le zeggen, bemerk je ook niet zooveel van die
wonderbare tegenwoordigheid der liefde in
het heelal! Klein en jammerlijk cn leelijk is
alles wal dc menschen tc voorschijn brengen,
zoo komt het mij voor," zei ze, alsof zij haar
eigen gedachten volgde; zij sloot de oogen en
liet zich nog harder schommelen.
„Daar hebt ge de oudé Ellen weer," riep
Margretha verwijlend uil, ,.nu praat je wcfer
als vroeger! J was waarlijk een heel ander
mensch geworden dezen winter in den om
gang met Hans en mij... Ben j ij misschien
ook dc meening toegedaan, dat deze „wonder
bare liefde," zooals jij die belieft te noemen,
dit is, dat cle eene mensch ja cn amen zegt op
hetgeen de ander beweert? En dat zii abso
luut geen fouten mogen hebben, niemand,
want dat anders Hè, wat een wonderlijke
redeneering vind ik dat! Ik zeg redenccring,''-
herhaalde zij en ging voor Ellen staan... Nief
waar Sigrid, j ij bent heltn den grond met mij
eens?" Zij keerde zich plotseling om. Haar
toon was op eens kalmer.
Sigrid stond nog bij de tafel en legde eenig
goed bij elkaar. „Heeft Hans dan fouten?"
klonk het goedig schertsend, terwijl zij haar
sterk gebogen wenkbrauwen optrok en glim*
lachte.
Maar dit was Margretha te erg. Zij bleef op'
eens pal staan, en zei:
„Hè, wat vind ik jelui a k e 1 i gt" zij stampte
met den voet. „Ja, Sigrid," ging zij op een
vasten toon voort met ingehouden adem s
„Hans heeft fouten, dat durf ik gerust verteld
len! Hans kan wel eens Och," zij boog zich
neer en raapte een draadje van den grond op,
dat zij zènuwachtig om haar vinger wond
„maar dat komt er niet op aan je kunt ook
beiden fouten hebben... Maar als je maar zooi
ver kan komen dat je kunt zeggen: „wees
niet boos. het was mijn schuld. Ja, zoo is
het," cn haar jeugdige gestalte verhief zich
fier omhoog, „als Hans ben' engel was
zou ik hem niet willen hebben. Neen, voor
geen geld Ier wereld! Ik wil hem honderd
maal liever hebben zooals hij is duizend,
maal maar dat begrijpen jelui niet," klonk
het ten slotte kalm alsof zij boven lien ver*
heven was.
(Wordt vervolgd.J