„DE E EM LAN DER".
Donderdag 28 Juni 1917.
BUITF.NI ANP.
N° 303
15de Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF O Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
AMERSFOORTSCH
MARIE VAN VERSENDAM.
M®ofdred«ctIe* Mf D f VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
far mamoden voor Ameniooctf J-JJ®-
Idem trance per poot_u UUV"
Per week w
Afzonderlijke nummers
Wek.lijksch bBro^.1 ,D. HelW..*. flajjwW (oodat
redactie van Thérèse Hoven) per mnd. 50 el*.
WekalykMh bg.oegael par 8 mnd. 88 et«.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1-btegela f O.NO.
Elke regel meorO.I5.
Dionataanbiedingen 1—5 0.30.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedr\j< bestaan zeer voordoolige bepahugon
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonaoniont.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt* op
aanvraag toegezonden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
A
Kennisgeving.
STEMMING VOOR DEN GEMEENTERAAD.
De Burgemeester van Amersfoort brengt
ter openbare kennis, dat op Vrijdag den 6. Juli
aanstaande, van des morgens acht tot des na
middags vijf uren, de stemming zal geschieden
Ier vervulling van twee plaatsen in den Gemeen
teraad, Kiesdistrict L
De candidaten, in alphobetische volgorde,
rijn
A. EYSINK,
J. HOFLAND,
J. D. HOLMER.
Tevens wordt die aandacht gevestigd op ar
tikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, lui
dende
„I-lij, die opzettelijk zich voor een ander uit
gevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste één
jaar."
Amersfoort, 28 Juni 1917.
De Burgemeester voornoemd,
v. RA ND WLJCK.
Nabetrachting over de
Raadsvergadering
'n Belangrijke vergadering Dinsdagavond.
Daar was in de allereerste plaats het wo-
ningboüw-voorstel. 'n Geheel nieuw dorp,
immers 400 woningen, zal gesticht worden
tusschen Woesiijgerweg en Dorresteinsche
weg, in 3 stukken gesneden door de spoor
lijn en den Arnh. weg.
'n Schitterend voorstel, waaraan slechts
één bezwaar kleefde het kwam 'n paar jaar
te laat. En kojnt dus op 'n paar ton meer
te staan.
Nog hooren wij den heer Van Achterbergh
op z'n ronde, origineele wijze pleiten voor
gemeentelijken woningbouw.
Tevergeefs; slechts zeer enkele raadsleden
vielen hem bij. Het gemeentebestuur sloeg
zijn raad in den wind en bleef prutsen met
Bonifaciii^ en Volkshuisvesting, welke
slechts druppels konden laten vallen op de
gloeiende plaat
Later, toen de nood steeds hooger steeg,
ging de gemeente 'n heel klein stapje in de
goede richting, zooals 'n schuchtere min
naar zich op de uiterste punt van de bank
zet en langzaam-voorzichtig naar het meisje
schuift.
„Bij wijze van proef" werdén 'n paar wo
ninkjes gebouwd. Toen was het ijs gebro
ken. En juist de schuchleren worden dan
soms zéér doortastend.
Maar nu de nood geen grenzen meer kent,
balen geen 80 of 100 woningen Tpeer; thans
is 'n gansch dorp noodig.
En inmiddels ziin de bouwkosten schrik
barend gestegen. Ze stijgen nog!
Hoe langer we wachten, hoe duurder het
wordt, zegt de heer Jorissen, wiens pittige
verdediging van het voorstel wij met te meer
genoegen hoorden, nu de wethoudersmuil-
korf hem het spreken belet en reeds zóó
la»' deed zwijgen, dat hij er schor van werd.
(De heer Jorissen verweet ons onlangs,
'dat wij hem onrecht gedaan hadden door
z'n heeschheid toe te schrijven aan te veel
spreken in 'n voorafgaande geheime verga
dering; we weten nu beterhet kwam door
't zwijgen).
Hoe langer we wachten, hoe duurder het
wórdt.
De angstvalligheid van het gemeentebe
stuur is dus wel zwaar gestraft. In hoevele
opzichten het in enkele jaren tijd Amers
foort vooruit gebracht heeft, in zake de wo
ning-politiek heeft het gefaald.
Maar daarom is de blijdschap over de
bekeering Ie grooter. Vooral nu die bekee
ring zoo volkomen is. Daarom brengen wij
*eor die nieuwe plannen gaarne alle hulde
aan B. en
Ook de Raad, die den heer v. Achterbergh
maar liet praten, en dus evenzeer schuldig
is, ging thans terstond mee.
Of neen, niet de geheele Raad. Eén was
er die oppositie voerde tot het uiterste.
mr. Stadig, die als gewoonlijk weer aan het
knabbelen en knibbelen ging.
Dit rechtsgeleerde element in den Raad
schijnt meer en meer het tegenstrevende
element te worden. Van z'n, in 'n jong
mensch zoo tegennatuurlijke behoudziekte
heeft hij nu al in schier elke raadsvergade
ring blijk gegeven. Nu eens was hij „hui
verig" voor dit, dan weer voor dat, en juist
altijd betrof het maatregelen in het sociaal
belang der gemeente.
Geen wonder dus, dat dit a.-r. lid „huive
rig" was ten opzichte van dit grootsche wo-
ningbouw-voorstel. Het kost^p zooveel geld
en de cijfers waren nog maar fictief; feitelijk
dus 'n blanco-crediet voor B. en W. Hij zei
behoefte te hebben aan ontlasting van z'n
geweten en pleitte voor uitstel, om nader
te onderzoeken in hoeverre het plan op be
scheidener schaal kon opgezet worden.
Intusschen moest de woning-ellende ze
ker maar blijven voortbestaan.
Dat nooit, riep de heer v. Nijnatteiv al
moest het ons ook in plaats van dertien
duizend, vijftigduizend.gulden per jaar kos
ten.
De Voorzitter en verscheidene leden sloof
den zich uit om mr. Stadig te bekeeren, doch
al hun overredingskracht bleek te vergeefs.
Zelfs de heer Oosterveen, die het eigenlijk
met hem eens was, maar toch ook weer niet
ééns was (of hoe was het al weer?) schoot
te kort. De heer Stadig bleef tegenspartelen.
Misschien dat sommige voortuitstTeven-
den reeds spijt krijgen van het compromis,
dat de eenige gelegenheid om dit tegenstre
vende element uit "den Raad te verwijderen,
verijdelde. Dat zou heusch 'n misslag ge
weest zijneen man als mr. Stadig is juist
de beste propaganda t e g e n de po
litiek der anti-rev. 1
-9
Het voorstel tot afschaffing van den bak-
kersnachtarbeid vond den Raad eenstemmig.
Zelfs mr. Stadig was er niet tegen.
Ook ten opzichte van deze zaak blijkt het
oude anti-revol. bezwaar, ontleend aan het
Bijbelwoord„de bakker werkt 's nachts",
bij de oude plunje geworpen te zijn.
De a.-r. heer Koning hief zelfs 'n Jubel
zang aan, stak de loftrompet voor B. en W.
als raadslid en niet als bakker) rtiet „zich
zelf en de heele bakkerij" geluk te wenschen.
-
O, er was nog veel meer in deze raads
vergadering, waarover uit te weiden zöu zijn.
Maar deze nabetrachting dijt uit en we moe
ten zuinig zijn met de beweegkracht der
zetmachines en de aandacht der lezers. Wij
huppelen dus maar verder en grazen hier
en daar.
Het Groene Kruis krijgt z'n gevraagde
subsidie-verhooging, krachtig verd?digd
door Nijnatten, Leinw^ber en Hofland.
Vreemd, dat B. en W. met 'n afwijzend
voorstel kwamen, 'tls waar, ook tegenover
de Vereen, voor Tub.-bestrijding was het
standpunt ingenomen, dat tusschentijds
geen subsidie verhoogd werd, maar nr>k toen
was er reeds vrij sterke oppositie. Eenmaal
wilde de Raad dit formeele argument slik
ken, maar de tweede jnaal kon hij het niet
wegkrijgen.
Gelukkig, want deze verhooging mocht
niet geweigerd worden. Het formeele argu
ment moge tegen elke andere vereeniging
gelden, maar niet tegen vereenigingen als
de genoemde, welke op de meest directe
wijze de'"gezondheidsbelangen van de ge
heele bevolking dienen. De volksgezondheid
is meer waard dan 'n paar honderd gulden
en. 'n paar honderd formeele bezwaren.
Algemeerfe bevreemding wekte dat wet
houder'Jorissen, 'n medicus, m'et dit afwij"-
zend advies geheel accoord ging.
Er werd geen voorzitter van de Comm.
van Toezicht op de Arbeidsbeurs benoemd.
De heer Hofland hoopte, dat de heer Van
Kalken zijn ontslag-aanvrage zou intrekken
hij schreef deze toe aan de „pottekijkerij"
van v/ethouder Jonssen én bezwoer hep\
niet longer 'n soórr curateele over den voor
zitter te oefenen door steeds alle vergade-
ringen- bij te wonen.
Zijn wij wel ingelicht, dan vergist de heer
Hofland zich in de motieven, welke den heer
v. K. tot ontslég noopten. Het moet niet de
pottekijkerij van den wethouder geweest zijn,
doch 'n eenigszins afwijkende beschouwing
van de taak der commissie door den voor
zitter zelf, die niet alleen toezicht, doch
ook beheer wenschte. Dat was de bedoe
ling niet en-daarom trad de heer v. K. af.
De wethouder was bestemd voor zijn opvol
ger, evenals ook elders de weth. voor soc.
aangelegenheden voorzitter dezer commis
sie is, hoe zonderling zulks schijnen moge
'n wethouder, die zelf „toezicht" houdt op
een der tokken van dienstr welke onder zijn
departement ressorteeren
Natuurlijk is er ook weer veel gesproken
over de distributie en het levensmiddelen-
bureau Heel veel zelfs.
De Voprzitter en de heer Hofland ver
staan elkaar niet op dat punt.
Eerstgenoemde heeft volmaakt gelijk dat
het 'n onhebbelijke gewoonte is om alle
grieven (welke er natuurlijk altijd zullen zijn)
op te zouten tot de raadsvergadering en ze
daar uit te stallen. Ook de heer Nieuwen-
dijk deed zulks weer. Waarom niet terstond
te bevoegder plaatse geklaagd?
Maar aan den anderen kant zijn wij over
tuigd, dat die gerekte idiscussies in den Raad
nooit te vermijden zullen zijn, doch evenmin
tot iets dienen kunnen. De Voorzitter zei
immers geheel terecht, dat hij zelf onmoge
lijk van alle finesses op de hoogte kon zijn.
Waarom dan niet aan dien onbehagelij-
ken toestand eens en voor altijd 'n einde
gemaakt door de instelling von 'n levens
middelen-commissie, welke in tal van an
dere gemeenten bestaat? Telkens en tel
kens weer Wijkt hoeveel onaangenaamheden
door een dergelijke commissie vermeden
worden.
Politiek Overzicht
De regeeringswisseling
ïn Oostenrijk.
I.
Het kabinet-Clam Martinitz heeft, na zes
maanden te hebben geregeerd, het punt be
reikt, waarop ten «lotte alle kabfnet&n, zoo
wel in Oostenrijk als in andere landen, aan
komen. Het heeft moeten vragen van het
ambt te worden ontheven. Het is den keizer
blijkbaar zwaar gevallen dit verzoek in te
willigen. De ontslagbrief is gestemd op een
toon van hartelijkheid, die in zulke stukken
zeldzaam isde keizer verklaart diep en op
recht te betreuren, dat de politieke omstan
digheden de medewerking van den schei
denden minister-president aan hem en den
staat hebben onttrokken. Maar die omstan
digheden waren oorzaak, dat de persoon van
graaf Clam Martinitz een beletsel was om
een uitweg te vinden uit de krisis, die was
ontstaan, en het strekt den afgetreden be
windsman tot eer, dat hij zijn ambt heeft
neergelegd, toen hij tot het inzicht daar
van was gekomen.
Eene grootsche taak was hem bij zijn op
treden toegedachtde nieuwe inrichting van
het Oostennjksche staatsgebouw op geheel
nieuwe grondslagen, die voor het vreedzaam
samenleven van de verschillende rassen, die
Oostenrijk bewonen, de tot dusver ontbre
kende voorwaarden zouden scheppen. Dat
zou geschieden door middel van keizerlijke
ordonnantiën, uitgevaardigd krachtens arti
kel 14 van de grondwet, het bekende nood-
artikel, dat den keizer de bevoegdheid ver
leent bij* ontstentenis van den rijksraad de
wetgevende macht zelfstandig uit te oefe
nen, behoudens latere bekrachtiging door
de volksvertegenwoordiging.
Bij nadere overweging is intusschen graaf
Clam Martinitz tot het inzicht gekomen, dat
dit niet de goede weg was om het groote
hervormingswerk, dot van hem verwacht
werd, te volbrengen. Dat moest worden aan
gevat in samenwerking met den-rijksraad.
De volksvertegenwoordiging, die drie jaren
geleden naar huis was gezonden, omdat
men- geen kans zag haar tot vmchtbaren
arbeid te brengen en die sedert als element
van wetgeving was uitgeschakeld, moest
worden hersteld op de door de grondwet
haar toegekende plaats. De geest van eens
gezindheid en offervaardigheid, die in den
strijd tegen den vijand, die het bestaan van
het rijk bedreigde, zulke schoone vruchten
had opgeleverd, zou, zoo dacht men, ook in
den rijksraad zich doen gelden en hem-gc-
neigd maken de hand tot medewerking, die
hem door de rè£eering werd geboden, aan
te nemen.
Het getuigt van het vertrouwen, dat graaf
Clam Martinitz genoot bij den jongen
monarch, die hem aan het bewind had geroe
pen, dat de keizer tot deze verandering vJn
gedragslijn zijne toestemming verleende. De
vorige minister-president von Koerber, die
nog onder keizer Frans Jozef was opgetre
den na de vermoording van graaf Stuergkh,
was juist op dat punt gevallen. Zijn denk
beeld om een einde te maken aan den par-
lementloozen tijd had geen steun gevonden
bij den keizer, die eenige maanden later
aan het daartoe strekkende voorstel van
Clam Martinitz een welwillend oor leende.
Maar de uitkomst heeft aan de verwach
ting slecht beantwoord. Zij heeft aan graaf
Clam Martinitz eene groote teleurstelling ge
bracht. In de eerste plaats vertoonde de
stemming in het huis van afgevaardigden
volstrekt niet den geest van eensgezindheid
en broederschap, waarop men had gehoopt.
De verschillende groepen stonden nauwe
lijks minder scherp tegenover elkaar dan
VToeger. Maar bovendien bleek, dat hij per
soonlijk niet kon gerekend worden de reohte
man op de rechte plaats te zijn. De
Czechen duidden het hem euvel, dat hij, lid
van een geslacht, dat in den strijd voor de
natidftale ospiratiën van de Czechen steeds
qan hunne zijde had gestaan, door zijne in
den oorlog opgedane ondervinding tot een
van het hunne afwijkend inzicht was be
keerd. De Duitsohers vertrouwden zijne be
keering maar half. De Polen hadden bijzon
dere grieven tegen de centrale regeering.
Zoo kwam het, daf het kabinet niet. eens
voor de zaken, die dringend afdoening
eischten, de medewerking van den rijksraad
kon verkrijgen. Er werd door sommige goe-
pen te verstaan gegeven, dat zij zelfs voor
de credietwet, die moest worden afgedaan
vóór 1 Juli omdat er anders geen geld zou
zijn ter voorziening in de behoeften van den
staatsdienst en van de voortzetting van den
oorlqp, hun steun niet door het kabinet-
Clam Martinitz te krijgen was. Er is ter elf
der ure nog een plan geopperd voor eene
reconstructie van het kabinet op breederen
grondslag". Maar oók dat is mislukt en er
bleef geen andere keus, dan dat graaf Clam
Martinitz nogmaals aandrong op de inwilli
ging van het reeds gedane verzoek om ont
slag, waarop toen de gunstige beschikking H
gevolgd. Uit Weenen wordt hierover ge-
sohreven:
„Men zal Clam Martinitz ten goede hou
den, dat hij voor de moeielijke taak, die de
jonge monarch hem had opgedragen, den
besten wil heeft meegebracht. Helaas was
De laatste eer die men overledenen be
wijst, is dikwijls tegelijk de eerste.
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
83
"Welnu, ik wil tegenover jou ook mijn bewe
ring met argumenten staven. Het is waar,
dat je, al ben je nog zoo vreeselijk gelukkig,
elkaar toch kunt verliezen! Het is soms een
bespottelijk kleinigheidje dat het doet. Maar
opeens is er een vreemde, koude luchtstroom
tusschen je beiden gekomen.Och. ik kan niet
zeggen wat ik bedoel maar dan is het of
we honderden mijlen yan elkaar ver-verwij-
cerd zijn!...
Ach, het is zoo onbeschrijfelijk naar, dat
kan je begrijpen je weet letterlijk niet hoe
dan nog kunt ademhalen. En dan kan het
gebeuren, dat Hans uit gaat, voordat wij het
weer in orde hebben gebracht. En ik loop
dan alleen in liet huis rond. Maar juist dan
denk je aan het wonderbare van heft"huwelijk,
zie je. Hij moet weer thuis komen. Dóór
hangt zijn hoed, achter in dien hoek staan zijn
stok en parapluie eri zijn pantoffels bij zijn
bed. Al wat hem in huis tocbehocrt, en dat
*ijn lieve handen hebben aangeraakt j En
wanneer ik dan wat op mijn verhaal ben ge
komen. dan kus ik al die dingen, die van
hem zijn ja, je moogt er gerust om lachen,
maar dat doe. ik werkelijk. En wanneer hij
thuis komt, dan kan het gebeuren, dat wij er
om kibbelen om de meest schuldige te zijn.
Begrijp je niet, dat wij het heerlijk hebben,
Ellen?"...
Maar hel was of Ellen zich aan de beschre
ven blaadjes brandde. Zij vouwde den brief
met sidderende handen dicht, wierp dien in
een lade van haar schrijftafel en draaide den
sleutel haastig om.
De wéken verliepen. Zomerwarmte is nu in
dc lucht. Alles ontspruit en bloeit en zet zich
tot knoppen. De vogels zingen en jubelen. .Vl
ies is als vernieuwd en verjongd. De krach
ten van het leven zijn sterker dan die van
den dood.
En Ellen zit op het balcon van Sunny Hill,
verlokt door de schoonheid vol licht van den
Juni-avond. De zon is onder, de lucht is hel
der maar warm en het js doodstil.
En zij stuurt naar de zee, die blinkend als
een spiegel haar fijne goudkleur terugkaatst
op de groene landpunten. Haar oogen volgen
de bergtoppen ver in het westen, die als de
zon is ondergegaan, overdekt worden drror
een neveligen violelten sluier, of naar de vis-
schersbooten, die daar liggen als kleine,
zwarte, onbewegelijke stippen, waartegen de
blanke vlakte» kabbelt, terwijl de* witte en
groene stoombootjes met roode vlag-op den
achtersleven, glijden over hun eigen spiegel
beeld in het water, en bij de landingsplaatsen
hun blauwe rook als een fijn floers over het
bosch uitzenden.
En zachtkens, zachtkens stijgt de maan aan
den_ helderen horizont. Haar licht valt door
hel hekwerk van het balcon in breede, gou
den Strepen over den grond, tot binnen de
kamer...
Dan wordt Ellens ziel benauwd door een
plotseling opkomende wilde smart cn haar,
borst wordt als toegesnoerd.
Zij slaat driftig op haar oogen schitteren
onder de saamgetrokken wenkbrauwen en dc
trekken van haar gelaat worden nog bleeker
en scherper. Met de handen tegen haar borst
gedrukt, stampt zij op den vloer:
„Ik .duld. het niet het maakt mij
slecht!"
Het/klinkt als een halfgesmoorde kreet.
Eir zij gaat in de kamer, sluit de deuren,
steekt haar lamp aan en laat voor alle
vensters de gordijnen neer.
XII.
De zomer had als gewoonlijk dc bewoners
van Sunny Hill naar alle kanten verspreid.
Maar tegen den herfst had ieder zijn gewone
bezigheden weer hervat en het leven ging
oogenschijnüjk zijn gewonen gang.
De spanning in de gemoederen, die door de
gebeurtenissen .in het voorjaar een breuk
dreigde te veroorzaken tusschen de beide
families -Miville cn Lassen, scheen nu weer
geweken te zijn.
Men kon dikwijls de twee neven 's middags
thuis zién komer. uit ue siad: Richard, die nu
zijn eerste zittingjaar in het Storfliing achter
zich had, opgeruimd, zelfbewust, als altijd,
demonstreerend en verhandelend. Harald, stil
ler en kalmer en met een zekere terughou
dendheid in zijn voorkomen.
Alsof het afgesproken was, werden nooit
persoonlijke Verhoudingen tusschen hen aan
geroerd. Om iets tc noemen: een zaak die
Harald aanging was, dat het begin van het
schooljaar dezen keer voor hel eerst had aan
getoond dal de vraag om toelating minder tal
rijk was geworden- en er meer kinderen de
school hadden verlaten dan anders het geval
was en dat Richard zijn oudste dochtertje,
dat nu naar „de groote school" moest, op een
.der andere meisjesscholen had geplaatst.
Overigens scheen het, dat Richard niet
wenschte dat daardoor de goede verhouding
tusschen de beide families verstoord zou wor
den. Zoo was zijn aard niet! Zelf begreep
hij niets van wat dc dingen moesten betcekc-
nen voor een gemoed als dat van Harald
en het was in goed vertrouwen op de onfeil
bare uitwerking van zijn bemiddeling dat hij
nu, om zijn goeden wil te toonen, bij iedere
gelegenheid zijn gastvrij huis open zette voor
zijn familie van de tweede étage. Ragnhild
was altijd meegaande en gewillig.
Dat Harald verhinderd was om mee te
komen viel niet op. Iedereen wist. hoeveel
werk van allerlei soort hij altijd tc doen had.
Het was in 't laatst van November.
Ragnhild slond fn den vóóravond voor den
spiegel in haar slaapkamer en kleedde zich
voor een concert.
Zij had juist een lichtroode, echte camelia
op haar borst gestoken tusschen de witte kan
ten fichu en bezag zich nu niet haar hand
spiegel rechts en links om zoo goed mogelijk
het Resultaat l^arer zorgen op te nemen.
Een glimlach van voldaanheid verhelderde
onwillekeurig haar gelaat.
Zij stond haar gocrl, de zwart-f 1 uweelen
japon juist zwart fluweel bij haar figuur,
hij de kleur van haar gelaat en haar kapsel,
had luitenant *ICarlsen gezegd en hij had
er verstand van.
Zij bekeek haar gelaat nog eens nauwkeurig
in den spiegel een klein beetje poeder nog
hier. Je kon werkelijk een paar smalle
rimpels ontdekken aan hel voorhoofd en bij
de slapen.
Zie zoo, nu zag jc er niets meer van! Zij
kon niet zien, dat zij er nu minder gped uit
zag dan in haar jeugd! Haar figuur was toen
slanker en haar houding zij glimlachte
weer. Zij dacht aan een bewonderenden blik,
dien zij zoo goed kende. Zij was er van ver
zekerd dat zij dien van avond zou ontmoeten
zij zou na het concert met de familie
Grandt soupeeren in 't Grand Hotel en
mevrouw Grandt was Karlsens eigen zusier.
Er was niemand, die er wat op_ aanmerken
kon! Zij antwoordde zich zelve als op een
vraag. Lieve hemel, het was alles even on
schuldig Harald zelf had er niet het minste
tegen hij zei nu nooit meer iets van dien
aard, maar liet haarVgeheel vrij. Gelukkig
was hij in dit opzicht mei de jaren verstan
diger geworden.
Maar het was waar ook.
Haar gelaat veranderde opeens van uit-1
drukking.
Wat zou Harald van avoHjjfcehad hebben?
Hij had tamelijk lang in den achtermiddag
op zijn bed gelegen dat deed hij anders
nooit. Hij had gezegd dat hij zich niet recht
wel gevoeld had op school.
f
(Wordt yervolgd.J