DE EEMLANDER". Donderdag 12 Juli 1917. BI IITFNI .AND." H N° 10 16" Jaaraarig. 1 FEUILLETON. g! Strijdende Zielen. mj - MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie: Mf D VAN SCHAARDENBURG. Uilgevers: VALKHOFF Co. abonnemenxspeus fat 3 maanden root Amersloort f J*®®* Mom franco per post.. ~,7* Per vroek (metgratis verzekering tegen ongelukken) - Afzondorliike nummers Wekeli,ks«h bjjToessel „D. Bolland,ch. (onder redactie van Thérè-se Hoven) per 3 mnd. 5» cis. Wekelijkseb bijvoegsel Wn-tlirntu" per 3 mnd. 53 ets. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTEN TIÉN Van 1—5 rogelsf 0.80. Elke rogol meer- 0.15. Dienstaanbiedingen 15 regoh o.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handol en bedrip bestaan zeur voordeolige beputingoa U.I liet herhaald advortooren in dit Blad, bii abenuoineut. Eone circulaire, bevattende tie voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. 'n Frisch geluid. Geef het kind wat des kinds is. Is men in de klingen van het bijzondèr onderwijs daarvan wel steeds doordrongen? i Geeft men soms niet veelêer het kind wat des ouderlings is Men ziet dan wel de boomen, doch niet het bosch. Men staart zich blind op de gevaren welke de kinder- ziel bedreigén, doch de kinderziel zelf ziet n men niet. In zijn ijver om het kind voor de j< keflc te behouden, moet het kind gekneed A\. en vervormd worden tot het gewenschte model en het frissche kinderlijke wordt daartoe, onderdrukt. Dit roomsche systeem van opvoeding tot *n levend machinetje zonder eigen wil en zonder zelfstandig denkvermogen, is ook fJVjMn protestantsche kringen doorgedrongen. Doch hier ondervindt het verzet. lm 'n Christelijk schoolhoofd, de heer Van Wijlen, redacteur van „de School met den eiy Bijbel", heeft 'i\ reeks Christelijke leerboek- 1H J*es uigegeven en daarin gebroken met alle gekunstelde dorheid. "H Groote ergernis in het gereformeerde öi 'kamp. Ei zit te weinig gereformeerde pit in, verwijt men hem. Jood noch heiden, noch mohamedaan kan zich aan den inhoud stoo- ten. Hebben wij daarom christelijke scholen gebouwd om de kinderen lezen en schrij ven te ljeeren en daarbij, voor de christelijk heid, 'n gebed bij het begin en 'n dankzeg- 9|ging aan het slot en op den koop toe nog :Tn beetje bijbelsche geschiedenis? Zoo Hwordt verontwaardigd gevraagd en door hen, die het kind niet tot mensch in de christelijke maatschappij, doch tot lidmaat der Geref. kerk willen opvoeden. Maar hoor nu de verdediging van den schrijver „Er log over onze oude boekjes 'n geest van ernst, van sterke christelijke levensop vatting. De volksgeest was door de opwek kingen in Afscheiding, Reveil en Doleantie sterker in z'n uitingen. Dat kwam ook uit in het leesboek. Maar die geest verflauwt zien- deroogen. Dat zal ieder smarten. Maar het is wat anders dien geest te kennen en te Kwaardeeren in gesprek of lectuur, èn dien geest te forceeren in het schoolleesboek. De verhalen in het oude leesboek kregen vaak ili jui st door dien christelijken levenstoon die *?r doorloopend in doorklonk, iets gekun- stele's, iets gemaakts, voor den jongen iets In onnatuurlijks, ver staande van zijn eigen le- I" ?fven Het werd dan soms een er bij halen Rvan bijbelteksten, een popperige vroomheid. jZeldsn hebben die oude verhalen eerst van brave Hendrik, maar later ook van De Lief de en van Veenendaal, indruk op mij ge maakt. Het werd ons jongens een wereldje van vrome en slechte jongens, beurtelings lij te onzer leering en afschuw ons geschilderd, 3 maar heelemaal staande buiten ons leven van slootje springen, en in boomen klimmen jfl" "van boodschappen doen voor thuis en neem mij niet kwalijk! van vechten en stoeien en zwemmen en spelen, 't Leken communiekindertjes in zwarte pakjes, waar lUf G je even naar keek, maar die u koud lieten. Zelfs onze indrukken van religie in de kerk en thuis, vooral onder de Bijbelles van on zen meester, woren heel anders dan van die braven uit de boekjes, die met twee pagi na's formaat net zou gauw waren verdwe nen als verschenen. En onze ondeugden, die wij rond en in ons zelf zagen, waren in den regel ook heel anders. In één woord die boekjes, ze lieten ons koud, ze bleven ons vreemd, ze deden ons kwaad noch goed. 't Zat er, vermoed ik, te dik op, of liever te onnatuurlijk. Het was of de heele wereld bestond uit brave of stoute jongensnooit had je er bij van die leuke, van die rare, van die alledaagsche jongens, zooals wij ze kenden. Ze hadden iets volgroeids over zich in hun keuze ten goede of ten kwadehet leken meer mannetjes en vrouwtjes, in klein formaat, dan echte jongens en meisjes. Ik weet er dan ook niets meer vanheel die wereld vergaten wij als de school uit was, het ging niet mee de wereld in." Indien deze geest in de kringen van de voorstanders van het bizonder onderwijs \\%t meer doordrong, zou het verwijt, dat de sectarische school niet het onderwijs dienst baar maakt aan het kind, doch door middel van het onderwijs het kind tracht dienstbaar te maken aan kerkelijke en politieke belan gen, zeker niet meer zoo vaak vernomen worden Politiek Overzicht. Het overlegt tusschen regeering en rijksdag in Duitschland. n Met de hervatting der zittingen van den rijksdag op Donderdag 5 Juli is «ene actie begonnen, die zich voorloopig nog achter de schermen afspeelt, maar toch reeds met zóó veel kracht zich doet geleien, dat de zaken eene krisis tegemoet gaan. De strijd beweegt zich zoowel op het gebied van de buiten- landsche als van de binnenlandsche politiek. De regeering staat als wrijfpaal tusschen de beide tegen elkaar ingaande stroomingen, van welke de eene voortzetting van den oor log verlangt totdat de tegenstander is ten onder gebracht en de andere verlangt, dat *al het mogelijke zal worden gedaan om te komen tot pen vrede, steunende op weder^ zijdsch overleg. Op het gebied van de bin nenlandsche politiek wordt alles beheerscht door de kwestie van de „Neuorientierung", den nieuwen koers waarvan de keizer deN aanwijzing heeft gegeven in zijne bekende Paaschboodschap, die de belofte inhield van eene grondige hervorming van de Pruisische kiesrechtregeling. Ook hier zijn rechter- en linkerzijde met elkaar in feilen strijd. De conservatieven, die zich bedreigd zien in hunne machtspositie wanneer het kiesrecht in Pruisen nieuw geregeld wordt, zijn open lijk in oppositie tegen de regeering en voor- Reclame. Vrijdag, Zaterdag eo Maandag avond, 13,14 en ÏO Juli, van's avonds 7 tot 11 nar, doorl. voorstellingen (aanvang 2de voorstelling O nnr). Zondag 15 Juli van 6 tot ÏO (aan vang 2de voorstelling 8 uur), gaat In de Bioscoop, „I>c Arend" als hoofd nummer ,,ODETIE", drama in 4 afdeellngen mei voorspel, naar den beroemden roman van VICI'OBIEN SARDOU. In de hoofdrol de bekende en gevierde Film-Artiste FRANCESCA BFRTINf. Voor het overigepro gramma en do prijzen, zie affiches. al tegen den rijkskanselier, die ook in Prui sen minister-president is. Maar ook de lin kerzijde komt met nadruk op voor hare wen- schen. Zij verlangt niet slechts de hervor ming van het Pruisische kiesrecht, maar ook politieke hervormingen in het Duitsche rijk, in de eerste plaats den overgang tot een par lementair regeeringsstelsel, en zij verlangt vóór alles, dat het hervormingswerk terstond zal worden aangevat. De linkerzijde vindt in dit streven krach tige steun van andere partijen in den rijks dag, inzonderheid van het centrum. Een lid van het centrum, de afgevaardigde Erzber- gen, heeft in de eerste vergadering van de hoofdcommissie, na de hervatting eene for mule te berde gebracht tot omschijving van datgene wat wordt beoogd. Die formule heeft als uitgangspunt gediend voor de actie, welke nu is aangeval het is dus van belang haar te kennen. De Germania, het hoofd orgaan van de centrumpartij, deelt daarover mede, dat het doel is van den rijksdag eene verklaring over het oorlogsdoel uit te lokken. Die stelt men zich voor als eene nieuwe be tuiging van instemming met het oorlogspro- gromma van 4 Augustus 1914, dat gein ver overingszucht het Duitsche volk in den oor log heeft gedreven, maar dat het slechts naar de wapenen heeft gegrepen tot verde diging van zijne vrijheid en zelfstandigheid en tot bescherming van de onschendbaar heid "van zijn gebied. Verder moet in deze verklaring tot uitdrukking komen, dat het Duitsche volk steeds bereid is tot een vre de, steunende op gemeenschappelijk over leg, onder afwijzing van alle plannen, die doelen op economische afzondering der vol ken en op het kweeken van vijandschap tus schen hen. Zoo lang de vijanden zulk een vrede afwijzen, zal het Duitsche volk in on overwinnelijke eensgezindheid met ongebro ken energie den oorlog voortzetten. Dit is de strekking van de verklaring, die Erzberger den Duitschen rijksdag wil doen afleggenr En als toelichting van de actie, die bij daarmee wil voeren, wordt nog het volgende medegedeeld „De Entente heeft het vredesaanbod van 12 December met spot en hoon afgewezen, als zijnde eene vrucht van de „Pruisische militaire caste", het „keizerlijke absolutis me", enz. Bij de geringste bekendheid met de binnenlandsche toestanden van Duitsch land is het niet te verwonderen, wanneer deze verdachtmakingen een grooter geloof hebben gevonden den wij in Duitsch'onJ weten. Om aan deze intriges voor goed den kop in te drukken, moet van het Duitsche volk, voor den op grond van het vrijste en meest democratische kiesrecht gekozen Duitschen rijksdag eene ondubbelzinnige wilsuiting voor de politiek van het Duitsche oorlogsdoel uitgaan. Daarmee wordt aan Duitschland's vijanden ondubbelzinnig aan het verstand gebracht, dat zij niet alleen met de „Pruisische jonkers", met de „mili taire caste" oorlog voeren, maar met het geheele Duitsche volk, en dat dit volk be sloten is dezen strijd om vrijheid en zelf standigheid tot den lantsten druppel bloeds te voeren en alle bezwaren en moeielijkhe- den te dragen. Om deze gedachte ten volle tot verwe zenlijking te brengen, is het noodig, dat ook de regeering zich met dit standpunt ver- eenigt. De rijkskanselier heeft in de com missie, onder verwijzing naar zijne vroe gere verklaringen over het oorlogsdoel, de gedachte op zich zelf aanvaard. Dat is ech ter niet voldoende. De ernst van deze ma nifestatie zal eerst dan ten volle worden begrepen, wonneer het Duitsche volk door eene parlementaire vertegenwoordiging verantwoordelijk mede betrokken wordt bij de regeering. Daarmee moeten de pogingen van Engeland worden tegengegaan om zijne Entente-Vrienden in te blazen, dat de Duit sche regeering in 't eind toch doet wat zij wil en aan den rijksdag niet verantwoor delijk is. Daarom wordt de vorming van een soort coalitie-ministerie voorbereid, waarin gezaghebbende leden van het parlement zit ting zullen nemen. Daarmee zou de eens gezindheid en samenwerking tusschen volksregeering en keizer niet slechts naar buiten gedocumenteerd, maar ook praktisch verwezenlijkt worden in een voor uitvoering vatbaren vorm. Over den vorm van dit nieuwe stelsel be hoeft men zich het hoofd niet te breken. Vooral zou het-werkeerd zijn het nieuwe" stelsel voor te stellen als overgang tot een parlementair regeeringsstelsel in mechani sche navolging van het Ëngelsche voor beeld. Het niéuwe stelsel wordt aangepast aan 'de Duitsche gewoonten en de histori sche wordingsgeschiedenis van- het rijk on der volledige handhaving van zijn karakter als bondsstaat. De Paasch-belofte van den keizer moet in vervulling komen. Daar met een spoedig einde van den oorlog niet kan worden ge rekend, wordt het eene gebiedende nood zakelijkheid, de hervormingen op het ge bied der binnenlandsche politiek in Prui sen reeds nu ter hand te nemen. Daardoor zal" ook de verdachtmaking krachteloos ge maakt worden, die vooral in Rusland eene groote rol speelt, dat de Paaschboodschap eene belofte inhoudt, die niet zal worden nagekomen. Daarom moet in Pruisen on verwijld de kiesrechthervormirig ingeleid worden. Orrder de gegeven omstandigheden kan slechts het gelijke, geheime en directe kiesrecht onder aanpassing van de Pruisi sche toestanden in aanmerking komen. Daaruit vloeit de noodzakelijkheid voort, dat ook in het Pruisische ministerie eene homogeniteit voor deze hervorming verkre* gen wordt. Dat zal ook hier eene verwisse ling van personen ten gevolge hebben." Zoo luidt de toelichting, die gegeven wordt van het denkbeeld om den Duitschen rijksdag in eene uitdrukkelijke verklaring zijn standpunt tegenover de kwestieOor lof of \nrede? kenbaar te maken. Met dot denkbeeld is verbonden eene ingrijpende hervorming der staatsinrichting van het Duit sche rijk en van het koninkrijk Pruisen- Daarover loopen nu de besprekir^gen, die In Duitschland tusschen de regeering en parlement gaande zijn. Voorshands worden zij in vertrouwelijken kring gevoerd. Eene eerste uitkomst van deze overleggingen vindt men in de hier geneden opgenomen aanschrijving over de hervorming van het kiesrecht in Pruisen. Het verdere zal men spoedig vernemen, want de toestand dringt tot snel en krachtig handelen om. tot eene beslissing te komen. De oorlog. Aan het westelijke front zijn de Duitschers op het front bij Niguwpoort in Engelsche stellingen gedrongen op een front van 1400 yards en 600 yards diep. Op het strijdfront ten zuiden van do Dnjestr hebben de Russen Halicz, aan dia rivier gelegen, bezet en zijn nog verder naar het westen vooruitgerukt. Londen, 10 Juli. (R.). Er is een uit voerig rapport bekend gemaakt van gene raal Maude, den bevelhebber van de expedi tie in Mesopotanië, dat loopt over het tijd perk van Augustus 1916 tot het laatst van Maart 1917 en handelt over de voorberei ding van de operatiën en over die opera- tiën zelve, welke hebben geleid tot den vol van Bagdad. Het rapport zegt onder meer: Reeds meer dan veertien dagen vóór wij Bagdad bezetten, was de vijand begonnen, zijn voorraden en zaken van strategische waarde weg te voeren en eigendommen, die niet konden vervoerd worden, te vernielen. Toch viel ons een ontzaglijek buit in han den, deels beschadgd, deels onbeschadgdL Daaronder bevonden zich kanonnen, machi negeweren, ammunitie, spoorwegmaterieeL smidsen, rails, ijs en sodawater, vilt, slangen, pompen, kranen, windassen, sein- en tele- graphie-inriohtingen, alsmede hospitaalbe» noodigdheden. In het arsenaal vonden wij, behalve eenige kanonnen die tamelijk oud waren, alle kanonnen die den vijand in April 1916 bij de overgave van Koet in handen war engevallen en die generaal Townsend onbruikbaar had gemaakt. Daarna beschrijft A^ude de operaties na Bagdad's valhoe de vijand zich ongeveer twintig mijl ten noorden van de stad had verschanst op den redhter Tigris-oever. De hoofdstelling werd door enfileering geno» men, waarbij wij in nauwe samenwerking Als een staatsman zich op den Hemel be roept dan is het gewoonlijk om aardsche dingen. IE LE Roman van Helene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch La door A. M VAN DER LINDEN—VAN EDEN. 18* 44 - >jl Het was nu omstreeks Kerst-tijd. Margretha Was reeds den geheelen dag op en had haar dogelijksche bezigheden weer opgenomen. Maar, wanneer Ellen er van sprak om naar jChristiania terug te gaan ten einde op Kerst avond op Sunny Hill te kunnen zijn, betrok «el nog bleeke gezicht en zij vroeg met een |>ijnliik trekje, of zij haar zoo slecht hadden behandeld, dat zij zich haastte om zoo spoe dig mogelijk weg te komen! Het zou veel ver standiger zijn om den Kerstavond en de beide Kerstdagen bij hen te blijven, voor dezen «énen keer; zij kon dan Oudejaarsavond op Sunny Hill zijn. En Ellen bleef. „De twee dagen meer of minder," zei ze tot zich zelve, „dat zou toch •e kinderachtig zijn om die er niet aan vast te inoopenMaar zij werd bevangen door evn wonderlijke onrust, toen zij dit besluit gc- °®nen had. Een onrust, die zij zich zelve niet w de bekennen en waartegen zié dapper scheij ïklee ,Bont -rage* 3rd. irveuj 1 dag.1 lAtGEJ streed. Deze aangewezen dag, waarop zij de beide laatste maanden gerekend en gewacht had, was er nu niet meer. En het was alsof zij geen moed had haar gedachten op een laleren datum te bepalen, zelfs al was die niet zoo ver meer verwijderd. Maar toen de Kerstavond naderde, steeg deze onrust tot een werkelijke kwelling. De post was in den laatsten tijd ongeregeld aan gekomen door de mist in de fjord en toen die eindelijk kwam, had zij van Harald geen brief gebracht, geen enkele regel. Zij troostte zich iederen dag met dezelfde redenen: drukte op school, postve'rtraging en den langen brief, dien zij met Kersttijd moest ontvangen. Het was haar een verlichting, dat er juist bijzonder veel drukte in huis was met het oog op de feestdagen. Margretha moest nog ont zien worden en boe meer werk hoe beter, dan ging de tijd sneller voorbij en kon zij niet aan haar onrust toegeven. Tot laat in den avond zocht zij bezigheid. Zij huiverde voor den nacht terug als voor een schrikbeeld. Want in haar hield een geheimen angst de wacht en dreef den slaap uit hare oogen. In half sluimerenden toestand zag zij Harald stervende ongelukkig. Maar den volgenden morgen was zij weer in staat haar angst terug te dringen en opnieuw redenen, verstandige redenen te bedenken. En dan was zij weer de onvermoeide, flinke Ellen, met den warmen, ofschoon gejaagden glans in haar oogen, die het dagelijksch werk aanpakte en diep in haar binnenste den heimelijken aifgst voor den volgenden nacht en den volgenden morgen met zich omdroeg. Het was den avond van den eersten Kerst dag. Boven, op haar kamer, was Ellen gereed gekomen met het pakken om den volgenden dag op reis te gaan. De post had 's morgens een brief gebracht, meldende dat Harald in de laatste wTeek telkens flauwten had gehad en dat dc dokter de uiterste voorzichtigheid had bevolen. Zijn hartkwaal had zich weer ernstig doen gelden. Zij bleef een oogenblik midden in de kamer staan en streek telkens weer met beide han den het zware, golvende haar, waarin het laatste jaar een enkelen zilveren draad had geweven, van haar slapen. Haar hoofd was zwaar en het was of iets haar beklemde, waardoor zij geen adem kon halen. En zij liep naar het venster, haalde het gordijn om hoog en opende het raam. Het was heldere maneschijn. De lucht was zacht en zuiver. Alles rondom haar lag daar zoo rustig en stil, alsof de heclc wereld al haar wanklanken had doen samensmelten in één zacht, vol accoord; of ieder mcnschcnhnrt nu slechts het voorbeeld van de groote moe der had te volgen en veilig kon inslapen in een gezonde, natuurlijke rust. Ellen boog het hoofd uit het raam en haalde diep adem. ter wijl haar oogen onafgewend -voor zich uit bleven staren. In dit oogenblik was het alsof haar ziel op eens opgeheven en vervuld werd door een alles bcheerschend gevoel dat de macht bezat alle boeien fo.breken; om over berg en dal en zee te gaan en zich daar heen te spoeden waar haar verlangen haar heendrecf. Er werd aan de deur geklopt. Zij schrikte en keerde zich om; het was Hans. Het maanlicht valt op zijn gelaat. Het is bijna onkenbaar, bleek.verwrongen van smart. Hij heelt een open telegram in de hand. „Ellen er is iets vrccselijks gebeurd Harald Tranen verstikken zijn stem en hij gaat naar haar toe alsof hij haar tot zich wil trekken: „Harald stierf van morgen." Maar Ellen wijkt terug schrede voor schrede haar opengesperde oogen staren als in doodschrik, verwilderd, onafgewend naar hem t- tweemaal heft'zij dc armen om hoog en houdt ze dan afwerend vóór zich, alsof zij een moordenden slag wil afweren. En bij zijn laatste woorden klinkt er door het huis een jammerkreet... kort, zwak, maar met dien slependcn, huiveringwekkenden, door» dringenden naklank, die overal schijnt te leven, overal natrilt in de ruimte in dc lucht, zonder weg te sterven. Margretha zit schreiende in dc kamer van Hans. Het is alsof een echo van dien jammer kreet zich ook den weg naar hier heeft ge baand, en haar al meer doet schreien, terwijl Hans de kamer op en heer loopt, nu cn dan stilstaande om zijn oogen af te drogen. „Hoe kon je haar alleen laten. Hans?" zei Margretha eindelijk, terwijl zij haar hoofd op hief cn zij vergeefs trachtte zich tc bchcer- schen. ..Zij vroeg mij heen te gaan en haar een poos alleen te laten." „Hoe zag zij er uit?" „O" hij hield even op. „Die oogen ver geet ik nooit!" zei hij als in een onwillekeu rige uitbarsting eu liep de kamera-weer op en neer. „Welke Ellens oogen?" ?,Ja ik heb er dikwijls van gehoord, hoe dieren hen aanzien, die hen dooden lang diep verwijlend 1 Neen ik vergeet ze n o o i t er sprak een bede uit om barmhartig heid dat het oict waar mocht zijn.'' Hij keerde zich om „...Ach, hoe zou ik haar kuiH ncn helpen 1" Zijn slem brak. „Ik wist wel dat Ellen heel heftig eu hartstochtelijk is maar ik hadrnict gedacht, dal zij het Zoo zou opnemen." Hans bleef staan en z?tg haar aan zonder te antwoorden. Er was iets in zijn blik, dat Margretha op* eens scheen te verstaan. „Denk je, denk je dat Ellen zij sta melde en kon bijna de woorden niet uilen. „Ach, neen Hans „Ja Margretha bedekte haar gelaat en riep uit* „Hoe vreesclijk!" Een oogenblik daarna nam zij haar handen weg cn keek hem aan- Er was iels onzekers, iets van vrees in haar blik „Arme Ellen!" Hans ging naast haar op dc sofa zitten en trok haar naar zich toe. Eu nu schreide zij nog heviger aan zijn borst. Er was zooveel wat haar nu helder werd. Na een poosje zei ze: „Ik ben blij dat Ellen hier is, niet waar? Om allerlei redenen," voegde zij er bij, cn zag hem aan met een blik, waarin alles, wat •zij niet in woorden brengen kon, lag opgeslo ten. Hans knikte en streek haar zacht over het haar „Denk je, dat Harald ook? Ach Hans zij verborg opnieuw haar hoofd aan zijo borst. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1