A
m
16"' Jaargang.
Bte
„DE EEMLANDER".
Vrijdag 13 Juli 1917.
BlITFNI AND~
FEUILLETON.
N* 11
Strijdende Zielen.
ar
AMERSF
- MARIE VAN VERSENDAAL.
t Hoofdredactie, j M|. D f VAN SCHAARDENBURG.
abonnementsprijs.
Per 8 maanden voor Amereloort fc f
Idem franco per post..
Perweek (metgratiiveriekermj? teren ongelukken! - u.i«.
Afzonderlijke nummers - «MM».
Wekelijkaob bgroersel „D« Bollandtclu Huitvrou»' (onder
redactie ran Thérèse Hoven) per 3 rand. 80 et».
"Wokelrjksoh bijvoeg»»! WtrMnnu" per S mnd. 52 ct».
<9
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 40.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
f 0.80.
- 0.15.
- 0.50e
PRIJS DER ADVERT EN TIEN
Van 15 regels.»
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen 15 regels
Qroote lettors naai plaatsruimte.
Voor handel on beirijl bostaan zeer voordoeligo bopalingon
tol het herhaald adverteeron in dit Blad» bij abonnement.
Eeno circulaire, bevattende 4e voorwaarden, wordt op
Aanvraag toegezondeu.
Kennisgevingen*
raadsvergadering.
De Burgemeester von Amersfoort,
Gezien art. *11 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dot de
Raad dezer*gemeente zal vergaderen op Dins-
do? den 17. Juli aanstaande, des namiddags ten
7 ure.
Amersfoort, 12 Juli 1917.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWUCK.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artt. G en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door J. Warnaer, voorzitter der Coöperatieve
Slagerije alhier, ingediend verzoek, met bijla
gen, om vergunning tot het uitbreiden van een
slachtplaats door het plaatsen van een electro-
motoi van 1 P.K. een een koelplaats voor het
bewaren van vleesch in het perceel alhier ge
legen aan de Hellestraat bij het Kadaster be
kend onder sectie E, No. 20, op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en. dat op Woens
dag den 25 Juli aanstaande, des voormiddags
tót half elf uren gelegenheid ten Raadhuize
wordt gegeven om, ten overstaan van het Ge
meentebestuur of van één of meer zijner leden,
bezwaren tegen het uitbreiden van de inriohling
in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeen
tebestuur of één of meer zijner leden zijn ver
schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Amersforot, den 11. Juli 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
K. KAAN T n 1 S. v T>ANDWIJCK.
Politiek Overzicht
De duikbootoorlog en de
rijksdag.
In den strijd, die in Berlijn achter de scher
men wordt gevoerd tusschen de elementen
an rechts en van links, is, voor zooveel den
nieuwen koers in Pruisen betreft, de beslis
sing gevallen ten gunste van links. Door de
aanvulling, die de aanschrijving van 11 Juli
heeft gebracht in het programma van de
kiesrechthervorming, welke de bekende
Paaschboodschap van den koning van Prui
sen had aangekondigd, is de zekerheid ver
kregen, dat dit hervormingswerk zal worden
aangevat in den geest waarin dat door de
linkerzijde werd gewenscht. Het wetsont
werp, dat de nieuwe regeling van het kies
recht voor het huis van afgevaardigden van
den Pruisischen landdag zal bevatten, zal
opgebouwd zijn op den grondslag van het
algemeene, voor allen gelijke, rechtstreek-
sche en geheime kiesrecht; en dat dit werk
met bekwamen spoed ter hand zal worden
genomen, is zeker gesteld door de opdracht,
die aan het ministerie is gegeven om het
wetsontwerp zóó tijdig in te dienen, dat de
eerstvolgende verkiezingen naar het nieuwe
kiesrecht kunnen plaats hebben.
Dezelfde elementen, die op het gebied der
binnenlandsche politiek zich er tegen ver
zetten, dat deze koers werd uitgegaan, wa
ren ook die, welke de oorlogspolitiek in
Duitschland dreven in de richting van de
voortzetting van den strijd tot het uiterste.
Zal de nederlaag van deze elementen op dit
ééne onderdeel doorwerken ook op de an-,"J". w "ST
dere onderdeelen? Dan mag worden ver- *>nd zou d",ng.e" onvoo.waardel.jk
toegeven. Natuurlijk heeft men daar, waar
deze beweging werd geleid en de stof er
voor geleverd werd, zelf nooit de onvoor
wacht, dat ook in het oorlogsbeleid eene
andere richting zal worden ingeslagen. Een'
toetssteen daarvoor zal men hebben in den
U-boot-oorlog. Het is algemeen bekend, dat
het besluit om den oorlog tegen de handels
scheepvaart te voeren op de meedogenlooze,
niets en niemand ontziende wijze, die sedert
Februari van dit jaar wordt toegepast, het
werk .is van de predikers van de guerre a
outrance. Die hebben gebruik gemaakt van
de stemming, die door de afwijzing van het
vredesaanbod der centrale mogendheden
was gewekt, om eene verscherping van de
strijdvormen door te drijven in eene mate,
die men haast niet mogelijk zou hebben ge
acht. Het scheen, dat men aan Duitsche zijde
ongevoelig was \^oor de ernstige bedenkin
gen, die tegen deze wijze van strijdvoeren
waren in te brengen, en voor de groote be
zwaren, die daardoor niet alleen aan de te
genpartij, maar in niet 'mindere mate aan
de onzijdigen werden toegebracht. Telkens
opnieuw' werden met blijkbaar welgevallen
de opgaven vermeld van de door de U-boo-
ten in den grond geboorde schepen en van
de daardoor verloren gegane vrachtruimte.
Nog dezer dagen werd met blijdschap het
bericht van de Duitsche admiraliteit ver
spreid, dat in dé jnaand Juni schepen met
eene gezamenlijke vrachtruimte van ruim
een millioen bruto-registertonnen naar den
bodem der zee waren gebracht. Voor de don
kere keerzijde van deze medaille scheen
men geen oog te hebben.
Nu blijkt, dat ook voor dip zijde van de
kwestie de oogen open gaan. Den afgevaar
digde Erzberger komt de eer toe in de
hoofdcommissie van den rijksdag ook den U-
bootoorlog ter sprake te hebben gebracht in
een anderen zin'dan waarin dat tot dusver
placht te geschieden. Dat hij daarmee een
goede snaar heeft aangeroerd, blijkt uit de
instemming, die hij heeft gevonden bij de
Frankf. Ztg. Dit blad brengt aan Erzberger
hulde, dat hij in den Duitschen rijksdag een
licht heeft ontstoken, waarvan is te hopen,
dat het de oogen zal doen opengaan van de
ruimste kringen, en schrijft
„Dat is eene overwinning en een vooruit
gang, die ons een goed eind dichter kan
brengen bij het doel, niet alleen van dén
vrede, maar van de politieke rijpheid en
ons allengs zulke kwaadaardige, de binnen-
en buitenlandsche politiek evenzeer in ge
vaar brengende vormen had aangenomen
als in eenig ander land.
Het is geen groot geheim meer, dat van
deze zijde, die aan het ongeluk van de we
reld \een goed deel van de schuld draogt,
in het volk de meening uitgestrooid en met
ijver verspreid is, dat de onbeperkte duik
bootoorlog in korten tijd de termijnen
wisselden af en verscheidene, die werden
genoemd, zijn reeds verstreken Enge-
zichtigheid begaan zich aan zulke termijnen
te binden. Maar wie durft betwisten, dat
de zin van de geheele propaganda was, dat
Engeland op een met mathematische zeker
heid binnen maanden intredend tijdstip zou
ineen zakken Wij hebben overeenkomstig
onzen plicht dikwijls voor deze noodlottige
dwaling gewaarschuwd. Heeft echter ook de
politieke regeering alles gedaan om het ont
staan van deze dwaling te beletten Hier
over moet"het oordeel aan de volksverte
genwoordigers overgelaten blijven, die bij
de beslissing over den duikbootoorlog en
de daarmee noodig wordende breuk met
^merika de geheime zittingen van de com
missie hebben bijgewoond. In breede volks
kringen zal men echter zich niet aan den
indruk kunnen -onttrekken, dat de leden der
regeering destijds den rijksdag nief voldoen
de hebben ingelicht over de ware kansen
en mogelijkheden van de onderneming.
Want hoe had anders de rede van Erzber
ger zulk eene groote uitwerking kunnen heb
ben, alsof zij eene verrassende onthulling
bracht? Volgens de officieel bekend ge
maakte cijfers is het succes van de cluik-
booten in het in der* grond boren sedert
T Februari zeer groot, belangrijk grooter
dan de marine wilde waarborgen. Wanneer
dus niettemin 't poiitieke succes voor groo
te kringen van de politiek zichtbaar achter
blijft bij de verwachtingen, dan kan destijds
in den rijksdag van de regeeringstafel niet
alles zijn gedaah om voor cle volksvertegen
woordiging een objectief onderzoek moge
lijk te maken en haar in staat te stellen den
zwaFen last der mede-verantwoordelijkheid
met een gerust geweten op hare schouders
te nemen."
Dit alles bevat voor ons geen nieuws; wij
hebben zelf in dien 'zin geschreven. Het
opmerkelijke is echter, dat het van Duitsche
zijde gezegd wordt. Dit wekt cle hoop op,
dat een der gevolgen van de ernstige krisis,
die nu in Duitschland hare oplossing nadert,
zal zijn, dat de vraag in overweging wordt
genomen, of met den duikbootoorlog op den
tegenwoordigen voet moet worden voort
gegaan. Wanneer men tbt het inzicht komt,
dat die' te kwader ure begonnén strijdme-
grootheid van Duitschland. Want voordat j thode eene misrekening is geweest, dan zal
Europa weer zich zelf kan worden, moet j het mogelijk zijn een groot struikelblok, dat
deze pest van het machtbegeerige chauvi-inu de strijdende partijen belet tot elkaar
DQTY1 P 71 fn 1 iit-rrorlrA\7f>n i n Ant mi 1 Ie ra "1. ,14
nisme zijn uitgedreven, die dat willen
wij nu toch eens eerlijk bekennen bij
te komen, uit den weg te mimen.
Do oorlog*
Over den strijd op het oostelijke oorlogs-
tooneel wordt van Duitsch-Oostenrijksche
zijde bericht, dat gister plaatselijke gevech
ten werden geleverd onmiddellijk ten zuiden
van de Dnjestr en dat de toestand onveran
derd is. De Russen berichten, dat zij Knlucz
hebben bezet, eene stad, die ligt aan de
uit het zuiden op de Dnjestr toestroomende
Lomnica, een eindweegs van de uitmonding
af.
Van de rest van het front is niets te ver
melden.
Londen, 11 Juli. (R.) Naar de Britsche
admiraliteit meldt, kwamen in de afgeloopen
week 2898 schepen binnen, terwijl 2798 uit
gingen. Er werden 14 schepen boven en drie
beneden 1600 ton tot zinken gebracht en 17
zonder resultaat aangevallen. Zeven vis-
schersvaartuigen werden in den grond ge
boord.
Londen, 12 Juli. (R.) De munitiemi
nister Addison heeft in een interview ge
zegd, dat niet minder dan duizend fabrieken
nu bezig zijn met het maken van vliegtuigen.
De voorraad gaat met sprongen omhoog en
is nu meer dan driemaal zoo groot als een
jaar geleden. In December zal de voorraad
het dubbele bedragen van het ciifep van
April.
Londen, 12 Juli. (R.) Kolonel Sir Ed
ward Warden doet een beroep op de vrou
wen van Groot-Brittannie, die bezig zijn met
het maken van voorwerpen ten behoeve van
de troepen voor den winter 191718. Het
stuk begint als volgt: Toen ik een beroep
deed op de vrouwen van Groot-Brittannie,
nu een jaar geleden, om winterbenoodigdhe-
den te maken voor onze legers op de ver
schillende gevechtsfronten, hoopten wij al
len, dat dit onze laatste winterveldtocht
zou zijn. Maar wat er ook moge gebeuren
vóór den .aanstaanden winter, het is zeker,
dat groote strijdkrachten in ieder geval in
het veld zullen zijn. Daarom rust op ons de
taak behoorlijke voorzieningen te treffen om
een -voldoenden voorraad warme goederen
voor onze mannen gereed te maken onver
schillig waar. zij dienen.
Verder wordt indruk gelegd op het feit,
dat met het aangroeien van de legers de
hoeveelheid van debenoodigde goederen
evenredig toeneemt.
Berlijn, 12 Juli, 11.40 voormiddags.
(W. B.) DeT>erichten in de Duitsche pers om
trent het aftreden van den rijkskanselier von
Bethmann Hollweg zijn ongegrond.
Berlijn, 1 2 Juli. (W. B.) Naar de B. Z.
am Mittag meldt, heeft de kroonprins heden
morgen eenige gezaghebbende leden van
de Rijksdagfracties ontvangen. Er werden in
het paleis van den kroonprins ontboden von
Payer (vrijz. volkspartij), dr. David (sociaal
democraat), dr. Stresemann, (nationaal-libe-
raal), Mertin (Duitsche fractie), Erzberger
(Centrum) en Westarp (conservatief). Het
onderhoud mei elk der afgevaardigden^ die
in bijzondere audiëntie ontvangen werden,
duurde geruimen tijd. Alle kwestiën, die
thans aan de orde zijn, werden in den breede
besproken.
München, 12 Juli. (W. B.) De Baye-
rische Staatszeitung schrijft in haar hoofd
artikel van heden onder den titel: „Het ge
roep naar parlementariseering": In de leven
dige besprekingen van de laatste dagen over
de reorganisatie, die de binnenlandsche
politieke toestanden moeten ondergaan,
neemt de vraag van de zoogenaamde parle
mentariseering een zeer ruime plaats in en
wordt als de gewichtigste eisch om het
Duitsche wereldlijke leven gezond te maken
en te versterken, nadrukkelijk op den voor
grond gesteld.
Zoo gerechtvaardigd op zich zelf het stre
ven is om aan de volksvertegenwoordiging
een krachtiger medewerking aan de vor
ming van de binnen- en buitenlandscKe poli
tiek van het Duitsche volk te verzekeren, zoo
gaat toch met dat streven iets anders hand
in hand, dat op de invoering van het parle
mentaire -stelsel in Duitschland doelt. Iedere
onbevooroordeelde kenner van de geschie
denis van ons constitutioneel leven en van
onze partijverhoudingen zal toegeven, dat do
overplanting van het parlementaire stelsel
op Duitschland eene onmogelijkheid is en
dat dit een maatregel zou zijn. die het be
staan van het Duitsche rijk in groot gevaat
zou brengen. Wanneer daarvoor bewijs noo
dig mocht zijn, dan zij herinnerd aan de be
kende verklaring, die de stichter van het
Duitsche rijk Bismaick den 5en April 1884 in
de vergadering van den bondsraad over do
kwestie der oprichting van een verantwoor
delijk rijksministerie aflegde, waarin hij be
toogde: Zelfs wanneer het gelukte vaste
meerderheden uit de in den huidigen rijks
dag aanwezige partijen te vormen, dan zou
toch de koninklijke regeering de instelling
van een parlementair stelsel als de zekere
inleiding tot het vervol en de wederontbin-
ding van het Duitsche rijk beschouwen.
Deze verklaring van den eersten Duitschen
kanselier, die destijds de onverdeelde in
stemming van olie vertegenwoordigers der
overige bondsregeeringen vond, heeft nog
heden onveranderd kracht. De woorden van
Bismarck, die over de vraag der instelling
van verantwoordelijke rijksministeriën ge
sproken waren, krijgen natuurlijk tegenover
den eisch, die nu wordt vernomen, tot invoe
ring van het pariementaire stelsel in Duitsch
land, nog eene bijzondere beteekenis. Zulk'
een inbreuk in de grondslagen van het ka
rakter van het Duitsche rijk als bondsstaat
zou zijn bestaan ernstig in gevaar brengen'
en moet daarom zeer beslist als onaanne
melijk bij voorbaat afgewezen worden. An
ders echter is het, zooals reeds werd be
toogd, gesteld met maatregelen, die in hel
kader van het door plechtige verdragen ge
waarborgde karakter van het rijk als bonds
staat waarborg bieden voor een innig en
vertrouwelijk samenwerken van het rijksbe
stuur met de volksvertegenwoordiging en
die, als zijnde in het belang van de welvaart
van, het Duitsche rijk, met blijdschap kun
nen worden begroet.
De wonden aan onze ijdelheid toege
bracht zijn half genezen, als het ons gelukt
ze verborgen te houden.
f
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
„Je kunt niet weten" hij bleef haar over
het hoofd strijken, maar alsof hij cr niet bij
was en zijn eigen gedachten volgde. ..Maar
weet j,e nog. dat jij het was, die mij er het
eerst over sprak, dal hij niet gelukkig was
en met zijn zacht gevoelig gemoed
..Hoe vreeselijk!"
ken oogenblik spraken zij geen yan beiden.
Zij waren ieder in hun eigen gedachten ver
diept.
Maar plotseling was het of hun gedachten
elkaar ontmoetten. Want, door hetzelfde ge
voel jfedreven, sloegen zij de armen om
elkaar, innig vast, alsof zij elkander nooit
meer zouden loslaten.
k:i toen fluisterden zij met een tuaan en een
glimlach opeens lieve warme vjoorden over
un eigen geluk en hun eigen Hefdc en hun
ein<'vlooze denkbaarheid.
JTgJwvijl Margnciha zichr zacht uit zijn armen
losmaakte, fluisterde zij: „Arme, arme Ellen,
wat kunnen wij doen om haar le helpen?"
XVI.
Ellen Miville had altijd geweten wat het
zeggen wil zich eenzaam onder de mcnschen
te gevoelen. Vooral in het laatste jaar.
Maar nu leerde zij, dat er nog een andere
eenzaamheid is, nog bitterder nog verschrik
kelijker. Een eenzaamheid, die als met één
stoot iemand uit de menschelijke samenleving
rukt ëi\^- hem buiten het leven stelt.
Donkere schaduwen kropen dicht en on
hoorbaar om haar Jieen, van alle zijden. Er
waren ^en kleuren meer, er was geen warm
te. Er waren geen menschen meer.
Als een vreemde, die met andere, koude
oogen om zich heen ziet, stond zij daar.
De wereld scheen haar zoo arm, zoo kaal,
zoo grauw en leelijk. En een groote, trage
verwondering steeg langzaam in haar op, en
breidde zich als een klamme, grijze scheme
ring over haar gemoed uit. Deze wereld, die
de menschen lief hadden en waaraan zij zich
krampachtig vastklemden.,, in blind, dwaas
verlangen, dat zij haar ten slofte toch iets zou
schenken, van datgene waarnaar hun ziel
hunkerdel Terwijl het eenige wat de wereld
hun ten slotte kon geven was, dat langzamer
hand de bron van verlangens in hun eigen
borst opgedroogd werd, zoodat dc arme
vleugellam geworden menschen steeds lager
dalen en eindelijk in het stof rondkruipen, af
gestompt, blind in onwetendheid van hifh
eigen verminking!
Maar inmiddels bevroor zij tol in haar bin
nenste bij deze vreemde eenzaamheid, waar
van zij zich nu helder bewust werd»
En op den bodem barer ziel loerde de wan
hoop willoos, ziek en koortsig die naar
iels zocht, 6m zich te kunnen verbergen
een dorstig verlangen naar rust en uitkomst!
Slechts ééne gedachte bleef haar over, die
sterk genoeg was om haar een oogenblik dit
schrikbeeld te doen vergelen: Te sterven!
De levenskracht vernietigd de smart ge
stild het smachtend verlangen uitgedoofd
de dood de groote bevrijder!
Hoe konden de menschen vergelen dat zij
sterven moesten?
Niet willen sterven. Hoe konden zij nog
w i 11 e n voortgaan met dit treurig leven, met
zijn kleine vreugden en zorgen, met zijif deur le komen waarop zijn naam nog niet is
twisten, met zijn a,' leid, met zijn slaap en zijn
maaltijden!
Zij kromde zich onder dit alles als onder
een vernedering:
Dit leven trok ook haar mee. Van dag tol
dag; gaf ook haar zorg en werk en dwong
haar om te elen en le drinken en le slapen.
Het was alsof zij haar eigen lichaam haatte,
dat sterke lichaam, dat eischic te leven en be
vredigd te worden.
Met wangunstige blikken beschouwde zij dc
zieken, de ouden en afgeleefder., die zij op
haar weg ontmoette het bleeke gezfcht van
haar moeder en de zwakke, teere gestalte, die
cr haar op wees, hoeveel zij haar vooruit was
op den weg* naar het graf.
En toen zij drie weken na de begrafenis yan
Harald weer op het kerkhof stond, waar het
lijk van zijn moeder werd neergelaten, hoe
wenschte zij toen met haar geheele hart, dat
z ij het toch mocht zijn, die daar in dc diepte
lag stijf en koud en bereid...
Toch ging Ellen iedcrcn dag werktuigelijk
naar haar werk in dc-school. Zij begreep zelve
niet, dat zij het k o n. Zij wist slechts dat het
moes t...
Het was nu zoo ledig in de school, zoo stil
te midden van a^ het leven en de gewone
drukte. En in de groote ruimte en in de groote
stille is het, alsof de echo van zijn schreden
gaal door alle gangen, en het geluid van zijn
stein klinkt van alle lessenaars en uit alle ver
trekken.
Maar wanneer zij zich haastte om weg te
komen en wanneer zij haar huis naderde dan
begon zij al langzamer te gaan. Hel valt haar
nu zoo zwaar, telkens weer, om voorbij de
weggenomen. En onwillekeurig blijft zij een
oogenblik stilstaan. En zij klemt de tanden
op elkaar, terwijl haar inwendige blik zich
tracht voor te stellen, hoe het er nu daar bin
nen uilziet.
Op de mooie salontafel midden in de huis
kamer staal Haralds portret in kabinetfor-
maal met zwarten lijst. Boven Ragnhilds
schrijftafel, waar vroeger het portret van haar
broer Karei liing, hangt nu een .groole foto
grafie van Harald, zijn' laatste geschenk aan
zijn moeder. De lijst is versierd met een groo-
tcn krans van verwelkt eikenloof en palm
bladeren.
En bij de tafel zit Ragnhild in een kostbaar
rouwcostuum, afgezet met breede randen
krip. Om haar hals en het fijnbesneden gclaal
met het gouden haar, plooit zich een hooge
kraag van krip, wat haar gelaat nog bleeker
en haar hoofd"nog fijner doel uitkomen
En dan komen de condoleanlie visites.
Iedc-ren dag vele vele ook in den rouw
geklcedc vrienden met ernstige bedroefde ge
baren en langzame bewegingen. En de dames
slaan de armen om haar hals en kussen haar
op de wang. En dc heeren nemen haar hand
en houten die lang tusschen de hunne. En
allen spreken met gedempte stem, warme,
deelnemende woorden over Harald. Over zijn
warm hart, zijn werkkracht, over zijn grooto
gaven, die nog zooveel beloofden. En Ragn
hild droogt werkelijke tranen met haar zak*
doek met breeden rouwrand en vertelt vari
zijn ziekte, zijn rustelooze werkzaafnheid ea
hoe zij altijd alles had gedaan wat zij kon
om hem terug te houden van overmatige in-i
spanning...
Op de tafel vóór haar ligt eën menigte
brieven en kaartjes, waarvan vele met buitens
lar.dsche post-stempels. Eenige van deze
liefst met klinkende namen uil de kring van
menschen die zich bc-zighielden met letter
kundig of maatschappelijk werk leest zij
aan haar bezoekers voor, vooral die gedeellen
waarin zij de warmste gevoelens van deel
neming uitspreken Veor haar, die trouw alles
met hem heeft gedeeld cn die toch van allen,
hel meest in hem verliest... En al die w-oor'Jen
klinken door naar dc ledige kamer, waarvan,
de deur opengelaten is, met zijn ledigen stoel
voor dc schrijftafal, waar hij zoo menigen hit
teren strijd had gestreden... aMeen...
Ilct was in 't laatst van Januari. De winter
was koud. Dagelijks vermengde zich dc mist
van de fjord met den rook der schoorsteenen
cn der fabrieken en lag dan als een geelach
tig. morsig laken over dc stad. Geen hemel
was er tc rien, geen zon. En de sneeuw, die
in de straten lag, was doortrokken van roet
en vuil.
fWordt vervoliZ(H