DE EEMLANDER".
Maandag 16 Juli 1917.
TOEWIJDING.
N* 13 Eerste Blad.
16" Jaarnang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH
MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie: M|. j, VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maandeu tooi Amersfoort 1
Idem trail co per post 7>,i'
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) «.14?
- Afzonderlijke nummers -
Wekel.iksch bnroegsel „D. Hollanctsch. Buwrouw (onder
redactie ran Thérèse Hoven) per mnd. 50 cis.
Wekeliikeeh bijToegwl .Wrrctdrnvt" per 8 mnd. 58 ets.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co,
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 15 regolaf 0.80,
Elke regel moer 0.15«
Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijt bestaan zeer voordeeligo bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement.
Eene oiroulairu, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Politiek Overzicht
De oplossing van de
Duitsche krisis.
Met von Bethmann-Hollweg is de laatste
afgetreden van de staatslieden, die toen, nu
welhaast drie jaren geleden, de wereldstrijd
uitbrak, in de staten, die in den oorlog be
trokken zijn, aan het hoofd der regeering
stonden. Óveral elders zijn de mannen, die
toen aan het bewind waren, door anderen
vervangen. Maar in de Entente-landen wa
ren de nieuwe mannen, die optraden, zonder
uitzondering feller nog dan hunne voorgan
gers gestemd voor de voortzetting van den
strijd. Zij vertolkten daarmee de in hunne
landen bovendrijvende stemming, die, naar
mate de toestand op het oorlogstooneel on
gunstiger werd en het oorlogsdoel, dat men
zich voorstelde, onbereikbaarder scheen, des
te meer zich daaraan vastklampte. Ditmaal is
dat anders. De verwisseling in het hoogste
regeeringsambt van Duitschland gaat ge
paard met eene machtige strooming in het
volk, die ook in den rijksdag zich met groo-
ten nadruk doet gelden, om te streven naar
het einde van den strijd. Nu is de groote
vraag dezeWelken invloed heeft deze
strooming gehad op de keuze van den man,
die nu in plaats van Bethmann Hollweg rijks
kanselier is geworden?
De vorige rijkskanselier was in den grond
een vredelievend man. Noode is hij ih den
oorlog gegaan en in de zitting van den rijks
dag van 4 Augustus 1914, waarin hij reken
schap gaf van de redenen, die hem daartoe
hadden genoopt, heeft hij uitdrukkelijk ver
klaard, dat geen zucht naar verovering hem
ad geleid, maar dat Duitschland de wape-
en had opgevat tot verdediging van zijne
ijheid en om zijn territoriaal bezit onge
schonden te houden. Daaraan is hij trouw
gebleven, en met reden brengt de Köln. Ztg.
hij zijn aftreden hem er hulde voor, dat hij
met zijn programma van „Neuorientierung"
heeft bereikt, dat de geest van 4 Augustus
1914 het uur van de geestdrift heeft over
leefd tot den huidigen dag. Het blad laat
daarop volgen, dat die geest „ondanks alles
zal nawerken totdat wij den stormvloed van
de vijanden hebben gebroken en weer vrij
kunnen ademen op vrijen Duitschen grond.
Met dit programma heeft hij intusschen ook
ook de gunst verbeurd van hen, uit wier rijen
hij is voortgekomen en boven wie hij is uit
gegroeid toen de verantwoordelijkheid voor
het geheel in zijne hand werd gelegd, van
die pseudo-conservatieven en laudatores
temporis acti, die niet in staat zijn de tee
kenen des tijds te begrijpen."
Daaruit verklaart zich de bittere vijand
schap, waarmee von Bethmann-Hollweg uit
die kringen bestreden, en vervolgd werd.
Hij heeft zich daarover meermalen beklaagd,
maar hij heeft niet altijd met succes zich
daartegen verweerd. Hij heeft soms toege
geven aan den drang, die van die zijde werd
uitgeoefend; zoo b.v. in den verscherpten
duikbootoorlog, waartegen hij zich lang
heeft verzet, maar -waartoe hij ten slotte
toch zich heeft laten vinden. Daardoor heeft
hij zijne positie niet versterkt; zijne vijan
den heeft hij natuurlijk niet er door ontwa
pend, maar ongetwijfeld is dit in de laatste
dagen van invloed geweest, toen men stond
voor de vraag of von Bethmann-Hollweg de
meest geschikte man was voor de nieuwe
richting, die men wil inslaan om op den
vrede aan te sturen.
Den nieuwen rijkskanselier wordt alge
meen eene buitengewone mate van geest
kracht toegekend. Dat is de.karakter-eigen-
schap, die in alle beschrijvingen van zijn
persoon, welke wij gelezen hehben, op den
voorgrond wordt gesteld. Hij schijnt dus
haar op de tanden te hebben, om eene volks
uitdrukking te gebruiken. Maar de vraag is:
Hoe zal hij deze eigenschap gebruiken in
het nieuwe ambt, waartoe hij is benoemd?
Het is niet gebleken, dat aan de leiders van
de partijen van den rijksdag eenige directe
invloed is toegekend op de keuze van den
nieuwen rijkskanselier. Wel hebben de fac
tiën van den rijksdag onderling overleg ge
pleegd over de formuleering van eene mo
tie, die wanneer de rijksdag na de oplos
sing van de kanselierkrisis weer bijeenkomt,
zal worden ingediend om tot besluit te wor
den verheven. Deze motie is verleden Vrij
dagavond vastgesteld en luidt volgens de
dagavond vastgesteld en luidt aldus
„Evenals op 4 Augustus 1914 geldt voor
het Duitsche volk ook aan den drempel van
het vierde oorlogsjaar het woord van de
troonrede„Ons drijft geen zucht naar ver
overing." Tot verdediging van zijne vrij
heid en zelfstandigheid, voor de ongeschon
denheid van zijn territoriaal bezit heeft
Duitschland de wapenen opgevat. De rijks
dag streeft naar een vrede van onderling
overleg en van duurzame verzoening der
volken. Met zulk een vrede zijn afgedwon
gen gebiedsverkrijgingen en politieke, eco
nomische of financieele verkrachtingen on-
vereenigbaar. De rijksdag wijst ook alle
plannen af, die doelen op eene economische
afzondering en vervreemding van de volken
na den oorlog. De vrijheid der zeeën moet
zeker gesteld worden. Slechts de economi
sche vrede zal den grond bereiden voor een
vriendschappelijk samenleven van de vol
ken. De rijksdag zal krachtdadig het in 't
leven roepen van internationale rechtsor-
ganisatiën bevorderen. Zoolang echter de
vijandelijke regeeringen op. zulk een vrede
niet ingaan, zoolang zij Duitschland en zijne
bondgenooten met verovering en verkrach
ting bedreigen, zal het Duitsche volk als
één man samen staan, onverzettelijk volhou
den en strijden, totdat zijn recht en dat van
zijne bondgenooten op leven en ontwikke
ling verzekerd is. In zijne eensgezindheid is
het Duitsche volk onoverwinnelijk. De rijks
dag weet, dat hij daarin één is met de man
nen, die in heldhaftigen strijd het vaderland
beschermen. De onvergankelijke dank van
het volk is hun verzekerd."
Reclame.
Hedenavond Tan
7 tot 11 nnr, doorl. voorstellingen
(aanvang 2do voorstelling 9 nnr).
Zondag 15 Jnll van 6 tot ÏO (aan*
vang 2de voorstelling 8 nnr). gaat In
de Bioscoop „De Arend" als hoofd
nummer ,(ODETTE", drama In 4
aldeeltngen met voorspel, naar den
beroemden roman van VICTORIES
S4RDOIT. In de hoofdrol de bekende
en gevierde Film-Artiste FRA^CESCA
RERTINI. Voor het overige pro»
grauima en de prijzen, zie affiches.
Voor dit besluit is de medewerking ver
zekerd van de vrijzinnigen, het centrum, de
Elzas-Lotharingers en de sociaal-democra
ten. Ook een vrij groot deel van de natio-
naal-liberalen en van de Duitsche fractie zijn
bereid er voor te stemmen. Het zal dus eene
wilsverklaring zijn, die de groote meerder
heid van den rijksdag achter zich heeft. Wat
zal het standpunt van de nieuwe regeering
zijn tegenover dit besluit, dot de rijksdag van
zins is te nemen? Uit het antwoord op die
vraag zal men kunnen zien wat de oplos
sing, die de nu geëindigde krisis heeft ver
kregen, beteekent.
De nieuwe rijkskanselier Michaelis is, be
halve tot dit ambt, ook benoemd tot minister
president en minister van buitenlandsche
zaken in Pruisen. Dit beteekent, dat behalve
de algemeene leiding van het regeeringsbe-
Ieid in het Duitsche rijk en in het koninkrijk
Pruisen ook het bestuur van de buitenland
sche zaken in zijne handen is gelegd. Er is
wel een rijksdepartement van buitenlandsche
zaken, aan welks hoofd een staatssecretaris
staat, maar de staatssecretarissen zijn onder
geschikt aan den rijkskanselier, die Voor het
geheel verantwoordelijk is.
Dr. Georg Michaelis is de zesde kanselier
van het Duitsche rijk sedert zijne oprichting
in 1871. Zijne voorgangers in het ambt waren:
vorst Bismarck van 18711890; von Ca-
privi van 1890—1894; vorst Hohenlohe-
Schillingsfürst van 1894—1900; vorst Bülow
van 19001909; von Bethmann Holweg
van 1909-1917.
Rijkskanselier Michaelis, die nu 60 jaren
oud is, is gevormd in de Pruisische ambte-
naarsschool. Sedert 1879 is hij werkzaam
geweest bij het Pruisische binnenlandsche
bestuur, laatstelijk als staatscommissaris
voor het voedingswezen sedert Februari van
dit jaar. In dit laatste ambt heeft hij eene
rede gehouden in het huis van afgevaardig
den, die nu wordt aangehaald tot kenschet
sing van zijne persoonlijkheid; daarin komt
deze zinsnede voor: „Ik aanvaard geen ambt,
'dat slechts een zwaard zonder snede is, en
ik zal geen^ambt blijven.vervullen, als men
zou trachten mijn zwaard stomp te maken."
De oorlog,
Berliin, 14 Juli. (W. B.) Avond-be-
xicht uit het groote hoofdkwartier.
In het Westen was cfe artilleriestrijd in den
loop van den dag levendig in Westelijk
Champagne.
P a r ij sr 14 Juli. (Havas). Namiddag
communiqué.
In de streken vein St.-Quentin en Craon-
ne en in den sector van Courcy hebben de
Fransche batterijen de vrij levendige bom
bardementen van den vijand beantwoord en
verscheidene pogingen tot overvallen ten
zuiden van St.-Quentin tegengegaan.
In Champagne hebben de Franschen met
succes een aanval gedaan op de Duitsche
liniën ten westen van de boerderij van Na-
varip. De Franschen brachten den vijand
verliezen toe en maakten gevangenen.
Op den linkeroever van de Maas was
groote artillerie-actie, vooral in de richting
van heuvel 504. Een overval op een kleinen
Franschen post ten Z. van het bosch van
Avocourt werd afgeslagen.
In de Woëvre werd het vrij hevige artil
lerievuur van den vijand bij Linay door onze
troepen tot zwijgen gebracht.
Ten noorden van Pey-en-Haye mislukte
een aanval der Duitschers.
Duitsche vliegers wierpen bommen op
Nancy, waardoor 2 vrouwen en 1 kind wer
den gedood. Een vèr-dragend kanon zond
heden morgen verscheidene bommen in die
streek, die geene slacthoffers maakten.
Avondcommuniqué.
Bij Courcy werd een Duitsche aanval af
geslagen.
Op vele punten van het front heerschte
eene levendige artillerié-actie.
Londen, 14 Juli. (R.) Bericht van
maarschalk Haig.
Hedennacht deed de vijand, na een
hevige artillerievoorbereiding, een aanval op
onze* stellingen ten zuiden van Lombartzijde,
maar werd teruggeslagen.
In den loop van den nacht werden door
vijandelijke afdeelingen zonder succes raids
ondernomen ten oosten van Hargicourt, ten
westen van Warneton, ten oosten van
Oostaverne en ten noorden van Yperen. Wij
maakten in deze gevechten en in patrouille-
gevechten ten noordwesten van Chérisy
eenige gevangenen.
Avondbericht.
Maarschalk Haig bericht, dat buiten het
gewone artilleriewerk niets is gebeurd gedu
rende den dag. Vijftien Duitsche vliegtuigen
werden naar den grond gebracht; zeven van
de onzen worden vermist.
B e r 1 ij n, 15 Juli. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
In Vlaanderen bereikte de artilleriestrijd
aan de kust, alsmede tusschen Roesinge en
Wijtschaete groote hevigheid. Bij Yperen
duurde hij ook des nachts voort.
Bij Lens en op beide oevers van de Scar-
pe was het vuur van tijd tot tijd hevig. En-
gelsche compagniëne die bij Graveile, ten
Oosten van Croisilles en bij Bullecourt aan
vielen, werden door een tegenaanval terug
geworpen.
Aan den Chemin des Dames werden den
vijand door een aanval belangrijke stellingen
ten Zuid-Oosten van Courte^on ontrukt. Na
een geconcentreerde actie van artillerie en
mijnwerpers namen infanterie-stormtroepen
zeven Fransche stellingen over 1500 M.
breedte en 300 M. diepte. De vijand bood
verbitterden tegenstand, zoodat 't tot hard
nekkige gevechten van man tegen man
kwam. Het doel van den aanval werd overal
bereikt en ondanks drie krachtige tegenaan
vallen behouden. De bloedige verliezen der
Franschen zijn zwaar. Tot dusver zijn meer
dan 350 gevangenen geteld De aanzienlij
ke buit -is nog niet opgemaakt.
In West-Champagne is gisteravond om
negen uur na een hevig vierdaagsch vuur
de aanval der Franschen op onze stellingen
van ten zuiden van Nouroy tot ten zuid-oos
ten van Moronvilliers begonnen. De aanval
vön de sterke vijandelijke krachten werd in
hoofdzaak afgeslagen.
Aan den Mont Haut en den PÖhl-berg
drong de vijand, nadat een eerste aanval
was afgeslagen bij een hernieuwden aanval
op enkele punten in onze stellingen. In den
morgen was daar de strijd nog aan den
gong.
Ook op den linker Maasoever deden de
Franschen na trommelvuur een aanval op
hoogte 304. Op geen enkele plaats gelukte
het den vijand onze loopgraven te bereiken.
Zijne storm-colonne werden door ons vuur
uit elkaar geslagen. In de streek van Vace-
rauville, op den oostelijken over von de
Maas, belette onze artillerieactie een aanval,
die werd voorbereid.
Avondbericht.
Vijandelijke aanvallen hedenmorgen bij
Lombaertzijde en ten zuiden van Courlccon
zijn mislukt. In Champagne vielen kleine
stukken loopgraaf in honden der Franschen.
P a r ij s, 1 5 J u 1 i. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Onder dekking; van trommelvuur, dat ver
scheidene uren aanhield, deden de Duit
schers gisteravond een krachtigen aanval op
een vooruitspringend punt in de Fransche
linie ten westen van Cerny. Er ontspon zich
een zeer hevige strijd, die den geheelen
nacht met afwisselend succes voortduurde.
Ondanks de groote strijdmacht, die door de
Duitschers in den strijd werd geworpen, en
ondanks het gebruik van vlammenwerpers,
werden de aanvallers voorgoed verdreven
uit een dekkingsloopgraaf, waarin zij waren
doorgedrongen. Zij konden slechts een stuk
van de eerste linie over een front van onge
veer 300 M. behouden. De artillerieactie
was eveneens hevig in den sector van
Craonne.
•In Champagne deden de Franschen giste
ren om 7.95 des avonds na een zorgvuldige
artillerie-voorbereiding op twee punten een
aanval op de Duitsche stellingen. De aanval,
die met buitengewone kracht werd uitge
voerd, bereikte overal het beoogde doel. Ten
noorden van den Mont Haut en op de noord
oostelijke hellingen van den Têton hebben
de Fransche soldaten over een breedte van
ongeveer 800 M. en een diepte von 300
M. een machtig versterkt loopgraven-net der
Duitschers veroverd. De Duitschers reageer-
Hoe minder wij spreken over onze voor
nemens, hoe meer kans wij hebben ze te
verwezenlijken.
Roman
van
Karamati.
Ontspanning.
„Oef! daar zit ik, en nu vooruitl" riep hij,
zich neervleiende.
Iheo van Klnrenbeek zou met zijn vriend
ÏWillem Berends op reis gaan. Hij had naar
't oogenblik van vertrek gesnakt, zooals slechts
iemand dat kan na jaren verlangens. Jaren
achtereen had hij hard gewerkt, gestudeerd
voor zijn doctorsgraad in de Nederlandsche
letteren, daarna een paar jaar weer gestil
eerd en les gegeven aan een hoogerc burger-
chool. Leiden en 't kleine proviircie-stadje,
.«aar hij nu werkzaam was, hadden hem zóó
even benauwde jaren in hun grenspalen ge
sloten. Hij smachtte naar de frissche raluur,
naar een paar maanden genielcns buiten. En
telkens had hij een plannetje om uit te vlie
gen moeten uitstellen: die lyran geld had hem
nmeedoogend teruggehouden. Hij had 't «^iet
nnen betalen. Nu. eindelijk, had hii opslag
n traktement gekregen en bovendien wat
Sxtra inkomsten gehad uit privaatlessen. Hij
kon dan gaan, en hij aarzelde niet lang. Zijn
vriend Berends was assistent in de natuur
kunde aan de Leidschc hoogcschool en kon
het beter doen dan hij. Op zijn brief met het
voorstel om mee te gaan op een uitstapje naar
liet Bohemer woud, had deze dan ook spoe
dig een toestemmend antwoord gezonden. Nu
zaten ze tegenover elkaar in een tweedc-
klas-coupee, met hun beiden, Theo opgewon
den en vol verrukking, hij kalm glimlachend
over zijn vriends zenuwachtigheid, zelf. even
zeer in een goede stemming, maar uiterlijk
zoo bedaard als zal hij thuis een boek te lezen.
..Kom, mijn waarde, rook een sigaar, dat
zal je goed doen Willem reikt zijn overbuur
zijn sigarenkoker. Dc ander neemt een sigaar;
maar onder protest:
..Och, jij altijd met je vervelende kalmte!
Ik zal rooken. om je gezelsphap te houden;
maar dacht je dat 't genot van zoo'n zuigding
iels te maken had met mijn zielstoestand?"
„Waarom niet?'*
„Wel. ik ben geen zuigeling, die zich laat
bevredigen met een dot.'*
„Mijn waarde, ziel en lichaam zijn een. Be
vredig de ziel door 't lichaam en bet lichaam
door de ziel."
„Larie! Mijn waarde, mijn waarde ik
wou, dat je dat idiote vocatiefjc niet zoo dik
wijls gebruikte ziel en lichaam zijn twee,
al hooren. ze hier op aard, helaas, bij elkaar.
Jou kortzichtige theorieën lijken me niet. "We
hebben daar lang genoeg over gekibbeld."
„Niet lang génocg; wrant anders zou je over
tuigd zijn."
„Onzin! Je overtuigt me nooit. Maar ik moet
je er bij zeggen, dat ik geen kans zie jou ooit
te overtuigen, 't Is een treurige waarheid,
maar jij bent nu eenmaal'een verstokte rea
list, zonder een greintje poëzie,-
„En jij een onverbeterlijke poectaslcr, zon
der een spoor van gezond verstand. Je neemt
mc niet kwalijk?"
„O neen, volstrekt hiel. als je alleen maar
p o c c t in plaats van pocetastcr wilt
zeggen, 't Is waar, ik heb nog niet veel moois
geproduceerd, maar 'l beste moet nog komen.
Daar ben ik zeker van."
„Nu goedi pocel dan: dal 's al even treurig
Geloof me, mijn... vriend, zulke lui als jij
komen nooit goed terecht. Dal loopt vroeg of
laat faliekant uit.1'
Theo haalt zijn schouders op
„Zeg 's", roept hij na een oogenblik zvvij-
gens „ik geniet, ik voel me als een vogeltje,
dat uitvliegt. Of jij je nu al aanstelt, als
iemand, wien alles onverschillig is, 't maakt
er mijn genoegen niet minder intens om.
Bovendien vind ik je type merkwaardig. Al
't menschclijke is interessant, zelfs 'l ingebeel
de nilmirari van jou"
„Daar zeg je nu voor 'l eerst iels verstan
digs. Maar van dal genieten gesproken: dal
doe ik ook. maar vind 't alleen niet noodig,
daar zooveel over te zeggen. Al dat geschreeuw
en die ge.voelcrigheid van jou lijken m ij juist
aanstellerij In alle vriendschap, niet waar?"
„O zeker, ik ken jc. En nu zijn wc kiel"
Beiden schoten in een la du
Een toöneeltjc als dit kwam nog al eens
voor tusschen die beiden. Telkens en telkens
kwamen hun denkbeelden met elkaar in bot
sing. Beider levensbeschouwing Verschilde
ook enorm. Niettemin leed dc vriendschap er
in 't minst niet onder. Reeds als kleine jon
gens hadden re met elkaar gekibbeld; en toch
steeds elkaar gezocht. Als Theo 's zomers
's morgens vroeg opstond om op een wande
ling de ontwakende natuur te bewonderen,
deed Willem hel omdal dan zijn boterham
zooveel heter smaakte; als Theo naar een bal
ging. om zijn hart op tc halen aan het „eeuwig
vrouwelijke", dat hij op Mie Duitsche litera-
luur-lcs reeds zoo had leeren noemen, en dat
hij in dc opgeschoten deerntjes van 't pro
vincie-stadje reeds goed vertegenwoordigd
vond, ging Willem naar zi^lk een partij, om
dat hij nu eenmaal ..aan die malle fratsen"
mee moest doen, om later „in da wereld" geen
gek figuur te slaan, en om met de onbeholpen
„engeltjes." die zijn vriend vereerde, eens
onder kameraden erg satirisch den spot te
drijven, nadat hij ze op zijn onbetaalbare, kod
dig onnoozcle manier duchtig had „beetge
nomen." Schreef Theo verzen in lieve albums
of ging liij roeitochtjes houden „met meisjes",
Willem hield er meer van met eenige jongens
in een schuitje tc zitten, en dan hij 't tegen
komen van een varend gezelschapje jonge
dames op de rivier, door hevige beroering in
't water tc brengen aller vreugde in doods
angst Ic doen verkeeren. terwijl hij eens
den eenigen kee^, dal hij ooit in een dames
album schreef op verzoek van een nichtje,
dat met Tbeo's gedichten ,vbcpanld dweepte",
daarin een „gedichtje op de maan" had ge
schreven, dat aldus luidde:
Zie ik je staan,
O volle maan.
Ik denk dan: helaas,
Was jc maar ccn Edammer k3as!
En moet je 't met de helft maar doen,
Dan denk ik: Was jc maar een schijf
meloen I
Geen wonder, dat bewuste jonge dame ver
ontwaardigd was, en den dichter Theo van
Klarenbeek haar hooge afkeuring te kennen
gaf over dicus omgang rael cca barbaar, die
zulk een smaakbeleedigcnden zotteklap in
haar i) o z i e-album dorst te schrijven. In
derdaad was de jonge dichter niet weinig
verstoord op zijn roekeloozen vriend; maar,
als altijd, duurde dc oncenigheid slechts een
paar dagen. Willem lachte om Theo's fijnge
voeligheid en noemde hem een mislukte imi
tatie van „Wcrlher", terwijl dc laatste dc be
titeling „stompzinnige koekebakkcr" zeer pas
send voor zijn kameraad vond. Van beide be
namingen mocht zeker ere eerste wel de meest
geslaagde genoemd worden.
Theo was werkelijk een soort Wcrthcr. Hij
had al het poëtische en fijnbesnaarde van
diens natuur en daarbij al het ontvankelijke,
lichtontvlambare, voor indrukken vatbare.
Zelfs zijn uiterlijk zou dc vergelijking loclatcn.
Als de heid van Goethe's gedicht in proza had
hij een fijnbesneden gelaal, sprekende blauwe
oogen, zacht golvend blond haar, een lenige,
delicaat gebouwde gestalte. Evenals hem was
alles in de natuur hem belangwekkend; zag hij
overal 't schoonc met echten dichtervorst,
was iedere polsslag levens hem een bron van
geestdriftige vreugde; was zijn ziel vatbaar
voor de hoogste, de tecderslc aandoeningen,
maar ook aan rijzing en druk onderhevig als
een gevoelige barometer.
(Wordt vervolgd.}