foewijding. 16"* Jaargang. DE E EM LAN D ER' Woensdag 25 Juli 1917. BUITENLAND. feuilleton. Het LevensverzekeringsbeiirUf als Staatsmonopolie. MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie, j Mf D f VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS.' Per 3 maanden vooi Amersfoortf 1.50. V Idem franco per post2.O0. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.14. Afzonderlijke nummers- 0.05. Wekelijksoh bijvoegsel Hollandses Huisvrouw*' (onder redactie van Thérèse. Hoven) per 8 mnd. 50 ets. "Wekelgksoh bijvoegsel WereldrevUs" per 8 mnd 52 et». Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTEJNT1ËN Yan 1—5 regels..f 0.80. Elke regel moer0.15. Dienstaanbiedingen 15 rogols.. 0.50» Grooto leIters naar plaatsruimte. Voor bande) en bedrijf bostaan zoor voordeolige bepalingen tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonuoment. Eene oiroulairo, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. n. De sobere mededeeling van den minister werd nader toegelicht en aangevuld eerst In een interview, verschenen in de Tele graaf van 10 April, en vervolgens in de Eerste Kamer, toen de discussiën in de zit tingen van 12 en 27 April de gelegenheid boden hem aan het praten te krijgen. Naar hetgeen de heer Treub bij dia gele genheid te kennen gaf, denkt hij de voor genomen monopoliseering geleidelijk te doen geschieden, door te bepalen, dat na een zeker tijdstip geen verzekeringen in Nederland meer door de maatschappij mo gen worden afgesloten. De bedoeling is niet een gedwongen nöasting der particuliere bedrijven, daar dit gepaard zou gaan met schokken in het bedrijf, welke de minister juist zooveel mogelijk wil vermijden.- De maatschappijen zullen voor de keuze wor den gesteld, haar loopende contracten zelf te liquideeren, of haar portefeuille aan het staatsbedrijf over te doen. Overwogen zal worden, aan alle verzekerden het recht toe te kennen, onmiddellijk naar den Staat over te gaan, zonder dat daarbij de medwerking ran de betrokken maatschappijen zal wor den vereischt. Dé kantoorgebouwen zouden door den Staat kunnen worden overgeno men, mits zij tijdig worden aangeboden, an ders zouden de maatschappijen het aan zich zelf hebben te wijten, als zij ermede bleven zitten Het staatsbedrijf zal comifterciëel worden geëxploiteerd, dat beteekent: vrij van de fouten, die de ambtenarij plegen aan te kle ven. De Minister noemde het aldus: dat niet de bureaucratie, maar het zakenelement zijn stempel op dit staatsbedrijf zal drukken. Het plan is, met de uit ervaring verkregen middelen der maatschappijen voort te wer ken. De personeel-quaestie, neemt de mi nister nogal licht op. Van de besparing op de exploitatie die bij beheer in één hand zal worden verkregen, mag nooit het gevolg zijn, dat de propaganda daaronder zal lij den, evenmin als het geschoolde personeel, dat in dienst der maatschappijen is. Maar de hoofdzaak is en blijft het profijt voor de schatkist. Niet onmiddellijk, doch zeker na verloop van enkele jaren, zal volgens den heer Treub, de winst gaan vloeien. Uit de „vrij betrouwbare cijfers, waarover ik beschik" zoo sprak hij in de Eerste Kamer „leid ik af, dat in het voor levens- Vverzekeringsbedrijf lang niet gunstig jaar 1014 door de Nederlandsche levensverzeke ringsmaatschappijen nog een winst is ge maakt van 4k< millioen, en dat de Neder landsche levensverzekerings maatschappij en slechts ongeveer bestrijken van het geheele terrein der levensverzekering in Nederland, terwijl V.j, of misschien iets meer, wordt bewerkt door buitenlandsche maatschappijen". Wat hier tegenover moet worden gesteld, als vertegenwoordigende het belang der Ne derlandsche Maatschappijen in het buiten land, werd door den heer Treub niet ge zegd. Voorts achtte de minister het niet onmo gelijk, dat in normale tijden de gezamen lijke winsten 7 8 millioen zullen bedra gen. Die der brandverzekering maatschap pijen zijn volgens hem minstens even hoog te schatten. Ruw genomen zou er voor den fiscus dus een ronde 15 millioen per jaar uit de beide verzekeringsbedrijven te halen zijn. Op deze ramingen liet de minister de overbodige en zelfs eenigszins naieve op merking volgen, „dat deze cijfers kunnen mee- en tegenvallen." In het bovenbedoelde pers-gesprek vond de heer Treub ook nog de gelegenheid er op te wijzen, dat invoering van het staats- verzekeringsbedrijf het voordeel zal mede brengen, dat alle gevaren voor de verzeker- den zullen zijn verdwenen. Maar hij gaf toe dat, al moge er kans be staan, dat enkele kleine, niet-reëele maat schappijen bij liquidatie in gebreke zouden blijver^, het aantal derzulken toch in ieder geval onbeduidend zou zijn, en over het al gemeen liet de heer Treub zich dan ook gunstig over den huidigen toestand der le vensverzekerings maatschappijen uit. •Trouwens om de veiligheid of eenig an der belang van de verzekerden gaat het hier niet. Het geheele plan vindt immers zijn oorsprong* uitsluitend in de te verwachten winst. En juist over die winst bestaat groot ver schil van meening. De werkelijke winst1 todh zou volgens de balansen der maat schappijen blijven ver beneden het door den minister genoemde cijfer. In een artikel in „Onze Eeuw" door jhr. mr. H. Smissaert, wordt bijv. de jaarlijksche bedrijfswinst der Nederlandsche levevings- maatschappijen (êr zijn er Q3) over de vijf jaren, onmiddellijk aan den oorlog vooraf gegaan, aan de hand der beschikbare ge gevens geschat op 1 millioen 1 ton. Een ander schrijver, mr. J. Kist, die het door minister Treub genoemde winstcijfer van 4 *A millioen over 1914 aanviel, calculeer de, dat in hetzelfde jaar het gezamenlijk le- vensverzekeringsbedrijf geen winst, doch een verlies van 193.000 had opgeleverd. Komen deze schattingen ook maar eenigs zins de werkelijkheid nabij, dan zouden de bedragen der uit de enorme staatsschuld voortspruitende verplichtingen, tot welker nakoming het profijt van het voorgenomen staatsbedrijf immers zal moeten strekken, de beteekenis van het winstcijfer zoozeer in het niet doen verzinken, dat daarmede het geheele plan vanzelf zou verdwijnen. De eisch toch, dien Minister Tréub stelde aan Staatsmonopolies behalve dat zij zoo weinig mogelijk ingrijpen in het algemeen economisch leven luidt: dat „er redelijke kans moet bestaan, dat zij een behoorlijk be drag in de schatkist zullen brengen". Boven dien gaf de Minister in de Eerste Kamer aan den heer Stork de verzekering, dat als hij „na het onderzoek der Commissie (voor de Levensverzekering) tot de conclusie mocht komen, dat het hoogstens een quaes- tie van één of twee millioen zal worden, hij werkelijk niet die geheele moeite op den hals van den Staat zal sohuiven". Want „als het niet uithaalt", is het daartoe „een veel te groote zaak Bij de installatie van een der beide door den Minister ingestelde commissies erken de de heer Treub, dat aan de verwezenlij king van zijn denkbeeld groote bezwaren verbonden zijn. Maar hij liet daarop onmid dellijk volgen, dat bezware/j er nu eenmaal zijn om te worden overwonnen. Dit „schoor e woord" is in het algemeen meer fier dan overtuigend. In dit geval zal het wel Piet gesproken ^ijn met betrekking tot het bezwaar, ontleend aan de geringe winst. Mocht d i t bezwaar gegrond blijken, dan is het, getoetst aan de eigen woorden van den Minister, echter afdoende. Politiek Overzicht De titels in het Engelsche koningshuis. Het Engelsche" koningshuis 'staat van ouds in nauwe familiebetrekkingen met Duitsche vorstenhuizen. Gedurende meer dan een eeuw hebben de Engelsche konin gen tegelijk geregeerd over het keurvorsten dom (later koninkrijk) Hannover: van 1 Augustus 1714, toen keurvorst Georg Lud- wig als opvolger van koningin Anna, het laatste regeerénde lid van het huis Stuart, den troon van Engeland beklom, tot 20 Juni 1837, toen Hannover van Engeland geschei den werd. Koningin Victoria, de grootmoe der van den thans regeerenden koning, die van zijne Hannoversche voorzaten den naam George draagt, heeft in haar huwelijk met k.r.- ML- c - haren neef, prins Albert van Saksen-Coburg- heid "Ln Z Z.STÏ?' Gotha, negen kinderen gehad. Van de fier be,St0fn; ™ar ko" ww. Gotha, negen kinderen gehad. Van de ?ier zonen is de tweede, prins Alfred, regeerend hertog van Saksen-Coburg-Gotha geworden; de weduwe van den jongste, prins Leopold, is eene prinses van Waldeck-Pyrmont, de jon gere zuster van onze Koningin-moeder. De oudste dochter Victoria is keizerin van het Duitsche rijk geweest als gemalin van keizer Friedrich, den vader van den nu regeeren den keizer. Prinses Alice was groothertogin van Hessen. Prinses Helena is getrouwd ge weest met prins Christiaan van Sleeswijk- Holstein, prinses Beatrice met prins Heinrich van Battenberg. De nu regeerende koningin is eene dochter uit het huwelijk van den hertog van Teek, een Wurtembergsch ge slacht, met prinses Mary Adelaide van Cam bridge. Deze Duitsche afkomst van de leden van het Engelsche koningshuis is natuurlijk niet ongedaan te maken. Wel kunnen maatrege len worden genomen om te beletten, dat de herinnering daaraan, in dezen oorlogstijd, nu Duitschland de vijand is, voor Britsche gehouden door de namen en titels die zij voeren. Dat is eene zaak, waaraan de thans regeerende koning George zich zeer gelegen laat zijn. Hij heeft in de vorige week den ge heimen raad bijeengeroepen om uitvoering te geven aan het door hem opgevatte plan tot verandering van den naam van het En gelsche koningshuis, en na de vergadering van dien raad is bij jJtoclamatie den volke verkondigd, dat van nu af het huis Wind sor in het Vereenigde koninkrijk re geert. Dit is een# vervolgmaatregel op wat onlangs reeds in deze richting, ter voldoening aan een in het parlement uit- gedrukten wensch, is geschièd. Koning George heeft het besluit genomen, dat de prinsen van zijn huis, die Duitsche .titels voeren, die moeten afleggen en Engelsche namen moeten dragen. Bij ditzelfde besluit heeft de koning hun den rang verleend van peer of England. De hertog van Teek, een broeder van de koningin, is Engelsch mar kies geworden, zijn broeder, prins Alexan der van Teek, graaf (earl). Prins Alexander van Battenberg, de zoon van prinses Bea trice, wordt markies; de broeder van zijn vader, prins Louis, eveneens. Zijn jongure broeder, prins Leopold, zal slechts zijn fa milienaam dragen, maar verengelscht; Bat tenberg is Mountbatten geworden. Dit is voortaan ook de. naam van de beide zonen van prins Louis, van wie de oudste later den markiezentitel van hem zal erven. Ondanks 'hunne Duitsche titels, was de band der leden van de Engelsche koninklij ke familie met Duitschland slechts een van vorm. De hertog van Teek en zijn zoon zijn officieren in het Engelsche leger. Prins Louis van Battenberg is gedurende veertig jaren officier geweest in de Engelsche ma rine, waarin hij de hoogste rangen heeft be kleed; zijn neef Alexander is Engelsch offi cier, wiens ader gediend had evenals hij en wiens broeder gevallen is op het veld van eer in dezen oorlog. Omtrent hunne gezind- j ul i 13 ,'lk- zoon is nog niet geregeld. Oeen titel is toe- n u onaangenaam, wordt levendig gekend aan prins Arthur van Connaught, die ning George heeft gemeend, dat alles, tot den naam toe, er moest van getuigen, dat zij behooren tot de Engelsche natie. Tevens zijn de titels Highness en Serene Highness afgeschaft. De titel Koninklijke Hoogheid is beperkt tot de rechtstreekséhe afstammelingen van den koning in de man nelijke lijn Prinsen en prinsessen zullen voortaan slechts zijn de personen van ko ninklijken bloede, rechtstreeksche afstamme lingen en kleinkinderen van den souverein. De kinderen van den prins van Wales en van zijne broeders zullen den titel Ko ninklijke Hoogheid dragen, die van prinses Mary niet. Wanneer de orde van erfopvol ging onveranderd blijft, zullen de kleinkinde ren van den prins van Wales prins en prin ses zijn. De kinderen van zijne broeders en van prinses Mary zullen het ook zijn, hunne i kleinkinderen zullen het niet zijn. Leopold van Battenberg, ofschoon kleinzoon van koningin Victoria, is geen prins meer maar wordt lord Mountbatten; de titel van zijn zoon is nog niet geregeld. Geen titel is toe- ia _»i_r*L i graaf Mac Duff is omdat zijne moeder her» togin van Fife was. Wanneer hij zijn vode* en grootvader opvolgt, zal hij evenals zij hertog van Connaught zijn, maar zonder den titel Highness te dragen. Een besluit, dat nog genomêrv moet wor den, zal de namen veranderen van de ko ninklijke prinsessen, vermaagschapt aan de huizen van Saksen en Sleeswijk-Holstein. Deze verschillende maatregelen hebben niet slechts ten doel den Duitschen klank van sommige namen te doen verdwijnen en daardoor voldoening te* verschaffen aan de openbare meening. Bij het parlement is een wetsontwerp ingediend, dat het voorstel in houdt aan vreemdelingen het recht tot liet dragen van Engelsche titels te ontnemen. Het*besluit van koning George heeft even eens ten doel aan den Engelschen adel een uitsluitend nationaal karakter te geven. Maar het is ook ingegeven door £ëne politieke gedachte. Door het aantal vorstelijke titels en het ceremonieel van hunne aanroeping in te krimpen, verkondigt de Engelsche dy nastie, dat zij trouw blijft aan de beginselen van de democratische monarchie, waarvan zij het voorbeeld aan de wereld heeft gege ven. Koningin Anna, het laatste regeerende lid van het huis Stuart, was de dochter van den hertog van York, den latcren koning Jacob II, en Anna Hyde, uit het geslacht der graven van Clarendon. De moeder van ko ningin Elisabeth was Anna Boleyn, de op het schavot gestorven tweede gemalin van Hendrik VUI, die eene dochter was van Sir Thomas Boleyn en door hare moeder ver maagschapt was aan de Howards, het ge slacht der hertogen van Norfolk. In deze lijn doorgaande, kan men verwachten, dat de prins van Wales de dochter van een peer of England tot vrouw zal nemen en dat de koninklijke prinsessen in Engeland zullen trouwen. Daardoor zal worden kond gedaan, dat de familie van koning George van En geland niet anders wil zijn dan de eerster van de Engetechr- fnmiliën De oorlog. De strijd aan het oostelijke front heeft zich thans uitgebreid over de geheele linie van de Oostzee tot de Zwarte zee. In het noordelijk gedeelte, bij Jacobstadt, ten zuid westen van Dunaburg, bij Krevo en ten zui den van Smorgon hadden Russische aanval len, soms met zes en acht divisiën onderno men, geen succes. Evenmin in de Karpathen en in het Rumeensche gebied. Op het hoofd- tooneel van den strijd, in Oost-Galicië, zet de voorwaartsche beweging van de Duitsch- Oostenrijksche strijdmacht zich voort. In het westen artilleriestrijd, die steeds hevig blijft, aanvallen en tegenaanvallen. Berlijn, 2 4 Juli. (W. B.) De keizer kwam op zijne reis naar het zuidoostelijke front in Podgorzc bij Krakau, samen mCt keizer Karri Havre, 24 J u 1 i. (i lavas). Koning Al- bert heeft op een telegram, dat de leden van de Belgische regeering hem hadden Wanneer het egoïstisch geluk het eenig levensdoel is, dan is het leven weldra doel loos beetje: hij had meer verrassing en opgetogen heid verwacht. Roman van Kararaati. „Ik weet, dat het goed moet wezen, vader, als 't van den Herr Doktor kómt en u er al met hem over gesproken heeft" '•„Braaf gezegd," antwoordt Funke, weer ge rustgesteld en zijn volle majesteit herwin nend. „Je vader heeft er óver gesproken en je vader wil niets dan je geluk, ook al is 't ten koste \an veel opofferingen. Ik zal je zeggen, wat het is. De Herr Doktor wil een dame van Je maken." Elsa meent een huwelijksaanzoek te hooren en begrijpt niet, waarom dat haar niet récht- Btreeks gedaan wordt, nadat haar vader er in gekend is. Ze ziet haar vader vragend aan. |„En nu hebben we afgesproken." vervolgt Funke na een oogenblik van plechtig zwijgen, ieder woord loslatend als ware het een parel, •waarvan hij noode scheidde, „je naar een «dameskostschool te sturen." M&Geen spoor van teleurstelling bij Elsa: als hij 't zoo beslist heeft, dan past haar onder werping. _v,,Goed. vader," zegt ze kalm. Ilaar groote i bedaardheid hindert den ouden Funke «en1 „Noem je dat nu niet de vervulling van je liefste wenschen?" vraagt Funke met nadruk „Zeker, vader. Ik verheug er mij zeer in." „Nu goed. Als ik weet, dat je er gelukkig mee bent, heb ik de onkosten er voor over, en de Herr Doktor zal geen moeite sparen, om alles voor je te regelen, en later, als je een fijne geleerde dame bent, jc een goede betrek king te bezorgen. Ik zal ei^ alleen nog je moe der over spreken. Maar die zal zeker geen bczwraar maken," De oude Funke wist veel. te goed, hoe onderworpen zijn wederhelft was, om daar aan te twijfelen. Zijn wil was ten slotte steeds haar wet, hoe ze ook nu en dan een zwak woord van protest uitte. Hij zegt: „We zullen dan zoo spoedig mogelijk zoo dra de Herr Doktor de zaak geregeld heeft naar Luxemburg vertrekken, je vader en jij, bedoel ik: want je komt daar op een fijne kost school. Ga nu maar^ naar je moeder en vertel haar alles. Ik kom straks.'.' „Goed. vader," antwoordt het meisje en verwijdert zich. Als ze uit de kamer is, zegt Theo tot Funke, met gedwongen ernst. „Ik vind 't heel goed, dat u doet voorkomen, alsof u zelf alle kosten wil dragen. Zorg er voor, dat men hier in 't dorp algemeen geloov', dat dat werkelijk zoo is." „Daar kan u staat op maken, Herr Doktor. En mijn vrouw zal haar mond ook wel weten le houden." Funke vindt het een veel te aar dig idee, als opofferend en weldoend vader door zijn dorpsgenoölen te worden aangezien, om er ook maar een oogenblik aan te denken, die belofte ooit te breken. Eirzo« zou 't met zijn wederlielfL ook wel gaan. „De zaak is dus gezond?" vraagt de jonge man vol vreugde. „Ja, behoudens bezwaren van den kant van mijn Vrouw, Herr Doktor. U weet hoe ik haar opinie in alles vraag." Funke kijkt komisch oprecht uit zijn oogen. Theo glimlacht. In de maand van zijn ver blijf bij de Funke's heeft hij meer dan eens kunnen opmerken, hoe waar het is, dat de def tige hotelhouder steeds zijn vrouws opinie vroeg, maar ook hoe hij zich absoluut niet daaraan stoorde. „Afgesproken dan. U laat het verder van uw vrouws oordeel afhangen," zegt Theo dan ook volkomen gerust. „Juist, Herr Doktor. En iiu wensch ik u goeden morgen, Herr Doktor. Ik spreek u in den loop van den dag nog wel." „Tot ziens, mijnheer Funke." Buigend en met groote waardigheid ver laat de hotelhouder het vertrek. Een oogenblik later staal Theo ook op, gaat naar zijn kamer, pakt er zijn goed wat bijeen, en neemt dan een boek, om achter in den tuin van 't hotel in 't prieel eenige uren afleiding voor zijn gedachten te vinden, in afwachting van de thuiskomst van zijn vriend, die al vroeg in den morgen met zijn schoonvader i n spe op een botanizcerlochtje is uitgegaan. Weldra strijden in zijn geest Enoch Arden's lotgevallen om den voorrang met zijn eigen avontuurlijke plannen. En o, macht der ware kunst! ten slotte blijft Tennyson meester van 't terrein. V. Moeder en Zoon Mevrouw Van Klarenbeek woonde mei haai inchie. ije - eeu meisje van even iwaall jaai bij haar zoon Theo in. Ze was weduwe van een predikant zonder fortuin. Ilaar karig pensioen en de lijfrente, die een levensverze kering-maatschappij haar uitkeerde, hadden in het onderhoud van haar en hnnr beide kin deren moeten voorzien, zoolang Theo nog niet zijn eigen brood verdiende en wel zwaar waren diens studie-jaren te Leiden haar ge vallen. ofschoon ze toen le Leiden woonde en Theo bij haar in huis was. Thans, nu baar jongen een zelfstandige positie met een rede lijk inkomen had, leefde hel drietal, in ietwat betere omstandigheden, weder bijeen i 't stille Berkendam. In Theo's jongenstijd aanbad de oude vrouw haar zoon letterlijk. In haar oog was hij het grootste genie, dat er ooit geboren was, en de braafste jongen, dien de wereld ooit zag. En wat Theo deed of dacht, 'l was alles mooi cn goed geweest. Nu moet gezegd worden, dat hij als jongen zelden of nooit iels deed of zeide, dat aanleiding zou hebben kunnen geven tol berispingen, zelfs van een slrenge moe der. Wel kon hij soms erg driftig zijn cn dan ondoordachte woorden uiten; maar hoe spoe dig en hoe oprecht was dan telkens zijn be rouw. Als student echter begon Theo nieuwe denkbeelden aan te nenten, cn die vrij uit le spreken, denkbeelden, die vaak lijnrecht in- druiscliten tegen de ouderwelschc opvattingen der oude vrouw. En 't was een hard gelag voor haar, dip ^.rijd tusschen haar vercerende liefde en haar gevoel van recht, haar hechten aan beginselen, die ze als 't ware met de moe dermelk had ingezogen. Als jongeling ver slond Theo Multatuli cn, schoon hij niet met dien denker mee kon gaan in diens atheïstische theorieën hij voelde daarvoor zijn ziel te zeer verwant met de Godheid dweepte hij toch iael vele zijner „ideeën." Later becon Theo meer en meer dc holheid er van in le zien en keek hij niet meer naar den Veellijder om. Maar de lectuur had in zijn geest als een zuurdcesem gewerkt. Veel wal tevoren onom- stootclijk waar voor hem geweest was, was twijfelachtig voor hem geworden, ja. hij ont kende hel zelfs vaak ten volle. O, hoe menig keer had zijn moeder tranen gestort, nadat ze te vergeefs getracht had hem af le bren gen van wat zij de kiemen van zijn later ver derf noemde! IIoc had ze gehuiverd van ont zetting, toen Theo op een dag toen 't ge sprek er aanleiding loc gaf ronduit en doodkalm verklaarde, niets te hechten aan 't huwelijk. Ze was toen alleen met hem in de kamer; want de kleine Suus was al lang naar bed. Ze zat sprakeloos van schrik hem aan te staren. „Theol" riep ze eindelijk. .„U hoeft niet zoo te schrikken, mama," ant woordde Theo „als ik h u w c 1 ij k zeg, be doel ik alleen de verbintenis zooals dc wet en de menschen die opvatten, 't Huwelijk als samenleving van man cn vrouw, die elkaar liefhebben, is even heilig voor mij als voor u, heusch." „Hoe bedoel je.dat, jongen?" vroeg dc oude vrouw angstig. „Och, mama, ik voel weinig lust daarover nu alles tc zeggen wat ik er over denk. Ik denk nog niet aan trouwen. U hoeft zich dus voorloopig daarover niet ongerust te maken." Theo lachte, omhelsde zijn moeder en zei haar goeden nacht. De oude dame bleef alleen achter. Nog een poos zat ze daar, geheel onder den indruk van Theo's woorden. God# God, wat was die jongen veranderdI Lieve hemel, wat moest zij, zwakke vrouw, doen, om dien stroom van verderf te keeren? Dat was nu een paar jaar geleden. CWordt vervolgd.!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1