1© Jaarfiang,
„DE E EM LAN DER".
Donderdag 26 Juli 19J7.
BUITENLAND.
FEWÜ.IFTON.
TOEWIJDING.
N° 22.
De Fröbelschool in gevaar I
u j MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie: Mf Q VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden vooi Ameretoort f
Idem franco per post.. J*®®*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - "•1*«
Afzonderlijke nummers0.05.
Wekelijksob byroegsel „f># Bollandtchs Huiwrouw'' (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. ÖO ets.
Wekelijbseh bjjvoegs©! nWtrtldr*viu" per 8 mnd. 58 ets.
.Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.-
P1UJS DEK ADVEKTENTIÉN
Van 1—5 rutfols
Elke rogol meerO.15
Dienstaanbiedingen 1—5 rogols.. 't* o!fïO*
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedriji bestaan /.oor voordoolige bop.»hiiK'ön
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonoomont.
Lom- circulaire, bevattende do voorwaardon. wordt op
aanvraag toegozonden.
't Is zoover gekomen. Onze Fröbelschool
verkeert in gevaar, slachtoffer van de tijds
omstandigheden, maar toch ook weer niet
daarom alleen.
Het is eigenlijk nooit heelemaal in orde
geweest met den financieelen opzet van de
Fröbelschool. Thans nu de crisis alles wat
niet hecht gebouwd staat, aan het schudden
brengt, moet de Fröbelschool het ontgelden.
De nood der school spruit niet voort uit
verminderde belangstelling of ophouden dor
behoefte. Het aantal kinderen bedraagt 70
en veel hooger was dit nooit. De opbrengst
- van het schoolgeld overtrof de begrooting
met 50. Het personeel ziet haar onderwijs
en toewijding beloond met veel erkentelijk
heid doch bitter weinig salaris.
En nog is de financieele toestand hoogst
enkelijk. Zóó bedenkelijk, dat er ronduit
gesproken wordt over de mogelijkheid van
JOpheffing.
Dat zou wel heel jammer zijn. Want onze
Fröbelschool mag er wezen en kan voor
menige andere ten voorbeeld gesteld wor
den. Dat is geen bluf, doch eenvoudig waar-
beid.
Zelfs in normale tijden noemen wij den
financieelen basis der school ongezond. Zij
drijft vrijwel geheel op het Nut.
Het Nutsdepartement geeft haar gratis het
gebouw.
Het Nutsdepartement geeft haar 1200
Subsidie.
Het Nutshoofdbestuur geeft 100 voor
den opleidingscursus voor fröbelonderwijze
ressen. Het gemeentebestuur doet dafcr
180 bij. En dat zijn dan alle inkomsten,
plus het schoolgeld, dat dit jaar 750 op-
- bracht.
Alles te zamen 2230. Dat daarvan geen
ruime bezoldiging af kan, ligt voor de iïand.
De salarissen zijn zoo belachelijk laag, dat
wij de bedragen niet durven neerschrijven.
Wij willen slechts verklaren, dat de direc
trice, de le en 2'e onderwijzer met hun
drieën 1300 verdienen!
I Met de grootste voorzichtigheid kon men
tot dusver zoo ongeveer rond komen. Doch
de hooge steenkoolprijzen, de lange winter,
de duurte der leermiddelen en de waarlijk
niet overbodige noch overdreven duurte-
toeslag hebben ditmaal het, we zouden
bijna zeggen, kaartenhuisje der financiën
omvergeworpen.
v Er is 'n tekort. Nu is dat wel niet zoo heel
groot en zou het wel aangezuiverd kunnen
worden; en het is ook niet daaraan toe te
schrijven dat men over opheffing praat- Maar
men bègint meer en meer te beseffen, dat
de Fröbelschool 'n te zware last voor het
Nutsdepartement wordt.
-Het is nooit de bedoeling van het Nut
geweest om allés op één kaart te zetten.
Men wil juist voor allerlei instellingen ten
elgemeenen nutte het initiatief nemen, den
eersten stoot er aan geven en als de zaak
marcheert zich weer voor iets anders span
nen. En nu wordt alle initiatief verlamd.
worden olie krachten in beslag genomen
door dit eene kind van zorgenl
Wie zou het dan het Nut euvel duiden,
als het zich niet verder bij machte verklaart
de Fröbelschool in stand te houden?
De gemeente doet hier hoegenaamd niets
voor het voorbereidend onderwijs.
Nu moge men over dit voorbereidend on
derwijs denken zooals men wil. Maar zelfs
zij die het voor het latere onderwijs, voor de
begripsontwikkeling van het kind, van weinig
of geen nut achten, erkennen toch de wen-
schelijkheid er van voor het bezig houden
van kinderen, die wegens huiselijke omstan
digheden, beperkte ruimte, drukke bezighe
den of zwakte of afwezigheid der moeder
of wat dan ook hetzij thuis te veel aan hun
tot overgelaten zouden worden, hetzij in 'n
verkeerde omgeving zouden moeten vertoe
ven, hetzij te weinig met andere kinderen in
aanraking zouden komen.
Voor al deze kinderen geeft 'n bewaar
school of 'n fröbelschool uitkomst- En nie
mand zal beweren, dat het hier geen ge
meenschapsbelang geldt of dat de gemeente
de handen thuis zou moeten houden. In ver
scheidene gemeenten trekt de gemeente
zich dan ook wel degelijk het voorbereidend
onderwijs aan.
Wilde ook ons gemeentebestuur zich van
die taak kwijten, het zou groote sommen
kosten. Nu schraalhans hier keukenmeester
is, behoeven wij ons geen illusie te maken
dat het er spoedig van komen zal.
Gedurende geruimen tijd zal de Fröbel
school dus nog de eenige ziin die voorziet in
voorbereidend onderwijs, dat voor elkeen
toegankelijk is.
Voor elkeen: want het is strikt neutTaal.
En de regeling van het schoolgeld is tegen
woordig zoo, dat de overgroote meerderheid
der ouders het betalen kan. Het is progres
sief naar de gegoedheid dei ouders en be
gint met nog geen dubbeltje in de week.
Nu zou men de financiën wel kunnen
versterken door verhooging van het school
geld, maar dan sloot men terstond 'n breede
categorie van kinderen uit- Op die manier
zou de school misschien gered zijn, doch ten
koste van het algemeen nut.
Wanneer dus straks ons gemeentebestuur
de aanvrage om subsidie voor de Fröbel
school te behandelen krijgt, moge het zich
wel van den toestand bewust zijn. Want dit
kunnen wij wel verklappen:
wordt het subsidie geweigerd, dan komt
er 'n voorstel tot opheffing der school. Het
zou wel treurig zijn als Amersfoort juist nu
het zoo groeit, z'n Fröbelschool ging prijs
geven.
En mocht er desnoods, met particuliere
hulp 'n nieuwe Fröbelschool opgezet of de
oude voortgezet worden, dan zal zulks slechts
mogelijk zijn door 'n wijziging van de sthool-
geldregeling, welke ten slotte hierop neer
komen zal dat het 'n schooltje wordt voor 'n
klein aantal kinderen*nan de meer.croeiden.
Politiek Overzicht
De krisis in Rusland.
I.
In de laatste dagen hebben wij van beide
zijden verklaringen vernomen, die ten doel
hadden conclusie» te trekken uit den toe
stand, zooals hij zich aon het einde van het
derde oorlogsjaar vertoont. In den Duitschen
rijksdag hebben de nieuwe rijkskanselier en
de rijksdag zelf zich bereid verklaard tot
een eervollen vrede, steunende op overleg
en compromis, mede te werken wanneer de
tegenpartij zich daartoe geneigd mocht too-
nen. Ir. den Hongaarschen rijksdag hebben
het hoofd der regeering en de leider yan de
oppositie zich daarbij aangesloten.
Wat van de andere zijde naar aanleiding
daarvan is gezegd, klinkt nog niet zeer be
moedigend. Een Engelsche minister heeft
gezegd, dat Engeland, meegaande als het
is, wel over den vrede zou willen spreken,
als Duitschland eerst de troepen, die het
links van den Rijn heeft staan, terugtrok.
Het hoofd van het Britsche kabinet, die eene
maaond geleden had gezegd, dat men met
een democratisch Duitschland eerder op
streek zou komen, heeft nu ontdekt, dat de
Duitsche regeering onder het nieuwe hoofd,
dat is opgetreden, geenszins beantwoordt
aan het criterium, dat hij stelt voor eene
democratische regeering. In Frankrijk heeft
de Senaat een besluit genomen, dat de re-
geering uitnoodigt alle maatregelen te ne
men, die de overwinning van de vrije natiën
op de centrale mogendheden zullen ver
haasten.
Dit alles wijst ér niet op, dat reeds
nu bij de Entente eene stemming aan
wezig is, die haar* tot den vrede geneigd
maakt, en het Fremdenblatt, het orgaan
van het Oostenrijksche departement van bui-
tenlandsche zaken, zegt terecht: De vrede
l.an niet van één kant tot stand komen. Maar
inmiddels zijn de gebeurtenissen verder hun
gang gegaan. Er is in den toestand eerc*
aanmerkelijke verandering gekomen, die,
wanneer zij in dezelfde richting doorwerkt,
hare uitwerking op de stemming van de nu
rog tegen den vrede gestemde elementen
plet zal kunnen missen.
In de zitting van «en rijksdog van den
19en Juli heeft d~ njkskansriie: de eerste
mededeeling gedaan over het Duitsch-Oos-
tmiijksche tegen-offensief dat is onderno
men met het doel de uitkomsten va.» het op
1 Juli begonnen Russische offensief in Oost-
Galicic wee ongedaan 'te maken. Sedert is
ei eene week verloopen, en aan het einde
daarvan ksr- wrden gezo-ri, dat niet alleen
de aanval, die op Lemberg, dc h-.oldstad
van Galicië, gem.r.t was, verijdeld is, maar
dat den Russen het gevaar dreigt te worden
.rrd»"tven van het stuk Ga icischen grond,
da: zij nog bezitten. De Frankf. Ztg. vat den
toestand op hét oostelijke oorlogstoonecl al
dus samen:
„In eene frontbreedte van 250 Kilometers
is het Russische leger terug geworpen, en
de Duitsche troepen drijven het onweer
staanbaar voor zich uit. De aanvalsstoot op
den kleinen sector ZwyzinZborow heeft
zich zoo geweldig voortgeplant, dat van daar
tot diep in de Woud-Karpathen de Rus
terugstroomt. Reeds hebben de Duitsche
korpsen Tarnopol bezet en zijn ten zuiden
van deze stad de Sereth overgetrokken. Men
mag nu wel zeggen, dat de vluchtende Rus
sische legers niet zoo spoedig zich weer zul
len kunnen vastzetten. Podhajce, waar wij
reeds voorbij gekomen zijn, ligt tusschen de
Zloto Lipa en de Strypa, 17 K.M. ten zuiden
van den spoorweg Brzezany—Tarnopol. Dot
Halicz, de oude heilige hoofdstad van Gali
cië, weer ontzet re, zal bij onze Oostënnik-
sche bondgenooten bijzondere vreugde wek
ken. Dat wij ook de Bystrzyca Zolotwinska,
die voorbij Stanislau uit het zuiden in de
Dnjestr vloeit, zijn overgegaan, is van ge
wichtige strategische beteekenis.
„Het Russische leger is terugstroomende.
Ook de pogingen var. Broessilow om op
andere plaatsen van het lange oostelijke
front tegen ons op te rukken, zullen deze
vernietigende nederlaag in Galicie niet meer
kunnen tegenhouden. Overal, van Jncob-
stadt tot in Moldavië, zijn Russische korp
sen tot den stormaanval gedreven. Overal
zijn zij in elkaar gezakt. Ook bij Smorgon
en Krewo, waar het ernstigste offensief was
ingezet, is de toestand weer geheel in
onze hond."
Zoo luidt de conclusie van de Frankf. Ztg.
Zij vindt steun in de berichten, die van
beide zijden uit de hoofdkwartieren zijn ge
komen. „Slechts resten zijn teruggekeerd",
bericht het Duitsche hoofdkwartier van den
aanval, dien de Russen ten zuiden van
Smorgon met acht divisiën hebben onder
nomen. Niet anders verneemt men uit een
telegram, dat het comité van het verslagen
elfde Russische leger naar Petersburg heeft
gezonden, waarin wordt gezegd, dat „het
Duitsche offensief zich heeft ontwikkeld tot
eene vreeselijke ramp, die onder omstandig
heden den ondergang van het Rusland der
revolutie tot gevolg kan hebben." En over
den toestand, waarin het geslagen leger zich
bevindt, wordt in dit' bericht gezegd: „De
meeste troepenafdeelingen bevinden zich in
een toestand van toenemende ontbinding.
Van eene erkenning van supérieuren en van
subordinatie is geen sprake meer. Verma
ningen zijn geheel zonder uitwerking ge
worden; zij worden beantwoord met bedrei
gingen, soms zelfs met het doodschieten
van de vermaners. Vele formatiën verlaten
de loopgraven, zonder de komst van den
vijand af te wachten. Herhaaldelijk hebben
troepen bij de eerste schoten hunne stellin
gen verlaten. Achter het front trekken
Kilometers ver scharen van vluchtelin
gen met of zonder geweer, gezond, frisch,
ontbloot van alle schaamte en in het gevoel
van volkomen veiligheid voor ètraf. Soms
verwijderen zich geheele troepenafdeelin-
gen."
Zoo wordt de toestand ons geschilderd.
Zola zou', als hij nog leelde, er aanleiding in
kunnen vinden tot het schrijven van een
nieuw hoofdstuk onder den titel „La dé«
bficle". Men vraagt zich af, of Rusland in
het vierde oorlogsjaar, dat eerstdaags zal
beginnen, voor de oorlogvoering niet zal zijn
eene quantité négligeable. En zulks te meer
omdat de toestand in het binnenland van
Rusland geheel overeenkomt met dien aan
het front.
De oorlog,
In Oost-Galicie hebben de verbonden
legers twee centrale punten bezet: de Duit*
schers Tarnopol in het gedeelte ten noorden
van de Dnjestr, de Oostenrijkers Stanislau
in het ten zuiden van deze rivier gelegen
gebied. In de Korpathen zijn de Russen ten
zuiden van den Tartarenpas teruggegaan.
In het westen blijft de artilleriestrijd he*
vig. Verder is er niets bijzonders gebeurd.
B e r 1 ij n, 2 4 Jul i (\V. B.) Officieel be.
richt.
In het spergebied romein Engeland zijn
wederom 26.000 ton vrachtruimte dooi
onze duikbooten in den grond geboord.
Berlijn, 2 5 Juli. (W. B.) Officieel be.
richt.
De keizer is heden morgen aan het Gali-
cische front aangekomen en heeft zich be
geven naar de aan de Sereth strijdende
troepen. Maarschalk prins Leopold van
Beieren en de chef van zijn generalen staf,
kolonel Hoffmann, kregen het eikenloof bij
de orde „pour le mérite." Aan majoor
Frantz, chef van den generalen staf van
een legerkorps, werd die orde verleend.
Konstantinopel, 25 Juli. (W.-B.).
In een door keizer Wilhelm naar aanleiding
van de kanseliersverwisseling tot den kei
zer gericht telegram legt de keizer er nadruk
op, dat ook verder de geest-van volkomen
overeenstemming en hondstrouw tusschen
de beide stoten zal voortbestaan.
De sultan geeft in zijn telegram aan den-
zelfden wensch in warme bewoordingen uit
drukking.
P a r ij s, 2 5 Juli. (Havas.) Heden wordt
de Balkanconferentie van de geallieerden in
het ministerie van buitenlondscjie zaken ge
opend onder voorzitterschap van minister
president Ribofc Engeland zal er vertegen
woordigd zijn door Lloyd George, Italië door
Sonninö, Servië door Pasics, Rusland door
den zaakgelastigde Swartopoulo, Rumenië
en Griekenland door hunne gezanten La-
hovary en Athos Romanos. Het programma
van de conferentie zal eerst bekend ge
maakt worden na een voorbereidend onder
houd van Ribot met de gemachtigden van
de geallieerden.
Londen, 25 Juli. (R.) In eene confe
rentie, die heden in het parlementsgebouw
gehouden werd tusschen de Russische ge
delegeerden en leden van de Labour-Party,
waaronder de voorzitter Wardle, het lid van
het oorlogskabinet Henderson, Ramsay
Macdonald en Jowett, werd besloten, dat
den 8en en 9en Augustus eene conferentie
v Als iemand u weet te vertellen hoe ande
ren liegen en bedriegen, let dan op hem in
zonderheid.
Roman
van
Karamati.
In al dien lijd had de goede oude dame in
angst verkeerd, dat haar Theo ernstig ver
liefd zou raken en dan opnieuw voor den dag
zou komen met zijn „goddelooze" theorieën,
om ze dan in toepassing te brengen. Ze was
overtuigd, dat hij in zoo'n geval, ondanks
•Hes zijn zin zou doorzetten. Hij had immers
nooit geleerd te gehoorzamen. En 'l meisje
zou er mei hem 't slachtoffer van worden;
iwanl ze zou „dolop hem zijn evenals zij, en
zich blindelings aan hem toevertrouwen, trots
jwcreld en kwaadsprekerij. 0, ze kende zoo
jöe bekoring, die van zijn persoon uitging, de
macht dier sprekende, vurige oogen, et mee-
r sleepende van zijn geestig of gevoelvol woord 1
JPDaar kwam op een dag Theo met zijn reis-
plannetje voor den dag. Hij moest en zou
Tlaan, en zij gunde het hem van harte. Toch
as ze niet gerust. Een naar voorgevoel zcidc
ar, dat haar jongen nu zijn noodlot ontmoe-
en zou. En jawel: 'l duurde niet lang. of er
ram een brief, dc eerste, die Theo geduren-
e ziin afwezighëid aan zijn moeder schreef,
waarin hij met de welsprekendste bewoordin
gen een beschrijving gaf van de kleine Elsa,
en hoog opgaf van haar geestes- en gemoeds
gaven. De brief, die blijkbaar den zoon in een
zeer opgewekte stemming verlaten had, be
reikte de moeder in angstige verwachting;
want reeds het buitengewoon volume deed
haar argwaan koesteren. Na dc lezing riep ze
op in-ontmoedigden toon: „Had ik 't niet ge
dacht! En dan zoo'n meisje!" Ze had vergeten,
dat haar dochtertje tegenover haar aan de
koffie-tafel zat. „Wat zegt u, ma?" vroeg Suze
verwonderd. „Niets, kind, iets in Theo's brief
vind ik zO(f vreemd, 't Is niets bijzonders
't Kind zweeg, maar bemerkte duidelijk, hoe
terneergeslagen mama er uit zag. Inderdaad
zat mevrouw Van Ivlarenbeek in zak cn
asscke. Dat meisje, waarvan bij zooveel v.isl
te vertellen, moest wel aantrekkelijk voor
hem wezen. Hij was e.l tot over zijn ooren
verliefd, en het spookbeeld, dat de oude
vrouw reeds zoo lang vervolgd had, zou zich
thans belichamen. O, daar was ze haast zeker
van! Een meisje \an dien stand zou, naar zij
vast geloofde. \ee! eerder toegankelijk zijn
voor Theo's noodlottige theorieën; zc zou 't
een eer vinden met hem samen te leven ook
zonder een wettig huwelijk. Mevrouw Van
Klaren beek had op die punten sterke voor-
oordcclcn. Ze hechtte bijzonder aan afkomst
en stand, cn zij vatte het „heb uwen naaste
lief a.!3 i7clvcn" op als alleen van toepassing
op sttudgenoolen; schoon ze heilig overtuigd
was sis goede Christin een algemeenen men-
scltenmin te bezitten. Deze tegenstrijdigheid
komt veel voor bij de zoogenaamde „deftige
families'.. Tol mik een deftige oude familie
behoorde mevrouw Van Ivlarenbeek. evenals
wijlen haar echtgenoot. Menig edelman is min
der fier op zijn afkomst dan deze deftige lie-1
den op de hunne, cn wee den roekeloozen
onder de jongeren, die het wagen aan lnin
deftigheid te kort tc doen door een huwelijk
beneden hun stand!
Een tweede brief van Theo. wederom een
lofdicht op de „nicdliche" Elsa, nam elk
schijntje van twijfel omtrent zijn gemoedstoe
stand ineedoogenloos weg) Hij betreurde het,
schreef hij, dat een meisje met zooveel aan
leg voor ontwikkeling, zulk een opvoeding
kreeg, daar tc Klauscnhain; dat hel hem innig
leed deed daar niets-aan te kunnen doen in
zijn bekrompen omstandigheden.
„Wal zal hij nu voor dwaasheden begin
nen!" dacht mevrouw Van Klarcnbeek. Ze zat
in 't late schemeruur bij 't raam in de huis
kamer achter, waar ze juist met de kleine
Suus had thee gedronken, 'l Meisje was pas
naar bed gegaan. De brief, dien ze gelezen had
en nog eens geïezen, lag achteloos op haar
schoot. Ze staarde, nog1 met den bril op den
neus, naar.binnen en" lief haar blik vallen op
dc theetafel, waar 't lichtje nog achter zijn
porseleinen plaatjes een geheimzinnig, ge
zellig schijnsel verspreidde, op de theestoof
cn haar poes daarnaast, op dc eenvoudige,
stemmige meubels, de familie-porlrellen, op
alles dat aan die kamer zulk een echt huise
lijk, vredig karakter gaf. En ze moest haar
bril afzetten, want de glazen werden dof.
't Was alles zoo goed geweest 1 Wat waren
ze gelukkig samen geweest in dat vertrek, zoo
menigen avond als deze, moeder, zoon cn
dochtertje! En daar aan was een eind geko
men.
Theo, voor wien zc zoo lang zich opoffering
en ontbering getroost had, voor wiens geluk
ze schier uitsluitend geleefd had in dc twin
tig jaren van baar weduwschap, Theo haar
lieveling, dien ze aangebeden had mei een
liefde, die in haar hart nauw plaats liet voor
de kleine Suze, zou haar oud hoofd met
schande gaan overladen! Ze zou zich gaan
schamen voor ccn zoon, op wien ze gren
zeloos trotsch was geweest! O, de gedachte
was folterend... Ze kon niet rustig op haar
stoel blijven. Zc stond op, haar spitse kin tril
de schokkend onder den ingevallen mond, iu
haar magere keel bewoog zich iels met een
akelig slikkend geluid. Ze deed ccn paar
schreden, met wankelenden stap, bleef voor
Theo's portret staan, dal op den schoorsteen
mantel stond, cn, het in de hand nemend,
zeeg ze neder op dc canapee. Haar vochtige
oogen waren dof. 't was bijna geheel donker
in de kamer; toch rees zijn beeltenis helder
voor haar op: zc zag haar' lieveling in al zijn
aantrekkelijkheid, bestraald door 't toovcr-
licht barer liefde. Maar de trilling harer dorre
vingers werd heviger, het portret .ontgleed
haar, en plotseling het hoofd voorover op dc
beide handen steunende, riep zc met schrille
stem:
„Mijn jongen, mijn jongen!'1
En 't oude, ranke lichaam schokte van 't
snikken.
VI.
,/Du choc des idéés jaillil".„ 1 a
d i s c o r d e.
In drie weken geen taal of tecken van
Theo.
Dan op eens, als een donderslag voor de
arme mevrouw Van Klarcnbeek, hoezeer ze
ook 't ergste vreesde, dc volgende brief.
„Lieve Mama,
„Wees niet boos, dat ik u in zoo lang niets
?iet hopren. Ik kon u niet eerder schrijven.
Mijn hoofd en mijn gemoed waren tc vol Ik
heb een vreeslijken tijd van ellendigen twij
fel en twceslrijd gehad. Nu is die voorbij,
Goddank. Ik ben 'l met mezclven eens. Zoo
lang heb ik gewacht met schrijven. Maar nu
moet het er ook uit.
„Ik heb u immers gesproken over Elsa? Ik
heb me .verbeeld niets dan belangstelling voor
haar te voelen. Nu weet ik, hoe ik mezclven,
van 't eerste oogenblik van ons samenzijn af,
misleid héb. Ik heb haar innig lief. O, moeder,
ik weet, hoe u dit bericht leed zal doen, maar
ik kan niet anders. En als u haar lvcndc, zou
u mijn liefde kunnen begrijpen. Zc is heel
anders dan u zich haar voorstelt, geloof me.
't Is geen burgerliik grof meisje, 't is ccn
dame in spraak, manieren cn voorkomen. Zc
is alleen nog wat ongeleerd Ik verzeker u,
dat niemand bij ons te Bcrkendam in haar
iemand van minderen stand zou zien En een
karakter als een engel. Trouwens, ik heb u al
zoo veel over haar geschreven. Toch is u nog
zoo vooringenomen legen haar, zooals uit uw
brieven blijkt. Maak u toch uict ongerust over
mijn toekomstplannen. Ik wil u geen verdriet
doen. Ik weet, hoe veel u van mij houdt cn
hoe 't u smarten zou mij een huwelijk te zien
doen met iemand van mindere afkomst; al
weet ik ook, dat u daarin ongelijk beeft. Ik
zou met fticmand gelukkiger kunnen zijn dan
met Elsa. Maar goed, ik zal er niet verder
over uitweiden: u is nu eenmaal niet te over-<
tuigen. En nog eens: ik wil u in uw ouderdom
geen verdriet doen. Maar laat mij mijn liefde
(Wordt vervolgd.!