BINNÊNLANPr
fegeering te vragen, of er in de geheime zit
ting van 1 Juni 1.1. aan de Kamer van Afge
vaardigden geen kennis was gegeven van
een geheim verdrag, dat aan den vooravond
van de Russische revolutie gesloten zou
lijn en waarbij de czaar zich verbond, onze
aanspraken op Duitsch grondgebied aan den
linker Rijn-oever te steunen. De voorstelling
welke de kanselier geeft, bevat grove on-,
juistheden en stellige leugens, vooral wat be
treft de rol welke hij den president der repu
bliek toekent, n.l. van bevel te hebben ge
geven een verdrag buiten medeweten van
Briand te teekenen.
De beide Kamers weten hoe het gegaan is.
Doumergue verkreeg, ten gevolge van
zijn gesprekken met den czaar, van Briand
machtiging akte te nemen van de beloften
van den czaar, om de Fransche aanspraken
op Elzas-Lotharingen, dat ons door geweld
is ontrukt, te steunen en Frankrijk de vrij
heid te laten naar waarborgen te streven
tegen een nieuwen aanval, niet door an
nexatie van gebied aan den linker Rijnoever,
maar door verheffing van dit gebied tot een
zelfstandigen staat. Frankrijk en België te
beschermen tegen een inval van Duitsche
zijde. h
Wij hebben er nooit aan gedacht te doen,
wat Bismarck in 1871 heeft gedaan. Wij
hebben dus het recht een démenti te stel
len tegenover de bewering yan den kanse
lier, die blijkbaar de brieven, welke in Fe
bruari 1917 te Petersburg gewisseld zijn,
kent en zich veroorloofd heeft er den zin
van te vervalschen, zooals5 de beroemdste
van zijne voorganger het met het telegram
van Ems heeft gedaan. Wanneer de Russi
sche regeering er in toe zal stemmen deze
brieven te publiceeren, zullen wij geen be
zwaar daartegen maken. Maar de kanselier
heeft zich wel gewacht iets te zeggen van de
verklaring, welke ik den 21 en Maart heb af
gelegd en waarin ik namens Frankrijk
iedere politiek van gewelddadige verovering
en annexatie heb teruggewezen.
Hij heeft opzettelijk de woorden vergeten,
welke ik den 22en Mei in de Kamer van Af
gevaardigden heb gebezigd, toen ik zeide
dat wij bereid waren met Rusland in onder
handeling te treden over het oorlogsdoel en
dat,- als het Duitsche volk, waaraan wij niet
het recht ontzeggen vreedzaam te leven en
zich te ontwikkelen, zou inzien, dat wij een
vrede wenschen, steunende op het recht der
volken, daardoor het sluiten van den vrede
buitengewoon vergemakkelijkt zou worden.
Eindelijk is hij stilzwijgend het besluit voor-
bijgegaan, dat na de beraadslaging in ge
heime zitting van 1 Juni met algemeene
stemmen door de Kamer is aangenomen.
Toen ik deze motie steunde, zei ik: „Wij
volgen geen politiek van verovering en
knechting. Dat is geen Fransche politiek.
Dat is een politiek, waarvan wij den nood-
k>ttigen slag hebben gevoeld. Ja, wij hebben
gedurende 45 jaren ond'eT den dmk van deze
politiek gezucht en de weerwraak, welke wij
heden willen nemen, is geen revanche van
onderdrukking, maar een revanche, die in
het volkenrecht de ideeën van rechtvaardig
heid, vrijheid, macht en evenwicht invoert,
welke de ideeën van Frankrijk zijn.
Wij laten ons niet misleiden door formu
les, welker uitvinders heden zich verbergen
en vermommen. Wij kennen hunne plannen.
Zij wenschen de werelddemocratieën op een
dwaalspoor te brengen. Zij wenschen haar te
doen gelooven, dat wij een volk zijn, dat
veroveringen zoekt. Neen, wij zoeken slechts
ons recht. Wij willen de gewesten terug heb
ben, die nimmer hebben opgehouden
Fransch te zijn. Zij waren zulks op eigen
Terlangen, want zij hebben zich aan Frank
rijk gegeven in den loop van de groote re
volutie. In 1790 kwamen zij naar de Fête
de la Fédération om hunne instemming aan
Frankrijk te betuigen.
Sindsdien leefden zij het leven van Frank
rijk. Zij zijn een deel van Frankrijk geweest.
Toen zij van ons afgescheiden werden, heb
ben wij gevoeld dat er iets ontbrak aan het
edele land Frankrijk. Zij moeten tot Frank
rijk terugkeeren. Zij behooren tot ons, om
dat zij niet behooren aan degenen, die ze
hebben genomen niet door overreding, zoo-
als wij, maar door geweld, door het ruwe
oorlogsrecht, dat wij afwijzen.
Wij willen niet weten van die geweldda
dige inlijvingen; wij wenschen eenvoudig,
dat ons wordt teruggegeven wat ons toebe
hoort.
Welke waren de bewoordingen van het
Kamerbesluit?
Het eenparig protest onderschrijvende, dat
!n 1871 bij de Nationale Vergadering inge
diend werd door de vertegenwoordigers van
Elzas-Lotharingen, dat tegen rijn wil aan
Frankrijk ontrukt werd, verklaart de Kamer,
dat zij van den oorlog, welke door het im
perialistische Duitschland aan Europa op
gedrongen is, niet alleen de bevrijding van
het bezette gebied verwacht, maar ook de
teruggave van Elzas-Lotharingen aan het
moederland* en billijk herstel van de geleden
schade.
Terwijl iedere gedachte aan verovering
of onderdrukking van andere volken haar
■vreemd is, rekent rij er op, dat de inspan
ning van de legers der republiek en hare
bondgenooten het mogelijk zal maken, na
de nederlaag van het Pruisische militarisme
«duurzame waarborgen te krijgen voor den
vrede en de onafhankelijkheid der volken,
groote en kleine, in eene van nu af georga
niseerde gemeenschap der naties.
Durft men thans nog aan de wereld ver
tellen, dat wij annexaties willen Zulk een
manoeuvre is te grof, dan dat iemand en
vooral de democratische massa van het Rus
sische volk-er in zou loopen. Men zal tever
geefs trachten dat volk van zijn bondgenoo
ten af te scheiden, door het te misleiden
omtrent de ware gevoelens der Fransche
democratie. Wat wil de Rijkskanselier? Hij
tracht de moeilijkheden te verbergen, die
hij ondervindt met het bepalen van het Duit
sche oorlogsdoel en van de voorwaarden,
waarop hij vrede zou willen sluiten. Hij
tracht vooral de aandacht af te leiden van
de vreeselijke verantwoordelijkheid die op
den keizer en diens raadslieden rust
Den dag na de publiceering der besluiten,
die den 5en Juli 1914 te Potsdam genomen
zijn op eene vergadering, waar alle gevol
gen van het ultimatum aan Servië, dat tot
den oorlog moest leiden, overwogen wer
den, doet de kanselier deze poging om de
aandacht af te leiden.
Er ligt eene zekere onbeschaamdheid in,
als men zulk een verantwoordelijkheid
draagt, aan ons te vragen, rekenschap van
onze bedoelingen af te leggen.
Daarom richten wij ons niet tot Duitsch
land, maar tot allen, die als getuigen of
medestrijders in den oorlog, dien wij sedert
drie jaar voeren, weten, dat het Fransche
volk, in het diepst van zijn ziel, innig ge
hecht is aan de beginselen van rechtvaar
digheid, van eerbied voor het volkenrecht
en ik kan het zeggen, op gevaar af, door
onze vijanden niet begrepen te worden
van waarachtige edelmoedigheid.
B e r 1 ij n 1 Aug. (W.-B.). De Fransche
minister-president heeft nu toch er toe moe
ten besluiten zich uit te laten over de ge
heime overeenkomsten die tusschen Poin-
caré en de règeering van den czaar over
Duitschland gesloten zijn. De heer Ribot
gaat nog steeds voorzichtig om de akten
heen, welker spoedige publicatie hij reeds
voor maanden had beloofdmaar hij kan
niet ontgaan toe te geven, dat geheime over
eenkomsten aan Frankrijk de ondersteuning
van zijne aanspraken op Elzas-Lotharingen
en de overige links-Rijnsche gebieden van
Duitschland hebben toegezegd. Dat ons
Rijnsche land niet geheel geannexeerd zal
worden, maar voor zoover dit Frankrijk past
tot een Franschen bufferstaat gemaakt zal
worden, nemen wij voor kennisgeving aan.
Voor de eerste maal wordt dus van de
tribune der Fransche Kamer officieel erkend
boe ver de Fransche wenschen, in verdra
gen geformuleerd, reiken. Met geen woord
is de heer Ribot van deze plannen tot ver
brokkeling en berooving van Duitschland
afgeweken, en toch waagt hij het de mede-
deelingen van den rijkskanselier uitdrukke
lijk tegen te spreken. Men kan hieruit aflei
den wat de woorden van een Fransche
minister-president waard zijn.
De heer Ribot komt in zijne rede ook terug
op de onjuiste beweringen over den kroon
raad van 5 Juli 1914. Wij deden deze le
gende gister reeds te niet. Er is geen woord
waar van deze geschiedenis, waarmee de
heer Ribot vruchtelos de aandacht tracht af
te leiden van het geheime roofverdrag.
Peters burg, 1 Au g. (Tel.-ag.) Naar
aanleiding van de mededeeling van den
Duitsohen rijkskanselier aan de vertegen
woordigers van de Duitsche pers, acht de
minister van buitenlandsche zaken het on
vermijdelijk noodig op de meest besliste wij
ze tegen te spreken de hem door Michaelis
toegeschreven verklaringen over het doel,
dat Frankrijk gezegd wordt in den oorlog
na te streven. De Rusissche minister van
buitenlandsche zaken heeft geen enkele ver
klaring aan de Fransche regeering afgelegd
behalve de algemeene verklaring, door de
voorloopige Russische regeering over de
oorlogs-oogmerken die den 15en Mei ter
algemeene kénnis is gebraoht. Die Verkla
ring is met sympathie ontvangen en zal een
onderwerp van nauwkeurig onderzoek uit
maken in den loop van de conferentie der
geallieerden, die binnen kort zal plaats heb
ben.
Par ij s, 1 Aug. (R.) De Kamer heeft een
wetsontwerp aangenomen, dat de regeering
machtigt burgers van de geallieerde landen,
die in Frankrijk verblijf houden, bij het
leger in te lijven, wanneer zij in hunne lan
den onderworpen zijn aan militaire verplich
tingen, die zij niet hebben vervuld.
W e e n e n, 1 Aug. (W. B.) De Wiener
Allg. Zeitung bericht: Minister-president von
Seidler deelde gister namiddag in het par
lement aan de partijleiders mede, dat hij
met de samenstelling van een definitief ka
binet belast is.
Stockholm, 1 Aug. (W. B.) De Sozi-
aldemokraten bericht, dat op voorstel van
de Russische deputatie en in overleg met
de uitvoerende commissie van de Labour
Party is besloten aan alle Engelsche socia
listische arbeidsgroeepen voor te stellen:
1. op 10 Augustus, den dag na de bijeen
komst van de Entente-socialisten, een En-
gelsch congTes bijeen te roepen, dat zal be
sluiten tot deelneming aan de conferentie
te Stockholm en daarvoor vertegenwoordi
gers zal kiezen; 2. na aanneming van dit be
sluit den 15en Augustus naar Stockholm te
reizen; 3. uitstel van de conferentie tot 22
Augustus voor te stellen.
Daarmee schijnt de deelneming van de
Engelschen verzekerd te zijn. Ook Samuel
Gompers heeft zich, namens de Amerikaan-
sche vakvereenigingen, naar de Stockholm-
sche conferentie geïnformeerd.
Verspreide Berlohtsn*
M ij n r a m p in Duitschland.
In de mijn „Prasident"-, van de Bochumer
Bergwerks A. G., zijn door een ontploffing
van mijngas in de tweede Westelijke schacht
20 mijnwerkers om het leven gekomen en
15 zwaar gewond12 worden nog vermist.
De Vorwarts meldt, dat er 47 man in de
schacht werkten, die dus allen gedood, ge
wond of vermist zouden ^zijn.
Kopenhagen, 1 Aug. (W. B.) De ka
pitein van het 'Noorweegsche stoomschip
Kristianafjord, dat voor eenigen tijd bij kaap
Roca aan den grond is geraakt, heeft den
19en Juli naar Christiania geseind, dat het
stoomschip ten gevolge van den sterken
zuidwestelijken wind en de hooge zee als
verloren moet worden beschouwdA_Het schip
was voor TO millioen kronen verzekerd.
Stalen-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Schriftelijk beantwoorde
vragen.
Vrugen von de heeren Von Wijnbergen, Von
der Molen en Gerretson, betreffende verhooging
van de salarissen der onderwijzers dón bijzon
dere scholen. (Ingezonden 18 Juli).
In verschillende provinciën is door eenige Ge
meentebesturen met het oog op do tegenwoor
dige omstondighedcn eene herziening van de sa
larisregeling der onderwijzers aan de openbare
scholen ter hand genomen. Ook is door onder
scheidene Colleges van Gedeputeerde Stalen
ecno circulaire aan de Gemeentebesturen ge
zonden, om voorzoover zulks nog niet geschied
was, alsnog aan te dringen op verhooging der
onderwijzerssalarissen.
Is de Minister nu niet van oordeel, dat ook
de besturen van Bijzondere Scholen moeten wor
den in staat gesteld de salarissen van hun per
soneel te verhoogen tot het peil waarop ze on
getwijfeld in deze omstandigheden door de Ge
meentebesturen terecht zijn of zullen worden ge
bracht? Zoo ja, is dan de Minister bereid de in
diening van een daartoe strekkend wetsontwerp
te bevorderen?
Antwoord van den heer Cort van der Linden,
Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken. (Ingezonden 31 Juli).
Het bestaande stelsel van subsidieeren brengt
mee, dat het Rijk zoowel aan de openbare als
aan de bijzondere scholen de wettelijke ininima-
joarwedden vergoedt. Of en zoo ja boeverre de
gemeenten ol de schoolbesturen boven die maxi
ma willen gaan, blijft afgezien von het hooger
toezicht op de gemeentebesturen, aan hun pru
dentie overgelaten.
De omstandigheid, dat allicht verscheidene
gemeenten de wedden zullen verhoogen, kon te
minder aanleiding geven om thans incidenteel
te breken met het bestaande stelsel van rijks
subsidie ering, nu het nieuwe art. 192 Grondwet
vermoedelijk eerlang lot een gansch andere re
geling zal leiden en een initiatief-voorstel aan
hangig is, dat beoogt het subsidie voor open
bare zoowel als bijzondere scholen to verhoo-
gen.
fitariefatatt.
De Staatscourant van 1 Augustus bevat
o.au de volgende Kon. besluiten
de Eerste Luitenant H. W. E. Cramer, van
het regiment Jagers, -ter zake van tijdelijke
ongesteldheid op nosk activiteit gesteld
benoemd bij het; reserve-personeel der
landmacht, bij het personeel van den ge
neeskundigen dienst, tot reserve-officier
van gezondheid der 2de klasse, de heeren
H. F. van Kessel en F. Schreuder, artsen
tijdelijk benoemd bij het reserve-perso
neel der landmacht, bij het personeel van
den geneeskundigen dienst, tot reserve-
officier van gezondheid der 2de klasse, de
landstormplichtige C. A. van Schaik.
op verzoek eervol ontslagen dr. W. K. M.
Götte, commies bij de Centrale Gezondheids
raad.
benoemd tot schoolopziener in het arrondis
sement Texel, met ingang van I Sept. 1917, C.
Flaes, te Oegstgeest
toestemming verleend om tot 27 Juni 1923
te Rotterdam te blijven wonen, aan jhr. L. de
Geer van Jutphaos, burgemeester der gemeente
Lckkerkerk
els blijk van goedkeuring en tevredenheid de
bronzen eerepening voor menschlievend hulp
betoon (het redden van drenkelingen, enz.) en
een loffelijk getuigschrift toegekend aan
A. Kortlandt, luitenant ter zee der 2e klasse
W. Olivier, melkslijter te Amsterdam
C. Göbel, agent van politie 1ste klasse
rechercheur der gemeente 's-Gravenhage
D. W. van Ouwerkerk, reserve-tweede-luite
nant van de infanterie der landweer
Marianne Arnold, kantoorbediende te Rotter
dam
H. M. van den Berg, agent van politie 2de
klasse der gemeente Utrecht
P. Beljaars, schildersknecht te Zevenbergen
M. Meinster, leerling-machine-bankwerker te
Dordrecht
C. R. Stolp, landstormplichtige, behoorende
tot de 3de comp., 3e bat., landweer-grenadiers.
De regeering en de vrije uitoefening
der geneeskunst.
Bij Koninklijk Besluit is ingesteld eene
commissie van onderzoek hoe de wettelijke
bepalingen betreffende de uitoefening der
geneeskunst zouden moeten luiden indien de
bevoegdheid tot het uitoefenen dier kunst
niet meer afhankelijk ware gesteld van het
met goed gevolg afgelegd arts-examen, en
zijn daarin benoemdtot lid en voorzitter
Mr. S. v. Houten, tot leden: Jhr. Mr. J. W. M.
Bosch van Oud-Amelisweerd, lid der le Ka
mer te Utrecht, Mr. J. A. van Hamel, oud-
hoogleeraar aan de gemeentelijke universi
teit te Amsterdam, lid der Tweede Kamer
te Amsterdam, Jhr. Mr. R. O. van Holthe
tot Echten, raadsheer in het gerechtshof te
's-Gravenhage, Mr. D. Simons, hoogleeraar
te Utrecht, en tot secretaris Mr. B. Eders-
heim, advocaat te 's-Gravenhage.
Voorts is ingesteld eene commissie van
onderzoek naar de doeltreffendheid van de
door niet-wettelijk toegelaten beoefenaren
der geneeskunst toegepaste geneeswijze en
ven de door dezen verkregen resultaten en
zijn in die- commissie benoemd tot voorzit
ter dr. C. A. Pekelharing, hoogleeraar te
Utrecht, tot leden dr. H. J. Laméris, hoog
leeraar te Utrecht, dr. D. Schermers, genees
heer-directeur van 't Chr. Sanatorium voor
zenuwlijders te Zeist, dr. J. H. Schuurmans
Stekhoven, inspecteur van het staatstoe
zicht op de krankzinnigenen de krankzin
nigengestichten te Utrecht, dr. N. P. van
Spanje, geneesheer-directeur van het Onze
Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam, dr.
H. Treub, hoogleeraar, dr. J. K. A. Wert-
heim Salomonson, - buitengewoon hoog
leeraar, beiden aan de Gemeentelijke Uni
versiteit te Amsterdam, dr. C. Winkler,
hoogkeraar te Utrecht en dr. W. P. G Zee
man', hoogleeraar aan de Gemeentelijke
Universiteit te Amsterdam, secretaris W.
Storm van Leeuwen, arts te Utrecht.
Burgerlijke Indische amb
tenaren. Naar de Tel. meldt, heeft het
lid der Tweede Kamer de heer Duijs aan
den minister van koloniën schriftelijk de
vraag gesteld, of het juist is, dat de Indische
regeering voornemens is om personen, die
niet het groot-ambtenaarsexamen hebben
afgelegd (met name officieren) betrekkingen
te geven als burgerlijke ambtenaren, spe
ciaal in de buitenbezittingen, en zoo ja,
of er dan maatregelen worden getroffen om
te zorgen, dat de belangen van het reeds
in dienst zijnde personeel niet worden ge
schaad.
De vacature Woltjer. Naar
aanleiding van het overlijden van dr. J.
Woltjer, die in de buitengewone zitting der
Provinciale Staten van Zuid-Holalnd van 14
Juni j.l. benoemd werd tot lid van de Eer
ste Kamer der Staten-Generaal, maar die
.deze benoeming' nog niet had aangenomen,
heeft de commissaris der Koningin in ge
noemde provincie in verband met het be
paalde bij art. 121 der kieswet de door art.
66 der provinciale wet vereischte koninklij
ke machtiging gevraagd voor eene oproe
ping, als in dat artikel bedoeld, voor het
houden eener buitengewone zitting van de
Staten in dit gewest op 9 Augustus a.s. tot
het benoemen van een nieuw lid van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal.
In die onderstelling, dat die machtiging
hem zal worden verlë^nd, heeft hij spoeds
halve, die oproeping tot de, behoudens te
genbericht, alzoo op Donderdag 9 Augus
tus a.s., des namiddags 12 uur te houden
zitting reeds thans de staten doen uitgaan,
zulks nog onder mededeeling, dat zij, weder
behoudens tegenbericht, zal plaats hebben
in het gewone lokaal op het Binnenhof te
's Gravenhage.
De Kamer-vacature Enk hui-
zén. In verband met het feit, dat door het
overlijden van den heer Oosterbaan de
Kamerzetel voor het district Enkhuizen is
opengekomen en bij bestendiging van het
politiek accoord de opvolger van den heer
Oosterbaan door de A.-R. partij zal worden
aangewezen, heeft de Chr. Ver. voor Soc.
Politiek tot de bevoegde colleges der A.-R.
partij het verzoek gericht, daarvoor te can-
dideeren den heer C. Smeenk, lid van den
gemeenteraad te Arnhem en redacteur van
het Christelijk Sociaal Weekblad Patrimo
nium.
Koninklijke Militaire Aca
demie. De Minister van Oorlog brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat met
ingang van 1 October a. s. voor eene plaat
sing als cadet bij de Koninklijke Militaire
Academie in aanmerking komen de navol
gende cadetten der Cadettenschool
o. Infanterie hier te landeIs. J. van
Roijen, J. Daniëls, F. K. J. Köhlbrugge, J.
G. Sutherland, J. Schott, H. M. G. J. Lentz,
J. F. van Kervel, H. Staring, H. J. Peletier;
b. Cavalerie hier te lande H. J. Scheffer,
W. R. van Mrerlo;
c. Artillerie hier te landeJ. J. Ceuvel,
J. Ferrée, C. J. IJ. van 't Woudt, P. Doijer,
H. M. A. Korten, jhr. A. van Lennep, J. W.
D. Meihuizen
d. Genie hier te landeJ. W. Fris, P. L.
van Boven
e. Infanterie in Ned.-Indië C. Giebel, W.
F. Lindgreen, W. E. K. Epke, P. F. Ken-
ninck, L. J. van Haasbergen, J. J. Wafelbak
ker, W. K. Boogh, J. W. van Marie, W. Mol-
linger, L. H. J. Kloprogge, J. A. E. Duyn-
stee
f. Cavalerie in Ned.-IndiëJ. H. Wessel
g. Artillerie in Ned.-Indië Th. C. N. Can
ter Visscher, J. Oh. W. Ot, J. van Holst Pel-
lekaan, B. Frank
h. Genie in Ned.-Indië; W. van Exter,
N. J. Gerharz.
Geneeskundige dienst der
zeemacht. De minister van Marine
heeft vastgesteld, dat dit jaar tien studen
ten in de geneeskunde aan een der Neder-
landsche Universiteiten kunnen worden
aangenomen om voor rekening van het
Departement van Marine te worden opge
leid tot arts, met bestemming voor officier
van gezondheid der 2e klasse bij de Zee
macht, onder genot van een subsidie van
8000.
Verdere bijzonderheden vindt men in de
Staatscourant van gisteravond.
Gemeentesecretaris van
Rotterdam. Het was gister 25 jaar gele
den dat mr. A. H. J. Heynsius, toenmaals
commies-redacteur ter secretarie te Amster
dam, werd benoemd tot chef der Rotter-
damsche Gemeentesecretarie. Toen jaar la
ter volgde hij mr. J. J. Tavenraat op als
secretaris der gemeente Rotterdam. De heer
Heynsius had zich gister aan alle huldebe
toon onttrokken. Niettemin gewerden hem
ten zijnen huize in den-vorm van bloem
stukken, kaartjes e. d., vele bewijzen van
belangstelling en waardeering voor de werk
kracht en toewijding door hem aan de ge-
meentte Rotterdam ten beste gegeven.
Een feestdag op Oranje-
Nassau's Oord. Woensdag 1 Augus
tus herdacht dr. A. Schuld te Renkum den
dag, waarop hij voor 10 jaar zijn functie als
geneesheer-directeur van het Sanatorium
Oranje Nassau's Oord aanvaardde. Des mor
gens bij zijn komst op het sanatorium vond
hij zijn kamer versierd, terwijl vele bloem
stukken werden aangeboden, o. a. door den
Raad van Commissarissen van O. N. O., van
de patiënten, het personeel enz. De rent
meester van O. N. O., de heer Hupscher,
complimenteerde den heer Schuld onder aan
bieding van een souvenir. In den namiddag
kwam de heer jhr. C. J. A_. Repelaer van
Driel, voorzitter van den Raad van Commis.1
sarissen, mede namens H. M. de Koning^, i
Moeder gelukwenschen aanbieden, waarbij
hij namens H. M. een geschenk overhand:-! I
de. Door de zorgen van H. M. de Koning^,
Moeder werd deze dag voor patiënten on
personeel tot een feestdag gemaakt.
z
A. Douglas, t Te 's Gravenhagal v
is in den ouderdom van 68rjaar overled^ r
de oud-majoor der infanterie van het Oost/
Indische leger A. Douglas.
v
Nederland en de oorlog. r
De „vrije" vaargeul.
(Officieel). Aangezien van de zijdij J
der Britsche regeering bericht is ontvangen,
dat het leggen van mijnen in het onlangs
aangekondigde nieuwe Britsche mijnvelj v
niet kan worden opgeschort en de juists! g
afbakening van de opengelaten nauwe pas-I
sage moet wachten tot nauwkeurige astro-p
nomische plaatsbepaling mogelijk is, rnoeiw v
de doorvaart om de Noord voorloopig abjj t
uiterst gevaarlijk worden beschouwd. f
Waar blijlt onze marine c
Door het lid van «de Tweede Kamer, degl
heer Van der Voort-van Zijp, zijn de vol!
gende schriftelijke vragen tot den Minister
van Marine gericht:
1. Was het den Marine-autoriteiten bfr'.T
kend, dat in den nacht van-15 op 16 Juli jlffi!
een convooi Duitsche schepen een der Hok.
landsche havens zou verlaten om koers \(f
zetten naar het Noorden Zoo ja, zijn e
dan maatregelen genomen, teneinde dez; j
schepen te vrijwaren tegen eventueele aanl
vallen in onze territoriale wateren
2. Indien die maatregelen 'uitgeblevd a
zijn, was dit te wijten aan gebrek aan matei I
rieel? Zoo ja, is de minister voornemens
ten spoedigste over te gaan tot het in diens?^ r
stellen van meeT hulpvaartuigen, opdat eer u
voldoend toezicht op onze kust verzeken*
zij? 3
3. Waren er bij den aanval van een Ei>3 g
gelsche onderzeeboot op twee schepen, 2F*
Juli j.l. bij de Texelsche kust, booten buiten^ h
gaats, teneinde in onze wateren toezicht {{J a
houden, of moest ook hier, toen gevaar voor!.' n
schending der neutraliteit dreigde, wordenl C
gewacht op de komst van torpedobooten ui! e
de haven van Nieuwediep
Onrechtmatige uitoefening van n
het prijsreclit.
(Officieel). Het Ministerie van Buiten!
landsche Zaken deelt ons mede
Den 3en Mei j.l. werd de Nederlandsch; n
stoomtrawler „Koningin Emma" Sch." 417fi v
aangehouden door den onder Duitsche prijs- ïs
bemanning naar Bmden varenden Neder-
landsohen stoomtrawler „Emma" Urn. 17? g
Van de „Emma" ging een Duitsch matroos h
als prijsibemanning op de „Koningin Emme
over, ten einde het schip naar een Duitschi
haven op te brengen. Tengevolge van ver- n
keerde navigatie kwam de „Koningin Bm l£
ma" echter binnen Nederlandsch ge\>\ed er^ 5,
geraakte nabij Terschelling aan den gror(
Door de binnenkomst binnen het Neder- 'bi
Iandssche rechtsgebied werd deze Neder- 1
landsche Stoomtrawler vrij, terwijl de als e
prijsbemanning fungeerende matroos werd; 1
geïnterneerd. De Regeering iheeft bovendien
bij de Duitsche Regeering geprotesteerd te
gen de onreohtmatige wijze waarop hier hel y
prijsrecht was uitgeoefend, aangezien he! a
recht van aanhouding en opbrenging uit-
sluitend aan oorlogsvaartuigen en niet aar» d
een schip onder prijsbemanning toekomt. s<
In antwoord hierop heeft de Duitsche Rel n-
geering erkend dat de opbrenging der „Kos
ningin Emma" onrechtmatig was geschied.
Zij heeft over deze fout van hare zeestrijd-
krachten haar oprecht leedwezen betuigd e:j ej
zich bereid verklaard de ten gevolge de]
aanhouding en de stranding der „Koningi'
Emma" geleden schade te vergoeden. D* jq
Duitsche regeering heeft daarbij de verte]
kering gegeven, dat alle noodige maatie-
gelen zijn genomen, teneinde een herhej
ling van zoodanig voorval te voorkomen.
De gevolgen der laster- g<
campagne. zc
Naar de United Press verneemt alduiwi
een telegram van het Holl. Nieuwsbl. aarjzi;
de N. Ct. vloeit het besluit van de Antfjwi
rikaansche regeering, om den uitvoer nat' g<
Nederland te beperken, voort uit de overwêj m
ging. dat Duitschland nog meer vet moesJdr
worden onthouden. va
Ter kennis van de Regeering is namelijk
gebracht dat Nederland zijn veestapel aan-ye
merkelijk heeft uitgebreid, daartoe in stasjdi-
gesteld door het Amerikaansche veevoedf' pr
waarvan de uitvoer thans vermoedelijk beMpc
zal worden, daar het vermoeden bestaat, dc'wc
Duitschland, dank zij deze vermeerdering011
van den veestapel, meer vet betrok.
loc
Vier stoomtreilers als ver-;
loren beschouwd. .g
Men meldt uit IJmuiden aan het N.v.d D
Nu ook de stoomtreiler Ernestine Pauling
als verloren beschouwd wordt, is het aar.k,^
vermiste stoomtreilers in 4 weken tot ^'e^e]
gestegen en zijn daarbij 40 Nederlandse!^^
visscherslieden omgekomen. Drie stoomtr&|cei
Iers met 33 opvarenden keerden niet ten'?juj
Van een vierde die door een mijn veTluCf0c
tigd is, zijn 7 opvarenden omgekomen,
Kamp van den Vrijwilliger I
Landstorm b ij H a r d e r w ij k. plo
In het kamp Tonsel bij Harderwijk tftf'IO'
den sedert 16 Juli en tot 4 Augustus dcc bei
den kaderlandstorm oefeningen gehoud^me
waarbij zich manschappen en kader van J
Vrijwilligen Landstorm uit alle deelen vi!,gec
ons land hebben aangesloten. cor
Het aantal deelnemers bedroeg ongeve ita:
700 man. *«r
De eerste twee weken werden wat de
cruten betreft besteed aan africhting rer
herhaling van het reeds geleerde, terwijl^ roi
zich in de derde thans aangevangen