„DE EEMLANDER". Vrijdag 3 Augustus 1917. BUITENLAND. TOEWIJDING. N° 29. 16de Jaargang. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. FEUILLETON. ë- AMERSFOORTSCH MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie: Mr D j VAN SCHAARDENBÜRO. ABONNEMENTSPRIJS: tu 8 maanden tooi Amersfoort 1 J.® JJ» Idem franco per post J»'®®» Per week (metgratiB verzekering tegen ongelukken) O.I4. Afzonderlijke nummersO."®. Wekelykach bijvoegsel ,Dt Bollandidu Buinrouu" (onder redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 c(l. •Wekelgbseh bjjvoegsel Wmtdrnfu" per 8 mnd. 5» cU. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co. PRIJS DER ADVERTENTIËN. y»n 1—5 0.8O. Elke regel moorO.I5. Dienstaanbiedingen 1—6 regels Ciroote lottors naar plaatsruioito. Voor handel en bodrijl bestaan zeor voordoeligo bopahneon tot het herhaald advertoeren in dit Blad, b(j abonnomont Eene circulaire, bevatUnde de voorwaarden, wordt op aanvraag toogozondou. Politiek Overzicht Cen ernstig gemeende eisch? Lettende op den toestand, zooals hij zich nu voordoet, zou men er aan kunnen twij felen, of de van Engelsche zijde verkondig de eisch,*dat om de Engelsche regeering tot ^onderhandelen bereid te vinden, de tegen partij zal moeten beginnen met zich bereid te verklaren de door haar bezette streken te ontruimen, als ernstig gemeend is te be schouwen. Zoo schreven wij gisteren. Deze twijfel baseert zich vooral op den militai ren toestand. Dat die, om een zacht woord fce bezigen, zorgelijk is, wordt ook aan de ■zijde van de Entente erkend. Men vindt dit '«onder omwegen uitgedrukt in een artikel Van de Manchester Guardian. Dit blad con stateert als een feit, dat sedert het voor jaar de moed van de Duitschers zichtbaar gestegen is. Het onderzoekt de redenen 'daarvan en komt tot deze slotsom De Engelschen hebben het "voorjaarsof fensief van dit jaar begonnen met de hoop Op een doorbraak; maar de Duitschers zijn, 'tot teleurstelling van de Engelschen, aan 'een doorbraak ontkomen. Aanleiding tot de teleurstelling heeft gegeven: vooreerst de ïnislukking van het Fransche offensief, dat fcóó vele offers heeft gevorderd, dat de •Franschen het niet konden voortzetten, en 'in de tweede plaats de aanneming door de iDuitschers van eene nieuwe taktiek met hun terugtocht op eene nieuwe linie, waardoor 1de geallieerden voor een nieuw taktisch Vraagstuk stonden, waarvoor zij niet dade lijk de oplossing kortden vinden. Vroeger Izijn de Engelschen voor uitstel geweest, om dat zij niet gereed waTen, en de Franschen Voor haast; nu zijn de Engelschen voor /haast en de Franschen voor uitstel, omdat de Franschen op versterking uit Amerika Tékenen. De revolutie in Rusland heeft Duitschland de gelegenheid verschaft het Oostelijke front tijdelijk te ontblooten. Het -tijdstip toen de Duitschers een nieuw of fensief van de Engelschen vreesden en er tiiet zeker van waren of de herleving van den Russischen aanvalsgeest echt was, is Tnissohien voor de Duitschers het meest ■zorgvolle oogenblik van den geheelen oor log geweest. Maar door geluk en door goede leiding zijn de Duitschers wederom geholpen. Nu is het Russische offensief gebroken; het Engelsche offensief in Vlaan deren is eerst ingezet nadat het gevaar in bet oosten was afgewend. Ook de toepas sing van nieuwe ideeën in den lucht&trijd is den Duitschers gelukt. Ondanks dit alles, ziet de Manchester Guardian geen reden om ontmoedigd te zijn. Het blad is van meening, dat Duitsch land de hulpbronnen mist om de vruchten van zijne gemakkelijke overwinningen op Rusland te oogsten. Sommigen van de vroe ger door de Engelschen gekoesterde ver wachtingen zijn niet vervuld; maar dat is slechts uitstel. Men moet zioh wapenen met geduld en zich er voor wachten militaire beslissingen met ongeduld, voordat zij vol doende gerijpt zijn, te zoeken. Geduld wordt dus gepredikt. Dat doet ook Winston Churchill, die nu weer als munitie minister deel uitmaakt van het Engelsche kabinet. Hij heeft voor zijne kiezers in Dun dee eene rede gehouden, waarin hij met eene verwijzing naar de toekomst de zorgen van het heden trachtte weg te nemen. Hij heeft gezegd„In het volgende jaar zullen wij granaten, kanonnen, tanks en vliegtui gen hebben in hoeveelheden zooals ze nog niet voorhanden zijn geweest." Dat verze kerde hij op grond van wat het departement, aan welks hoofd hij nu is geplaatst, in staat zal zijn te leveren en van den steun, die uit Amerika is te verwachten. Daarmee zou men in staat zijn den strijd vol te houden totdat de onmiskenbare, beslissende over winning zal zijn verkregen, die ten gevolge zal hebben, dat het Duitsche volk alle ver trouwen in zijn regeeringsstelsel en zijne regeerders verliest. „Wij zullen zoo zegt hij onze verplichtingen tegenover onze bondgenooten gestand doen. Wij willen een stellige, onbetwijfelbare overwinning voor de beginselen en de zaak,, waarvoor v/ij strijden. Wij willen niet meer, maar ook niet milder." Voor het doen van deze voorspelling was Churchill niet de meest geschikte persoon Twee jaren geleden, den 5en Juni 1915, heeft hij hij was toen eerste lord van de admiraliteit ook eene voorspelling ge daan, eveneens in Dundee. Hij heeft toen met stelligheid verzekerd, dat Engelands leger en vloot in Gallipoli „slechts door weinige mijlen struikgewas en heuvelen ge scheiden zijn van eene overwinning zooals men in dezen oorlog nog niet heeft gezien." Men weet wat er van die voorspelling ge worden is. Wanneer het met de nu gedane voorspelling evenzoo gaat, dan zal er van de „onmiskenbare" overwinning, die voor het volgende jaar in uitzicht wordt gesteld, niets terecht komen. Maar deze toekomst overwinning, die altijd onzeker is, heeft bovendien nog het zekere nadeel, dat het ontzettende leed en de groote ontberingen van het heden er door bestendigd worden voor vele maanden. En dat is een vooruit zicht zóó donker, dat men, ondanks alles wat nu nog de vredesbeweging tegenhoudt, moet betwijfelen of de omstandigheden thans nog zoodanig zijn, dat de partij, die in militair opzicht zoozeer in het nadeel is, zich sterk genoeg kan rekenen om te ver kondigen, dat zij van geen onderhandelen over den vrede wil weten, als niet vooraf de tegenpartij de voordeelige stelling, die zij zich heeft verworven, uit eigen beweging prijs geeft. Dat geeft reden om in twijfel te trekken of die eisch is te beschouwen als in ernst gemeend. Do oorlog, In Vlaanderen blijft de regen zijn belem merenden invloed uitoefenen op den strijd, die de hevigheid van den eersten dag op verre na niet weer heelt bereikt. Het avond- bericht uit Berlijn spreekt slechts van een vuurstrijd van afwisselende hevigheid. Beide paitijen blijven tevredenheid aan den dag leggen over de verkregen uitkomsten, het geen blijkens de ervaring een bewijs is, dat de toestand in hoofdzaak gebleven is zooals hij was. In het oosten blijft de strijd voortgaan op dezelfde wijze. In eene dépêche, die de Russische regeering gezonden heeft aan hare vertegenwoordigers bij de bondgenoo ten, wordt verklaard dat de geleden neder laag geen verandering brengt in haar be sluit om den strijd voort te zetten tot aan de beslissende overwinning. De regeering zal voortgaan met hare pogingen voor de hernieuwing van het land en de voorberei ding van den toekomstigen veldtocht. B er 1 ij n, 2 Aug. (W. B.) Op het noorde lijke oorlogstoon eel zijn wederom 24.000 bruto-registertonnen vrachtruimte door li- booten in den grond geboord. W e e n e n 2 Aug. (Corr.-bur.) De rijks kanselier Michaelis werd heden middag door den keizer en de keizerin in bijzondere audiëntie ontvangen. Hierna gaf het keizer paar een déjeuner, waartoe genoodigd wa ren de rijkskanselier, onderstaatssecretaris von Stumm, gezantschapssecretaris von Prittwitz. gezant Wede!, minister Czernin en gezant Hohenlohe. Heden voormiddag heeft de Rijkskanselier besprekingen gevoerd met den minister van Buitenlandsche Zaken, welke in den namid dag werden voortgezet en tot in de avond uren voortduurden. Aan de conferentie namen ook deel de Duitsche gezant te We enen, de onder-staats secretaris von Stumm en de Oostenrijk- Hongaarsche gezant te Berlijn. Dat er tusschen Michnëlis en Czernin omtrent belangrijke politieke vraagstukken eenstemmigheid heerscht, blijkt uit hunne redevoeringen, die zij den 28sten Juli onaf hankelijk van elkaar voor de vertegenwoor digers der pers hebben gehouden. Met het oog hierop kan Michaëlis van zijn aanwezigheid te Weenen gebruik ma ke, om zich in een aantal andere politieke en economische vraagstukken tot in bijzon derheden te oriënteeren. De besprekingen tusschen de beide lei ders der buitenlandsche politiek der Cen trale mogendheden leidden er toe, dat ook op dit gebied op nieuw een gemeenschap pelijk richtsnoer werd vastgesteld. Londen, 2 Aug. (R.) In het Lagerhuis heeft lord Robert Cecil, op een vraag over de jongste onthullingen van de Times over de samenkomst te Potsdam van den 5en Juli 1914, geantwoord, dat hij niet anders kon mededeelen dan dat de inlichtingen, die de Engelsche regeering heeft verkregen, aan wijzen, dat de Centralen in Juli hadden be sloten een politiek te voeren, die, naar de meening der Britsche regeering, bijna met zekerheid tot een oorlog met Rusland en dientengevolge met Frankrijk moest leiden. Ber 1 ij n2 Aug, (W. B.) De Duitsche regeering heeft ter zake van het Spaansche duikbootbesluit eene nota gezonden aon de Spaansche regeering, die cen met juridische argumenten gemotiveerd protest inhoudt. Het antwoord van de Spaansche regeering is nog niet ontvangen. Berlijn, 2 Aug. (K. N.) Het Berl. Ta- geblatt verneemt uit Königsberg, dat vol gens Poolsche bladen de onderhandelingen tusschen de vertegenwoordigers van den Poolschen Raad van State en de Duitsche autoriteiten wegens de overneming van het rechtswezen door den Raad van State waar schijnlijk op 15 Augustus zullen plaats heb ben. Het lid van den Raad van Staat Sobo- lowski heeft een Poolsch openbaar ministe rie ingesteld bij de rechtbank van beroep en bij de districtsrechtbonken. Het school wezen zal in September geheel in Poolsche handen overgaan. Petersburg, 2 Aug. (R.) Broessilow heeft zijn ontslagaanvrage bij de voorloopige regeering ingediend. Kornllow is benoemd tot opperbevelhebber der Russische legers. Tsjeremisow, die bevel- voerde over het achtste leger, is tot opperbevelhebber van het zuidwestelijke front benoemd. Petersburg, 2 Aug. (Tcl.-ag.) De volgende boodschap is telegrafisch toege zonden aan de diplomatieke vertegenwoor digers van Rusland,, geaccrediteerd bij dé geallieerde mogendheden: Op het oogenblik, dat nieuwe en ernstige onheilen Rusland treffen, achten wij ons verplicht, aan onze bondgenooten, die met- ons den 'last en de beproevingen van het verleden gedeeld hebben, een uiteenzetting te geven van ons standpunt ten opzichte van de voortzetting van den oorloge De grootheid von de taak der Russische revolutie heeft den omvang bepaald van den ommekeer, door haar in het leven van den staat teweeggebracht. De reorganisatie van het geheele regeeringsstelsel, staande tegenover den vijand, kon natuurlijk niet zonder ernstige verwarring verwezenlijkt worden. Niettemin heeft Rusland, in de overtui ging, dat zijn heil geen andere middelen ten dienste stonden, in samenwerking met de geallieerden, de gemeenschappelijke ac tie aan het front voortgezet. Volkomen be wust van de moeilijkheden van zijn tank neemt Rusland den last van het actief voortzetten der militaire operatiën op zich tijdens het herstel van zijn leger en zijn macht. Het offensief onzer legers, noodig ge maakt door den strategischen toestand, stiet op onoverkomelijke bezwaren, zoowel aan het front als in het inwendige van het land. De misdadige propaganda van onverant woordelijke elementen, die door agenten von den vijand werden benut, hebben mui terij verwekt te Petersburg. Tegelijkertijd heeft een gedeelte van de troepen aan het front, door dieelfde propaganda bewerkt. zijn plicht jegens het vaderland vergeten en heeft den vijand in staat gesteld ons front te doorbreken. Het Russische volk, door deze gebeurte nissen bewogen, heeft door middel van zijn, door de revolutie geschapen, regeering zijn onveranderlijken wil te kennen gegeven; de muiterij is bedwongen en de aanstich ters zijn aan de revolutie overgeleverd. Alle noodige maatregelen zijn aon hel front getroffen ten einde de gevechtswaar- de van het leger te herstellen. De regeering is van plan de taak der ver sterking van hare krocht tot een goed ein de te brengen, opdat die in stoot'zij, aon alle gevaren het hoofd te bieden en het land te leiden op den weg van de herschep ping door de revolutie Rusland zal zich door geen enkele moei lijkheid laten terughouden van zijn onher roepelijk besluit, den oorlog tot aan de be slissende overwinning voort te zetten, want dit is een beginsel, dot door de Russische revolutie wordt gehuldigd. Tegenover de bedreiging door den vijand zullen land en leger moedig voortgaan hun ne pogingen opnieuw voort te zetten voor de hernieuwing van het land en de voorberei ding van den toekomstigen veldtocht op den drempel van het vierde oorlogsjaar. Wij kunnen vast overtuigd zijn, dat de Russische burgers al hunne krachten zullen inspannen voor het vervullen van hunne heilige taak, de verdediging van hun bemin de vaderland en dat de geestdrift die in hun ne harten gewekt werd, door het geloof in de zegepraal van de vrijheid, tegen den vij and, die het vaderland bedreigt, de geheel© onoverwinnelijke kracht van de revolutie zal doen opgaan. Wij weten, dat van den afloop van dezen strijd onze vrijheid zal afhangen en ook dit van het geheele menschdom. De nieuwe be wijzen, die het ïhisdadig verraad het Russl» sche volk hebben gegeven, zullen het slechtj nog weer des te sterker doordringen van d< noodzakelijkheid, dat het Russische volk in' een uiterste poging al zijne krachten en zijl* bezit zal moeten wijden aan zijn vaderland Sterk in deze overtuiging, zijn wij van oordeel, dat de terugtocht van onze legen slechts een tijdelijke zal zijn, en dat deze geen beletsel zal vormen voor het opnieuv vestigen van hunne macht. Zij zullen, als daartoe het uur slaat, hun opmarsch in naam von de verdediging von het vaderland en der vrijheid hervatten en zullen op zegevierende wijze het grootö werk voltooien, waarvoor zij genoodzaakt werden de wapenen op te vatten." (Geteekend) Terestsjenko. Petersburg, 2 Aug. (Tel.-ag.) Het voorloopige doema-comité heeft een oproep gericht tot de bevolking, waarin o. a. gezegd wordt: In het leger vluchten obscure lieden, door lafheid aangegrepen. Wat met het le ger gebeurde, is een terugslag van wat in geheel Rusland gebeurt. Die toestand is te wijten aan de toeëigening der rechten van het regeeringsgezag door eene organisatie Vele .huigezinnen leven in idyllische een dracht. zoo dikwijls er bezoek is. Roman van K ar a m a t i 16 Hoe zulk eei^ pretziek, wereldscK menschje dan in 't stille Berkcndam terecht was geko men? Wel ze was er wat, werd er opgemerkt om baar toiletten en om haar mooi figuur en overige aantrekkelijkheden. In den Ilaag zou ze al te obscuur zijn met de enkele dui zenden 's jaars, waarover ze te beschikken had. t Is waar, daar zou ook haar vrijheid yan bewegen grooter wezen, juist door dat obscure. Maar wat deerde het haar, of er al enkele „matrones, oude juffrouwen en suffe •femelaars" achter haar rug kwaad spraken? Bij de anderen, de jongeren, vooral de jonge mannen, was ze immers gevierd als de toon geefster der mode en als de „elegantste .•vrouw in de stad? Niemand toch, behalve oen heel enkele, dorst haar in 't openhaar minadhting of geringschatting te toonen. Dezelfde oude juffrouw, die haar daar was \an k°rt te voren privatim in de ■enerpste bew.oprdjngen had uitgemaakt, >vas immers dadelijk de minzaamheid zelve, zoo dra haar bevallig persoontje voor haar stond en vriendelijk tot haar sprakl 't Was om te gieren! En dan die oude dominee, met zijn uitgestreken gezicht; wat verloor dat stroeve gelaal spoedig zijn plooien, wat werd de man hoffelijk op zijn koddige linksclie manier- neen, maar...! Alle jonge mannen, daar! en de meeste oudjes ook, maakten haar immers 't hof; de meisjes, de oude juffrouwen en de gehuwde dames waren allen in stilte razend van jaloezie, 't zij om haar uiterlijk, of haar keurige kleeding. Ze lachte ze uit, inwendig, en deed wat ze verkoos. Ze vond al die men- sclien, die naar haar gunst hunkerden of haar kopieerden, vermakelijk zot en „provinciaal"; maar ze paste wel op, ooit die meening te openlijk uit te spreken. Ze speelde de konin gin in 't klein, die de gevoeligheden van 't ge peupel moest ontzien, wilde ze populair zijn. En ze had een wonderbaren tact om zich bemind te maken, ook buiten den tooverkring harcr enkele verschijning: ze. verslond vol maakt de kunst om „altent" te wezen, hier een hartelijk woord tc spreken, daar een kleine hulp te bieden, ginds een geschenkje op gepaste wijze te geven. Ze was „toch zoo lief, die mevrouw Stoppel, zoo echt hartelijk en voorkomend.'' Zoo dacht menigeen en vergaf haar gebreken of geloofde er zelfs niet aan. „Wat, die paar dagen in Den Haag? met luitenant Valkman? Och, onzin, geloof je daaraan? Een mooie vrouw loopt altijd in den kijker!... De man heeft familie in Den Haag en zij gaat er zoo dikwijls heen! Wat wou je? Dat ze zich hier in dit gat doodkniesde? En dan haar toiletten! Die kan immers niemand hier maken..." Zoo #f op dergelijke wyze .vond de onweer staanbare Stephanie steeds verdedigers, als er zich een zwakke slem dorst verheffen, om iets tegen haar in tc brengen. Een der -weinigen, die vrij waren gebleven van de bekoring harer persoonlijkheid, was Theo van Klarcnbeek. Hij vond haar merk waardig, meer niet. Trouwens, dc jonge man was maar zelden in de gelegenheid geweest In meer dan zeer oppervlakkige aanraking met de mooie harlenveroveraarster tc komen. Bovendien was hij naicf genoeg, om le mee- nen, dat zij, als getrouwde Vrouw en de vier kruisjes reeds naderend, hem vrijwel als jon gen moest beschouwen. Dc enkele malen, dat hij 't woord tol haar gericht had, had hij zich dan ook min of meer bedremmeld gevoeld. Wat hij eigenlijk zoo opmerkenswaard in haar vond, wist hij niet. Hij bekommerde er zich geen zier om, en als ooit wat zelden gebeurde 'zijn gedachten zicli met haar bezighielden, kon hij over haar denken als een botanist over een belangwekkende variëteit eener zeldzaam voorkomende bloem: koel en ruslig beschouwend. De electrische vonk van den hartstocht had nooit tusschen die beiden zijn wisselslag geslagen. Wellicht hadden Thecfs studiën, zijn dicli- ter-illusiên en droomen hem te veel bezig ge houden. Wie zal 'L zeggen? De wetten der electricileit van 't menselielijk gemoed zijn zoo geheel anders dan die der physici, zoo wonderlijk en schijnbaar tegenstrijdig! In dc laatste maanden, sinds zijn reis naar Bohemen, was Thco's denken natuurlijk schier geheel in beslag genomen door zijn liefde voor de kleiuc Elsa. Zij was voor hem de vrouw en als zoodanig de godin, die zijn ziel ver eerde met al de innigheid, waarloc zijn dich ternatuur in staat was. Na lal van vergeefscHc® pogingen bij zijn moeder aangewend, om haar le bewegen Elsa met de Kerstdagen leTogecren te vragen, was hel hem eindelijk gelukt zijn zin door tc zet ten. O, wcllc een leven was dat geweest voor die beiden, die altijd tc voren zoo eendrach tig samen geleefd hadden! Welk cen aaneen schakeling van drifttooneelen, van ergernis en bittere verwijten harerzijds; van hoos wor den en weer spijt bekennen van zijn kant! Hoe dikwijls had Theo ruwe, hartstochtelijke woorden gebezigd, tot het uiterste gebracht als hij was door 't taaie volhouden van zijn moeder, dat hij onverstandig en zot bevoor oordeeld achtte. Zij had ten slotte toegegeven: ze was 't twisten moede: „Och, in Gods naam dan", had ze gedacht, „als ik dan maar weer rust in mijn huis heb." En ze had Theo einde lijk op doffen weemoedigen toon gezegd: ,,'t Is goed, Theo, ik zal er niets meer tegen zeggen. Maar een ding" en haar oude oogen glin sterden van kwalijk bedwongen ergernis „je dwingt me niet, om hartelijk legen haar te zijn, hoor. Dal kan ik niet. Zoo'n..." Zc hield even op en vertrok haar mond met een zenuwachtigen ruk. „Ik zal beleefd tegen haar zijn, maar meer ook niet... Dat zal me al moeite genoeg kosten." Toen daarop Theo haar om den hals viel en juichend verzeker de, dat alles goed zou gaan, had ze lijdelijk zijn liefkoozingen toegelaten en gezwegen, met een bitteren trek op haar strak gelaat. Elsa was overgekomen, op een uitnoodiging van Tbeo's moeder, 't Was een gebeurtenis geweest in 't provincie-stadje. Wie was ze? Hoe kwam ze zoo bij die vervelende, deftige mevrouw Van Klarenbeek, die bijna nooit een „levende ziel" in haar huis zag? O, een nichtje uit Duitschland zal later wel bij de familie in huis komen, als ze van kostschool is, om do oude vrouw „wat in 't huishouden te helpen" en ondertusschcn met haar kleine inkomentje de oude vrouw wat te steunen. Zoo ging spoe dig 't praatje. Op 't ijs had de sierlijke, zwierige mevrouw Stoppel het gesprek met haar cavaliers reeds herhaaldelijk op de logee van „de Klaren- becks" gebracht. „Ik heb haar gezien, verbeeld je", riep ze nTct haar bekoorlijk lachje en haar fluweelig zangerige stem. „Ja, ja, ik weet en zie alles, mijnheer Valkman." Luitenant Valkman, met wien ze hand in hand over de ijsbaan zwierde, was cen fijn, mager mannetje, met een poppégczicht cn cctt vlassig snorretje; zijn moedertaal sprekend met 't eigenaardige Iiaagschc highlifc-accent/ dat doet denken aan Fransch, Engclsch ei» Duitsch Iegelijk, cn op een gewoon polderland der den indruk maakt van een stoeren werk man, die trippclpasscn doet in 't kostuum van cen balletdanseres. „Van zulke oogen als de uwe, mevrouWg gelooft men alles wat goed is en zelfs..." Lui tenant Valkman keek heel ondeugend. 7,0 meende hij althans. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1