toewijding.
DE EEMLANDE R".
Woensdag 8 Augustus 1917
BUITENLAND.
N- 33.
löJaargang.
FEUILLETON.
v MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie: D j VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co,
abonnementsprijs
P.r 3 miuindon vooi f l.jjj-
Idem franco por post.. A',/
Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukken! 0.14.
Afzonder! ijko nummers
Wekelijksch bijvoogsel UDBoUatuïtcJx* Huist>roimc' (ondor
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
Wekeli:k«ch hnvoeesel Wereldrtrlie" per 3 mnd. 52 ets.
Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek U trech tschestr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 1—5 rebels..f O.SO.
Elko regel meor 0.15.
Dienstaanbiedingen 15 regels'- 0.50.
Groote letters naar plaateruimlo.
Voor handol en bedrijf bestaan icoor voordeuligo bepalingen
tol hol herliaald ad verteeren in dit Bind, bh abonnomont.
Eono circulaire, bevattende ilo voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
Hot kabinetRibot en do
Kamer in Frankrijk.
Het Fransche kabinet heeft in de z:"bcg
van 2 Augustus een votum van vertrov-wsi
van de Kamer gekregen met 392 tegen 61
stemmen, eene aanzienlijke meerderheM
dus, ook wanneer men er rekening m*e
houdt, dat de stemmingslijst slechts drie
vierden van de voltallige Kamer omval. De
-Kamer is een paar dagen later uiteengegaan
*ot 18 Augustus. Het bestaan van het ka'>i-
j\et-Ribot is hiermee voor een paar weken
verzekerd. Het laat zich schter aanzien, dat
Idaarna de strijd, dien het kabinet zoo lang
reeds om zijn bestaan heeft moeten voeren,
terstond weer zal beginnen, en of het op
den duur daartegen bestand zal zijn, is de
vraag.
De minister van marine, admiraal Lacaze,
"heeft zijne portefeuillle neergelegd. Hij is
gevallen als slachtoffer van den Uboot-oor-
log. In de Kamerziting van 28 Juli zijn
stemmen opgegaan, die den minister ver
antwoordelijk stelden voor den ondergang
van het Fransche linieschip Kleber, dat door
een torpedoschot van een Duitsche duik
boot in den grond is geboord. Ook de com-
1 missie voor de marinezaken in de Kamer
heeft hare aandacht geschonken aan de of-
ficieele rapporten over den duikboot-oorlog.
Zij 'heeft geconstateerd, dat vooral de Fran-
.sche marine-luchtdienst met groote gebre
ken behept iszij besloot een parlementair
onderzoek in te stellen naar de werkzaam-
heid van het ministerie van marine en zich
daartoe uitgebreide volmacht door de.Ka
mer te laten geven Admiraal Lacaze heeft
het losbreken van den storm niet afgewacht;
hij is vrijwillig gegaan.
Hoe de verhouding is tusschen de Kamer
en het kabinet in zijn geheel, kan men niet
'enkel beoordeelen uit het votum van ver
trouwen, dat in de zitting van 2 Augustus
werd uitgebracht; men kan dat votum niet
losmaken van het debat, dat er aan vooraf
is gegaan over eene van socialistische zijde
ingediende interpellatie. De rede van Re
naudel tot toelichting van deze interpellatie
hield eene formeele aanklacht tegen de
regeering in. De spreker zeideOp den
derden verjaardag van het begin van den
oorlog wil het land weten, waartoe de regee
ring het brengtverder in den oorlog tot
het oneindige of naar den vrede. Er zijn
millioenen dooden en ontzettende ruïnes.
En nog altijd ziet men het einde niet in 't*
gezicht komen. Men staat voor gewichtige
verklaringen van de vijandelijke regeerin
gen. De Fransche regeering bepaalt zich
tot een démenti van den rijkskanselier, ter
wijl een actieve vredespolitiek zou passen.
Frankrijk is door het vredes-offensief van
«de centrale mogendheden in de verdediging
gedrongen.
Onder algemeene spanning gewaagde de
spreker van het Fransch-Russische geheime
verdrag; hij wees er op, dat de regeering
niet zal kunnen betwisten, dat de aanspra
ken op den linker Rijnoever in Frankrijk
ernstige verschiHen hebben doen rijzen, ook
niet dat in Frankrijk een ijverige campagne
wordt gevoerd voor de annexatie van den
linker Rijnoever. Aan het Fransche front
werden briefkaarten verspreid, waarop de
nieuwe Rijngrens geteekend is. Spr. vraagt
een duidelijk antwoord of de regeering elke
geachte aan den linker Rijnoever heeft op
gegeven.
Minister-president Ribot stelde tegenover
de klachten over de regeering, die de inter-
pellant had geuit, eene tegenklacht.
Drie jaren lang hebben hij en zijn voorgan
ger vrede gehouden met de socialisten
maar nu leggen dezen 't er op toe de eens
gezindheid* te verbreken. Hoe is samen
werken mogelijk, wanneer Renaudel en de
zijnen de grondwet willen herzien en zelfs
een Comité de salut public in Parijs willen
instellen I
Ribot ging voort: Waarom gaat het? Om
den vrede. De regeering is van meening,
dat Frankrijk geene vredesvoorstellen kan
doen. Geen Franschman kan heden aan den
vrede met Duitschland denken. Ook wij
wenschen den vrede, evengoed als Renau
del. Wij willen echter een ernstigen, ons
land waardigen vrede. De regeering is van
meening, dat vredesvoorstellen slechts kun
nen worden gedaan als."
Hier liet Brizon den tusschenroep hoo-
ren: „Als er geene Franschen meer zijn."
Ribot ging voort: „De Fransche regeering
is van meening, dat zij tot een aannemelij-
ken vrede slechts dan kan komen, els
Duitschland om vrede vraagt. Wanneer «wij
naar de verschillende voorstellen, die men
ons doet, al te vroeg wilden luisteren, zou
den wij Frankrijk uitleveren; wij zouden on
zen plicht als Franschen en als ministers
verzaken. Hoe zou thans de vrede er uit
zien? Zeker Duitschland zou van annexa-
tiën afzien. Maar zou Elzas-Lotharingen ons
terug gegeven worden?. Frankrijk, dat waar
dig is aan de spits van de beschaving te
staan, zou heden vernederd en geruïneerd
in den vrede moeten gaan. Wij zouden zelf
de vreeselijke verwoestingen, die de legers
van de Hunnen bij ons aangericht hebebn,
weer goed moeten maken. Het geweldige
blok van de centrale mogendheden zou on
geschokt tegenover ons staan. Men zou aan
België een aalmoes toewerpen en zijne on
afhankelijkheid erkennen. Maar hoe zou
die er uitzien? België zou de slaaf van
Duitschland zijn. Geen Franschman kan
zulk een vrede aannemen. In plaats van te
spr'ken over den vrede, hebben wij den
plicht aan de overwinning te denken. Wij
moeten de overwinning hebben; wij moeten
hem bepaald krijgen. En op zulk een oogen-
blik wil Renaudel met zijne vrienden naar
Stockholm gaan!"
De afgevaardigd^ Mistral: „Wij gaan toch
naar Stockholm, ook tegen den wil van de
regeering."
R'bót uit bittere Wachten tegen Redau-
nel, die sedert het bezoek van de vertegen
woordigers van de Sovjet aan Parijs is om
gekeerd. Moutet en Cachin (de beide Ka
merleden, die in Petersburg zijn geweest
voor eene zending, die hen ook met de
Sovjet in aanraking heeft gebracht) sprin
gen op van hunne plaatsen; Cachin noodigt
Ribot uit duidelijk te verklaren, dat van de
In Petersburg ontdekte geheime verdragen
met den czaar geen spoor meer is overge
bleven. Ribot antwoordt ontwijkend: „Gij
weet wat ik in de geheime zitting tan Juni
heb gezegd. Ik heb gezegd, dot wij geen
volk geweld willen aandoen. Is dat niet vol
doende? rk verwijs ook naar het besluit van
de Kamer na afloop van de geheime zit
ting."
In het votum van de Kamer, dat op dit
debat volgde, wordt ook.naar het besluit van
5 Juni verwezèn. De Kamer heeft nogmaals
hare instemming betuigd met dit besluit en
is, met afwijzing van elke toevoeging, over
gegaan tot de orde van den dag. Dat be
sluit stelt het verlangen der bevrij
ding van de door Duitschland in den
oorlog bezette streken, den terugkeer van
Elzas-Lotharingen tot het moederland en
eene réchtmatige vergoeding van de scha
de; de gedachte aan verovering en verdruk
king van vreemde volken wijst de Kamer
uitdrukkelijk van zich of. De regeering is
tot eene openlijke verklaring hierover niet
kunnen komen; zij heeft zich bepaald tot
eene zijdelingsche betuiging' vaft hare in
stemming met het Kamerbesluit. Maar af
gescheiden daarvan vertoonen zich de kie
men van nieuwe conflicten tusschen de re
giering en het gedeelte van de Kamer,
waarvan in dit debat Renaudel dó woord
voerder was. Als die zich verder ontwikke
len, dan zal het gedaan zijn met de eens
gezindheid, dié Ribot de Fransche volks
vertegenwoordigers als eerste plicht op
het hart heeft gebonden. En dat kan vér
strekkende gevolgen hebben.
De oorlog.
Van de oorlogstooneelen is heden niets
bijzonders bericht.
W e e n e n, 7 Aug. (Corr.-bur.) Kolonel-
generaal von Koevess is tot veldmaarschalk
bevorderd. De keizer heeft hem dit medege
deeld in een eigenhandigen brief, waarin
hem dank wordt gebracht voor zijne groote
diensten tijdens den ganschen duur van
den oorlog cn op verschillende oorlogstoon
neelen bewezen.
Ook aan den kolonel-generaal aartsher
tog Jozef heeft de keizer schriftelijk dank
en waardeering betuigd voor zijne beproefde
aanvoering van de troepen op verschillen
de oorlogstooneelen en thans weer in Boe-
kowina.
Weenen, 7 Aug. (Corr.-bur). De dag
bladen bespreken de oorlogsverklaring' van
China aan Duitschland en Oostenrijk-Hon-
garije^ waarin zij het werk zien van de ge
allieerden, in het bijzonder van Wilson,
om Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
economisch te treffen en «ich van lastige
concurrenten te bevrijden, terwijl den .Chi-
neezen een voorwendsel wordt aan de hand
gedaan, om de schulden niet te betalen, de
aan Oostenrijksche en Duitsche onderne
mingen verleende spoorwegconcessiën in te
trekken, de in China belegde kapitalen der
Centralen alsmede de aldaar liggende
Duitsche en Oostenrijk-Hongaarsche sche
pen in beslag te kunnen nemen en de on
derdanen der Centrale landen te kunnen in
terneeren.
L o n d e n, 7 Aug. (R.) De Fransche mi-
nister-p-esident Ribot is hier aangekomen.
Hjj heeft geconfereerd met de leden van
het ooilogskabinet en zal heden de confe
rentie der geallieerden bijwonen.
Londen, 7 Aug. (R.) De conferentie der
geallieerden, bijgewoond door de Brilschc
ministers, door Sonnino, Ribot, Thömas, den
Franschen minister van munitie, lord Bcrtic,
den Britschen gezant tc Parijs, en een aantal
andere vertegenwoordigers der geallieerden, is
heden- te Londen aangevangen. Er zijn twee
lange zittingen gehouden.
Madrid, 7 Aug. (R.) De Heraldo be
richt, dat de Duitsche regeering heeft toe
gestemd in de vrije vaart van hospitoalsche-
pen, onder voorwaarde, d8t zich een
Spaansch marine-officier aan boord zol be
vinden en dus waarborg wordt gegeven, dat
de schepen alleen gebezigd zullen worden
voor het vervoer van zieken en gewonden.
De Engelsche en Fransche regeeringen
hebben deze regeling aanvaard.
Bern, 7 Aug. (W. B.) Uit de hier ontvan
gen Engelsche berichten blijkt,, dat in de. in
het buitenland verspreide berichten van de
rede van Lloyd George in het Lagerhuis op
1 Augustus de volgende belangrijke zinsnede
is oftderdrukt: „Laat mij ten slotte zeggen dat
ik wel zou willen weten of ieder lid van deze
vergadering het ontplofbare materiaal be
speurt, dat rondom ons ligt Deze zinsnede
leidt het laatste gedeelte van dc rede in,
waarin Lloyd George het huis letterlijk be
zweert niet hel aftreden van Ilendcrsom te
verlangen en uitroept: „Als wij beginnen ons
Ie ontbinden cn den eenen ambtgenoot na den
ander in de armen werpen van hen die VQor
pacifistische doeleinden strijden, dan wan
hoop ik werkelijk aan onze overwinning."
Londen, 7 Aug. (R.) Een parlemen
tair bericht meldde, dat lord Newton in het
hoogerhuis met betrekking tot de over de
Engelsche en de Duitsche gevangenen ge
sloten overeenkomst gezegd heeft, dat
er feitelijk niet was geklaagd over de
behandeling van de Engelsche gevan»-
genen. Er moet wel worden verstaan,
dat dit beteekentgevangenendie
door de Engelschen gehouden werden. Lord
Newton heeft gezegd, dat er op de conferen
tie van Engelsche en Duitsche gedelegeer
den te 's Gravenhage geene klachten zijn
vernomen over de behandeling van de ge
vangenen in Engeland.
Londen, 7 A'ug. (R.) In het Lagcrhuif
vroeg een lid of de minister van Buitenland-
schc Zaken reden had aan tc nemen, dat do
Duitsche regeering hare belofte van 4 Augus
tus 1911 zal nakomen of verzaken, volgens
welkt zelfs in geval van een gewapend con
flict met België. Duitschland onder geen
voorwendsel Belgisch gebied zou annexeereu»
Lord Cecil antwoordde'; Voor zoover ik heli
kunnen zien, heeft de Duitsche regeering er
voor gezorgd, de wereld niet er aan tc herin
neren, dat zij in töM uitdrukkelijk aan Enge
land heeft beloofd onder geen voorwendsel
Belgisch gebied te zullen inlijven. -Te oocdce-
len naar den inhoud van mcdedeclingen,
welke blijkbaar van geïnspireerde zijde af
komstig zijn, is dit een belofte, welke Duitsch
land van plan is te verbreken, als liet dit kan.
Krakau, 7 Aug. (Korr.-Bur.). De
Polenclub heeft haar beraadslagingen be
ëindigd met het aannemen von een besluit,
waarin te kennen wordt gegeven, dat de
Polenclub de vorming van een parlemen
taire regeering op het oogenblik voor on
waar houdt, wijl de onverbeterde partijver
houdingen in den rijksraad geen voldoen
den grondslag bieden voor de vorming van
zoo'n regeering, tevens omdat de groote
partijen zich van deelneming onthouden,
en verder omdat het niet-vervullen van dc
eischen van de Pólenclub niet toelaat deel
te nemen aan de regeering.
Ten opzichte van het beambtenkabinet
zal de Polenclub een afwachtende houding
aannemen, waarbij de regeering gesteund
zal worden bij de inwilliging van de Pool-
sche eischen uit het huldigingstelegram.
Het nieuwe kabinet in Rusland, dat door
Kerenski is samengesteld, bestaat uit leden
van vijf politieke partijen. Van het oude
kabinet zijn, behalve Kerenski zelf, alleen
Nekrasow en Terenstsjenko in de nieuwe
regeering overgegaan; de eerste is plaats
vervanger van den minister-president en
minister van financiën; de tweede heeft de
portefeuille van buitenlandsche zaken be
houden.
Washington, 6 Aug. (R.) De raad
voor de oorlogsindustrie heeft heden met
Wilson besloten, dat aan de geallieerde*
bij het koopen van hunne oorlogsbehoeften
de zelfde voordeelen moeten worden ver
schaft als aan de regeering van de Veree»
nigde Staten zelf.
Londen, 7 Aug- (R) Het Lagerhuis heeft
in derde lezing de wet op dc korenproductie
mei 108 legen 11 stemmen aangenomen.
De minister van Landbouw Prolhéro, ver
klaarde, dat ongeveer een millioen morgen dit
jaar in Engeland was toegevoegd aan liet
land, waarop koren cn aardappelen verbouwd
worden. Aannemende, dat 600.000 morgen van
dit millioen bestemd waren voor het verbou
wen van graan, zou, volgens hem, voldoende
schccpsruimte worden uilgespaard, om dc gc-
hcele Amcrikaansche katoenproductic van het
vorige jaar naar Groot-Britannië te kunnen
overbrengen. Dit beteekent, dat een hoeveel
heid grondstoffen ter waarde van 32 millioen
pond sterling per jaar gewaarborgd is.
Sommige mensch'en hebben zóó weinig zin
voor poëzie dat zij zelf gedichten maken.
Roman
van
Karamati.
20
„En waarom wel? Omdat ik Theo's moeder
ben? Toe, spreek je hart nu 's uit" Mevrouw
.Aan Klarenbeek heeft allengs een anderen
- toon in haar slem gekregen. Ze klinkt thans
dringend vriendelijk en meewarig. Haar
«ogen hebben den innigen glans, dien ze had-
oen in dc goede oude tijden, als ze in stille
•Theo gadesloegen. Elsa zit stil voor zich te
Kijken. Een paar dikke tranen maken zich los
.van dc neergeslagen wimpers.
„Zal ik 's voor je antwoorden, mijn lieve
faeid?" gaat de oude dame voort, die blijk
baar liever het antwoord, dat ze verwacht, op
g§Elza s zachte trekken leest dan het van haar
hppen te liooren.
t Is zoo, nietwaar? Omdat ik Theos moe
der ben, en je evenals ik veel van Theo houdt,
^oo is 't, niet?''
M-hare *"JPl E1Sa'S haild en houdt dic in de
Elsa antwoordt steeds niet; maar slaat even
de vochtige oogen op, om dadelijk weer den
Wik neer te slaan.
De ander ziet met innig welgevallen de uit
werking harcr'woorden op het jonge, meisje:
Welk een beeld van reine jonkvrouwelijke
schuchterheid! Hoe had ze dat kind van
coquelterie of vnlschheid kunnen verdenken!
Kom", zegt ze na een poosje en trekt Elsa
tot zich. „Ik hou' ook van jou, hoor, en heel
veel ook... Ik geloof, dat je een lieve, brave
meid bent en mijn jongen gelukkig kunt maken
en zult maken... Is 't zoo goed?"
Elsa valt de oude dame opeens om den hals.
Het gebat legen haar borst verbergend, zegt
ze, zacht schreiend:
,,Sie sind so gut, Sie sind so gut!"
De ander laat haar gegaan en voelt zich
aangedaan. Zonderling, dal ze voor dat meisje
drie dagen geleden nog een vreemde en,
erger, aan wie ze niet anders had kunnen
denken dan mei dc bitterste gewaarwordin
gen, haar vijandin in haar voorstelling
thans iels voelt als voor een dochter. liet ver
langen van iedere moeder, een „groote doch
ter" tc bezitten, met wie zij „praten kan," was
bij mevrouw Van Klarenbeek nog onbevre
digd gebleven: Suze was nog een kind. Een
onweerstaanbare drang lot moederlijke tee-
derheid ze had die zoo vaak onderdrukt in
de laatste maanden in dat ellendige geharre
war met Theo vervult haar gansche wezen;
wegdooiend de ijskorst van trots cn voor
oordeel. 't Is of haar oude hart twintig jaar
jonger wordt door de warme aanraking met
zooveel frissche jeugd in haar spontane over
gave...
O. 't is een genot daaraan toe te geven, en
ze geniet een wijle in stille weelde, gedachte
loos.
Dan doemt het op in haar geest, hoe dat
gevoelvolle, sympathieke kind wees is in haar
zielek-ven: ze denkt aan al wat Theo haar
verteld heeft van Elsa's ouders, van haar om
geving daar in 'l bergdorpje, van haar een
zaamheid, haar smachten en zoeken naar een
zusterziel, 't Wordt Jiaar alles klaar... Zeker,
God heeft hel zoo gewild: die twee moesten
elkaar vinden. Zc zal hun geluk niet langer in
den weg staan... Zn is wel hard geweest...
O, zc heeft medelijden, innig medelijden met
dat lieve kind, en ze heeft haar lief, zeker,
zeker.
Inmiddels is Elsa naast de oude vrouw op
de knieën neer gegleden, haar eene hand nog
in de hare houdend gedurende de enkele
oogenblikken van beider zwijgen.
Nu heft zc 't hoofd tot de andere op, de
wijdgeopende vochtige oogen stralend, de
lippen nauw vaneen, met een trek van dank
baar geluk.
Mevrouw' Van Klarenbeek buigt zich tot
haar over cn strijkt streclend dc blonde haren
van 't voorhoofd. Dan vat ze haar met beide
handen om de slapen cn, haar diep in dc
blauwe kijkers ziende, zegt ze innig.
„Theo heeft gelijk: je bent een schal!"'
De deur der huiskamer is een oögenblik le
voren open gedaan, zónder dat mevrouw
Van Klarenbeek of Elsa hel gemerkt hebben.
Een tweetal personen is binnengekomen en
staat een oogenblik zwijgend 't lieve tooncel
daar voor hen gade le slaan, 't Zijn Theo en
mevrouw Victor. Deze stoot lachend haar
Jjuurman aan. De jonge man weet nauwelijks
wat hij ziet of boort. Van dc eerste verbazing
bekomen, doel hij een slap vooruit en roept:
„Mama!" nog met verwonderd vragen in
zijn slem.
Als Elsa verlegen, haastig opstaat, ant
woordt mevrouw Van Klarenbeek kalm cn
zonder een spoor van confusie:
„Kom hier, jongen, 'l is niets bijzonders... Ik
ben overwonnen, je mag 't gerust welen. Geef
me een zoen, en vergeef me mijn misverstand.
Hoe kon ik ook zoo iels weten?"
Theo omhelst* zijn moeder hartelijk en zegt
opgetogen:
„U had haar eerder moeten zien, moeke."
„En jij ziet haar n u niet eens" valt mevrouw
Victor lachend in.
„Kom, Elsa", gaat mevrouw Van Klaren
beek voort, „wees nu niet veflegcn, omdat
Theo zijn manieren niet kent. Theo, geef jij
dat lieve dochtertje van mc 's gauw een zoen.
Goed zo -
Theorie c n P r a c t ij k.
Na den kerkgang had Theo een verrukkelij-
Icen avond gehad. Hij was overtuigd nog
nooit zoo gelukkig geweest tc zijn als loeri.
't Was dan ook le veel op eens voor hem, een
le onverwachte ommekeer in den loop van
zijn leven om er kalm onder le blijven. Zijn
gemoed was vol. IIij had behoefte aan ont
spanning, uitstorting. I Was of hij op eens
weer de oude zou worden, of er thans even
wicht moest komen eindelijk in de brui
sende, woelende slroomingen van zijn ge
moedsleven. Hij had zoo lang zich beklemd
gevoeld door de aanhQudendc onccnigheid
met zijn moeder, cn dat over een zaak, die
hem zoo na aan 'l hart lag! Hij had zijn
liefste gedachten, de opwellingen van zijn
hart zoo vaak moeten verbergen en onder-
-drukken. hiir voor. wien natuurlijkheid en op
rechtheid behoeften waren!
Nu was dat allés uil: hij mocht vrijuit spie
leen, lucht geven aan zijn hart, dal gesmacht
had naar vrijheid als een gevangene in een
bedompler. kerker, en hij wist dat een lieve
oude vrouw, wier leed en mismoedigheid zo®
lang een schrille wanklank waren geweest in
den jubelzang zijner ziel, telkens wanneer
deze zich machtig wilde verheffen, dal dic
vrouw thans zijn geluk deelde met geheel
haar hart...
Wat had hij slecht kunnen werken in al
dien tijd! Onbezorgdheid en blijmoedigheid
waren immers voor zijn ziel als licht cn lucht
voor een plant. Hij kon er niet buiten of alles
kwijnde. Hij had zich verzet met wanhopig
pogen, maar lederen keer te vergeefs; op een
kortstondige opgewektheid was telkens weer
neerslachtigheid gevolgd, omwikkelend en be",
lemmerend den vleugelslag van zijn genie als
het web cener lcelijkc spin de opvaart eens
zonlichtz.ockenden vlinders...
In 'l kalme studeervertrek had hij telken»
zijn Iroost gezocht, daar waar hij zoo vaak in
heerlijk droomen had neergezeten, waar ieder
meubel, iedere plaat aan den wand, ieder boek
hem lief was als een vriend, hem zijn cigeü
stomme faal sprak, die hij alleen begreep. En
dc troost was niet gekomen, 't Was of alle»
daar om hem koud gestaroogd had, akelig
koud en vreemd. Hij was cr maanden achter*
een als een banneling eenzaam geweest^
onrustig hakend naar verlossing.
(Wordt vervolgd.])