toewijding. DE EEMLANDE R". Woensdag 8 Augustus 1917 BUITENLAND. N- 33. löJaargang. FEUILLETON. v MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie: D j VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co, abonnementsprijs P.r 3 miuindon vooi f l.jjj- Idem franco por post.. A',/ Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukken! 0.14. Afzonder! ijko nummers Wekelijksch bijvoogsel UDBoUatuïtcJx* Huist>roimc' (ondor redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 ets. Wekeli:k«ch hnvoeesel Wereldrtrlie" per 3 mnd. 52 ets. Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek U trech tschestr. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 1—5 rebels..f O.SO. Elko regel meor 0.15. Dienstaanbiedingen 15 regels'- 0.50. Groote letters naar plaateruimlo. Voor handol en bedrijf bestaan icoor voordeuligo bepalingen tol hol herliaald ad verteeren in dit Bind, bh abonnomont. Eono circulaire, bevattende ilo voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Hot kabinetRibot en do Kamer in Frankrijk. Het Fransche kabinet heeft in de z:"bcg van 2 Augustus een votum van vertrov-wsi van de Kamer gekregen met 392 tegen 61 stemmen, eene aanzienlijke meerderheM dus, ook wanneer men er rekening m*e houdt, dat de stemmingslijst slechts drie vierden van de voltallige Kamer omval. De -Kamer is een paar dagen later uiteengegaan *ot 18 Augustus. Het bestaan van het ka'>i- j\et-Ribot is hiermee voor een paar weken verzekerd. Het laat zich schter aanzien, dat Idaarna de strijd, dien het kabinet zoo lang reeds om zijn bestaan heeft moeten voeren, terstond weer zal beginnen, en of het op den duur daartegen bestand zal zijn, is de vraag. De minister van marine, admiraal Lacaze, "heeft zijne portefeuillle neergelegd. Hij is gevallen als slachtoffer van den Uboot-oor- log. In de Kamerziting van 28 Juli zijn stemmen opgegaan, die den minister ver antwoordelijk stelden voor den ondergang van het Fransche linieschip Kleber, dat door een torpedoschot van een Duitsche duik boot in den grond is geboord. Ook de com- 1 missie voor de marinezaken in de Kamer heeft hare aandacht geschonken aan de of- ficieele rapporten over den duikboot-oorlog. Zij 'heeft geconstateerd, dat vooral de Fran- .sche marine-luchtdienst met groote gebre ken behept iszij besloot een parlementair onderzoek in te stellen naar de werkzaam- heid van het ministerie van marine en zich daartoe uitgebreide volmacht door de.Ka mer te laten geven Admiraal Lacaze heeft het losbreken van den storm niet afgewacht; hij is vrijwillig gegaan. Hoe de verhouding is tusschen de Kamer en het kabinet in zijn geheel, kan men niet 'enkel beoordeelen uit het votum van ver trouwen, dat in de zitting van 2 Augustus werd uitgebracht; men kan dat votum niet losmaken van het debat, dat er aan vooraf is gegaan over eene van socialistische zijde ingediende interpellatie. De rede van Re naudel tot toelichting van deze interpellatie hield eene formeele aanklacht tegen de regeering in. De spreker zeideOp den derden verjaardag van het begin van den oorlog wil het land weten, waartoe de regee ring het brengtverder in den oorlog tot het oneindige of naar den vrede. Er zijn millioenen dooden en ontzettende ruïnes. En nog altijd ziet men het einde niet in 't* gezicht komen. Men staat voor gewichtige verklaringen van de vijandelijke regeerin gen. De Fransche regeering bepaalt zich tot een démenti van den rijkskanselier, ter wijl een actieve vredespolitiek zou passen. Frankrijk is door het vredes-offensief van «de centrale mogendheden in de verdediging gedrongen. Onder algemeene spanning gewaagde de spreker van het Fransch-Russische geheime verdrag; hij wees er op, dat de regeering niet zal kunnen betwisten, dat de aanspra ken op den linker Rijnoever in Frankrijk ernstige verschiHen hebben doen rijzen, ook niet dat in Frankrijk een ijverige campagne wordt gevoerd voor de annexatie van den linker Rijnoever. Aan het Fransche front werden briefkaarten verspreid, waarop de nieuwe Rijngrens geteekend is. Spr. vraagt een duidelijk antwoord of de regeering elke geachte aan den linker Rijnoever heeft op gegeven. Minister-president Ribot stelde tegenover de klachten over de regeering, die de inter- pellant had geuit, eene tegenklacht. Drie jaren lang hebben hij en zijn voorgan ger vrede gehouden met de socialisten maar nu leggen dezen 't er op toe de eens gezindheid* te verbreken. Hoe is samen werken mogelijk, wanneer Renaudel en de zijnen de grondwet willen herzien en zelfs een Comité de salut public in Parijs willen instellen I Ribot ging voort: Waarom gaat het? Om den vrede. De regeering is van meening, dat Frankrijk geene vredesvoorstellen kan doen. Geen Franschman kan heden aan den vrede met Duitschland denken. Ook wij wenschen den vrede, evengoed als Renau del. Wij willen echter een ernstigen, ons land waardigen vrede. De regeering is van meening, dat vredesvoorstellen slechts kun nen worden gedaan als." Hier liet Brizon den tusschenroep hoo- ren: „Als er geene Franschen meer zijn." Ribot ging voort: „De Fransche regeering is van meening, dat zij tot een aannemelij- ken vrede slechts dan kan komen, els Duitschland om vrede vraagt. Wanneer «wij naar de verschillende voorstellen, die men ons doet, al te vroeg wilden luisteren, zou den wij Frankrijk uitleveren; wij zouden on zen plicht als Franschen en als ministers verzaken. Hoe zou thans de vrede er uit zien? Zeker Duitschland zou van annexa- tiën afzien. Maar zou Elzas-Lotharingen ons terug gegeven worden?. Frankrijk, dat waar dig is aan de spits van de beschaving te staan, zou heden vernederd en geruïneerd in den vrede moeten gaan. Wij zouden zelf de vreeselijke verwoestingen, die de legers van de Hunnen bij ons aangericht hebebn, weer goed moeten maken. Het geweldige blok van de centrale mogendheden zou on geschokt tegenover ons staan. Men zou aan België een aalmoes toewerpen en zijne on afhankelijkheid erkennen. Maar hoe zou die er uitzien? België zou de slaaf van Duitschland zijn. Geen Franschman kan zulk een vrede aannemen. In plaats van te spr'ken over den vrede, hebben wij den plicht aan de overwinning te denken. Wij moeten de overwinning hebben; wij moeten hem bepaald krijgen. En op zulk een oogen- blik wil Renaudel met zijne vrienden naar Stockholm gaan!" De afgevaardigd^ Mistral: „Wij gaan toch naar Stockholm, ook tegen den wil van de regeering." R'bót uit bittere Wachten tegen Redau- nel, die sedert het bezoek van de vertegen woordigers van de Sovjet aan Parijs is om gekeerd. Moutet en Cachin (de beide Ka merleden, die in Petersburg zijn geweest voor eene zending, die hen ook met de Sovjet in aanraking heeft gebracht) sprin gen op van hunne plaatsen; Cachin noodigt Ribot uit duidelijk te verklaren, dat van de In Petersburg ontdekte geheime verdragen met den czaar geen spoor meer is overge bleven. Ribot antwoordt ontwijkend: „Gij weet wat ik in de geheime zitting tan Juni heb gezegd. Ik heb gezegd, dot wij geen volk geweld willen aandoen. Is dat niet vol doende? rk verwijs ook naar het besluit van de Kamer na afloop van de geheime zit ting." In het votum van de Kamer, dat op dit debat volgde, wordt ook.naar het besluit van 5 Juni verwezèn. De Kamer heeft nogmaals hare instemming betuigd met dit besluit en is, met afwijzing van elke toevoeging, over gegaan tot de orde van den dag. Dat be sluit stelt het verlangen der bevrij ding van de door Duitschland in den oorlog bezette streken, den terugkeer van Elzas-Lotharingen tot het moederland en eene réchtmatige vergoeding van de scha de; de gedachte aan verovering en verdruk king van vreemde volken wijst de Kamer uitdrukkelijk van zich of. De regeering is tot eene openlijke verklaring hierover niet kunnen komen; zij heeft zich bepaald tot eene zijdelingsche betuiging' vaft hare in stemming met het Kamerbesluit. Maar af gescheiden daarvan vertoonen zich de kie men van nieuwe conflicten tusschen de re giering en het gedeelte van de Kamer, waarvan in dit debat Renaudel dó woord voerder was. Als die zich verder ontwikke len, dan zal het gedaan zijn met de eens gezindheid, dié Ribot de Fransche volks vertegenwoordigers als eerste plicht op het hart heeft gebonden. En dat kan vér strekkende gevolgen hebben. De oorlog. Van de oorlogstooneelen is heden niets bijzonders bericht. W e e n e n, 7 Aug. (Corr.-bur.) Kolonel- generaal von Koevess is tot veldmaarschalk bevorderd. De keizer heeft hem dit medege deeld in een eigenhandigen brief, waarin hem dank wordt gebracht voor zijne groote diensten tijdens den ganschen duur van den oorlog cn op verschillende oorlogstoon neelen bewezen. Ook aan den kolonel-generaal aartsher tog Jozef heeft de keizer schriftelijk dank en waardeering betuigd voor zijne beproefde aanvoering van de troepen op verschillen de oorlogstooneelen en thans weer in Boe- kowina. Weenen, 7 Aug. (Corr.-bur). De dag bladen bespreken de oorlogsverklaring' van China aan Duitschland en Oostenrijk-Hon- garije^ waarin zij het werk zien van de ge allieerden, in het bijzonder van Wilson, om Duitschland en Oostenrijk-Hongarije economisch te treffen en «ich van lastige concurrenten te bevrijden, terwijl den .Chi- neezen een voorwendsel wordt aan de hand gedaan, om de schulden niet te betalen, de aan Oostenrijksche en Duitsche onderne mingen verleende spoorwegconcessiën in te trekken, de in China belegde kapitalen der Centralen alsmede de aldaar liggende Duitsche en Oostenrijk-Hongaarsche sche pen in beslag te kunnen nemen en de on derdanen der Centrale landen te kunnen in terneeren. L o n d e n, 7 Aug. (R.) De Fransche mi- nister-p-esident Ribot is hier aangekomen. Hjj heeft geconfereerd met de leden van het ooilogskabinet en zal heden de confe rentie der geallieerden bijwonen. Londen, 7 Aug. (R.) De conferentie der geallieerden, bijgewoond door de Brilschc ministers, door Sonnino, Ribot, Thömas, den Franschen minister van munitie, lord Bcrtic, den Britschen gezant tc Parijs, en een aantal andere vertegenwoordigers der geallieerden, is heden- te Londen aangevangen. Er zijn twee lange zittingen gehouden. Madrid, 7 Aug. (R.) De Heraldo be richt, dat de Duitsche regeering heeft toe gestemd in de vrije vaart van hospitoalsche- pen, onder voorwaarde, d8t zich een Spaansch marine-officier aan boord zol be vinden en dus waarborg wordt gegeven, dat de schepen alleen gebezigd zullen worden voor het vervoer van zieken en gewonden. De Engelsche en Fransche regeeringen hebben deze regeling aanvaard. Bern, 7 Aug. (W. B.) Uit de hier ontvan gen Engelsche berichten blijkt,, dat in de. in het buitenland verspreide berichten van de rede van Lloyd George in het Lagerhuis op 1 Augustus de volgende belangrijke zinsnede is oftderdrukt: „Laat mij ten slotte zeggen dat ik wel zou willen weten of ieder lid van deze vergadering het ontplofbare materiaal be speurt, dat rondom ons ligt Deze zinsnede leidt het laatste gedeelte van dc rede in, waarin Lloyd George het huis letterlijk be zweert niet hel aftreden van Ilendcrsom te verlangen en uitroept: „Als wij beginnen ons Ie ontbinden cn den eenen ambtgenoot na den ander in de armen werpen van hen die VQor pacifistische doeleinden strijden, dan wan hoop ik werkelijk aan onze overwinning." Londen, 7 Aug. (R.) Een parlemen tair bericht meldde, dat lord Newton in het hoogerhuis met betrekking tot de over de Engelsche en de Duitsche gevangenen ge sloten overeenkomst gezegd heeft, dat er feitelijk niet was geklaagd over de behandeling van de Engelsche gevan»- genen. Er moet wel worden verstaan, dat dit beteekentgevangenendie door de Engelschen gehouden werden. Lord Newton heeft gezegd, dat er op de conferen tie van Engelsche en Duitsche gedelegeer den te 's Gravenhage geene klachten zijn vernomen over de behandeling van de ge vangenen in Engeland. Londen, 7 A'ug. (R.) In het Lagcrhuif vroeg een lid of de minister van Buitenland- schc Zaken reden had aan tc nemen, dat do Duitsche regeering hare belofte van 4 Augus tus 1911 zal nakomen of verzaken, volgens welkt zelfs in geval van een gewapend con flict met België. Duitschland onder geen voorwendsel Belgisch gebied zou annexeereu» Lord Cecil antwoordde'; Voor zoover ik heli kunnen zien, heeft de Duitsche regeering er voor gezorgd, de wereld niet er aan tc herin neren, dat zij in töM uitdrukkelijk aan Enge land heeft beloofd onder geen voorwendsel Belgisch gebied te zullen inlijven. -Te oocdce- len naar den inhoud van mcdedeclingen, welke blijkbaar van geïnspireerde zijde af komstig zijn, is dit een belofte, welke Duitsch land van plan is te verbreken, als liet dit kan. Krakau, 7 Aug. (Korr.-Bur.). De Polenclub heeft haar beraadslagingen be ëindigd met het aannemen von een besluit, waarin te kennen wordt gegeven, dat de Polenclub de vorming van een parlemen taire regeering op het oogenblik voor on waar houdt, wijl de onverbeterde partijver houdingen in den rijksraad geen voldoen den grondslag bieden voor de vorming van zoo'n regeering, tevens omdat de groote partijen zich van deelneming onthouden, en verder omdat het niet-vervullen van dc eischen van de Pólenclub niet toelaat deel te nemen aan de regeering. Ten opzichte van het beambtenkabinet zal de Polenclub een afwachtende houding aannemen, waarbij de regeering gesteund zal worden bij de inwilliging van de Pool- sche eischen uit het huldigingstelegram. Het nieuwe kabinet in Rusland, dat door Kerenski is samengesteld, bestaat uit leden van vijf politieke partijen. Van het oude kabinet zijn, behalve Kerenski zelf, alleen Nekrasow en Terenstsjenko in de nieuwe regeering overgegaan; de eerste is plaats vervanger van den minister-president en minister van financiën; de tweede heeft de portefeuille van buitenlandsche zaken be houden. Washington, 6 Aug. (R.) De raad voor de oorlogsindustrie heeft heden met Wilson besloten, dat aan de geallieerde* bij het koopen van hunne oorlogsbehoeften de zelfde voordeelen moeten worden ver schaft als aan de regeering van de Veree» nigde Staten zelf. Londen, 7 Aug- (R) Het Lagerhuis heeft in derde lezing de wet op dc korenproductie mei 108 legen 11 stemmen aangenomen. De minister van Landbouw Prolhéro, ver klaarde, dat ongeveer een millioen morgen dit jaar in Engeland was toegevoegd aan liet land, waarop koren cn aardappelen verbouwd worden. Aannemende, dat 600.000 morgen van dit millioen bestemd waren voor het verbou wen van graan, zou, volgens hem, voldoende schccpsruimte worden uilgespaard, om dc gc- hcele Amcrikaansche katoenproductic van het vorige jaar naar Groot-Britannië te kunnen overbrengen. Dit beteekent, dat een hoeveel heid grondstoffen ter waarde van 32 millioen pond sterling per jaar gewaarborgd is. Sommige mensch'en hebben zóó weinig zin voor poëzie dat zij zelf gedichten maken. Roman van Karamati. 20 „En waarom wel? Omdat ik Theo's moeder ben? Toe, spreek je hart nu 's uit" Mevrouw .Aan Klarenbeek heeft allengs een anderen - toon in haar slem gekregen. Ze klinkt thans dringend vriendelijk en meewarig. Haar «ogen hebben den innigen glans, dien ze had- oen in dc goede oude tijden, als ze in stille •Theo gadesloegen. Elsa zit stil voor zich te Kijken. Een paar dikke tranen maken zich los .van dc neergeslagen wimpers. „Zal ik 's voor je antwoorden, mijn lieve faeid?" gaat de oude dame voort, die blijk baar liever het antwoord, dat ze verwacht, op g§Elza s zachte trekken leest dan het van haar hppen te liooren. t Is zoo, nietwaar? Omdat ik Theos moe der ben, en je evenals ik veel van Theo houdt, ^oo is 't, niet?'' M-hare *"JPl E1Sa'S haild en houdt dic in de Elsa antwoordt steeds niet; maar slaat even de vochtige oogen op, om dadelijk weer den Wik neer te slaan. De ander ziet met innig welgevallen de uit werking harcr'woorden op het jonge, meisje: Welk een beeld van reine jonkvrouwelijke schuchterheid! Hoe had ze dat kind van coquelterie of vnlschheid kunnen verdenken! Kom", zegt ze na een poosje en trekt Elsa tot zich. „Ik hou' ook van jou, hoor, en heel veel ook... Ik geloof, dat je een lieve, brave meid bent en mijn jongen gelukkig kunt maken en zult maken... Is 't zoo goed?" Elsa valt de oude dame opeens om den hals. Het gebat legen haar borst verbergend, zegt ze, zacht schreiend: ,,Sie sind so gut, Sie sind so gut!" De ander laat haar gegaan en voelt zich aangedaan. Zonderling, dal ze voor dat meisje drie dagen geleden nog een vreemde en, erger, aan wie ze niet anders had kunnen denken dan mei dc bitterste gewaarwordin gen, haar vijandin in haar voorstelling thans iels voelt als voor een dochter. liet ver langen van iedere moeder, een „groote doch ter" tc bezitten, met wie zij „praten kan," was bij mevrouw Van Klarenbeek nog onbevre digd gebleven: Suze was nog een kind. Een onweerstaanbare drang lot moederlijke tee- derheid ze had die zoo vaak onderdrukt in de laatste maanden in dat ellendige geharre war met Theo vervult haar gansche wezen; wegdooiend de ijskorst van trots cn voor oordeel. 't Is of haar oude hart twintig jaar jonger wordt door de warme aanraking met zooveel frissche jeugd in haar spontane over gave... O. 't is een genot daaraan toe te geven, en ze geniet een wijle in stille weelde, gedachte loos. Dan doemt het op in haar geest, hoe dat gevoelvolle, sympathieke kind wees is in haar zielek-ven: ze denkt aan al wat Theo haar verteld heeft van Elsa's ouders, van haar om geving daar in 'l bergdorpje, van haar een zaamheid, haar smachten en zoeken naar een zusterziel, 't Wordt Jiaar alles klaar... Zeker, God heeft hel zoo gewild: die twee moesten elkaar vinden. Zc zal hun geluk niet langer in den weg staan... Zn is wel hard geweest... O, zc heeft medelijden, innig medelijden met dat lieve kind, en ze heeft haar lief, zeker, zeker. Inmiddels is Elsa naast de oude vrouw op de knieën neer gegleden, haar eene hand nog in de hare houdend gedurende de enkele oogenblikken van beider zwijgen. Nu heft zc 't hoofd tot de andere op, de wijdgeopende vochtige oogen stralend, de lippen nauw vaneen, met een trek van dank baar geluk. Mevrouw' Van Klarenbeek buigt zich tot haar over cn strijkt streclend dc blonde haren van 't voorhoofd. Dan vat ze haar met beide handen om de slapen cn, haar diep in dc blauwe kijkers ziende, zegt ze innig. „Theo heeft gelijk: je bent een schal!"' De deur der huiskamer is een oögenblik le voren open gedaan, zónder dat mevrouw Van Klarenbeek of Elsa hel gemerkt hebben. Een tweetal personen is binnengekomen en staat een oogenblik zwijgend 't lieve tooncel daar voor hen gade le slaan, 't Zijn Theo en mevrouw Victor. Deze stoot lachend haar Jjuurman aan. De jonge man weet nauwelijks wat hij ziet of boort. Van dc eerste verbazing bekomen, doel hij een slap vooruit en roept: „Mama!" nog met verwonderd vragen in zijn slem. Als Elsa verlegen, haastig opstaat, ant woordt mevrouw Van Klarenbeek kalm cn zonder een spoor van confusie: „Kom hier, jongen, 'l is niets bijzonders... Ik ben overwonnen, je mag 't gerust welen. Geef me een zoen, en vergeef me mijn misverstand. Hoe kon ik ook zoo iels weten?" Theo omhelst* zijn moeder hartelijk en zegt opgetogen: „U had haar eerder moeten zien, moeke." „En jij ziet haar n u niet eens" valt mevrouw Victor lachend in. „Kom, Elsa", gaat mevrouw Van Klaren beek voort, „wees nu niet veflegcn, omdat Theo zijn manieren niet kent. Theo, geef jij dat lieve dochtertje van mc 's gauw een zoen. Goed zo - Theorie c n P r a c t ij k. Na den kerkgang had Theo een verrukkelij- Icen avond gehad. Hij was overtuigd nog nooit zoo gelukkig geweest tc zijn als loeri. 't Was dan ook le veel op eens voor hem, een le onverwachte ommekeer in den loop van zijn leven om er kalm onder le blijven. Zijn gemoed was vol. IIij had behoefte aan ont spanning, uitstorting. I Was of hij op eens weer de oude zou worden, of er thans even wicht moest komen eindelijk in de brui sende, woelende slroomingen van zijn ge moedsleven. Hij had zoo lang zich beklemd gevoeld door de aanhQudendc onccnigheid met zijn moeder, cn dat over een zaak, die hem zoo na aan 'l hart lag! Hij had zijn liefste gedachten, de opwellingen van zijn hart zoo vaak moeten verbergen en onder- -drukken. hiir voor. wien natuurlijkheid en op rechtheid behoeften waren! Nu was dat allés uil: hij mocht vrijuit spie leen, lucht geven aan zijn hart, dal gesmacht had naar vrijheid als een gevangene in een bedompler. kerker, en hij wist dat een lieve oude vrouw, wier leed en mismoedigheid zo® lang een schrille wanklank waren geweest in den jubelzang zijner ziel, telkens wanneer deze zich machtig wilde verheffen, dal dic vrouw thans zijn geluk deelde met geheel haar hart... Wat had hij slecht kunnen werken in al dien tijd! Onbezorgdheid en blijmoedigheid waren immers voor zijn ziel als licht cn lucht voor een plant. Hij kon er niet buiten of alles kwijnde. Hij had zich verzet met wanhopig pogen, maar lederen keer te vergeefs; op een kortstondige opgewektheid was telkens weer neerslachtigheid gevolgd, omwikkelend en be", lemmerend den vleugelslag van zijn genie als het web cener lcelijkc spin de opvaart eens zonlichtz.ockenden vlinders... In 'l kalme studeervertrek had hij telken» zijn Iroost gezocht, daar waar hij zoo vaak in heerlijk droomen had neergezeten, waar ieder meubel, iedere plaat aan den wand, ieder boek hem lief was als een vriend, hem zijn cigeü stomme faal sprak, die hij alleen begreep. En dc troost was niet gekomen, 't Was of alle» daar om hem koud gestaroogd had, akelig koud en vreemd. Hij was cr maanden achter* een als een banneling eenzaam geweest^ onrustig hakend naar verlossing. (Wordt vervolgd.])

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1