KOLONIËN.
"binnenland.
goederen naar ons land met het doel onze
uitvoeren naar Duitschland tegen te gaan,
op zich zelf rechtens niet te wraken zijn, nu
het een plaats inneemt in het geheele
systeem van de economische afsluiting van
Duitschland door de geallieerden, een on
duldbare belemmering is van de vrijheid van
ons volk?"
Dit zijn zeer juiste opmerkingen, die vol-
I komen in den geest liggen van Amerika's
1 president. Maar zullen zij zijn oor bereiken?
En doordringen dóér, waar bij een staats
man het geweten zetelt?
De oorlog.
Het Oostenrijksch-Hongaarsch perskwar
tier geeft een kort overzicht van den elfden
Isonzo-slag, waarin vooropgesteld wordt dat,
al mogen de Italianen nog verdere aanvallen
in den zin hebben, tot nu toe, wat den op 17
Augustus ontbrandden Isonzo-slag betreft,
kanw orden vastgesteld dat ook deze nieuwe
krachtproef der Italianen geen verandering
in den oorlogstoestand op het Zuidelijk oor
logsterrein heeft gebracht, en dat deze slag
ongetwijfeld eene nieuwe mislukking voor
de Italianen beteekent.
Van de verdere oorlogstooneelen geen
nieuws.
China heeft, evenals aan Duitschland,
thans ook den oorlog verklaard aan Oosten-
rijk-Hongarije.
Londen, 11 S ept. (R.) De „Daily Tel."
verneemt uit New-York: Telegrammen uit
Washington melden eenstemmig, dat het
ministerie van buitenlandsche zaken te Ber-
lij door tusschenkomst van von Kühlmann,
getracht heeft achter de Amerikaansche
meening te komen over mogelijke vredes
voorwaarden, die zouden omvatten: het her
stel van België en de onafhankelijkheid van
Elzas-Lotharingen. Von Kühlmann bracht
meerdere verschillende te stellen voorwaar
den in omloop, die alle één punt gemeen
hadden, dat de kosten voor den wederop
bouw van België zouden betaald worden
door Engeland, dat de Duitsche koloniën in
Afrika zou koopen.
Von Kühlmann's viedesdenkbeeld is niet
ernstig besproken, omdat de verantwoorde
lijke autoriteiten zich niet in staat voelen met
de regeering van den Keizer te onderhan
delen en omdat Duitischland nog geen tee
kenen vertoont van berouw of herziening.
Men meent, dat Amerika's oorlogstoebe
reidselen het voornaamste motief zijn voor
von Kühlmann's bedriegerij. Hoe uitgebreid
die zijn, weet Duitschland beter dan de ge
middelde Brit. Berlijn heeft zelfs in Wa
shington correspondenten met goede bron
nen, die inlichtingen verzamelen en ten
slotte aan von Kühlmann's ontvangbureau
mededeelen. Die correspondenten weten
precies, dat Duitschland's denkbeelden over
het bluffen van Amerika pijnlijk er naast
zijn en worden ten zeerste verontrust door
het vooruitzicht van de krachtige militaire
samenwerking in de Vereenigde Staten.
Duitschland's heeft onlangs alle pogingen
in het werk gesteld en allerlei schandelijke
middelen gebruikt om deze samenwerking
te vertragen-. Een der meest directe stappen
in deze richting is het hier verspreiden van
het bericht, dat Duitschland werkelijk gene
gen is toe te stemmen in Wilson's vredes
voorstellen, die die ten minste onmiddellijk
te willen bespreken. Waarom derhalve al
lerlei militaire plannen waartoe feitelijk geen
noodzaak bestaat?
D.e correspondent verklaart, dat er niet
het minste gevaar bestaat, dat de Vereenig
de Staten in een of andere Duitsche vredes-
valstrik zullen loopen. De voorbereidselen
zullen ononderbroken voortgaan.
De president gevoelt, dat dit de meening
is van de overgroote meerderheid zijner
landgenooten, welke in het minst niet ge
makkelijk zal veranderen. De frase „spurlos
versenki", doet bovendien het laatste werk
van militaire toebereidselen tegen een poli
tiek, die belichaamd wordt door deze phrase,
even afstootelijk voor Amerikanen als En-
gelschen.
Er moet zeer stellig een radicale verande
ring komen in de Duitsche methodes en de
Duitsche regeering, voor Washington op Von
Kühlmann's voorstellen antwoordt.
Lo n d e n, 10 Sept. (R.) Minister Bar
nes, lid vanwege de Labour-party in het
ooriogskabinet, heeft te Newcastle een rede
gehouden waarin hij aanspoorde tot voort
zetting van den oorlog totdat deze het
eenig mogelijke einde heeft bereikt dat met
de vrijheid in overenstemming is nJ. met
de vernietiging van het Pruisische milita
risme. Het was laster te zeggen zooals som
mige pacifisten doen, dat zij en zij alléén
den vrede verlangen. Alle gevoelige men-
schen verlangen naar den vrede, doch wij
verlangen een duurzamen vrede, welke al
leen de vrede is die de moeite waard is. De
vrede die definitief tot stand zal worden
'gebracht moet worden gebaseerd op de
sterkte-verhouding der partijen aan het
einde van den oorlog. Daaraan moeten al
len die een duurzamen vrede wenschen, al
hunne -krachten inspannen teneinde het le
ger te versterken, waarop een ieder reden
had trotsch te zijn. Zijn kracht was on
breekbaar en ongebroken. De weg om tot
den vrede te geraken is den oorlog te steu
nen, wetende dat wij voor een goeden zaak
vechten, wetende tevens dat de strijdkrach
ten aan onzen kant dag aan dag sterker
worden, terwijl die aan den anderen kant
Steeds kleiner worden.
Barnes bestreed de pessimistische jere
miades van sommigen die den toestand des
lands in de donkerste kleuren schilderden.
Ze zeggen dat wij een vrede moesten zien
te sluiten door onderhandelingen omdat
we later toch geen beteren vrede zouden
krijgen, doch Engeland en zijn bondgenoo-
ten doen en deden groote dingen, terwijl
Amerika nog niet eens begonnen is. Spr.
was blij dat de vakvereenigingen op hun
laatste congres besloten niet aan de con
ferentie te Stockholm deel te nemen, dat
was een wijs besluit.
Barnes geloofde dat de arbeiderspartij
stem en invloed zou hebben bij de vredes
onderhandelingen, doch de eerste arbeid
is om te beraadslagen wat noodig is te
doen gemeenschappelijk met de arbeiders
in andere geallieerde landen. Hij hoopte
dat er een einde zou komen aan de diplo
matieke onderhandelingen gelijk die geïl
lustreerd worden in de telegramwisseling
tusschen keizer en czaar, welke de vorige
week bekend gemaakt is. Het was duidelijk
dat Duitschland dezelfde plannen maakte
als in 1864 en 1870, toen het een geschil
punt zocht alvorens de slachtoffers te over
vallen. Spreker zelfs was drie jaren geleden
bedrogen uitgekomen, Duitschland als vij
and te zien, want hij dacht dat de vooruit
gang der tijden en de groei der democrati
sche gedachte de herhaling van zulke oor
logen zouden voorkomen, maar het gedrag
der sociaal-democraten in het Duitsche par
lement toonde dat het vooze rietstokken
waren om op te steunen.
Maar bij deze gelegenheid rekende
Duitschland buiten Groot-Brittannië.
Wij verlangden den oorlog niet. Asquith,
Lloyd George en Haldane konden haar
echter niet voorkomen; hun pogingen daar
toe waren bij voorbaat tot mislukking ge
doemd. Wij moeten zorgen dat zulk een
oorlog nooit meer begonnen wordt.
Duitschland ziet thans zijn veroveringsplan
nen als onwezenlijke droomen vervliegen,
het matigde zijn eischen, maar deed zulks
alleen omdat zijn eigen krachten vermin
derden en die aan den anderen kant toe
namen, doch de geest van Duitschland is
niet veranderd. Een vrede door vergelijk
zou ons in een valstrik lokken. Een eerste
stap is dat Duitschland zich uit België te
rugtrekt en herstel aanbiedt voor hetgeen
het daar gedaan heeft.
Ons is het lot ten deel gevallen te strij
den voor het recht, zonder hoop op mate
rieel voprdeel, maar het voordeel zal ko
men waar wij dit het minst verwachten.
Bialystok, II Sept. (W.-B.). Naar
het Korr. Bur. verneemt, heeft de opperbe
velhebber op het oostelijk front prins Leo
pold van Beieren op voorstel en door be
middeling van den besturenden gouverneur
van Lithauen, vorst Isonburg Birgtin een be
drag van 300,000 Mark ter beschikking
gesteld, welke som door het onder Lithau-
ensche Centraal Comité te Wilna behoeftige
steden, dorpen en kerspelen in Lithauen zal
worden verdeeld.
Het Russische kabinet is afgetreden, na
een sommatie van Komiloff, teneinde Ke-
rensky de vrije hand te laten. Het spook van
een burgeroorlog wordt steeds dreigender.
De spoorlijn tusschen Petersburg en Longa
is opgebroken, generaal Korniloff's troepen
rukken op naar Petersburg.
Parijs11 Sept. (R.). De gevolmach
tigde socialistische afvaardiging, waarbij
Thomas zich bevond, heeft Painlevé van haar
steun verzekerd. Painlevé hoopt hedenavond
zijn ministerie samen te stellen.
Londen, 11 Sept. (R.) Aan de Daily
Mali werd 9 Sept. uit Washington geseinde
De Zweedsche schending der neutraliteit
wordt ontkend door de (Zweedsche) gezant
schappen te Washington en te Buenos-Aires.
Ten overstaan echter van de door den Ame-
rikaanschen staatssecretaris Lansing gele
verde bewijzen betreffende de schending
der neutraliteit door Zweden maakt de ont
kenning niet den minsten indruk op de open
bare meening inde Vereenigde Staten. Deze
meening eischt eenparig, dat Zweden voor
den verderen duur van den oorlog afstand
zal doen van zijn diplomatieke privilegies of
dat deze aan Zweden zullen worden ontno
men.
In geen geval, welke beloften van beter
schap het (Zweedsche) gouvernement ook
moge afleggen, kunnen Amerika en zijn
bondgenooten voortaan Zweedsche diploma
ten toestaan in cijferschrift te corresponde
ren met Stockholm. De nieuwsbladen onder
scheiden het Zweedsche volk en de Zweed
sche regeering. Zij verwachten dat het volk
de bestraffing zullen eischen van de staats
lieden en ambtenaren, die tegen hun eigen
belang schuldig zijn aan schending der
Zweedsche onzijdigheid.
Welke maatregelen het Zweedsche volk
echter ook neme, men verlangt hier, dat de
geallieerden een herhaling van het gebeur
de voorkomen. De daad van het Zweedsche
gezantschap te Buenos-Ayres wordt erger in
plaats van beter, indien de verklaring van
Akerhilm, den Zweedschen zaakgelastigde te
Washington, aan Lansing juist is. Want vol
gens die verklaring verzond de Zweedsche
gezant te Buenos-Ayres de berichten van
Luxburg in de Duitsche en niet in de Zweed
sche telegramcode. Akerhilm heeft dat als
een verontschuldiging aangevoerd en be
toogde dat derhalve de Zweedsche gezant
niet op de hoogte kon zijn van den inhoud.
De zaak is van groot belang, omdat'zij be
wijst, dat Duitschland Argentinië, waarmede
het juist een overeenkomst had aangegaan,
bedroog en het plan beraamde Argentijnsche
zeelieden te vermoorden, voor nog de inkt
van die overeenkomst droog was. Ze be
wijst dat Duitschland. wel verre van berouw
te gevoelen over zijn bedreven misdaden,
daarin groeit en op nog duivelscher misda
den broeit. De weekhariigen, die juist nu
de bondgenooten verzoeken onderhandelin
gen aan te gaan met zulk een Duitschland,
verzoeken hen die misdaden te vergeten en
een verdrag te sluiten met een volk dat bru
taal met zijn verraderlijkheid pronkt.
Wilson heeft gelijk als hij zegt: het euvel,
waartegen wij ons nu te weer stellen, is geen
gewoon euvel. Het knaagt aan de wortels
van het menschelijk leven zelf en mannen
die in zulk een crisis zich afzijdig houden,
handelen tegen het welzijn der menschheid.
Londen, II Sept. (R.) Aan de Ti-
m e s wordt uit Washington geseind: Wil
son, die een uitstapje maakt op zijn jacht
Mayflower, houdt zich toch bezig met de
schending der Zweedsche onzijdigheid. Gis
teren is hij op zijn jacht in de Gloucester-
baai aangekomen, alwaar kolonel House
zijn buitenplaats heeft. De president heeft
verscheidene uren met House, die op de
Mayflower te gast bleef, gesproken.Zij die
den president het best kennen, gelooven
dat Zweden de grootste moeite zal hebben
om een verbreking van de betrekkingen te
voorkomen. Wilson heeft nergens zoo'n af
keer van als van bedrog.
Alle teekenen wijzen er op, dat Zweden
zal loochenen het bestaan van eenige ge
heime afspraak tusschen Zweden en
Duitschland voor de verzending van Duit
sche berichten en zal beweren dat de heele
zaak te wijten is aan een fout van den
Zweedschen gezant te Buenos Ayres.
De leden van het Zweedsche Gezant
schap in de Vereen. Staten verwachten
evenwel dat de Zweedsche regeering ver
ontschuldigingen zal aanbieden en plechtig
zal verzekeren dat zoo iets niet meer zal
gebeuren. Dit zal echter de Vereen. Sta
ten niet volkomen tevreden stellen.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft nog verscheidene andere bewijzen
van het succes der Duitsche kuiperijen bij
onzijdige volken, zoowel in Europa «als in
Amerika.
Men heeft hier den indruk dat Zweden de
positie van een bondgenoot van Duitsch
land heeft ingenomen en zich schuldig ge
maakt aan een oorlogsdaad tegen de Ver.
Staten. De Vereen. Staten hebben geen ge
schil met het Zweedsche volk, waarvan ve
le honderdduizenden naar Amerika zijn
verhuisd, en er behooren tot de ijverigste
en meest geziene burgers. Men hoopt hier
dat het Zweedsche volk zijn ministers zal
verloochenen en wegzenden.
De eerste stap, in vereeniging met de ge
allieerden te doen, zal waarschijnlijk be
staan in de weigering van het wisselen van
cijfer-telegrammen tusschen de Zweedsche
diplomaten en het ministerie van buiten
landsche zaken te Stockholm. Tot dat de
zaak is opgehelderd, zullen alle handelsbe
trekkingen met Zweden worden afgebro
ken. Dat kan gemakkelijk geschieden door
een strenge toepassing van het uitvoerver
bod naar Zweden. De mogelijkheid dat de
Vereen. Staten de vele Zweedsche schepen
in Amerikaansche havens of op weg naar
de Vereen. Staten zullen opvorderen voor
gebruik door de geallieerden, is nu wel
haast tot zekerheid geworden.
Ekengren, de Zweedsche gezant, is van
Edgartown naar Washington vertrokken, na
te hebben verklaard: ik wist van deze dingen
niets, voordat ik ze vandaag in de bladen
las. Geen van de telegrammen, door Lan
sing openbaar gemaakt, is door onze han
den gegaan. De legatie te Washington heeft
niets te maken met die te Buenos Ayres.
Ekengren, die met dr. Ritter (de terugge
roepen Zwitsersche gezant) tot Bernstorffs
Intiemste vrienden behoorde, is pro-
Duitsch. Nadat de Vereen. Staten aan den
oorlog waren gaan deelnemen, heeft Zwit
serland, wetend dat Ritter pro-Duitsch was,
hem teruggeroepen en vervangen door
Hans Sulzer die als entente-gezind wordt
beschouwd, doch Zweden heeft geen veran
dering in het gezantschap gebracht, on
danks meer dan één wenk. Ekengren heeft
nog Oostenrijksche regeeringsambtenaren
aan de legatie in zijn dienst. Tenzij Zweden
een anderen gezant benoemt zal het de
Vereen. Staten nog minder toegankelijk
vinden voor de aanvaarding van veront
schuldigingen.
De Vereen. Staten zullen, vóór zij werk
van de zaak maken, Argentinië in de gele
genheid stellen met Duitschland te spre
ken, daar het ontslag van den Duitschen
gezant te Buenos Ayres grooten indruk zou
maken in geheel Latijnsch-Amerika.
Duitschland heeft ten volle partij getrokken
van den naijver tusschen Argentinië en
Brazilië, om Argentinië onzijdig te houden,
toen Brazilië zich bij de geallieerden voeg
de en de Duitschgezinden hebben in den
laatsten tijd in Buenos Ayres aan invloed
gewonnen. In Chili zijn ook Duitschgezinde
elementen. Het leger is er hervormd en af
gericht door Duitsche officieren en de mi
litaire kringen in Chili hebben een sterke
voorkeur voor Duitschland, ofschoon ver
reweg de meerderheid van het volk voor de
entente is.
Mexico en Venezuela en tot op zekere
hoogte ook Columbia, zijn vruchtbrare ak
kers geweest voor de Duitsche kuiperijen.
De Amerikaansche regeering heeft daar tal
van bewijzen van.
De Vereen. Staten hechten er veel waar
de aan, de Zuid-Amerikaansche regeerin
gen tot het besef van hun gemeenschappe
lijke belangen en van den voortgang der
pan-Amerikaansche beweging te brengen,
opdat de geheele wereld meewerke aan de
zaak der democratie.
P a r ij s, 11 Sept. (Havas.) De Matin
gelooft niet, dat de geallieerden zullen bre
ken met Zweden, want algemeen wordt ver
wacht, dat Zweden er in zal toestemmen de
formeele verzekering te geven, dat derge
lijke feiten zich niet meer zullen voordoen.
De N e w-Y ork Herald verklaart, dat
Zweden de strenge hand van Amerika inet
betrekking tot den invoer zal gevoelen. De
onthullingen van Lansing komen op het
juiste tijdstip voor de Zweedsche missie,
die faciliteiten tracht te erlangen voor de
levensmiddelenvoorziening van Zweden.
Gompers, de president van den Ame-
rikaanschen vakvereenigingsbond ven-
klaarde, dat indien het nog noodig ware,
de weigering om de Amerikaaivsche socia
listische afgevaardigden naar Stockholm te
laten gaan, ten volle gerechtvaardigd zou
worden door het schandaal van Buenos
Ayres, waardoor Zweden in een kwaad par
ket komt. Niet alleen moet de atmosfeer te
Stockholm ons op onze hoede doen zijn,
maar ook toont de algemeene toestand in
Zweden duidelijk aan dat dit land niet de
zetel eener vredesconferentie kan zijn.
P a r ij s, II Sept. (Havas.) De bladen
wijzen bij de bespreking van de rol, door-
zekere Zweedsche diplomaten vervuld in de
Argentijnsche telegramzaak, op de dubbel
zinnigheid van Duitschland, welks ver
tegenwoordiger zijn land den raad geeft,
ieder spoor zijner misdaden uit te wisschen
en het zoo aan te leggen, dat alle mannen
verdwijnen, die zich aan boord van de ge
torpedeerde schepen mochten bevinden.
De bladen twijfelen er niet aan of de ont
hullingen zullen diepe verontwaardiging
wekken. Wat Zweden aangaat, maken zij
wel degelijk onderscheid tusschen regeering
en volk. Zij zijn overtuigd, dat een aanzien
lijk deel van het Zweedsche publiek stellig
deze ernstige manoeuvres zal afkeuren en
ze luide en openlijk zal verloochenen.
Pi ch on schrijft in het Petit Jour
nal:
„Nu Michaëlis wil praten over de verant
woordelijkheid voor den oorlog, zullen de
onthullingen van de Amerikaansche regee
ring over het gemeenschappelijke optreden
der diplomatieke agenten van Zweden en
Duitschland tegen de Entente-mogendhe-
den hem daartoe de gelegenheid bieden."
B e r 1 ij n, 11 Sept. (W. B.) Naar het
Wolff-bureau meldt, publiceert de Vossi-
sche Ztg. mededeelingen van generaal Holl,
die in 1914 chef was van den generalen
staf van het 20e legerkorps te Allenstein
en op 31 Juli 1914 telefonisch opgeroepen
zou zijn door Moltke,, die hem vroeg of
hij den indruk had dat Rusland mobiliseer
de. Holl had dien indruk zeer stellig, daar
de grenzen gesloten waren en te Mlawa het
bevel tot de mobilisatie aangeplakt zou zijn.
Moltke zou toen hebben gezegd, dat hij
geen bevel tot mobilisatie kon geven voor
hij in 't bezit was van zulk een Russisch
aanplakbiljet.
Dit gesprek had plaats om 7 uur 's mor
gens. Om 9 uur werd de veronderstelling
van Holl, naar hij verder meedeelt, beves
tigd door de mededeelingen van ritmees
ter Köstring, die pas uit Moskou en met
moeite over de grenzen was gekomen.
Des middags ontving Holl niet het be
vel tot de -mobilisatie, maar het bevel voor
dreigend oorlogsgevaar.
Washington, 11 Sept. (R.). De
Senaat heeft 'het wetsontwerp op de oorlogs
winstbelasting aangenomen in een vorm die
de opbrengst stelt op ongeveer 2400 mil-
Hoen dollar. Het Huis van Afgevaardigden
had de opbrengst gesteld op 1800 millioen.
Het ontwerp gaat nu terug naar het Huis van
A fgeva ard igd en
Ooat-lndlé.
Volksraad ran Ned. Indlë.
Bij Koninklijk besluit van heden is dr. J.
C. Koningsberger, directeur van 's lands
plantentuin te Buitenzorg, met ingang van
1 Januari 1918 benoemd tot voorzitter van
den Volksraad vn Nederl.-Indië.
De Staatscourant van 11 September,
bevat o.m. de volgende Kon. besluiten:
benoemd tot burgemeester van Nieuwe
Pekela S. K. Haitsma Mullier;
tot burgemeester van Zuidhorn G. de
Vries;
tot burgemeester van Beek en Donk jhr.
E. E. M. v. Nispen tot Pannerden;
tot burgemeester van Calandsoog G. J.
L o vink;
tot burgemeester van Vlieland K. Blanke-
steyn, secretaris dier gemeente;
tot burgemeester van Overslag C. A. Mat-'
telé;
tot burgemeester van Nieuwerkerk aan den
IJssel L. H. A. Wurdemann;
tot burgemeester van Dirksland, Melis-
kerke en Hafkingen L. de Winter, met eer
vol ontslag als burgemeester van den Bom
mel.
tot burgemeester van St. Philipsland L.
Nilant, met eervol ontslag als burgemeester
van Ouwerkerk;
tot gewoon hoogleeraar in de scheikun
dige technologie aan de Technische Hoogc-
school te Delft dr. F. E. C. Scheffer, leeraar
aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus te Am
sterdam;
op verzoek eervol ontslagen ais lid van het
regentencollege over de gevangenissen te
Groningen mr. A. J. G Gochings, onder
dankbetuiging.
Ministerieel bezoek aan
Den Helder. De Minister van Marine,
schout-bij-nacht Rambonnet en de Minis
ter van Oorlog, jhr. mr. B. C. de Jonge,
brachten heden een bezoek aan de stelling
van den Helder.
De Minister van Marine was vergezeld
van den chef van den Marinestaf,
kapitein ter zeer Umbgrove en 's Minis
ters adjudant, luitenant ter zee le klasse
ten Broecke Hoekstra; de Minister van Oor
log door majoor Insinger, chef van de af-
deeling Generale Staf van het Departe
ment van Oorlog en majoor Bueno de Mes-
quite, chef van de afdeeling Genie van dat
Departement.
De nieuwe staatsleenlng.
Men meldt ons uit Den Haag:
Naar wij van de meest betrouwbare zijde
XSr&e&en ia in den loop van dit najaar te
ri achten een •vetsontwerp tot het aangaaB
eener nieuwe Staatsleening, met convessie
van het nog niet afgeloste gedeelte der
procents Staatsleening van 1914 in eend
\V3 procents.
Zijn wij wel ingelicht dan zou de nieuwcf
leening, met inbegrip van de 250 millioerf
van de conversie, waarschijnlijk een 400 a
500 millioen bedragen.
Het moet eohter in de bedoeling der Re*
geering liggen de uitgifte der nieuwe leeningj
niet voor einde December e.k. te doen ge
schieden.
Opening der Kamer. Thans is
vastgesteld dat de opening van de nieuwe
zitting der Staten-Generaal op a.s. Dinsdag
door een commissie van Ministers (dat wil
zeggen alle leden van het Kabinet) met ge
heel hetzelfde ceremonieel zal plaats heb
ben als op Dinsdag 19 September 1911,
toen het kabinet-Hemskerk in Naam der
Koningin de zitting opende. De Ministers
zullen zich dus in een stoet van vier gala-
rijtuigen, geopend en gesloten door afdee-
lingen cavalerie, naar het gebouw der
Tweede Kamer begeven, langs een korte-
ren .weg dan de Koninklijke stoet anders
volgt.
Eerste Kamer-verkiezing. De
Provinciale Staten van Groningen zijn bij
eengeroepen tegen 29 September a.s. ter
verkiezing van een lid van de Eerste Kamer.
Zooals bekend, is de nieuwbenoemde
Commissaris der Koningin lid der Eerste
Kamer voor de provincie Groningen.
Commissie voor economi
sche politiek. De reeds vroeger aange
kondigde reorganisatie der commissie voor
handelspolitiek, door instelling eener nieu
we commissie voor de economische politiek,
zal nu eerlang haar beslag krijgen. De voor
zitter dier commissie, die te adviseeren
krijgt over de quaesties op het gebied der
economische politiek, zoowel van zuiver bin-
nenlandschen aard als met betrekking tof
het buitenland wordt de minister van Land
bouw, terwijl de ministers van Buitenlandsche
Zaken, Financiën, Waterstaat en Koloniën
er in zitting zullen hebben om de beraad
slagingen te leiden over de onderwerpen die
elk hunner bij de commissie aanhangig
moohten maken. Verder zullen er deel van
uitmaken de vertegenwoordigers der ver
schillende een rol van beteekenis op econo
misch gebied vervuilende lichamen.
Een nieuwe commissaris «Ier
koningin en een nieuwe
burgemeester van Groningen.
Naar men ons meldt is aan mr. dr. C. C.
Geertsema, onder dankbetuiging, eervol
ontslag verleend als Commissaris der Ko^>
nlngin in de provincie Groningen en is be
noemd tot Harer Majesteit's Commissaris in
die provincie jhr. mr. E. Tjarda van Starken-
borgh Steehouwer, burgemeester van Gro
ningen.
Voorts vernemen wij, dat tot burgemees
ter van Groningen is benoemd mr. dr. E.
van Ketwich Verschuur, directeur van het
Centraal Bureau voor sociale adviezen te
Amsterdam.
Groningen's nieuwe burgemeester werd
den 23sten februari 1879 te Zwolle geboren
en is dus 38 jaar oud. Hij bezocht de lagere
school en het gymnasium te Nijmegen en
studeerde vervolgens te Leiden, waar hij in
1902 promoveerde tot doctor in de rechts
wetenschap en later ook tot doctor in de
staatswetenschap. Van 19021905 was hij
advocaat te 's Gravenhage, daarna werd hij
commies-redacteur ter gemeentesecretarie
te Zwolle.
Vervolgens werd h»i commies-aideelings-
chef ter Provinciale griffie \an Zwolle, datr-
na hoofdcommies en referendaris. In 1908
was hij gedurende een half jaar waarnemend
griffier der Provinciale Staten van Overijsel.
In zijn geboortestad was hij ook kantonrech'-
ter-plaatsvervanger en secretaris der Plaat
selijke commissie van toezicht op het lager
onderwijs.
In October 1916 werd de heer Van Kst-
wich Verschuur benoemd tot directeur van
het Centraalbureau voor sociale adviezen.
Hij is voorts lid van het Instituut voor Crisis-
onderzoek, door minister Treub ingesteld erf
voorzitter van een der Amsterdamsche huur-
commissies.
De nieuwe burgemeester was voorzitter
van de commissie, die het gemeenteprogiam
der Liberale Unie ontwierp en is lid van het
hoofdbestuur dezer 'politieke organisatie.
In 1913 was hij candideat voor de Tweede
Kamer voor Steenwijk.
Van zijn hand zijn artikelen over verschil
lende onderwerpen verschenen in de „Vra
gen des Tijds", „De Economist" en
„Tijdschrift voor Strafrecht
Gestrand op «lc rotsen der
verdeeldheid.
Naar aanleiding van den brief van den
N. R. Ct.-correspondent le San-Francisco,
onder bovenstaand opschrift overgenomen
in ons mïddagblad van Zaterdag, waarin deze
correspondent eenige mededeelingen deed
omtrent den indruk, dien eene in het schelle
daglicht gekomen verdeeldheid onder het
comité Indië Weerbaar aan de overzijde van
den Oceaan heeft teweeggebracht, geeft de
N. R. Ct. thans nilichtingen, die nader over
den aard van het geschil in het comité han
delen. De schrijver vertelt daarin hoe de on-
eenigheid langzaam aan haar hoogtepont
heeft bereikt en tot uitbarsting is gekomen.
„Reeds aanstonds, aan boord van de Rijn
dam, was duidelijk geworden dat de goede
harmonie in het comité was geweken. Kapi
tein Rhemrev scheidde zich van de andere
leden van het comité af en liet in gesprekken
met zijne mede-passegiers uitkomen, dat z.i.
de heer Hinlopen Labberton geen vertiou»