KOLONIËN. "binnenland. goederen naar ons land met het doel onze uitvoeren naar Duitschland tegen te gaan, op zich zelf rechtens niet te wraken zijn, nu het een plaats inneemt in het geheele systeem van de economische afsluiting van Duitschland door de geallieerden, een on duldbare belemmering is van de vrijheid van ons volk?" Dit zijn zeer juiste opmerkingen, die vol- I komen in den geest liggen van Amerika's 1 president. Maar zullen zij zijn oor bereiken? En doordringen dóér, waar bij een staats man het geweten zetelt? De oorlog. Het Oostenrijksch-Hongaarsch perskwar tier geeft een kort overzicht van den elfden Isonzo-slag, waarin vooropgesteld wordt dat, al mogen de Italianen nog verdere aanvallen in den zin hebben, tot nu toe, wat den op 17 Augustus ontbrandden Isonzo-slag betreft, kanw orden vastgesteld dat ook deze nieuwe krachtproef der Italianen geen verandering in den oorlogstoestand op het Zuidelijk oor logsterrein heeft gebracht, en dat deze slag ongetwijfeld eene nieuwe mislukking voor de Italianen beteekent. Van de verdere oorlogstooneelen geen nieuws. China heeft, evenals aan Duitschland, thans ook den oorlog verklaard aan Oosten- rijk-Hongarije. Londen, 11 S ept. (R.) De „Daily Tel." verneemt uit New-York: Telegrammen uit Washington melden eenstemmig, dat het ministerie van buitenlandsche zaken te Ber- lij door tusschenkomst van von Kühlmann, getracht heeft achter de Amerikaansche meening te komen over mogelijke vredes voorwaarden, die zouden omvatten: het her stel van België en de onafhankelijkheid van Elzas-Lotharingen. Von Kühlmann bracht meerdere verschillende te stellen voorwaar den in omloop, die alle één punt gemeen hadden, dat de kosten voor den wederop bouw van België zouden betaald worden door Engeland, dat de Duitsche koloniën in Afrika zou koopen. Von Kühlmann's viedesdenkbeeld is niet ernstig besproken, omdat de verantwoorde lijke autoriteiten zich niet in staat voelen met de regeering van den Keizer te onderhan delen en omdat Duitischland nog geen tee kenen vertoont van berouw of herziening. Men meent, dat Amerika's oorlogstoebe reidselen het voornaamste motief zijn voor von Kühlmann's bedriegerij. Hoe uitgebreid die zijn, weet Duitschland beter dan de ge middelde Brit. Berlijn heeft zelfs in Wa shington correspondenten met goede bron nen, die inlichtingen verzamelen en ten slotte aan von Kühlmann's ontvangbureau mededeelen. Die correspondenten weten precies, dat Duitschland's denkbeelden over het bluffen van Amerika pijnlijk er naast zijn en worden ten zeerste verontrust door het vooruitzicht van de krachtige militaire samenwerking in de Vereenigde Staten. Duitschland's heeft onlangs alle pogingen in het werk gesteld en allerlei schandelijke middelen gebruikt om deze samenwerking te vertragen-. Een der meest directe stappen in deze richting is het hier verspreiden van het bericht, dat Duitschland werkelijk gene gen is toe te stemmen in Wilson's vredes voorstellen, die die ten minste onmiddellijk te willen bespreken. Waarom derhalve al lerlei militaire plannen waartoe feitelijk geen noodzaak bestaat? D.e correspondent verklaart, dat er niet het minste gevaar bestaat, dat de Vereenig de Staten in een of andere Duitsche vredes- valstrik zullen loopen. De voorbereidselen zullen ononderbroken voortgaan. De president gevoelt, dat dit de meening is van de overgroote meerderheid zijner landgenooten, welke in het minst niet ge makkelijk zal veranderen. De frase „spurlos versenki", doet bovendien het laatste werk van militaire toebereidselen tegen een poli tiek, die belichaamd wordt door deze phrase, even afstootelijk voor Amerikanen als En- gelschen. Er moet zeer stellig een radicale verande ring komen in de Duitsche methodes en de Duitsche regeering, voor Washington op Von Kühlmann's voorstellen antwoordt. Lo n d e n, 10 Sept. (R.) Minister Bar nes, lid vanwege de Labour-party in het ooriogskabinet, heeft te Newcastle een rede gehouden waarin hij aanspoorde tot voort zetting van den oorlog totdat deze het eenig mogelijke einde heeft bereikt dat met de vrijheid in overenstemming is nJ. met de vernietiging van het Pruisische milita risme. Het was laster te zeggen zooals som mige pacifisten doen, dat zij en zij alléén den vrede verlangen. Alle gevoelige men- schen verlangen naar den vrede, doch wij verlangen een duurzamen vrede, welke al leen de vrede is die de moeite waard is. De vrede die definitief tot stand zal worden 'gebracht moet worden gebaseerd op de sterkte-verhouding der partijen aan het einde van den oorlog. Daaraan moeten al len die een duurzamen vrede wenschen, al hunne -krachten inspannen teneinde het le ger te versterken, waarop een ieder reden had trotsch te zijn. Zijn kracht was on breekbaar en ongebroken. De weg om tot den vrede te geraken is den oorlog te steu nen, wetende dat wij voor een goeden zaak vechten, wetende tevens dat de strijdkrach ten aan onzen kant dag aan dag sterker worden, terwijl die aan den anderen kant Steeds kleiner worden. Barnes bestreed de pessimistische jere miades van sommigen die den toestand des lands in de donkerste kleuren schilderden. Ze zeggen dat wij een vrede moesten zien te sluiten door onderhandelingen omdat we later toch geen beteren vrede zouden krijgen, doch Engeland en zijn bondgenoo- ten doen en deden groote dingen, terwijl Amerika nog niet eens begonnen is. Spr. was blij dat de vakvereenigingen op hun laatste congres besloten niet aan de con ferentie te Stockholm deel te nemen, dat was een wijs besluit. Barnes geloofde dat de arbeiderspartij stem en invloed zou hebben bij de vredes onderhandelingen, doch de eerste arbeid is om te beraadslagen wat noodig is te doen gemeenschappelijk met de arbeiders in andere geallieerde landen. Hij hoopte dat er een einde zou komen aan de diplo matieke onderhandelingen gelijk die geïl lustreerd worden in de telegramwisseling tusschen keizer en czaar, welke de vorige week bekend gemaakt is. Het was duidelijk dat Duitschland dezelfde plannen maakte als in 1864 en 1870, toen het een geschil punt zocht alvorens de slachtoffers te over vallen. Spreker zelfs was drie jaren geleden bedrogen uitgekomen, Duitschland als vij and te zien, want hij dacht dat de vooruit gang der tijden en de groei der democrati sche gedachte de herhaling van zulke oor logen zouden voorkomen, maar het gedrag der sociaal-democraten in het Duitsche par lement toonde dat het vooze rietstokken waren om op te steunen. Maar bij deze gelegenheid rekende Duitschland buiten Groot-Brittannië. Wij verlangden den oorlog niet. Asquith, Lloyd George en Haldane konden haar echter niet voorkomen; hun pogingen daar toe waren bij voorbaat tot mislukking ge doemd. Wij moeten zorgen dat zulk een oorlog nooit meer begonnen wordt. Duitschland ziet thans zijn veroveringsplan nen als onwezenlijke droomen vervliegen, het matigde zijn eischen, maar deed zulks alleen omdat zijn eigen krachten vermin derden en die aan den anderen kant toe namen, doch de geest van Duitschland is niet veranderd. Een vrede door vergelijk zou ons in een valstrik lokken. Een eerste stap is dat Duitschland zich uit België te rugtrekt en herstel aanbiedt voor hetgeen het daar gedaan heeft. Ons is het lot ten deel gevallen te strij den voor het recht, zonder hoop op mate rieel voprdeel, maar het voordeel zal ko men waar wij dit het minst verwachten. Bialystok, II Sept. (W.-B.). Naar het Korr. Bur. verneemt, heeft de opperbe velhebber op het oostelijk front prins Leo pold van Beieren op voorstel en door be middeling van den besturenden gouverneur van Lithauen, vorst Isonburg Birgtin een be drag van 300,000 Mark ter beschikking gesteld, welke som door het onder Lithau- ensche Centraal Comité te Wilna behoeftige steden, dorpen en kerspelen in Lithauen zal worden verdeeld. Het Russische kabinet is afgetreden, na een sommatie van Komiloff, teneinde Ke- rensky de vrije hand te laten. Het spook van een burgeroorlog wordt steeds dreigender. De spoorlijn tusschen Petersburg en Longa is opgebroken, generaal Korniloff's troepen rukken op naar Petersburg. Parijs11 Sept. (R.). De gevolmach tigde socialistische afvaardiging, waarbij Thomas zich bevond, heeft Painlevé van haar steun verzekerd. Painlevé hoopt hedenavond zijn ministerie samen te stellen. Londen, 11 Sept. (R.) Aan de Daily Mali werd 9 Sept. uit Washington geseinde De Zweedsche schending der neutraliteit wordt ontkend door de (Zweedsche) gezant schappen te Washington en te Buenos-Aires. Ten overstaan echter van de door den Ame- rikaanschen staatssecretaris Lansing gele verde bewijzen betreffende de schending der neutraliteit door Zweden maakt de ont kenning niet den minsten indruk op de open bare meening inde Vereenigde Staten. Deze meening eischt eenparig, dat Zweden voor den verderen duur van den oorlog afstand zal doen van zijn diplomatieke privilegies of dat deze aan Zweden zullen worden ontno men. In geen geval, welke beloften van beter schap het (Zweedsche) gouvernement ook moge afleggen, kunnen Amerika en zijn bondgenooten voortaan Zweedsche diploma ten toestaan in cijferschrift te corresponde ren met Stockholm. De nieuwsbladen onder scheiden het Zweedsche volk en de Zweed sche regeering. Zij verwachten dat het volk de bestraffing zullen eischen van de staats lieden en ambtenaren, die tegen hun eigen belang schuldig zijn aan schending der Zweedsche onzijdigheid. Welke maatregelen het Zweedsche volk echter ook neme, men verlangt hier, dat de geallieerden een herhaling van het gebeur de voorkomen. De daad van het Zweedsche gezantschap te Buenos-Ayres wordt erger in plaats van beter, indien de verklaring van Akerhilm, den Zweedschen zaakgelastigde te Washington, aan Lansing juist is. Want vol gens die verklaring verzond de Zweedsche gezant te Buenos-Ayres de berichten van Luxburg in de Duitsche en niet in de Zweed sche telegramcode. Akerhilm heeft dat als een verontschuldiging aangevoerd en be toogde dat derhalve de Zweedsche gezant niet op de hoogte kon zijn van den inhoud. De zaak is van groot belang, omdat'zij be wijst, dat Duitschland Argentinië, waarmede het juist een overeenkomst had aangegaan, bedroog en het plan beraamde Argentijnsche zeelieden te vermoorden, voor nog de inkt van die overeenkomst droog was. Ze be wijst dat Duitschland. wel verre van berouw te gevoelen over zijn bedreven misdaden, daarin groeit en op nog duivelscher misda den broeit. De weekhariigen, die juist nu de bondgenooten verzoeken onderhandelin gen aan te gaan met zulk een Duitschland, verzoeken hen die misdaden te vergeten en een verdrag te sluiten met een volk dat bru taal met zijn verraderlijkheid pronkt. Wilson heeft gelijk als hij zegt: het euvel, waartegen wij ons nu te weer stellen, is geen gewoon euvel. Het knaagt aan de wortels van het menschelijk leven zelf en mannen die in zulk een crisis zich afzijdig houden, handelen tegen het welzijn der menschheid. Londen, II Sept. (R.) Aan de Ti- m e s wordt uit Washington geseind: Wil son, die een uitstapje maakt op zijn jacht Mayflower, houdt zich toch bezig met de schending der Zweedsche onzijdigheid. Gis teren is hij op zijn jacht in de Gloucester- baai aangekomen, alwaar kolonel House zijn buitenplaats heeft. De president heeft verscheidene uren met House, die op de Mayflower te gast bleef, gesproken.Zij die den president het best kennen, gelooven dat Zweden de grootste moeite zal hebben om een verbreking van de betrekkingen te voorkomen. Wilson heeft nergens zoo'n af keer van als van bedrog. Alle teekenen wijzen er op, dat Zweden zal loochenen het bestaan van eenige ge heime afspraak tusschen Zweden en Duitschland voor de verzending van Duit sche berichten en zal beweren dat de heele zaak te wijten is aan een fout van den Zweedschen gezant te Buenos Ayres. De leden van het Zweedsche Gezant schap in de Vereen. Staten verwachten evenwel dat de Zweedsche regeering ver ontschuldigingen zal aanbieden en plechtig zal verzekeren dat zoo iets niet meer zal gebeuren. Dit zal echter de Vereen. Sta ten niet volkomen tevreden stellen. Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft nog verscheidene andere bewijzen van het succes der Duitsche kuiperijen bij onzijdige volken, zoowel in Europa «als in Amerika. Men heeft hier den indruk dat Zweden de positie van een bondgenoot van Duitsch land heeft ingenomen en zich schuldig ge maakt aan een oorlogsdaad tegen de Ver. Staten. De Vereen. Staten hebben geen ge schil met het Zweedsche volk, waarvan ve le honderdduizenden naar Amerika zijn verhuisd, en er behooren tot de ijverigste en meest geziene burgers. Men hoopt hier dat het Zweedsche volk zijn ministers zal verloochenen en wegzenden. De eerste stap, in vereeniging met de ge allieerden te doen, zal waarschijnlijk be staan in de weigering van het wisselen van cijfer-telegrammen tusschen de Zweedsche diplomaten en het ministerie van buiten landsche zaken te Stockholm. Tot dat de zaak is opgehelderd, zullen alle handelsbe trekkingen met Zweden worden afgebro ken. Dat kan gemakkelijk geschieden door een strenge toepassing van het uitvoerver bod naar Zweden. De mogelijkheid dat de Vereen. Staten de vele Zweedsche schepen in Amerikaansche havens of op weg naar de Vereen. Staten zullen opvorderen voor gebruik door de geallieerden, is nu wel haast tot zekerheid geworden. Ekengren, de Zweedsche gezant, is van Edgartown naar Washington vertrokken, na te hebben verklaard: ik wist van deze dingen niets, voordat ik ze vandaag in de bladen las. Geen van de telegrammen, door Lan sing openbaar gemaakt, is door onze han den gegaan. De legatie te Washington heeft niets te maken met die te Buenos Ayres. Ekengren, die met dr. Ritter (de terugge roepen Zwitsersche gezant) tot Bernstorffs Intiemste vrienden behoorde, is pro- Duitsch. Nadat de Vereen. Staten aan den oorlog waren gaan deelnemen, heeft Zwit serland, wetend dat Ritter pro-Duitsch was, hem teruggeroepen en vervangen door Hans Sulzer die als entente-gezind wordt beschouwd, doch Zweden heeft geen veran dering in het gezantschap gebracht, on danks meer dan één wenk. Ekengren heeft nog Oostenrijksche regeeringsambtenaren aan de legatie in zijn dienst. Tenzij Zweden een anderen gezant benoemt zal het de Vereen. Staten nog minder toegankelijk vinden voor de aanvaarding van veront schuldigingen. De Vereen. Staten zullen, vóór zij werk van de zaak maken, Argentinië in de gele genheid stellen met Duitschland te spre ken, daar het ontslag van den Duitschen gezant te Buenos Ayres grooten indruk zou maken in geheel Latijnsch-Amerika. Duitschland heeft ten volle partij getrokken van den naijver tusschen Argentinië en Brazilië, om Argentinië onzijdig te houden, toen Brazilië zich bij de geallieerden voeg de en de Duitschgezinden hebben in den laatsten tijd in Buenos Ayres aan invloed gewonnen. In Chili zijn ook Duitschgezinde elementen. Het leger is er hervormd en af gericht door Duitsche officieren en de mi litaire kringen in Chili hebben een sterke voorkeur voor Duitschland, ofschoon ver reweg de meerderheid van het volk voor de entente is. Mexico en Venezuela en tot op zekere hoogte ook Columbia, zijn vruchtbrare ak kers geweest voor de Duitsche kuiperijen. De Amerikaansche regeering heeft daar tal van bewijzen van. De Vereen. Staten hechten er veel waar de aan, de Zuid-Amerikaansche regeerin gen tot het besef van hun gemeenschappe lijke belangen en van den voortgang der pan-Amerikaansche beweging te brengen, opdat de geheele wereld meewerke aan de zaak der democratie. P a r ij s, 11 Sept. (Havas.) De Matin gelooft niet, dat de geallieerden zullen bre ken met Zweden, want algemeen wordt ver wacht, dat Zweden er in zal toestemmen de formeele verzekering te geven, dat derge lijke feiten zich niet meer zullen voordoen. De N e w-Y ork Herald verklaart, dat Zweden de strenge hand van Amerika inet betrekking tot den invoer zal gevoelen. De onthullingen van Lansing komen op het juiste tijdstip voor de Zweedsche missie, die faciliteiten tracht te erlangen voor de levensmiddelenvoorziening van Zweden. Gompers, de president van den Ame- rikaanschen vakvereenigingsbond ven- klaarde, dat indien het nog noodig ware, de weigering om de Amerikaaivsche socia listische afgevaardigden naar Stockholm te laten gaan, ten volle gerechtvaardigd zou worden door het schandaal van Buenos Ayres, waardoor Zweden in een kwaad par ket komt. Niet alleen moet de atmosfeer te Stockholm ons op onze hoede doen zijn, maar ook toont de algemeene toestand in Zweden duidelijk aan dat dit land niet de zetel eener vredesconferentie kan zijn. P a r ij s, II Sept. (Havas.) De bladen wijzen bij de bespreking van de rol, door- zekere Zweedsche diplomaten vervuld in de Argentijnsche telegramzaak, op de dubbel zinnigheid van Duitschland, welks ver tegenwoordiger zijn land den raad geeft, ieder spoor zijner misdaden uit te wisschen en het zoo aan te leggen, dat alle mannen verdwijnen, die zich aan boord van de ge torpedeerde schepen mochten bevinden. De bladen twijfelen er niet aan of de ont hullingen zullen diepe verontwaardiging wekken. Wat Zweden aangaat, maken zij wel degelijk onderscheid tusschen regeering en volk. Zij zijn overtuigd, dat een aanzien lijk deel van het Zweedsche publiek stellig deze ernstige manoeuvres zal afkeuren en ze luide en openlijk zal verloochenen. Pi ch on schrijft in het Petit Jour nal: „Nu Michaëlis wil praten over de verant woordelijkheid voor den oorlog, zullen de onthullingen van de Amerikaansche regee ring over het gemeenschappelijke optreden der diplomatieke agenten van Zweden en Duitschland tegen de Entente-mogendhe- den hem daartoe de gelegenheid bieden." B e r 1 ij n, 11 Sept. (W. B.) Naar het Wolff-bureau meldt, publiceert de Vossi- sche Ztg. mededeelingen van generaal Holl, die in 1914 chef was van den generalen staf van het 20e legerkorps te Allenstein en op 31 Juli 1914 telefonisch opgeroepen zou zijn door Moltke,, die hem vroeg of hij den indruk had dat Rusland mobiliseer de. Holl had dien indruk zeer stellig, daar de grenzen gesloten waren en te Mlawa het bevel tot de mobilisatie aangeplakt zou zijn. Moltke zou toen hebben gezegd, dat hij geen bevel tot mobilisatie kon geven voor hij in 't bezit was van zulk een Russisch aanplakbiljet. Dit gesprek had plaats om 7 uur 's mor gens. Om 9 uur werd de veronderstelling van Holl, naar hij verder meedeelt, beves tigd door de mededeelingen van ritmees ter Köstring, die pas uit Moskou en met moeite over de grenzen was gekomen. Des middags ontving Holl niet het be vel tot de -mobilisatie, maar het bevel voor dreigend oorlogsgevaar. Washington, 11 Sept. (R.). De Senaat heeft 'het wetsontwerp op de oorlogs winstbelasting aangenomen in een vorm die de opbrengst stelt op ongeveer 2400 mil- Hoen dollar. Het Huis van Afgevaardigden had de opbrengst gesteld op 1800 millioen. Het ontwerp gaat nu terug naar het Huis van A fgeva ard igd en Ooat-lndlé. Volksraad ran Ned. Indlë. Bij Koninklijk besluit van heden is dr. J. C. Koningsberger, directeur van 's lands plantentuin te Buitenzorg, met ingang van 1 Januari 1918 benoemd tot voorzitter van den Volksraad vn Nederl.-Indië. De Staatscourant van 11 September, bevat o.m. de volgende Kon. besluiten: benoemd tot burgemeester van Nieuwe Pekela S. K. Haitsma Mullier; tot burgemeester van Zuidhorn G. de Vries; tot burgemeester van Beek en Donk jhr. E. E. M. v. Nispen tot Pannerden; tot burgemeester van Calandsoog G. J. L o vink; tot burgemeester van Vlieland K. Blanke- steyn, secretaris dier gemeente; tot burgemeester van Overslag C. A. Mat-' telé; tot burgemeester van Nieuwerkerk aan den IJssel L. H. A. Wurdemann; tot burgemeester van Dirksland, Melis- kerke en Hafkingen L. de Winter, met eer vol ontslag als burgemeester van den Bom mel. tot burgemeester van St. Philipsland L. Nilant, met eervol ontslag als burgemeester van Ouwerkerk; tot gewoon hoogleeraar in de scheikun dige technologie aan de Technische Hoogc- school te Delft dr. F. E. C. Scheffer, leeraar aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus te Am sterdam; op verzoek eervol ontslagen ais lid van het regentencollege over de gevangenissen te Groningen mr. A. J. G Gochings, onder dankbetuiging. Ministerieel bezoek aan Den Helder. De Minister van Marine, schout-bij-nacht Rambonnet en de Minis ter van Oorlog, jhr. mr. B. C. de Jonge, brachten heden een bezoek aan de stelling van den Helder. De Minister van Marine was vergezeld van den chef van den Marinestaf, kapitein ter zeer Umbgrove en 's Minis ters adjudant, luitenant ter zee le klasse ten Broecke Hoekstra; de Minister van Oor log door majoor Insinger, chef van de af- deeling Generale Staf van het Departe ment van Oorlog en majoor Bueno de Mes- quite, chef van de afdeeling Genie van dat Departement. De nieuwe staatsleenlng. Men meldt ons uit Den Haag: Naar wij van de meest betrouwbare zijde XSr&e&en ia in den loop van dit najaar te ri achten een •vetsontwerp tot het aangaaB eener nieuwe Staatsleening, met convessie van het nog niet afgeloste gedeelte der procents Staatsleening van 1914 in eend \V3 procents. Zijn wij wel ingelicht dan zou de nieuwcf leening, met inbegrip van de 250 millioerf van de conversie, waarschijnlijk een 400 a 500 millioen bedragen. Het moet eohter in de bedoeling der Re* geering liggen de uitgifte der nieuwe leeningj niet voor einde December e.k. te doen ge schieden. Opening der Kamer. Thans is vastgesteld dat de opening van de nieuwe zitting der Staten-Generaal op a.s. Dinsdag door een commissie van Ministers (dat wil zeggen alle leden van het Kabinet) met ge heel hetzelfde ceremonieel zal plaats heb ben als op Dinsdag 19 September 1911, toen het kabinet-Hemskerk in Naam der Koningin de zitting opende. De Ministers zullen zich dus in een stoet van vier gala- rijtuigen, geopend en gesloten door afdee- lingen cavalerie, naar het gebouw der Tweede Kamer begeven, langs een korte- ren .weg dan de Koninklijke stoet anders volgt. Eerste Kamer-verkiezing. De Provinciale Staten van Groningen zijn bij eengeroepen tegen 29 September a.s. ter verkiezing van een lid van de Eerste Kamer. Zooals bekend, is de nieuwbenoemde Commissaris der Koningin lid der Eerste Kamer voor de provincie Groningen. Commissie voor economi sche politiek. De reeds vroeger aange kondigde reorganisatie der commissie voor handelspolitiek, door instelling eener nieu we commissie voor de economische politiek, zal nu eerlang haar beslag krijgen. De voor zitter dier commissie, die te adviseeren krijgt over de quaesties op het gebied der economische politiek, zoowel van zuiver bin- nenlandschen aard als met betrekking tof het buitenland wordt de minister van Land bouw, terwijl de ministers van Buitenlandsche Zaken, Financiën, Waterstaat en Koloniën er in zitting zullen hebben om de beraad slagingen te leiden over de onderwerpen die elk hunner bij de commissie aanhangig moohten maken. Verder zullen er deel van uitmaken de vertegenwoordigers der ver schillende een rol van beteekenis op econo misch gebied vervuilende lichamen. Een nieuwe commissaris «Ier koningin en een nieuwe burgemeester van Groningen. Naar men ons meldt is aan mr. dr. C. C. Geertsema, onder dankbetuiging, eervol ontslag verleend als Commissaris der Ko^> nlngin in de provincie Groningen en is be noemd tot Harer Majesteit's Commissaris in die provincie jhr. mr. E. Tjarda van Starken- borgh Steehouwer, burgemeester van Gro ningen. Voorts vernemen wij, dat tot burgemees ter van Groningen is benoemd mr. dr. E. van Ketwich Verschuur, directeur van het Centraal Bureau voor sociale adviezen te Amsterdam. Groningen's nieuwe burgemeester werd den 23sten februari 1879 te Zwolle geboren en is dus 38 jaar oud. Hij bezocht de lagere school en het gymnasium te Nijmegen en studeerde vervolgens te Leiden, waar hij in 1902 promoveerde tot doctor in de rechts wetenschap en later ook tot doctor in de staatswetenschap. Van 19021905 was hij advocaat te 's Gravenhage, daarna werd hij commies-redacteur ter gemeentesecretarie te Zwolle. Vervolgens werd h»i commies-aideelings- chef ter Provinciale griffie \an Zwolle, datr- na hoofdcommies en referendaris. In 1908 was hij gedurende een half jaar waarnemend griffier der Provinciale Staten van Overijsel. In zijn geboortestad was hij ook kantonrech'- ter-plaatsvervanger en secretaris der Plaat selijke commissie van toezicht op het lager onderwijs. In October 1916 werd de heer Van Kst- wich Verschuur benoemd tot directeur van het Centraalbureau voor sociale adviezen. Hij is voorts lid van het Instituut voor Crisis- onderzoek, door minister Treub ingesteld erf voorzitter van een der Amsterdamsche huur- commissies. De nieuwe burgemeester was voorzitter van de commissie, die het gemeenteprogiam der Liberale Unie ontwierp en is lid van het hoofdbestuur dezer 'politieke organisatie. In 1913 was hij candideat voor de Tweede Kamer voor Steenwijk. Van zijn hand zijn artikelen over verschil lende onderwerpen verschenen in de „Vra gen des Tijds", „De Economist" en „Tijdschrift voor Strafrecht Gestrand op «lc rotsen der verdeeldheid. Naar aanleiding van den brief van den N. R. Ct.-correspondent le San-Francisco, onder bovenstaand opschrift overgenomen in ons mïddagblad van Zaterdag, waarin deze correspondent eenige mededeelingen deed omtrent den indruk, dien eene in het schelle daglicht gekomen verdeeldheid onder het comité Indië Weerbaar aan de overzijde van den Oceaan heeft teweeggebracht, geeft de N. R. Ct. thans nilichtingen, die nader over den aard van het geschil in het comité han delen. De schrijver vertelt daarin hoe de on- eenigheid langzaam aan haar hoogtepont heeft bereikt en tot uitbarsting is gekomen. „Reeds aanstonds, aan boord van de Rijn dam, was duidelijk geworden dat de goede harmonie in het comité was geweken. Kapi tein Rhemrev scheidde zich van de andere leden van het comité af en liet in gesprekken met zijne mede-passegiers uitkomen, dat z.i. de heer Hinlopen Labberton geen vertiou»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 2